A°. 1S3Ö- LEY S II E MAANDAG N". g#. DEN 7den MAART. NEDERLANDEN. Leyden den 6den Maart. In de sitting van de Tweede Kamer der Staten-Gencraa! van den 4den dezer, heeft de heer Warin het woord gevraagd en verklaard, dat hij de eerste gelegenheid, die zich aanbood, waarnam, om een gezegde te verbe teren, hetwelk hem ontvallen is bij de verdediging van het karakter, zijner sfadgenootcn, hetwelk in de zitting van n December 1. 1. onverdiend werd jongcvallcn. Tóen had hij gezegd, dat het de Inspecteur Chateleux was geweest, die den 17 November, denzelfden dag dat de beschuldigden, we gens de Heerenmarkt-ongeregeldheden, voor het Hof van Assises te Amster dam moesten verschijnen, order gegeven had, om nieuwe exeeutien tegen nalatige belastingschuldigen te bewerkstelligen. Toen droeg hij echter geene kennis van omstandigheden, welke te dezen aanzien hadden plaats gevonden, terwijl hij op de berigtendie men hein had doen toekomen, volkomen dacht staat te inogen maken. De inlichtingen, welke men hem heeft gege ven, hebben zijne overtuiging veranderd, en het is uit dien hoofde, dat hij verzocht, dat zijne gezegdenwegens de handelingen op den u November, derwijze zullen worden opgenomen, als of de naam van den heer Chateleux in het geheel niet was genoemd. Men moest dezelve opnemen als of er van administratie ware gesprokenhetgeen eene algemeene beteekenis heeft. De administratie toch is uit verschillende takken zamengesteld, en deze kunnen zelfs onderling het uitmaken, wie eigenlijk de. op den 3 Julij 1835 plaats gehad hebbende ongeregeldheden had kunnen beletten of voorkomen, of de zelve veroorzaakt hebben. Wat hem betreft, hij gelooft thans zijne toe zegging aan den heer Chateleux te hebben voldaan, dat hij, namelijk, ter stond zijne gezegden zoude herroepen, indien het hem zou blijken, dat dezelve met de regtvaardigheid in strijd waren. Het doet hem leed, dat zijne gezegden den heer Chateleux ecnig verdriet hebben kunnen veroorzaken maar nog meer leed doet het hemdat in ons Vaderland menigmaal wanor den plaats hebben, welke den stillen ingezeten, die gewillig schot en lot opbrengt, aanleiding tot misnoegen geven, terwijl zelden, en genoegzaam nooit registreeks, ter kennis van den ingezeten gebragt wordt, dat onder- Zöek gedaan is naar de oorzaak der wanordenen dat degenendie schuldig zijndaarvoor eene verdiende straf hebben ondergaan. Daarna werd voorgelezen eene missive van Z. Exc. den Minister van Justitie, kennis gevende door ongesteldheid verhinderd te worden de beraad slagingen heden te k'nnneh bijwonen. De beraadslagingen over de drie ontwerpen van wet, tot wijziging der drie titels van het derde boek des wetboeks van Koophandel werden geopend verklaard. Gemeld Bock handelt van de voorzieningenin geval van onver mogen van kooplieden. Over den isten titel, betrekkelijk Faillissement, hebben, ten vooideelevan denzelven het woord gevoerd de heeren Donker-CartiusQuintusFrets en JSeelacri; terwijl de heeren Hooftvan Rappard, Luzdc en van Reencn daar tegen bedenkingen inbragten. Ter stemming overgegaan zijndewerd het ontwerp aangenomen met 39 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren 7looftvan Rappard, Warm van Reencn en Luzac. Over den aden titel, nopens homologatie van accoord buiten failliet verkla ring, hebben de heeren de Jonge en Op den Hoof h'uniie bedenkingen doen kennen; terwijl de heer Donkcr-Curtius de doelmatigheid en noodzakelijkheid van denzelven trachtte te betoogen. Zijn gevoelen scheen echter bij weinigen bijval te verwerven, want, het ontwerp in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, werd er, met 31 tegen 3 stemmen, besloten, om Z. M. te verzoe ken, hetzelve in nadere overweging te nemen. De drie leden, die zich ten voordeeic -van liet ontwerp verklaarden, waren de heeren Donkcr-Curtius, van Asch van Wyck en Beelaerts. Over den 3den titel, betrekkelijk Surseance van betaling, hadden geene be raadslagingen plaats. Ter stemming overgegaan zijnde, werd herontwerp met 33 tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemde de heer Hooft. De aangenomen ontwerpen zullen aan de Eerste Kamer worden gezonden. Waarna de vergadering onbepaald gescheiden werd. Naar men verneemt, zullen de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die den 3den dezer vergaderd zijn geweest, om te onder zoeken de ontwerpen van wet, wegens de ontginningen van woeste gron- den, in deze week beraadslagen over de financiële voordragten van wet, welke in de zitting van den 3den aan dezelve zijn aangeboden. Men schrijft uit 's Gravenhage van den 5den dezer: Naar men in sommige kringen verhaalt, is de tegenwoordige Britsche Ge zant bij ons Kabinet juist de man, die geschikt is, om de vriendschappelijke betrekkingen tnsschen Nederland en Engeland te bevestigen en te regelen. Wat den nog altijd uitblijvenden nieuwen Franschen Gezant aanbelangt, men verhaalt, dat van de zijde van onze Regering te Parys inlichtingen fijn gevraagd, nopens de omstandigheid, dat de heer Mortier met de orde van Leopold van Belgie bekleed was. Het schijnt, dat dien Gezant deze vraag niet zeer gevallig is geweest, immers men verzekert, dat dezelve vooreerst niet herwaarts zal komen. Laatstleden Donderdag avond heeft er bij Mevrouw Schuylenburg de Dommer,ede eene luisterrijke partij plaats gehad, waarop Z. K. H. de Kroon prins en Z.K. H. Prins Frederik der Nederlanden tegenwoordig waren. Gisteren avond is het aangekondigd gecostumeerd bal bij Z. K. H. Prins Frederik gehoudenwaarop zich, onder anderen, bevonden hebben H. M. de Koningin, HIT. KK. HH. Prins en Prinses'van Oranjebenevens Hoogst* derzelver vier kinderen, alsmede HII. DD. HII. de Hertog en de Hertogin van Saksen-Weimar, vergezeld van derzglver twee zonen. Bij besluit van Zijne Maj. van den isten Maart 1836, N°. 63, is tot Burgemeester der stad Amsterdam benoemd en aangesteld, de heer Mr. W. D. Cramer, thans Officier bij de Regtbank van Eersten Aanleg aldaar. Naar men verneemt, heeft Zijne Maj. bij besluit van den 7 February ji. bet getal suppletie-troepen bepaald, hetwelk gedurende den loop van dit jaar, tot versterking des legers in de overzeesche bezittingen, naar die ge westen zal worden gezonden. Diensvolgens is van wege liet Departement van Oorlog vastgesteld, dat de overgang van Militaire en Schutters hij de Nationale troepen, alsmede de werving van rekruten voor die dienst, op dezelfde wijze, als gedurende het vorige jaar heeft plaats gehad, geopend blijft en zal worden voortgezet. Den 5den dezer is het Hof van Cassatie vergaderd geweest in de zaak van de veroordeelden wegens gepleegde ongeregeldheden te Amsterdam óp dén 3 Julij 1835. Jhr. M. W. de Jonge, lid van het Hof van Cassatieheeft een breedvoerig verslag omtrent den loop van het gchcele regtsgeding gege ven en de gronden ontvouwd, waarop de veroordecldeu cassatie van liet von nis vefzqekenwelke betreffen1 den vorm van het regtsgeding ,2 het uitgespro ken vonnis zelve. De Advocaten F. C. Schoonevetd en M. J. van Gigeh heb ben voor de cassatie van liet vonnis gesproken. Het openbaar Ministerie heeft bij monde van den Advocaat-Generaal Mr. G. A. C. y an Maat,en, liet gevoelen verdedigd, dat er geen grond cot cassering bestond. De uitspraak is op den I2den dezer bepaald. Naar men verneemt, worden de schepen, welke tegenwoordig van Sn. rinamen in Tessel binnenkomen, aan quarantaine onderworpen, zoo men wil ten gevolge van eene besmettelijke ziekte, welke in Suriname zoude zijn uitgebroken. Het Algemeen Handelsblad bevat het programma eener prijsuirschrijving weg"us een ontwerp tot een beursgebouw te Amsterdam. De Commissie be last met het nemen van maatregelen dien aangaandeverlangt een tweeledig ontwerp, namelijk: Een Ontwerp tot een Beursgebouw op hetzelfde emplacement van de Oude Beursen ten anderen Een Ontwerp tot een Beursgebouw op of bij de tegenwoordige Groote Zee- vischmarkt. Voor het meest voldoend ontwerp in ieder der voormelde emplacementen, wordt een prijs uitgeloofd van 500.en bovendien eene premie van f 500. voor dat ontwerpaan hetwelk onder de twee meestvoldoeude de voorkeur gegeven wordt. Hierbij zullen de navolgende voorwaarden in acht moeten genomen worden: De Beurszaal moet overdekt zijnen niet kleiner dan de Öude Beurs dat is eene ruimte opleverende van ten minste 2150 vierkante ellen. Ofschoon liet niet als vereischte wordt gestelddat het gebouw andere localen bevatte dan de voorschreven Beurszaalmqt hetgeen daarbij noodig is 0111 uitsluitend te dienen tot het houden van beurs op den te dezer stede gebruikelijken voet, zoo zullen echter zulke ontwerpen, die ook andere lokalen bevattenbestemd tot einden, min of meer met den handel in ver band staande, daarom niet buiten aanmerking blijven. Behalve zoodanige platte grond, opstand en doórsnede-tcekeningen van bet gebouw, als vereischt worden om hetzelve In alle deszelfs deelen bouw kundig te kunnen beoordeelen, op den schaal van één el op den duim, wordt nog verlangddat op eene kaart van de hiervoren opgegeven emplacemen ten, en otn'iggende straten, (welke men ter stads-drukkerij zal kunnen ver krijgen) eensdeels de situatie van het ontworpen gebouw naauwkeurig worde aangegeven, en dat daarop ten andere, ook aangeduid worden de demolitien of ook wel construccien buiten liet gebouw zelve, die, volgens de plaatse lijke gelegenheid of tot uitvoering vau het ontwerp, noopig mogten zijn, of die overigens tot verbetering der accessen of verfraaijing der omgevingen zonden strekkenen als zoodanig met het ontwerp in verband staanin dier voege dat men hieruit volledig kunne opmaken al wat bij eventuëele uitvoe ring van hu ontwerp daarvan het gevolg moet of immers kan zijn. De kosten tot het geheele gebouw met de noodige accessoircn, naar de plaatselijke prijzen berekend en begroot, zullen de som van ƒ600,000 niet te boven mogen gaan, immers tenzij op goede gronden blijken moge, dat de evcntueele bij-ioealenbuiten.de Beurszaal zelve zoo veel zullen opbrengen, da; zttiits ais een billijk aequivaleut van de meerdere kosten kan beschouwd ^jtpvden. Ter mededinging worden ultgenoodigd alia ltmuicnaar-, iVcJeo-i.a-.. geboorte of in het Koningrijk met der woon gevestigd. Uit Harderwijk melde men, dac den 3den aezer van daar te water raar Ilellevoecsluis is vertrokken, een detachement, sterk twaaü man, onder be vel van den 2dcn Luitenant Schdferóin van daar met het schip Maria naar Batavia te worden overgevoerd. -— Uit de provincie Zeclamï meldt men van den isten Maart: Z. K. il. Prins Frederik der Nederlanden, Admiraal en Koionel-Gcneraal heeft zijne hoogc tevredenheid en bijzonder genoegen in zeer vereerende finger-Schor, door storm en hoog water overvallen, eenen zukeren dood te geraoet zag. De edele daad van dien zee-officier, wiens belanglooze men- schenliefde geen levensgevaar afschrikte, om den ongeiukkigen, die reeds alle hoop op redding had opgegeven, aan zijn gezin weder te schenken, is de eerste niet, die door onze niarine op de Schelde werd verrigt; verschil lende voorbeelden van dien aard overtuigen een ieder, dat.de Holiandsche zeeman in ieder ongelukkige, die zijne hulp behoeft, slechts den mensch ziet, en geene omstandigheid hem het heilige beginsel der mepschenliefde, waarvan onze Natie altijd aan Europa bet schitterends: voorbeeld heeft ge geven, kan doen vergeten. Aan boord van de Belgische pleit Charlotte de Hamme., Kapitein Mays, voor Rammekens ten anker liggende, brand ontstaan zijnde, zoodanig, dac de Kapitein en verdere cquipagie gereed stond het schip te verlaten, alzoo de vlam reeds uit de lading sloegsnelde de zee-officier J. II. Volner Knol- laert, welke op deze hoogte mee de onder zijne bevelen staande kanonneer boot N°. 72, mede ten anker lag, spoedig met eenige manschappen, toe, bluschte door doelmatig aangewende pogingen den brand, en bood alle hulp, die deze menscheuvriend onder zijn bereik had, twee zieltoogende matro zen aan, die door den rook gestikt waren; zijne edele bemoeijingen zijn echter .niet uiec hetzelfde gevolg bekroond, zoo als de man, dien hij bij hec Saffinger-Schor het leven redde; echcer is men liet behoud, van schip, lading en overige equipage aan de spoedig toegebragte hulp aan dien braven zee man verschuldigd; het schip is in de Jiaven van Vlissingen binnengebragt, en Óe lijken der twee gestikte matrozen zijn ter aarde besteld. Uit Groningen verneemt men, dat de bekende Clown, behoorende tot den troep kunstrijders van den heer Blotidinaldaar onder het verrigten van buitengewone kunststukken, bij het staan op zijn hoofd, in den werkelijkeu zin den nek heeft gebroken. Uit Nijmegen meldt men van den 4.den Maart: Wij zijn, door den heer F. E. Blondin, verzocht, het artikel, voorko mende in de Bredasche courant van den 4den dezer, waarin gemeld wordt, dat de bekende Clown, tot zijn Cirque behoorendete Groningen, onder hec verrigten van buitengewone kunststukken, bij liet staan op zijn hoofd, in den werkelijken zin, den nek zotide gebroken hebben, tegen te spre.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1