fA°. 1830: LEYDBCHE N*. COSJRANT, Nederlanden. WOENSDAG l&„. y-fórit .a o/ sivpa J GBpKM DEN Jdcii MAART. Levden den 8sten Maart. t)oor Zijne Majesteit den Koning is tot Lid der Commissie van Adminis tratie over de Gevangenissen dezer stad, in plaats van wijlen Mr. J. Ver schuur, benoemd Mr. D. Tieboel Siegenbeek, Substituut-Officier bij de Jiegtbank van Eersten Aanleg alhier. Men meldt uit 's Gravenhage van den ^den dezer: De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staren-Generaal hebben heden beraadslaagd over de ontwerpen van wet, nopens de ontginningen van woeste gronden, en omtrent de wijziging der bestaande bepalingen in het wetboek op het strafregt» ten aanzien van de straffen tegen het verminken of sch'en- den van munt. Morgen zullen dezelve met het onderzoek der financiële wetten een aanvang maken. Bij de voordragtwegens de creatie van eene 4 pCt. schuldten be- loope van 140 millioen, ten laste der overzeesche bezittingen, wordt be paald dat dezelve niet zal kunnen strekken dan in mindering van 's Rijks schuld; dat deze schuld zal kunnen worden gesplitst in obligatien van ƒ1000, met halfjarige coupons betaalbaar in April en October, doch dat de renten, welke door het Rijk worden gewaarborgd, zoolang die splitsing niet heeft plaats gehad, en de obligatien niet zijn uitgegeven, ten behoeve van 's Rijks schatkist zullen worden betaald. De genoemde renten zullen alzoo,.;vopr alsnog en in de eerste plaats, Strekken ter gedeeltelijke betaling van de renten der nieuwe staatsschuld, ten bedrage van 10,254,895, en van de 1,030.000 voor pensioenen en af- loopende betalingen; welke sommen niet op de gewone begrooting zijn ge. Üragt. In het verder onthreekende zal uit het bedrag der opcenten, en nog andere baten worden voorzien, en vermits het blijkt, dat deze dienst, bij het behoud der opcenten op de tegenwoordige hoogteeen overschot van 1,200.000 zoude opleveren, meent men deze uitkomst als een bewijs te mogen aanmerken, dat de, thans geheven wordende opcenten zullen kunnen Wórden verminderd. Voorts wórdt ook nog bij de memorie van toelichting aangemerkt, dat met de voorgestelde maatregelen, aan het Amortisatie-Syndicaat, hetwelk een goed deel zijner inkomsten missende, in verschillende lasten en voorschotten heeft voorzien, eene billijke hulp zal worden geboden. - Bij eene resolutie van Zijne Ëxc. den Minister van Financienvan den 9 Februarij, zijn de gewestelijke Besturen opmerkzaam gemaakt op de, in betrekking tot regeling van het Patentregt, ter zake der vermakelijkheden, velerwege bestaande afwijkingen van de op dat stuk werkende verordenin gen, gelegen, onder anderen, deels in het toelaten der aangifte eerst na de Volbragte vertooning, enz., deels in het vergunnen, dat de aangiften ge schieden in verhouding tot het aantal bezette plaatsen; terwijl de wet, bij tabel 15, 3a, het regt wil hebben geregeld in evenredigheid van het aan tal plaatsen, welke de localen bevatten. Dienvolgens zijn de Ambtenaren der Belastingen uitgenoodigd, om vooral toe te zien en te doen toezien; dat de regeling dór öatentregten voor de vermakelijkheden stiptelijk geschiede naar de wet; met herinnering, dat eene onderlinge vergelijking der aansla gen, ten laste van denzéli'den persoon in die verschillende gemeenten, tot dat einde zeer dienstig Zal kunhen zijn. Bij berigt van Zijne Exc. den Directeur-Generaal van Oorlog, ad inte rim, van den 2 Maart, is ter keimisse van de ouders of voogden, die voc'r hunne zonen of pupillen de admissie, in dit jaar, als Kadet voor het corps Ingenieurs, Mineurs en Sappeurs, hier te lande, of voor de dienst der Ge nie in Oost-Indië en bij den Waterstaat in Nederland, aan de Koninglijke Militaire Academie thans aan het Instituut van de Marine te Medemblik) mogten verlangen, dat zij daartoe een adres aan liet Departement van Oor log zullen behooren in te zenden, en vve.l, vóóf den 15 April aanstaande; zullende 11a dat tijdstip geéne verzoekschriften tót het verkrijgen dier admis sie meer worden aangenomen. Er zullen voor het wapen der Genie hier te lande drie, voor dat in Oost-Indië" twee, en voor het vak van den Water- staat in Nederlandmede twee jongelingenten gevolge van een vergelijkend examen, bij gemeld Instituut, als Kadets kunnen worden aangenomen. Ten gevolge van nogmaals door het Departement van Oorlog,ingebragte bezwaren, die voornamelijk zijn voortgevloeid uit de ook door Z. IC. II den Prins Veldmaarschalk gemaakte opmerking,'dat zich voortdurend vele vreem delingen, als plaatsvervangers bij het leger zijn opgetreden, aan de misdaad van desertie schuldig maken; zijn de plaatselijke besturen dezer dagen uit genoodigd, naauwkeurig toe te zien en te willen zorgen, dat voortaan geene vreemdelingen van geboorteals plaatsvervangers bij de Nationale Militie worden toegelatendie niet ten behoorlijken tijde hebben vervuld de ver- pligtiligen, bij dé, wet ten aanzien der Nationale Militie opgelegd, often opzigte van welke men slechts den minsten twijfel voedtdat dezelve gee ne alhier gevestigde ingezetenen zijn. Men verneemt, dat tot Staatsraad in buitengewone dienst benoemd is ide heer Charles Beerenbroeklaatstelijk Secretaris bij de algemeene Neder- Jandsche Maatschappij ter begunstiging van de volksvlijt. Volgens het thans in het licht verschenen Jaarboekje over 1836, beliep de bevolking van Noord-Nederland, op den isten Januarij 1835, 2,503.624 zielen, als: in Noord-Braband 355,150; Gelderland 323,167; Noord-Holland 420,345; Zuid-Holland 492,918; Zeeland 140,342; Utrecht 134,364; Vries- land 217,882; Overijssel 186,062; Groningen 166,164; Drenthe 67,230. In 1834 zijn in Noord-Nederland geboren 87,392 kinderen; gehuwd 21281 pa ren, en overleden 68,424 personen. AMERIKA. Den 8 Februarij heeft de Generaal Jackson de volgende boodschap aan de heide Huizen van het Congres der Vereenigde Staten gedaan. „De Regering van Groot-Britartnie heeft hare bemiddeling aangeboden tot beslechting van het geschilhetwelk tusschen de Vereenigde Staten en Frankrijk bestaat. „Voor het oogenblik het betwiste punt, waaromtrent geene toegevend heid mogelijk is, omdat onze eer en onafhankelijkheid daarbij betrokken zijn, ter zijde stellendeheb ik dit aanbod volijverig aangenomen. Het zou blijk baar ontijdig zijn, om zelfs tot de gematigdste maatregelen van dwang zijne toevlugt te nemen, zoo lang men in het onzekere is, of Frankrijk de bemid deling aangenomen of afgewezen heeft. Ik beveel dus liet schorsen aan van het onderzoek van dat gedeelte mijner speciale boodschap van den 15 Janu arij, waarbij ecfiè gedeeltelijke afbreking van de gemeenschap met Frank^jS werd voorgesteld. Wij kunnen de verhevene en belanglooze beweegrede nen die Groot-Eritannie tot zijn aanbod van bemiddeling hebben genoopt; niet'genoeg op prijs stellenwij hebben een billijk vertrouwen in den grooten Invloed dier Mogendheid tot het herstellen der aloude vriendschaps-betrek- kingen tusschen de Vereenigde Staten en Frankrijk; ên wij weten insgelijks, dat liet vredelievende beginsel onzer staatkundenaauwgezet zal worden gehandhaafd, tot het oogenblik toe, dat de Nationale eer ons dwingen zal daarvan af te wijken. Intusschen zouden wij den hachelijken toestand van ons land te ligt stellen, en de lessen der ondervinding vergeten, indien wij ons niet met ijver en kracht voor het geval eener ongunstige uitkomst voor. bereidden. Het behoud des vredes hangt voor eene natie niet enkel af van haren eigen wensch of van de welwillende staatkunde der naburige Mogend, hedenl- en een volk, dat zich, op het oogenblik van het uitbarsten des oor- logs, "geheel zonder middelen van verdediging bevond, Zou, al was het ook van 'het dreigend gevaarvan zulk een oorlog niet vootaf verwittigdaan zijne eer en zijne pligten op eene onvergefelijke wijze hebben te kort ge. daan. Ik kan dus niet sterk genoeg aandringen op mijne reeds gedane aanbe veling, om onze zeemagt op eenen geduchten voet van verdediging te breh- gehen om met spoed in de middelen tot het krachtdadig beschermen v4t» onzen koophandel te voorzien." T U R IC Y E. Konstantinopel den 10 Februarij. De vloot, van welke in den loop vatl de vorige week weder eenige schepen in de Dardanellen gestationneeerd etl in onze haven waren binnengeloopen, wordt wederom gereed gemaakt, om ieder oogenblik andermaal onder zeil te gaan. Men weet het doel van deze uitrusting niet', daar dezelve echter dadelijk begonnen is, na het terugkeeren van de Engelsche corvet, welke den bekenden firman wegens het Syriscli Monopool-systeem van Mehemed-Ali naar Alexandrie heeft overgebragt en ter gelijker tijd de diplomatische onderhandelingen nieuwe levendigheid bekwa men, zoo vermoed men, dat het antwoord van Mehemed-Ali niet zoo gun stig isals men tot hiertoe geloofdemaar hij ontwijkend geantwoord heeft. De omloop van het Turksche geld was bij voortdnring buitengemeen slecht. De gezondheids-toestand is bevredigend. POLEN. In een dagblad van Silezie wordt het volgende van de tegenwoordige ge. steidheid van Polen gezegd: Een reiziger welke nu laatstelijk uit Polen terugkomt geeft van 's lands toestand eene met de daad jammervolle beschrijving. Zijne waarheidsliefde waarborgt ons, dat hij noch overdrijft, noch opzettelijk verdraait. De armoede neemt er zoo overhands toe, dat een algemeen volksbankroet bijna met zeker heid kan voorspeld worden, wanneer niët bijzonder gunstige veranderde om. standighedcn tusschen beide komen. De grondbezitters zijn op weinige uit zonderingen na, diep met schulden bezwaard en buiten staat de interessen te betalen, veel minder het kapitaal af te lossen; hunne producten zijn laag in prijs en maken, met uitzondering van de wol, bij lange de kosten van aankweeking niet goed. Na eenige jaren misgewasgedeeltelijk ten gevolge van de staatkundige onlusten, gedeeltelijk van het ongunstig saizoen heeft men een tamelijk vruchtbaar jaar gehad en eene daarop gevolgde daling in de graanprijzen, even als waren er tien achtereenvolgende jaren goed geweest. De oorzaak hiervan ligt daarin, dat het het volknamelijk de verbruikers, aan alle middelen ontbreekt om granen te koopenen reeds zijn zijin weerwil der weldadigheid, den honger ten prooi. Opzigtelijk de fabriek-ën manu- factuurwaren kan bijna hetzelfde als van de granen gezegd wofden. Met een Woord, alle verkeer en bedrijf staat stil, etl het is niet te voorzien waar. heen deze toestand leiden moet. Dezelve is in alle geval zoo bedenkelijk dat eene menigte handelaars, waartoe ook de schrijver dezes behoortsléchts daarom naar Polen gaan, Om hunne handelszaken te regelen en af te sluiten, zonder aan het aanknoopen van nieuwe zaken te denker.. Bij de hoogere klassen heerscht verbolgenheid, vooral ter zake daar zij de schuld (milder aan zichdan aan den politieken toestand van Europa toeschrijven. De massa des volks ziet de toekomst dof te gemóet. Wannéér de nood tot op het punt stijgt, waarheen zij met reuzenschreven klimt, kan men in Polen nog gebeurtenissen belevenwaarvan de schokken door geheel Europa moe ten gevoeld worden. Men heeft er een gêheele Omkeer van den eigendom te wachten, daar slechts de minste grondbezitters zich in herbezit hunnef tegenwoordige eigendommen kunnen handhaven. Er heeft buitendien do,of de vele confiscatien van eigendommenwelke de uitgeweken grooten des lands, die in denjongsten opstand betrokken waren, getroffen hebben, reeds een beduidend begin eener zoodanige verandering plaats gehad. De Regering, die, wanneer de zaken zoo blijven, wel op gèenen gelukkigen uitslag kan rekenen doet van hare zijde veel om het Onheil tegen te gaan, dewijl zij er zich op toelegt nijverheid en handelsverkeer op velerhande wijze op te béli- ren en aan te kweeken. Eene goede verstandhouding tusschen haar en de natje wordt echter, zal zij in hare bemoeijingen slagen, het allereerst ver- eischt. Zij zal anderzins helaas, niet zelden tot maatregelen gedwongen wordendie alles behalve geschikt zijii om die goede verstandhouding te bevorderen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 4. Mddrt. De verkiezingen moeten morgen beginnen, schrijft men mt Madrid Vatl den 25sten. Men meentdat ook Mendizabal zal benoemd worden. Een courriêr dezen morgen uit het Noorder-leger aangekomen meldt de ligting in massa van de valleij van Salazar, alle manschappen van 17—40 jaren moeten gewapend en gemobiliseerd worden. De Generaal Rodil is als Opperbevelhebber voor het reserve leger in Arragon benoemd. Zoo als gemeld is, was een lid der Cortes, Carillo, door de berrde van hét Carlistisch Opperhoofd Batanero opgeligt, en werd naar Don Carlos ge voerd. Het is hem echter op weg gelukt te ontsnappen. Berigten over Parijs van den 5 Maart. Men schrijft van Bayonne van 20 Februarij De tijdingen van Durango gaan tot aan den zösten; het Carlistisch hoofd', kwartier was nog in die laatste stad. Den 25sten na eenen aanval van drie dagen, en op het oogenblik van srora menderhand te zullen worden ingenomen,, heeft zich de burg Plencia, eene kleine haven op drie mijlen afstands ten Noord-Oosten van Bilbao, aan de Carlistenonder bevel van den Opperbevelhebber Eguia overgegeven. Het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1