A*. 1836.
L E Y D S C II EL.
COURANT,
WOENSDAG
pfm 111 T£
W*
PUBLICATIE,
fturgemeestek. en Wethouders der Stad Leyden, waarschuwen bij deze een
ieder, wien hec zoude mogen aangaan, dat, ingevolge de bestaande wetten, óp de aan
staande Kermis, geen e HoroskooptrekkersPlaneetlezers Dobbelaars, RijfelaarsDraai
borden, of diergelijke schadelijke spelen zullen worden toegelaten, en dat onder voor
wendsel of schyn van Jets te vertoonen, als anderzins, geene bedelaars, verminkte of ge
brekkige personen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door de Agenten der Po
litie opgevat, ten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zoude kunnen worden
gehandeld. Terwijl wijders aan alle, die in de termen der wet op het Patent-rcgt vallen,
bij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen worden toegelaten, tenzij van
een behoorlijk Patent.voorzienwaaruit tevens blijkt, dat het diensvolgens door hun
verschuldigde regt is betaald. Dat eindelijk niemand, gedurende deze Kermis, met iets
zal mogen voorstaanop de straten, vertoonenof daarmede rondgaanzonder daartoe
niet alleen het vereischte consent verkregen ce hebben, maar ook het deswegens verschul
digde Mar kt geld aan den Marktmeester te hebben betaald. Wordende de Heer Directeur
en Commissaris van Policie by deze gequaliliceerd, om voor de executie dezer te zorgen.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 5 Mei 1836.
J. G. DE MEY.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pul*
NEDERLAND EN,
Leyden den i7den Mei.
Men meldt uit 's Gravenliage van den ióden dezer het volgende:
Naar men verneemt, is aan den Hoofd-Ingenieur van Rijks wege een voor-
schot verstrekt, ter voorziening in de kosten, zullende vallen op de opne
mingen ter eventuele bepaling van het tracé voor «enen spoorweg van Am
sterdam naar Arnhem.
Bij een Koninglijk besluit, waarbij de practische oefeningen zijn gere
geld voor de niet bij het leger te velde ingedeelde artillerie-troepen gedu
rende den loop van dit jaar, is, onder anderen, bepaald, dat de artillerie-
troepen, te Delft garnizoen houdende, even als in vorige jaren, bij gedeel
ten op de vlakte van Waalsdorp zullen kamperen.
Den 28 April heeft tfe Koninglijke maatschappij van letterkunde te
Londen, in hare jaarlijksche vergadering, onzen stadgenoot, den Baron van
JVestrecnen van Tiellandttot honorair lid verkozen.
Heden morgen overleed alhier deWel-Eerw. Heer D°. .7. Sluiter, se.
dert 1809 Lecaar van de Hervormde Gemeente te dezer stede, Ridder der
orde van den Nedêrlandschen Leeuw, Secretaris van het provincaal Kerk
bestuur van Zuitf-HollahdSeCre'taris van het eollegie van toezigt op de
kerkelijke administratie in deze provincie, enz. Hij was een, om zyne
deugden en uitgebreide kennisalgemeen bemind inensch, en wordt door
zijne gemeente, die hij gedurende zeven en twintig jaren in deze Residen
tie inogt leiden, als een ijverigen en verdienstelijken Leeraar diep betreurd.
Naar men verneemt, zal aanstaanden Vrijdag, den 20Sten dezer, voor
het Hof van Assises der provincie Rolland (Zuider-Kwartierj in deze Re
sidentie, de zaak dienen van den persoon, die in het begin dezes jaars een
marinier te Rotterdam zoodanige wouden heeft toegebrag -dat hij aan de
zelve is overleden.
Uit Rotterdam meldt van den i6den dezer:
Z. D. H. de regerende Hertog van Saxen-Coburgvergezeld van zijne
twee Zonen, is-alhier aangekomen en aan het Grand Iiótel des PaysBas af
gestapt, met voornemen om zich morgen aan boord van de stoomboot de
Batavier naar Londen te begeven.
De Utrechtsche .(ourant van den KSden dezer, maakt den weg bekend,
welken de gecostumeerde optogt met fakkellicht der H. H. Studenten, bij
de .aanstaande viering van het eoojarig bestaan def Utrechtsche Hoogeschool,
op den 16 Junii, nemen zal. De maskerade stelt voor den optogt van het
Nederlandsche leger naar Ostehde, denöjulij 1600, vier dagen na de over
winning bij Nieuwpoort.
Het getal inwoners van Utrecht, bedroeg den 1 Januarij 1836, 44,927.
De bezetting is daaronder niet berekend.
GRIEKENLAND.
Uit Griekenland heeft men goede berigten. De onlusten zijn overal onder
drukt. De roovers waren naar Thessaliede opstandelingen naar Albanië
geweken, of hadden zich verstrooid of onderworpen. De voormalige deel-
nemtns aan den vrijheids-oorlog hadden zich, op Koninglijk bevel, overal
onder de wapenen begevenen zelfs eenige hoofdlieden der opstandelingen
hebben, nadat zij genade bekomen hadden, hunne voormalige wapenbroe
ders moedig helpen bestrijden.
Koning Otho zou den 8sten zich van Athene naar Ancona inschepen en van
daar zijne reis over Florence en Venetie naar Munchen voortzetten, om al
daar den 24sten aan te komen. Reeds was een gedeelte der rijtuigen op eene
Grieksche brik nit den Piraeus naar Ancona verzonden.
De Canselier Graaf Armansperg zal gedurende de afwezigheid des Konings
de zaken leiden.
RUSLAND.
Volgen een artikel over Ruslanddoor het dagblad van Frankfort mede
gedeeld, bedroeg de bevolking van Rusland in het begin van deze eeuw
35 millioen en in 1834 56 millioen, hetwelk wel grootendeels kan worden
toegeschreven aan de vele aangewonnen landendoch de bevolking vermeer,
dert evenwel zoodanig, dat dezelfde van 1800 tot 1834 met een derde is toe
genomen. De openbare inkomsten volgen dezelfde verhouding: in 1800 be
droegen deze 109 millioen roebels, en in 1834, 449,546,189 roebels. De koop.
handel is in de laatste jaren ook aanmerkelijk toegenomen: in 1800 werd de
som der uitgevoerde waren begroot op 30,500,000 roebels en in 1834 °P
259,000,000 roebels. In i8oobragten de provinciën van Rusland 130 millioen
Tchetvers (maten) granen op, en in 1834 reeds 200 millioen. Volgens op
gave van den heer Storch, telde men in 1800 in Rusland 2,121 fabrhken met
98,000 werkliedenen volgens de heer Ziabiowskiwaren er in 1830 reeds
5,474 fabrijken met 253,000 werklieden. De scheepvaart is insgelijks aan.
merkelijk vermeerderd. De heer Sehnitzler deelt daaromtrent vele bijzon
derheden mede. Te Petersburg kwamen in 1715 aan, 53 vaartuigen, in 1717
reeds 730; in 1800 742; in 1815 1247; en in 1832 1404. In 1717 werden
aan koopwaren ingevoerd voor 188,852 en uitgevoerd voor 223.015 roebels;
in j8oi ingevoerd voor 27,075,118 en uitgevoerd voor 31,110,096 roebels
DEN iSden MEI.
in 1832 ingevoerd voor 156,976,657 eti uitgevoerd voor 113,543,835 roebels,
Deze toeneming van koophandel is niet minder belangrijk dan die der bevol.
king van die hoofdstad. In 1751 telde men er 74,000 ihwohers en in 18^3
reeds 445,000, daaronder de bezetting begrepen.
Te MoskaU zijn in de laatste vijf maandenvijf boekdrukkerijeneene
steendrukkerij, drie boekwinkels en een leesmuseum nieuw opgerigt.
PORTUGAL.
Oporto den 26 April. Uit deze stad wordt gemelddit de rust aldaar
ze*r is gestoord geworden, doordien de prijs van het brood zeer gestegen
was en de iuanufacturen vrij binnengelaten, terwijl op het koren zware be
lastingen waren gelegd. Het gemeen heeft eene menigte manufacturen daags
te voren door een Haniburgsch schip aangebragtaan stukken geslagen en
nog verdere baldadigheden bedreven. De rust is slechts hersteld geworden
door toezegging van de Regering, dat de prijs van het koren met 200 reis
verminderd werd. Den 27sten was de stad in rust,
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 13 Mei.
In de Kamer der Pairs, in de zitting van den 3den, is een boodséhap van
den Voorzitter van den Raad gelezen, aan de Kamer te kennen gevende,
dat Z. M. tot Minister van Marine den heer Chacon benoemd had.
Aanstaanden Vrijdag zal de Kamer het rapport van de vereenigde Com
missie hooren, ten aanzien van het ontwerp van wee óver de onteigening
voor algemeen nut.
In de zitting van de Kamer van Afgevaardigden van den jjden, is mee
58 tegen 13 stemmen bepaald, dat de protestatie tegen de verkoop van na
tionaal eigendom in het proces-verbaal van de Kamer zou worden ingelascht.
De Voorzitter van den Raad heeft het volgend besluit van de Koningin
aan de Kamer voorgelezen:
Het Koninglijk besluit van 19 Februarij, ten aanzien der uitroeijing van
de reguliere Geestelykheid, zal aan het onderzoek der Cortes onderwor
pen worden,
Bayonne den 9 Mei. Geen bulletin is nog hier bekend gemaakt omtrent
het gevecht van den 5den voor San-SebastiaU. Gisteren middag is eene ver.
sterking voor de Carlisteh aangekomen. De Carlisten en Anglo-ChristinoJ
bezetten nog dezelfde steilingeh,
De tijdingen van Ellorrio van den 7den maken geene melding van een ge
vecht tusschen Eguia en Cordova. Don Carlos had nog altijd Zijn hoofd,
kwartier in die stad,
Men vindt in Engelsche bladen van 14 Mei Zeer breedvoerige berigten
omtrent het gevecht voor San-Sebastianwaaruil blijkt, dat hetzelve het
bloedigste van den geheelen oorlog in het Noorden van Spanje is geweest.
De stellingen, die de Carlisten voor San-Sebastian inhielden, waren door
natuur en kunst buitengewoon sterk, en de colonne van den Generaal Evans,
die in den vroegen morgen van den sden uitgerukt was, om ze te vermees
teren har) eene uiterst moeijelijke taak te Volvoeren.- De colonne bestond
Uit 6000 mannamelijk 4500 Engelschen en twee regimenten Spaansche cha-
pelgorris. Bij den eersten aanval op de vijandelijke linlen, werden geheele
riien der Engelschen en Spanjaarden door het gesehut en klein geweer der
Carlisten weggemaaid; zoo zelfs, dat er van tijd tot tijd wanorde onder de
aanvallers ontstonden de Generaal Evans met zijne voornaamste Bevelheb
bers zich persoonlijk zeer hebben moeten wagen, om de manschappen tegen
de hoogten op te voeren, die nog daarenboven door den gevallen regen zeer
glibberig waren geworden. Van sommige hoogten, die door de aanvallers,
geholpen door het werpgeschut der Engelsche oorlogschepen, ten laatste
vermeesterd waren, zijn zij tot twee malen toe door de Carlisten met de
bajonet weder verdreven. Deze laatsten moeten woedend hebben gestreden.
Men bad in eene der verschansingen een Priester gezien, die het hoogwaar
dige bestendig ophief, en hen door woorden en gebaren onafgebroken aan
moedigde, om in den striid voor godsdienst en vaderland te volharden. Eerst
toen het gevecht zes of zeven uren geduurd had, verlieten de Carlisten
hunne verschansingen, vijf stukken geschut in handen der overwinnaars ach
terlatende. Volgens de officiële lijst, die van de zijde van Generaal Evans
naar Engeland is toegezonden, heeft,Zijne colonne niet minder dan 947 man,
waaronder 821 Engelschen, aan doöden en gekwetsten verloren. Onder de
gekwetsten behooren de Britsche Generaals Reid en Shavt. Van weerszijden
schijnt men weinige of geene gevangenen te hebben gemaakt, maar Integen
deel de gewonden, die niet in tiids weg konden worden gebragt, wreedaar-
diglijk te hebben afgemaakt. De dood van den dapperen Generaal Sagasti-
belzais voor de Carlisten een zwaar verlies. Het aantal der gesneuvelden
en gekwetsten aan hunnen kant wordt nog niet opgegeven; doch volgens
sommigen, bedroeg het minder, dan het verlies der Christinos, daar de Car
listen gedurende het heetste van den strijd door hunne verschansingen wa.
ren gedekt.
Berigten over Parijs van den 14 Mei.
Wij hebben heden nieuws en bladen uit Madrid tot den i4den ontvangen.
In de zitting van de Kamer der Pairs van den 6den, is een voorstel ge
daan, om aan de Koningin te vragen, dat de besluiten van den 19 Februarij
en 1 Maart I. 1., betreffende den verkoop van nationale goederen aan de
Cortes zouden onderworpen worden. Hoewel de Voorzitter van den Raad
er zich sterk tegen verzette, omdat die aanbieding reeds den 3den in de Ka.
mer der Afgevaardigden had plaats gehad, is echter het voorstel met 45 tegen
15 stemmen doorgegaan.
In de Kaïner van Afgevaardigden heeft den 6den Mei een lid de Mi
nister ondervraagd, om te weten of het waar was, dat de Voorzifter van den
Raad van Navarre in de citadel gevangen werd gehoudenen zijne ambtge.
nooten in hunne bediening, op bevel van den onder-Koning van Navarre,
geschorst waren. De Voorzitter Van den Raad zeide geen voldoend antwoord
te kunnen gevenomdat de Minister van Oorlog niet tegenwoordig was.
Hierover onder de leden ongenoegen ontstaan zijnde, heeft de Voorzitter,
onder groote onstuimigheidde zitting gesloten,
Brieven van Madrid melden, dat de nieuwe Ministervan Oorlog, Rodit,
zich naar Vittorla moet begeven,
Het schijnt, dat Cordova de Carlisten weder op drie punten had willen
aanvallen, namenlijk te San-Sebastian door de Engelschen onder den Gene
raal Evans, te Bilbao en Orduna, waar hij het bevel had, en te EsteIIa,door
een onbekend Opperhoofd. Omtrent het laatste melde men, dat Estelladoor
de troepen van de Koningin was ingenomen. Hetgeen echter nog te bewijzen is.