A0. 1836. LEYÖSCHË N\ COURANT»' VRIJDAG DEN istenjAPRlL. De Uitgave van deze Courant zal voortaan, in plaats van bij den Boekhandelaar J. C. CYFVEER, plaats hébben hiér ter stede aan het Bureau der Courant-Drukkerij zelve, in de Plaatsteeg, op de Breedestraat. NEDERLANDEN. Leyden den 3isten Maart. Bij Zijner Majesteits besluit van den u Maart jl., N°. 12, is tot 2den luitenant bij de dienstdoende Schutterij dezer stad benoemd de Heer Mr. JohaN van Outeren, die op heden den vereischten eed, in handen van den Heer Burgemeesterheeft afgelegd. De Staats-courant van gisteren bevat het volgende: In sommige onzer dagbladen is onlangs berigt, dat er, op bekomene mag- tiging van Zijne Majesteit den Koning, onder opzigt van den Hoogleeraar van Breda, in den omtrek van Leiden, een Artesiaansche put zal worden geboord. Wij zijn thans in de gelegenheid gesteld, om nog daarbij te voe gen, dat deze boring in het Huis van Militaire Detentie nabij die stad zal worden beproefd, en dat de arbeid daaraan door de gevangenen zelve zal worden verrigt, die alzoo op eene nuttige en tevens goedkoope wijze werk zaam zullen zijn ter bereiking van een drieledig doel, namelijk: i°. Om zoo mogelijk zich zeiven in hunne gevangenis, op deze nieuwe wijze goed drinkwater te bezorgenin het gebrek waaraan men vroeger, 'op onderscheidene tijden, door de gewone putboring, zelfs tot buitenge wone diepte, te vergeefs heeft trachten te voorzien, zoo dat dan ook tot dus verre de bestaande behoefte op eene kunstmatige en daardoor ook steeds kostbare wijze is vervuld moeten worden5 20. Om op een nieuw punt in ons land te onderzoekenof de Artesi- aansche putten ook hier zonden kunnen gelukken; waaromtrent reeds proef nemingen zijn aangevangen en voortgezet nabij Zeist, door den heere Stoop, geheel op eigene kosten, en tot op eene diepte van 160 NederI ellen, en door het stedelijk Bestuur van Gorinchem in die stad tot op 75 ellen diepte, zonder dat men echter op een dezer belde punten tot nu toe de verlangde wateraderen heeft gevondenen 30. Om dit werk tevens te doen dienen tot bevordering der geologische kennis van onze gronden, op een punt, dat tot dit einde bijzonder belang, rijk voorgekomen is. Het is inzonderheid dit wetenschappelijk doel, het. welk aanleiding gegeven heeft, om gebruik te maken van de belanglooze medewerking van den Hoogleeraar van Breda, wiens toezigt, in overleg met de Commissie van Administratie over de gevangenissen te Leiden,-den waarborg oplevertdat van deze onderneming de meeste partij zal worden getrokken. Wie omtrent de Artesiaansche putboring in het algemeenen omtrent die van den heer Sloop in het bijzonder, nader onderrigt verlangt te bekomen, kan met vrucht de Bijdragen tot de Natuurkundige Wetenschapperen de daarin voorkomende raededeelingen van de heeren van Beek, deel V, bladz. 259, Moll, deelV, bladz. 288, Muller, deel V, bladz. 479 en Moll, deel Vi, bladz. 334, raadplegen; terwijl men voorts in N°. 6, 7 en 8 der Algemcenc Konst- en Letterbode van dit jaar, een uitgebreid verslag wegens de putboring bij Zeist vinden kan, hetwelk door den Hoogleeraar Moll, in eene vergadering de reerste klasse van het Koninglijk Nederlandsch Instituut is voorgelezen. Uit 's Gravénhage schrijft men van den 30 Mqart het volgende Gisteren middag ten drie ure heeft de Fransche Gezant, Baron Mortier, een bijzonder gehoor bij Zijne Maj. den Koning gehad, ter overhandiging der geloofsbrieven van zijn Hof. Wij vernemen, dat de heer .7. ,7. Noordziek benoemd is, bij besluit van Zijne Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 23Sten dezer maand, tot hulp-Bibliothecaris bij de Koninglijke Bibliotheek in deze Residentie. De heer Jacob le jolle, Nederlandsch Consul te Fernambucco, is uit deze zijne betrekking eervol ontslagen. Met goedvinden van de Gouvernementen van Denemarken en Ne'dëf- land, zal de Nederlandsche Consul-Generaal te Athene, de heers Travers, tot een nieuw bevel, de administratie van het Deensche Consulaat in Grie kenland waarnemen. Tot Ontvanger der Directe Belastingen en Accijnsen te Alphen is be noemd de heer .7. C. Uitenhage de Mist, thans fungerende ad interim als Agent van den algemeenen Rijks-Kassier te Alkmaar. In het Algemeen Handelsblad van gisteren leest men het volgende: De heeren S. D. Saportasbelast zijnde met de plaatsing hier te lande van eene ten behoeve van Don Carlos opengestelde geldleeninghebben een berigt dier leening openbaar gemaakt, waaruit het volgende blijkt: De leening ik verdeeld iri vier gelijke seriën, ieder groot st. 213,000 5 pCt. renten. Iedere serie is verdeeld in 21,300 obligatien aan toonder, van st. 200, of 2,400 kapitaal. De interessen zullen van i°. Julij aan staande beginnen te loopen. De obligatien der vier serie'n zijn door de deel nemers in zes termijnen te betalen, te weten: de eerste termijn contant te gen ontvangst der obligatien. Deze eerste storting zal voor de eerste serie zijn 6 pCt. van de nominale waarde der obligatie. Naarmate der uitgifte van de seriën zal de prijs met 2 pCt. Verhoogd worden, hetgeen de eerste storting voor de tweede Serie zal brengen op 8 pCt., voor de derde op 10 en voor de vierde op 12 pCt. der nominale waarde. De vijf laatste maan. delijks te betalen termijnen zullen niet eerder gevorderd worden dan na de aankomst of erkenning van Don Carlos te Madrid. Deze dus afgestane ren ten tot de prijzen van 36 voor de eerste serie, 38 voor de tweede serie, 40 voor de derde serie en 42 voor de vierde, zullen, na de betaling van den laatsten termijn, ingeschreven worden op het grootboek der publieke schuld van Spanje, prefefent aan alle andere schulden van den Staat. De deelneming zal openstaan tot Zaturdag den 2 April aanstaande; op Dingsdag den 5 April daaraanvolgende zal aan de deelnemers kennis gegeven worden van het getal obligatien, dat hun toegestaan kan worden. Voorts maken ook nog de heeren S. D. Saportas bekend, dat, dadelijk na de sluiting der tweede serie, de promessen der leening van Don Carlos, door tusschenkomst van den Baron de Haberin der tijd door hen en de heeren Westendorp en Comp. uitgegeven, tegen den koers der uitgifte of 150 francs zullen worden ingetrokken. Uit de provincie Zeeland wordt van den 27 Maart gemeld: Het eerste gedeelte der werkzaamheden aan het nieuwe drooge dok te Vlissingen, bestaande in ontgravingen, beschoeiiingen van het leggen van den dam, enz., is gisteren in een der lokalen van de marine aldaar aanbe steed, en aangenomen door den heer D. Dronkers, aannemer te Middelbnrg, voor eene som van 43,000, Op den isten April aanstaande zal de Kapitein Oderkerk met een detaché- ment van het reserve-bataljon der 18de afdeeling van Vlissingen naar Bath vertrekken, ten einde aldaar garnizoen te houden, en het daar zijnde deta chement van de 13de afdeeling af te lossen. In de eerste dagen der maand Apri) zal de.aanbesteding voor het vergroo. t:,. van het artillerie-magazijn te Vlftsïhg'ên, en 'andeVè w'ërtZiiuiheden te Veere, enz., plaats hebben. G R I E K E N^L A~N D. Brieven over Ancona van den 18 en over Triest van den 20 Maart melden dat de terugkomst van Z. M. den Koning van Beijeren binnen kort zal plaats hebben. Het land genoot bij voortduring eene diepe rust. De veiligheid in het Noorden van den Peloponnesus was wederom gewaarborgddoor het gevan gennemen van de Opperhoofden der rooversbenden, twee gebroeders Kon- drojani. De gezondheid van den Graaf Armansperg werd beter. In Athene werd bij voortduur veel gebouwd, doch in den Piraeus waren vele schoone huizen gesloten, omdat dezelvewegens de geheerscht hebbende ziekte, voor besmet gehouden werden. De levendigheid tusschen de ha. ven en de stad was groot. Meer dan honderd^ wagens werd'en dagelijks voor het vervoer van personen en goederen gebezigd. PORTUGAL. Het Jourstal de la Ha-pe bevat: Onze Londensche correspondent ontvouwt ons in eehen brief van den 26 Maart de altijd, vermeerderende verlegenheid va* het Portugeesch Gouver nement wat deszelfs financielen toestand aangaat. Het blijkt uit de verkla ringen door den Minister Campos aan de Kamer der Afgevaardigden gegeven als ook uit het rapport door de Commissie opgemaaktbelast om de finan ciële operatien te onderzoeken, die ondernomen zijn ten gevolge van het doorgaan van de wet van vertrouwen (wet van 12 December 1834) dat de Schatkist van Portugal nog een nieuw deficit ondervindt, behalve, dat hetgeen wij ten dien opzigte reeds hebben te kennen gegeven. Het Portugeesch Gouvernement van Mendizabaldie te voren met verschillende negotiatien op de financiële bclangens van Portugal betrekking hebbende, te Londen belast was, geene bepaalde aanwijzing noch eenige berekening van eenen voldoenenden aard kunnende ontvangen, heeft eene Commissie doen benoe men om alle die trasactien te onderzoeken. Deze Commissie vindt als slotsom eene vermeerdering van de nationale schuld van 17,355,994,761 reis of 42.38p.p8f. gulden, met de interest. Van zijnen kant legt de Minister Campos in zijn rapport open, dat, om de noodzakelijke uitgaven tot 30 Junij aanstaande te bestrijden, het Gouverne ment 23,991,643,007 reis of 59,898,107 gulden noodig heeft. De inkomsten, op welke hij rekent tot op het einde van Junij, zijn 15,418,598,245 reis of 33,703 gulden. Het deficit van 8,516,044,762 reis of 26,285,112 gulden, moet dus worden gedekt en van dezen tijd af tot 30 Junij moeten er middelen uitgevonden worden, om dit te dóen. Indien wij nu bij dit deficit het andere voegen van 12,837,200 guldenslot van het budget voor het geldelijk jaardat den ,30 Junij eindigen moeten waarbij men nog 548,419 gulden moet voegen, hetgeen een totaal var. 20,385,612 gulden uitmaaktzoo zullen wij eene bijna naauwkeurige voorstelling vati den toestand van den Minister van Financien in Portugal hebben, die zich eene som van 46,670,724 gulden moet bezorgen voor de uitgaven van den Staat, boven de inkomsten van den Staat zeiven. SPANJE. Berigten over Parijs van den 27 Miiiirt. Uit Madrid wordt van den 2osten geschreven: Gisteren liep alhier het gerucht, dat de heer Mendizabal zijn ontslag had ingediend, en dat hij daartoe zoude besloten hebben, niet slechts uit hoofde der moeijelijkhedenwelke hij ontmoette om het Kabinet zamen te stellen, maar ooit wegens de vijandige gezindhedendqor vele nieuwe Gedeputeer den in eene voorbereidende zitting tegen hem geopenbaard. Het Mémorial des Ptréntes verhaalt,, dat Nogucras, de eerste aanleiden- de oorzaak tot den moord der moeder van Cabrera, in zijn commando over Arragön door dën Generaal van Halen is vervangen. De vereenigde benden van Quilej, Turner en Cabrera hebben Caspe, eene der voornaamste steden van Arragon, bezet en aldaar eene aanzienlijke brand schatting opgelëgd. Deze brief begroot op 4000 het aantal Carlisten, die deel aan dezen togt genomen en zich vervolgens verspreid hebben om het lard te verwoesten. Deze staat van zaken verbittert de gemoederen. Te Saragossa mort men tegen de onbekwaamheid der Autoriteiten, aan welke men die onheilen toe schrijft en de brieven uit die stad schijnen eenige opschudding te vreezen. Volgens eenen briëf uit Irun van 21 Maart maakten de Carlisten ernstige toebereidselen om San-Sebastian of in te nemen of in brand te steken. Berigten over Parijs van den 28 Maart. In het Journal de Paris leest men: Eene telegraphische depêche van Madrid van den 22 Maart meldt, dat op dien dag te drie uren de Koningin in persoon de zitting van de Cortes ge opend beeft. De troonrede verklaartdat het votum voor de verkiezings-wet de eenige wettige weg is om de herziening van de grondinstellingen van het Koningrijk te kunnen doen plaats hebben, als ook het voorname voorwerp van de ver- èeniging der Kamers, dat er andere gewigtige zaken aan dezelve zullen voor gelegd worden, bijzonder die van de onderhandelingen, aangeknoopt met de Spaansch-AmerikaansChe Staten. Een brief uit Beigie bevat omtrent de opening: De ongeregeldhedenwelke eenige dagbladen gemeend hebben te moetan voorspellen, hebben geen plaats gehad. Madrid is rustig. Men heeft de troonrede nog niet, maar de telegraphische depêche te Parijs overgekomen, doet duidelijk zien, dat deze rede reeds vooraf heeft aangekondigd, dat de tegenwoordige Cortes niet beschouwd kunnen worden als Constituëerende omdat het eenig middelom de herziening van de grondwet te bewerkstelli.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1