A0. 1836.
LEYDSCHE
WOENSDAG
DEN i qdcn APRIL/
NEDERLANDEN.
Leyden den i2den April.
Er zijn Javaschc Couranten tot den 30 December 1835 ontvingen; blijkens
dezelve is den isten November op de Moluksche eilanden, door eene aard
beving, waarschijnlijk ten gevolge eener nitbarsting van den brandenden berg
op het eiland Banda, eene verschrikkelijke verwoesting aangerigt. Op Am.
buina, van waar men alleen nog slechts een voorloopig berigt had, waren
personen door liet instorten van eene der kazernen binnen het fort Vic
toria omgekomen en 66 gekwetst; de meeste gebouwen dreigden in te stor
ten; het Chinesche kamp is grootendeels verwoest; het nieuwe zeehoofd
was geheel uit elkander gerukt, enz.; de aardbevingen van 1781 en 1830
waren bij de tegenwoordige niet te vergelijken. De schadedoor dit natuur
verschijnsel aangerigt, wordt voorloopig op ongeveer 300,000 geschat;
met ongerustheid ziet men berigten van de overige eilanden te gemoet.
Op het fort de Koek zijn, ten gevolge van uitgestane vermoeijenissen in
de togten en marschen tegen Bonjol (Sumatra's westkust) overieden: de
eerste Luitenant-Adjudant R. IV. H. van der Riet, Ridder der Militaire Wil
lemsorde, 4de klasse; en de Kapitein bij het iste battaljon infanterie .7. G.
K. Sien, Ridder der Militaire Willemsorde, 4de klasse. Ook is te Palem-
bang overleden: de officier van gezondheid der 2de klasse, Onder de IVijn-
gaard Canzius; te Weltevreden, de Apotheker der 3de klasse, L. Wieden-
hojj'; en te Buitenzorg, de 2de Luitenant der artillerie G. Wünsch.
Uit 's Gravenhage meldt men van den 11 April het volgende:
Gisteren middag is er groot diner ten Hove geweest, waarbij al de leden
van het Vorstelijk Huis, het Corps Diplomatiek, H. H. de Hertogin van
Saksen-Weimar en vele hooge Staatsdienaren, benevens nog eenige andere
aanzienlijke personen tegenwoordig waren.
In de zitting der Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden, heeft
de heer Muiier berigt, dat hij ten gevolge van ongesteldheid, de zitting der
Kamer niet kon bijwonen. Wijders is aan de Kamer hulde gedaan van het
Register op de Nederlandsche Staats-Courantjaargang 1835, hetwelk in hare
boekerij geplaatst zal worden. Daarna is door de centrale afdeeling verslag
gedaan nopens de vier ontwerpen van wet, betrekkelijk 's lands financien.
In dezelve zijn, blijkt uit dit vêrslag, eenige wijzigingen van Regeringswege
gebragt, welke als het uitvloeisel der in de commité-generaals van de Kamers
gehoudene raadplegingen zijn te beschouwen. Die wijzigingen bestaan, on
der anderen, hierin: dat de schuld va'n 55 op 51 millioenen zal worden ver
minderd; dat omtrent-de ten uitvoerlegging dier schuld van 57 millioenen,
mede eene'nadere wet zal worden vastgesteld; dat jaarlijks de aangelegen
heden dezer schuld in overweging zullen worden genomen; en dat, in plaats
van 8 millioen 400,000 gulden, de te maken schuld, tot voorziening in de
volle rentebetaling, 9 millioen zal beloopen.
'De wijzigingen zijn door de leden voor kennisgeving aangenomen. Het
verslag zal worden gedrukt en de beraadslagingen over de vier ontwerpen
adn de orde van den dag gesteld op aanstaanden Woensdag, 's morgens ten
10 ure. Tot dien tijd is de vergadering gescheiden.
Voor het houden van deze zitting, is de Kamer in commité vergaderd ge-
tveest, om de lezing der notulen van de zitting met gesloten deuren van
laatstleden Donderdag aan te höorenwelke zijn goedgekeurd.
Uit Rotterdam meldt men van den n April:
Binnen kort zullen twee fregatten en eenige kleinere oorlogs-vaartuigen
onder bevel van den Schput-bij-Nacht P. Ziervogel, uitloopen, 0111 gedu
rende de zomermaanden eene exercitie-togt in de Noord Zee te doen.
vIn-het Algemeen Handelsblad van den nden dezer, leest men:
Brieven uit Valparaiso melden, dat aldaar de tijding is ontvangen van het
vergaan van Peking in China, ten gevolge eener aardbeving; niet minder
dan fóOjööo huizen moeten dóór dè aarde verzwolgen en een zwartkleurig
meer daarvoor in de plaats getreden zijn.
De ongelukkige kanonnier .7. van der Bol, die door het springen van
grenaten zijne beide voorarmen en een oog verloren heeft, en voor wien
aanzienlijke giften zijn biieengebragt, heeft dezer dagen te Vlissingen, door
een kunstwerk van den beeldhouwer, den heer J. F. Freiteen paar knnst-
yóorarmen met handen ontvangenwaarvan alle vingers zich bewegen, waar
door hij 'eten-en drinken, de muts afnemen en zelfs, hoewel langzaam, schrij
ven kan; zoodat iemand, die van zijn ongeluk niets wist, het gemis zijner
ware armen niet zou opmerken. Men voedt de hoop, dat genoemde kuns
tenaar, voor wien octrooi gevraagd is, nog menigen ongelukkige op die
wijze zal helpen.
fait Harderwijk schrijft men van den 8 April:
Heden zal van hier te water naar het Nieuwe-diep vertrekken een deta
chement, sterk 70 onder-officieren en manschappen, onder geleide van den
eerste Luitenant Barnardvan de eerste divisie van het algemeen depót der
landmagt N°. 33, welke detachement, bestemd is, om met het schip Catha-
rina naar West-'Indië te worden overgevoerd, terwijl gemelde Luitenant Bar
nard, na volbragte commissie, weder naar hier zal terug keeren. Zullende
tevens op den loden dezer het detachement, sterk 200 manschappen, waar
van in onze courant van Vrijdag den 1 April j. I. is melding gemaakt, mede
van hier te water naar het Nieuwe-diep vertrekkenom van daar met het
schip de Emanuel naar Oost-Indië te worden overgevoerd.
In de Utrejusche courant van den nden dezer, leest men:
Den 7den dtfter des avonds is te Hellevoetsluisbestemd naar Rotter
dam', van Bata-j| binnengekomen, de brik de Rottestroom, Kapitein Dealing;
en den 8sten d'es morgens het schip de Elizabeth, Kapitein Fokkens. Bene
vens den 8sten des avonds van Cura9ao Z. M. transportschip Prins Willem
Frederik Hendrik, gecommandeerd door den Luitenant ter zee eerste klasse
van der Hart; terwijl den pden des morgens naar Batavia is uitgezeild het
schip de BatavierKapitein Scharper.
Met genoemd transportschip is uit Curafao gekomen de gezaghebber van
dat eiland, de heer Rammelman Elsevier, die, na een verblijf van 20 jaren
aldaar, met verlof naar Nederland is vertrokken. Wij hebben berigten met
dien bodem uit Curasao van den 29 Februarijwelke wij in onze volgende
zullen mededeelen.
T U R K Y E.
Konstantinopei, den 18 Maart. Het vraagstuk, wegens de ontruiming
van Silistria, den sleutel der Donau en den Balkan, is ten gunste van de
geheele onafhankelijkheid van de Porte beslist geworden. Volgens eene,
7.00 het heetonder bemiddeling van den Engelschen Gezant Lord Ptnisenby
mee den Russischen Minister ven Butenief geslotene overeemtomstruimen
de Russen deze belangrijke vesting, en de Porte betaalt het overschot der,
volgens het tractaat van Adrianopel, verschuldigde contributie. Men ziet
hieruit de vredelievende gezindheden van Keizer Nikolaaswelke daardoor
een nieuw bewijs geeft, dat hij iedere verdenking van eene Souveremiteft
over de Porte, welke hein zijne vijanden aanwrijven, vermijdt. De Engel-
sche en Fransche Gezanten zonden met dit belangrijk berigt renboden naar
hunne Hoven.
Vorst Milosch is door den Sultan uitgenoodigd om het huwelijks-feest
van Prinses Mihrimah bij te wonen.
Berigten uit Syrië over Triest van 31 Maart meldendat in genoemd
land rust heerschtteen Mehemed-Ali van plan zou zijn, zijn leger noch
te verminderen, noch te vermeerderen, zooals hij vroêger van plan geweest
was. Men beloofde zioh in Aegypte eenen goeden- oogst van alle voort
brengselendaar het jaarsaizoen zeer regelmatig geweest, en de grond be
hoorlijk bevochtigd was geworden.
Uit Athene meldt men van 23 Maart, dat de rooverbenden aan de
Turksche grenzen uit eikander gedreven, en dus de vrees voor nieuwe on
lusten gestild was. De gezindheden van de Grieksche natie waren zeer
vredelievend. Dezelve was ten toppunt van vreugde gebragt, daar men
met zekerheid had vernomen dat Koning Otho van alle aanspraak op de Beijer-
sclie kroon had afstand gedaan en beloofd zich met zijne nakomelingen
alleen aan Griekenland te willen verbinden.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 8 April.
Brieven van Madrid van den 30 Maart melden, dat het adres van de Af-
gevaardigden nog niet is aangenomen, maar dat het bij eene zeer groote
meerderheid zou doorgaanen in den Ministerielen zin zou geredigeerd worden.
Men schrijft van Bayonne:
Het hoofdkwartier van Don Carlos is altijd te Elorrio. Dat van Eguya is
te Escorinza tusschen Mondragon en Salines, overgebragt. Endora is aitijd
te'.Vittoria. Men zegt, dat de Carlisten op nieuw San-Sebastian zullen aan
vallen. De divisie Carlisten van Garcia en Navarre is door een gedeelte van
de brigade Tarnegal versterkt.
Men schrijft van Barcelona, 29 Maart:
De Policie verdubbelt hier hare bedrijvigheid en zelfs strengheid; de vrees
van de wanorde vernieuwd te zien, zet de Autoriteiten aan om, ten aanzien
van vreemdelingen en vooral van Franschen zeer strenge maatregelen te
nemen. De 001 log duurt in de provincie voort, de kansen zijn in dit oogeti-
blik voor de wapenen der Koningin gunstig. De 2000 Carlisten, die Barce
lona genaderd warenzijn tweemaal geslagenook is eene andere bende
van 1000 man op de vlugt gedreven.
Mina is in het centrum van de operatien in zijn hoofdkwartier Cervera.
In de Londensche dagbladen vindt men brieven van officieren van het
Britsche legioen, waaruit blijkt, dat hetzelve den 21 Maart van Vittoria
langs den weg naar Orduna tot Aranjuez is opgerukt, alwaar deszelfs Be
velhebber, Generaal Evansden 2Ósten zijn hoofdkwartier nog gevestigd had.
De tijding, dat de Engelsche zeemagt de Christrnos zou te hulp komen, had
bij het legioen onbegrijpelijke vreugde verwekt. Te Vittoria heeft, na het
ontvangen dezer tijding, eene algemeene illuminatie plaats gehad. Sedert het
gevecht bij Orduna van den 2isten was tusschen de beide legers niets voor
gevallen. De genoemde brieven beweren, dat Espartero daarbij eene belan
grijke overwinning behaald en aan de Carlisrén een verlies van 1000 niantoe-
gebragt heeft; doch zij voegen er bij', dat dit gevecht, even als zoo vele
anderen in dezen oorlog, geenerlei gevolg had gehad. Den 2ósten zouden
te Aranguez twee Spanjaarden worden opgehangen, als schuldig aan de mis-
daad van soldaten van het legioen tot het overloipeh haar de Carlisten te
hebben verleid. Zij waren op heeter daad betrapt. Een htintier was brood,
bakker van het legioen, en er rustte op dezen sterke verdenking, dat hij,
met andere Spanjaarden, sedert geruimen tijd Vergiftige stoffen iii het brood
had gemengd, dat aan de Engelsche soldaten werd uitgedeeld, en dat daar
aan almede de groote sterfte, die onder deze heeft jjeftè'ëfsèht, moest wör-
den toegeschreven. De bedoelde brieven laten zfch vrij scherp tegen den
Opperbevelhebber Cordova Uit, die door derzelver schrijvers wordt voorge
steld als een vriend van het oude Règeringstèlsel in Spanjeals een vijand
der Britten, en als iemand, die zich liever in de armen van Dor. Carlos zou
werpen, dan dat hij de parui der beweging in Sparije zou willen zien ze
gevieren.
Berigten over Parijs van den 9 April.
Door de Commissie van de Kamer déf Afgevaardigden voor het antwoord
op het adres, is dit antwoord in de zitting van den aden voorgelezen. Het
zelve is een weerklank op de troonrede, alléén vindt men er eene zinsnede
in, waarin de gruwelen des burger-oorlogs door Christino's gepleegd, groo-
teliiks worden afgekeurd.
Dien zelfden dag is in de Kamer der Pairs het ontwerp van antwoord
aangeboden. De beraadslagingen daarover in beide Kamers zouden aanvangen.
Van de grenzen meldt men, dat Et Rojowien men gezegd had, dat
na het gevecht van Zubiri aan zijne wonden overleden wasnog niet dood is.
De officiers van het vreemde-legioen hadden hun achterstallig tracte-
ment, ter somme van 52,000 fr. afgestaan tot het oprigten van eene bende
ruiters.
Voorts is er door de Bevelhebbers der Christino's besloten, allen met
de wapenen gevahg'ehgenbtaen Carlisten over de kling te jagen.
Cordova heeft wederom eene proclamatie aan dé Carlistisch-'gezinden
gerigt.
DUITSCHLAND.
Te Munchen' heeft men de blijde tijding ontvangen, dat de Koning in
den ochtend van den 31 Maart aan .boord van het Engelsche stoomschip
Medea van Hoogstdeszelfs reis naar Griekenland behouden in dè haven van
Ancona is binnengeloopen. Zoowel Z. M. als het geheele gevolg genoten
den besten welstand. Na vijf dagen quarantaine gehouden te hebben wórdt
de Koning tusschen den 12 en 14 April in de hoofdstad van Beijeren terag
verwacht.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 9 April. Te Londen was de Napelsche Prins Karei met
zijne Engelsche beminde aangekomen.