De Uitgave van de2e Courant zal voortaan, in plaats van bij aan het Bureau der Courant-Drukkerij zelve, in de F KENNISGEVING. Derde Zitting van den Militie-Raad over het Kanton LeydenN°. 13. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen heobende van den iÖcér Militie-Conunissaris over de Kantons 1521, Provincie Zuid-Hollandeene Kennis; geving, dut de Derde Zitting des Militie-Raadsvoor'deze Stad, zal gehóuden worden op het Raadhuis te GOUDAop Maandag en Dings dagden ïi en 12 April 1836, des morgens ten 10 ure, ter beoordeeling van de Plaatsvervangers en Numraervenvisselaars, welke de dicnstpligtigc Lotelingen dezer Staa zullen Verlangen te gevenalsmede tot liet afdoen der belangen van zoodanige Lotelingen, wier zaak tot deze Zitting is geadjour- neerd; brengen zulks bij deze ter kennisse van de belanghebbenden, met informatie, dat tot het opmaken van de bij de Wet gevorderde Certiiicaten voor Plaatsvervangers en Nummerverwisselaars, (welke laatste echter niet dan met toestemming hunner ouders vermogen te doen), zal worden gevaceerd ter Secretarie dezer Stad, op Dingsdag den 5 April aanstaande, 's namiddags ten 5 urealwaar zij tevens de noodige intormatien zoo omtrent het.opmaken dezer Certificaten, als ten aanzien der vereischten, welke de Plaatsvervangers, ingevolge de Wet, moeten bezitten, kunnen bekomen. Voorts mèenen Burgemeester en Wethouders de belanghebbenden, of wel derzelver ouders, te moeten waarschuwen voor zoodanige personen, welke, onder den naam van Commissionairssomwijlen dezelve misleiden, zoo door met hen krachtelooze overeen komsten tc sluitenals door hunwelke Plaatsvervangers verlangen te gevenonder voorwending van alles voor hen te zullen bezorgen, een aantal onnoodige kosten te doen maken, ja, die zells veelal, door beding van al de gelden daartoe beiioodigd, dadelijk in eens, of in kort op elkander volgende termijnen te moeten ontvangen, hun voor het vervolg in vele onaangenaamheden wikkelenalzoo van het gelddoor de Lotelingen ten behoeve van de Plaatsvervangers te geven, vólgens art. 98 der Wet van den 8 Ja nuari) 1817, nimmer meer dan een vijfde aan denzelven mag worden uitbetaald, en de overige vier vijfden in de kas van het Korps moeten worden gestort; en als dan zooda nige Commissionairsna het volle geld genoten te hebben, dikwijls, (zoo als de onder vinding heeft doen zien)niet in staat zijn de betaling der verdere termijnen aan het Korps te voldoen, de belanghebbenden genoodzaakt worden, die gelden nog eenmaal ie betalen. Eindelijk worden de belanghebbenden nog herinnerd aan de bepaling van art. 33 der Wet, van den 27 April 1820, houdende: dat hij, wiens Plaatsvervanger gedurende 18 maanden gediend heeft, (de dienst bij de reserve niet mede gerekend) /van"alle ver dere verantwoordelijkheid voor dezelven bevrijd zal kunnen blijven mits stortende eene soiti van f 15wanneer in de aanvulling van den Plaatsvervanger, ingeval hij inogt ko- ünen te ontbrekendoor vrijwillige werving zal worden voorzien. Aldus gedaan en gearresteerd bij "li. ii. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 31 Maart 1836. J. G. de MEY. Ter ordonnantie'van dezelve, P. A. du Pui', NEDERLANDEN. Leyden den 5den April. Men meldt uit 's Gravenhage van den 4den dezer het volgende: 'Gisteren morgen heeft het Koninglijke Gezin in de Kloosterkerk de be diening van hec Avondmaal door Do. Ruitenschild bijgewoond. Des middags was hetzelve tegenwoordig bij de Dankzegging, die, onder •de prediking van Dö. Rooscnboomin de Kloosterkerk gehouden werd. Wij Vernemen, dat H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje, dé opdragt eener Romance, gecomponeerd door den heer H. de Vieuxtempsde woorden dbor den heer Dohbelinop eene aliezins gunstige ert vleijetide wijze, zoowel voor den Componist als voor den Atlteur, wel heeft wil len aannemen. De liefhebbers der toonkunst in 's Hage hopert, dat de heer Vieuxtcmps, op''het Concert, hetwelk op den loden dezer is aangekondigd in oe zaal Diligentia, door dezen beroemden kunstenaar en de heeren van Gelder en Zoon, hun het genoegen zal verschaffen, deze fraaije Romance te doen opvoeren. Men verneemtdat dezer dagen door Z. M. een besluit genomen is waarbij de instructie voor de Directeuren van Politie in de groote steden des Riiks derwijze wordt veranderd en herzien, dat voortaan de Directeuren, Commissarissen en verdere Ambtenaren van Politie, ten opzigte van alle zaken, welke de gewone of plaatselijke Politie betreffen, ondergeschikt zul len zijn aan het Bestuur van Burgemeester en Wethouders, wier bevelen zij •gehouden zullen zijn in allen opzigte te gehoorzamen, op te volgen en uit te voeren. Tot Raad van Legatie bij de zending aan het Hof van Groot-Britan- nie is benoemd de heer Baron A. A. Bentinck, laatst dienst gedaan hebben de als Secretaris van Legatie bij het Hof van Denemarken. Aan IV. Newton, te Londen, domicilium verkozen hebbende bij Mr. A. M. C. van Hall, te Amsterdam, is een octrooi verleend voor den tijd Van tien jaren, op de invoering in dit Rijk van zekere verbeteringen in de constructie van windmolens, welke tevens van toepassing zijn op watermolens. Naar men verneemt, zijn dezer dagen de officieren van gezondheid bij het leger, in de mededeeling van het bij Koninglijk besluit van den 16 Fe bruari) jl.N*. 78, goedgekeurde reglement op het visiteren der manschap pen, opmerkzaam gemaakt op sommige bepalingen van dat reglement, vol gens welke de lotelingen, niet vrijgesteld worden, wanneer de snijtanden van de opper- en onderkaak, hetzij afzonderlijk, hetzij tezamen, ontbreken wanneer zij het tweede lid van een der duimen, of het tweede en derde lid van een der vingers, verloren hebben, en wanneer zij ook slechts één toon, behalve een der groote toonen, verloren hebben, of de beweging van een of twee toonen onherstelbaar is Die inkrimpingen der vrijstelling zijn nood zakelijk geworden, naardien de vrijwillige verminking van deze deelen, waar aan zich vele lotelingen schuldig maakten, om zich aan de dienst te onttrek ken, niet dan zeldzaam kan worden bewezen, eh alzoo de straf, bij art. 168 der wet van den 8 Januarij 1817, in die gevallen op hen niet kond.e worden toegepast, terwijl zoodanige lotelingen door het Departement van Oorlog bij de korpsen infanterie zullen worden ingedeeld, ten einde hen, wanneer zij, ten gevolge van die gebrekenvoor de werkelijke dienst ongeschikt mogten zijn, naar mate van den aard der gebreken, zoodanige dienstën, hetzij met het geweer, of bij de magazijnen, bakkerijen, enz., te doen verrigten, als waartoe zij met overleg van den eerst-aanwezenden officier van gezondheid alsnog geschikt zullen worden geoordeeld. De Staats-courant bevat het volgende uit Petten medegedeeld herige: Op den isten April, des morgens ten half 8 lire, is het Engeische brik schip Thomas and Ann, Kapitein John Stephensonmet steenkolen van New castle naar deFransche haven Harfleur bestemd, onder het gebied der heer- litKheid Petten gestrand. De zee ging, ten gevolge van den hevigen stórm, buitengewoon hoog, en stortte met groot geweld over het schip heen, welks manschap, behalve den Kapitein, uit vier personen bestaande, op dé mars 1 Boekhandelaar J. C. CYFVEER, plaats hebben hier ter stede steeg, op de Breedestraat. eene schuilplaats zocht, doch elk oogenblik den dood voor oogen zag. In dezen zeer grrocen nood is de te Petten aanwezige redding-boot derNooid- ën Zuid-Hollandsche Maatschappij aan deze ongelukkige schepelingen té hulp gekomen, en heeft hen allen gelnkkiglijk aan wal gebragt. De boot werd gevoerd door den heer kV. Sieuwertsenmet wien P. Vriesman, F, Tim. mermanJacob Bakker JanszoonP. den Harto'g'Jan Moot en LouriS Snip Tz. zi'ch hadden ingescheept. De hoogte der golven en de kracht van den wind maakten het aan deze bootsgezellen buitengewoon njoeijelijk en gevaarlijk om het gestrande schip te bereiken; maar door inspanning van alle krach ten, en door het beleid, waarmede de togt bestuurd werd, zijn zij in hun ne onderneming geslaagd, en zij genieten thans in de overtuiging van hun leven kloekmoedig, doch, onder den zegen der Goddelijke Voorzienigheid, met gelukkigen uitslagvooi de redding van vijf hunner natuurgeuooten ge waagd te hebben, het loon voor hunnen arbeid. De Constitutionnel des Flaudres meldt, dat het Belgische Gouvernement op eene publieke verkooping te Londen, voor eene som van ongeveer vier duizend francs, het eenige manuscript van het vermaarde gedicht Reineke de Vos, heeft doen koopen. Dit gedicht, bestaande uit 12,000 Vlaamsche of Hollandsche verzen, was tot nu toe slechts ten deele bekend. Ook weet men thans, dat de schrijver van dit gedicht een Gentenaar is, genaamdIVil- lem van Uttenhove, A E G Y P T E. Berigten uit Alexandrie meldendat de katoeD-teelt zeer wel in Aegypté slaagt en de Pacha besloten had om op verscheidene landerijenwaarop tot dus verre andere voortbrengselen waren gekweekt geworden, de katoen te laten bebouwen. Men vreesde echter, dat er geen handen genoeg zouden gevonden wordendaar de meeste weerbare manschappen in het leger ge bruikt werden. In Syrië én Palaestina bleef Ibrahim-Pacha Zich aan verregaande wreed heden, niet alleen jegens de Arabieren, maar ook jegens de Christenen schul dig maken; door de Frankische Consuls waren daartegen verscheiden vercoo. gen gedaan. Zijn leger bevatte 35,000 man. Mehemed-Ali bleef zich tegen de vorderingen van de Engeische Regering verzetten. De toestand van dien onder-Koning zou niet zeer gunstig zijn zijne Vloot zou zeer gedund en in Opper-Aegypte een hevige bpstand ont staan Wezel). RUSLAND. Voor eenigen tijd zijn, zooals wij vermeid hebben, door het afbranden van eenen van hout opgeslagen schouwburg te Petersburg; vele mensclien omgekomen. Blijkens het zich gevormd hebbende commité, hebben 127 per sonen het leven verloren en zijn 30 zwaar gewonddoch nog in het leven be waard. Voor die ongelukkigen en de nagebleven betrekkingen der overledenen is eene som van 43,804 roebels in papier bijeengebragtwaarvan door deri Keizer 10,000 én öoor de Keizerlijke famlelje 13,000 waren bijgedragen. De Keizer heeft nog bijzondere weldaden bewezen aan weduwen die met èert talrijk kroost zijn achtergebleven, door, onder anderen, de opvoeding der kinderen op zich te netnen, Aan eene weduwe, die ZWihgCr Is, hééft Z.Mi aangeboden liét kind Zelf ten" doop te houdèh. S P A N J I. Berigten over Parijs Va» den ilteü April. Zes duizend man van de'nieuwe Ijgtlng, gewapend en gekleed, zijn dezer laagste dagen van Madrid en derzëlVer omstreken haai' hét leger van het Noor den eh Arragon vertrokken. Niet de heer ïstUriz, maar de hfiéi Antonio Gonzales, een lid van de gematigde partij, is tot blijvenden Voorzitter def Pfbctlradores gekozen. Men beschouwt dit als eéhe Wraak van den Minister Mendiiabal Wegens de weigering van Isturiz om aan deszelfs Kabinet tléel te netnen. Thans gelooft men dat de gevoeligheid van dezen laatsteh over den onderganen smaad de zitting nog onstuimiger Zal makente meer daar men wil dat Isthrizbij de onderhandelingen over zijne optreding in het Ministeriektnnis bekomefj heeft van Mendizabal voorgegeven geheim. t)e eerste zittingen der Cortes zullen éérst na Pasehen plaats, hebben."' Don Carlos heeft altijd zijn hoofdkwartier te Elorrio. Den 24 Maart is een weinig moorddadig gevecht tussfcheb de dorpen Bistarret en, Lin- zoaih jjeleverd.De bevelhebber van de guiden van den Pretendent is gedood. De Priester Merinowelke de dagbladen zoo dikwi'is gedood hebben, be vindt zich beter dan ooithij is te Ellorio hij Don Carlos. Men heeft het gerucht verspreidt, dat eender bataljons van Don Car/os,hét bataljon van Castilie genoemd in opstand tégen deszelfs opperhoofden ge raakt en tot het leger der Christinos was overgeloopen. De opstand in de valleiien van Roncal én Salazar ten gunste van de Koningin is algemeen; al de mannen van 16 tot 60 jaren hebben de wapenen opgevat. Er zijn slechts nog eenige Priesters en douanendie nog op de hand van Don Carlos zijn. Twee duizend man van het garnizoen van Figuieres zijn uitgetrokken, om op de bénden, dié de omstreken vin Ripoll veront rusten, jagt te maken. - De soldaten van Don Carlos geven niet altijd bewijs vsih eêne groote eerbied voor de Öodsdienst. Eene bende is onlangs ih èenèn burg van Neder, Arragon in de omstreken van Terne) getrokken en na dezelve ter plundering te hebben overgegevenheeft zij de poorten van het nonnen klooster open, gebroken, welke nonnêh zij vervolgens in haar kamp gfcvoérd heeft; deze ongelukkigen hebben daar de groofste belcedigingen moeten ondergaan. Cabrera heeft laatstelijk aan de inwoners van Nedèr-Arragon eene procla matie uitgevaardigd, die niets dan woede en wraak ademt; hij biedt aan de Koningin zijne bescherming aan en belooft haar, als weduweeen peusiöeil overeenkomstig haren rang, ITALIË. Rome den 18 Maart. Men verhaalt sedert eenigè dagéti, dat de Paiisse- lijke Nuntius in Zwitserland door eenen anderen Praelaat zat vervangen wor den. Wegens de oorzaak van deze terugroeping heeft men tot uu toe niet» ais vermoedingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1