N#.
-Sï.
tóis
g
O R A N T
DEN 23Stcn MAART.
A°. 1"83:0.'
L E Y D S SI E
WOENSDAG
NEDERLANDEN.
■Leyden den 22S.ten Maart.
Men verneemt, dat de lieer L. J. F. Janssen, Conservator aan 's Rijks
-jtittseitm alhier, Lid van verscheidene geleerde Genootschappen, hor.oris
causa, tot Phil. The or. Mag. ct Lilt. Human. Doctor benoemd is.
Uit 's Gravenhage schrijft men van den 2isten dezer liet volgende:
Laatstleden Vrijdag is door den Baron Steengracht van Oostkappelie een
groot bal gegeven, hetwelk is vereerd geworden door de tegenwoordigheid
van 1111. KK. HH. Prins Frederik der Nederlanden en den Erfprins van Oranje,
mitsgaders door II. II. de Hertogin van Saksen-iVeimar, vele leden van hec
Corps Diplomatiek, de Ministers en andere Hooge Staats-Ambtenaren en
een aantal aanzienlijken uit deze Residentie.
Alhier is aangekomen, laatstelijk van Frankfort, de heer iV. IV. Mol-
jcrusZaakgelastigde van Zijne Maj. bij het Hof van Napels.
Door Zijne Majesteit is goedgekeurd een reglement op het verleeneu
van ondersteuning aan Israëlitische jongelingen, die tot godsdienstig onder
wijzer, oefenaar, prediker, leeraar of den rabbinalen stand verlangen opge
leid te worden, hoofdzakelijk behelzende: om aandeel te erlangen in de Rijks
toelagetot vorenstaande ondersteuning verleendwordt vcreischt de ouder,
dom van 13 tot 23"]aren een 'goed zedelijk gedrag en de kennis der gronden
van de Nederduitsche taal, het behoorlijk, lezen en schrijven daarvan, het
rekenen, de beginselen der geschiedenis en aardrijkskunde, mitsgaders be
drevenheid in de Hebreeuwsche talen en in het raschi letterschrift,bijbelken
nis en uitlegkunde des Bijbels. De verzoeken daartoe zullen jaarlijks voor
zekeren tijd ingezonden moeten worden aan de Hoofd-Commissie tot de za
ken der Israëlitenmet overlegging van daarbij gevorderde attesten en bewij
zen; zullendena onderzoek, de toegelaten mededingers door een tijdelijk
coïlegie van rabbinale examinatoren een vergelijkend examen moeten afleg
gen, ter beoordeeling welke hunner, van wege kunde en aanleg, de meeste
aanspraak op de ondersteuning kan hebben. Vijf jaren zal de ondersteuning
.klUilien -genoten wordendoch telkens op voorwaarden daarbij bepaald bij
vernieuwde beschikking.
Blijkens de laatstelijk gedane voordragt van het ontwerp van wet, inhou.
kiende den laatsten titel van het tvveed'9 boek des wetboeks van koophandel
.nopens schepen en vaartuigenwelke de rivieren en binnenwateren bevaren,
.strekt deze titel om te voldoen aan de bepaling van art. 19 der wet van den
23 December 1834, waarbij is vastgesteld, dat de regten en verpligtingen
.omtrent de.scheepvaart, bij het tweede boek van het wetboek voorgeschre
ven, ook toepasselijk'zijn op de rivieren, kanalen en stroomen. liet stelsel,
hetwelk men ten dezen heeft aangenomen, bepaalt zich daartoe, dat alle
schypcn en vaartuigen, welke, hoezeer de hvieren eu binnenwateren beva
rende, tevens van buiten's lands komen of naar buiten's lands zijn bestemd,
als zeeschepen worden beschouwd, en daarop alle de bepalingen van dc
voorgaitidé titels toepasselijk zijn, behoudens de bijzondere bepalingen, op
dat stuk wettiglijk vastgesteld; terwijl de zoodanige, die alleen bestemd zijn
tot de scheepvaart van eene plaats binnen 's lands naar c-ene andere buiten
's lands, aan de voorschriften van de vast te stellene wet zullen ondervvor.
peil zijn. I11 het opschrift van den titel heeft men binnenwateren gebezigd,
ten einde daaronder te begrijpen zoowel stroomen, rivieren, kanalen eu vaar
ten, als de zeeën en meereii, welke binnen 's lands zijn gelegen, zoo als
'ónilër anderen de Zuiderzee, liet Haarlemmermeer, deZeeuwsche stroomen.
Bij dezen titel heeft men de kleinere vaartuigen uitgesloten, en bij eigen-
doms-ovcrgaiig of bij verponding derzelvezullen zij als gewone roerende
•■góederen worden aangemerkteu de régels volgen, ten aanzien van roeren
de voorwerpen vastgesteld. Wat echter grootere schepen en vaartuigen be
treft, bestoud er geene reden, die den wetgever zoude behooren af te bon
ded, om niet dezelfde zorg voor deze als voor eigenlijke zeeschepen aan
te wenden, te meer, daar de uitgebreide binnenlandsche scheepvaart, en
bijzónder die van stoomschepen, met groote geldelijke belangen eu aanzien
lijke kapitalen verbonden is.
De Assises in de provincie Holland, Zuiderkwartier, voor het tweede
vierendeeljaars van den jare 1836, zullen geopend worden te 's Gravenhage
op.Maar,dag den- 2 Mei eerstkomende, des morgens ten 'o ure. en zijii be
noemd, oin die te presideren, de heer Mr. Jacobus Dauw Lok«Raad in
het-Hoóggeregtslvof, en tot verdere Regters de heeren en Mrs. IVillem Hen
drik de Greve, Adrinan Gillis Spoor, Guillelmus Theodoor Baumhauer en Ed-
zarf Rehii van Welderen Baron Rengers, alte Raden in hetzelve Hof.
Volgens een overzigt voor de stad 's Gravenhage van de geboorten
sterfgevallen en huwelijken van 18161835, blijkt, dat hec getal der ge
boorten,dat der sterfgevallenaldaar in de laatste twintig jaren.18161835,
met 7,979 overtroffen heeft; dat daar te stede, het getal der geborenen van
het mannelijk geslacht, in genoemd tijdperk, dat van het vrouwelijke heêfc
overtroffendat erdaarentegenmeer personen van het vrouwelijke dan
van het mannelijke in die jaren zijn overledendat er 394 huwelijken van
1826—1835 meer in 's Gravenhage zijn aangegaan, dan van 1818—1825;
dat er in eerstgenoemd tijdvak (18261835) 2,863 geboorten meer dan in
het laatste (18181825) zijn geweest. Al verder blijkt uit dezen staat,
-dat er van de genoemde twintig jaren, in het jaar 1835 de meeste geboor
ten (2,050) hebben plaats gehad, en in 1817 de minste (1,484); dat er in
liet afgcloopenc jaar ook de meeste huwelijken zijn aangegaan (627), en in
1831, zeker ten gevoigé der toenmalige omstandigheden, de minste (337);
dat cr in 1832, het jaar der cholera, de meeste personen (2,233) zijn ge
storven, en in 1820 de minste (1,074).
Uit Amsterdam meldt men van den eisten dezer:
Wij vernemen dat dezer dagen bij ons Gouvernement is ingekomen eene
nota van de Engelsche Regering, waarbij de vroegere vorderingen vanGrooc-
Bricannie betreffende de vaart op onze Oost-Indische beziccingen hernieuwd
worden. Tot op dit oogenblik zijn ons deswege geene nadere bijzonder
heden bekend.
Uit Sneek berigt men van den 12 Maart hec volgende:
Op gisteren en heden had alhier eene indrukwekkende plegtigheid plaats.
Ilct nieuw gesticht kerkgebouw voor de Israëlitische gemeente"alhier werd
alstocn ingewijd. Zijne Excellentie de Staatsraad Gouverneur dezer Pro.
vincie, daartoe uitgenoodigd, kwam omstreeks een uur des namiddags aan,
'en werd aan het hoofd der medegenoodigde Autoriteiten, zijnde de Burge
meester en Wethouders mee Secretaris, Leden en Officier der Regtbanlc en
hec Vrëdegeregt alhier, begeleid door eene Commissie uit liet Kerkbestuur
van oeiiiclde gemeente, naar het niemv gestichte kerkgebouw; zoo we! in-
als uitwendig behoorlijk georncerd, gevoerd, en aldaar door een plegtstat);
nnizijk, door liefhebberen uitgevoerd, naar de voor Zijne Exe. en andere
Autoriteiten gedisiingueerde zitplaatsen geleid. De plegtigheid, afgewisseld
foor koorzangen, onder het beleid van den heer S.Heilbron, voormalig Op-
per-Voorzaüger te Middelburg, werd, na het gewoon gebed voor Zijne Mai.
den Koning, voorafgegaan door eene doelmatige inwijdings-prediUatie van
den Wel-Eerw. heer Opperrabbijn van Vriesland, en door eene hartelijke toe
spraak, namens hec Kerkbestuur, besloten; als wanneer, na dc godsdien
stige inwijdingsgezangen voor het Sabbatnfcest, begeleid door instrumentaal
r.pel, Zijne Exc. en verdere Autoriteiten zich weder verwijderden. Deze
"jjicgtigheid deed zich bijzonder kenmerken, door.gepaste vreugde, gods
dienstige aandacht en orde, en zal lange in dierbcïr ósnóuf-en 1.lijven, zoo
wel van de talrijke alhier aanwezige en van elders toegevloeide israëlitcn,
als van de overige aanzienlijke belijderen van andere godsdiensten, die evca
als onderscheidene leeraren derzelve, dezelve hebben bijgewoond.
PORTUGAL,
Lissabon den 8 Maart. Het Ministerie zal wederom veranderd worden;
de tegenstand tegen hetzelve ter zake van de geldmiddelen was te groot.
Men berigt nu, dat de Hertog van Terceira aan het hoofd der zaken komen
zou, mee het portefeuille van Binnenlandsche Zaken en Villareal dat van
Marine zou ontvangen. Het nieuwe Ministerie zou echter het bewind
niet aanvaarden voor de komst van den Prins van Portugal, te Lissabon.
Hec Ministerie had in den laatsten tijd niets meer betaald. Zelfs de bank
nam deszelfs papier niet meer aan.
Den iscen Maarc was de begrooting bij de Afgevaardigden voorgedragen.
In het afgeloopen dienstjaar had er een te kort in de inkomsten van 8j
millioen reis plaats gehad.
De Burggraaf Baudeira was tot Gouverneur der bezittingen in de Oost-
Indien benoemd.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 18 Maart.
Men leest in hec Journal de Paris:
Mina is den ioden van Barcelona vertrokken na eene belasting van 500,000 fr.
voor zijne expeditie opgelegd te hebben. Hij heeft denzelfden dag ce Mon-
lin del Rey nachtverblijf gehouden.
Ripoti en Camprcdon zijn door de vereenigde benden van Torres, Tristans
en Brujo bezet.
De correspondent van het Engelsch dagblad de Morning Hcrahl, 11a
korcelings te Madrid van eenen uitstap van hec hoofdkwartier van Don Carlos
terug té zijn gekeerd, heeft het bevel gekregen Madrid te verlaten en is door
twee agenten der Policie buiten die stad gebragt.
- De Kevlsta bevat:
Mén verzekert, dat óns leger in drie afdecringen zal verdeeld worden.
Dc eene, de regtervleugel, is onder bevel van Cordova, de tweede, de lin
ker, van Evans en hec centrum onder dat van E;pcleta.<
Men meldt, dat het Ministerie op het puuc is 0111 aan. de goedkeuring
van H. M. het besluit op de uitrocijing van de regelmatige Geestelijkheid
voor te leggen welk besluit door de Commissie ten dien opzigte geredigeerd is.
Eer. brief van Bordeaux, onder dagteekening vail den 15'dén Maarc,
bevestigt dc tijdingenwelke wij eergisteren gegeven hebbendat e s e-
vecht den pdên tusschen Espartero en Eguya heeft plaats gehad, jti <n-i-
ling van Orduna, oud hoofdkwartier van Don Cm: ile; i-i'f.:, _z
gevecht zeer warm geweest is. De Carlisten hadden op het slag-du .-er
dan öoodooden of gekwesten achtergelaten, en men had op heli gevan
genen gemaakt; twee compagnien van .Castillo ziiu naar de i.'liristiuoi
ovèrgcioopen. Eguya had de stelling te O'rdunai genomen, o.u de vcrccni
van dc troepen van Cordova en Espartero te verhinderen. Ten gevolge'van
de nederlaag van Eguya, moec deze vereeniging op uit oogenb.ik bewerk
stelligd zijn.
Van de zijde der Carlisten maakt men gewag van een gevecht, dat den
vticu nabij Paninekina zou hebben plaats gehad, waarbij drie bataljons Chris-
tino's door de Carlisten gedwongen waren geworden, om naar genoemde ves
ting .terug te trekken en tot aan derzelver poorten waren vervolgd. Van
dienzelfden kant deelc men het volgende berigte mede
Onderscheidene brieven uit Madrid spreken de geruchten tegen, die omge
kochte of in soldij eener partij staande bladen omtrent eene voorgewende
nederlaag en verstrooijing van de troepc n des Kanunniks Batanero hebben
verspreid. Die onverschrokken partijganger en waardige mededinger van den
Priester Merinoonder wiens bevelen hij van den aanvang der tegenwoordige
omwenteling af heeft gediend, heeft willen bewijzenmet hoe veel volhar
ding zijne kleine legerafdeeling de zaak van KareiV verdedigt: hij Leeft zich
naar Aranjuez begeven, en aldaar den nacht doorgebragt in hetzelfde bed
dat de Koningin-Regentes gebruikt, als zij op hec Koninglijk lustslot aldaar
haar verblijf houdt.
Berigten over Parijs van den 19 Maart.
De dagbladen van Bayonne van den isden bevestigen de tijding van de
nederlaag der Carlisten te Orduna en voegen er bij, dat de Kolonel Hlmanza
in liet gevecht gesneuveld is. De twee compagnien, die naar de troepen
van de Koningin zijn overgeloopenbehooren tot de Carlistische bataljons
van Castilie, die bijna geheel zaamgesteld zijn uit gevangen genomen Chris-
tinos. Het garnizoen van Balmaseda werd in dezelve geheel ingelijfd.
De Generaal Cordova was den nden met Espartero te Victoria,
De Carlisten, onder bevel van Eguya hadden zich in die zelfde stelling
vereenigd, welke zij ten tijde van het gevecht van Arlaban bezetceden.
Men had gedachte op een zeer spoedig gevecht.
Dc valleijen van Aezcoa en Erro, alsook die van Valcarlos, zijn
dag en nacht onder de wapenenten gevolge van de tegenwoordigheid van
5 bataljons Carlisten, die de bergen bezetten, door welke de weg naar Pain
peluiia heen leidr.
Volgende de Sentinelle des Pyrenees zouden de troepen der Koningin
52,000 en die van Don Carlos 40,120 man bedragen.
De laatste tijdingen van de grenzen melden, dac, ten gevolge van het
gevecht van Orduna, de Carlisten zich op Durango hadden teruggetrokken.
Het smokkelen gebeurt met meer behendigheid dan ooit te voren op
alle de grenzen; hulp in geld is aan hec hoofdkwartier van Don Carlos ge-