A#. ïsas. L E Y D S II E MAANDAG .^1 &e 4 -M %r._ v-XVSi. C O IJ R A N DEN istcn FEBRUARI}. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Gezien hebbende de dispositie van de Edele Gr. Aclitb. II. H. Gedeputeerde Staten Van Zuid-Hollandvan den 13 Jannarij jl.Provinciaalblad N°. 7), Brengen bij deze ter kennis'van elk en een iegelijk, wien zulks zoude mogen aan gaan, het navolgende Koninglijk besluit: Wij WILLEM, bij de Gratie GodsKoning der NederlandenPrins van Oranje-NassauGroot-IIertog van Luxemburgenz., enz., enz. Op de adressen, aan Ons ingediend door onderscheidene Bierbrouwers, Azijn-Fabrij- kanten en Handelaars in sterke drankenhoudende bezwaren tegen de verordeningen van Ons besluit, van den 13 April 1833, 'Staatsblad N°. 9), betrekkelijk de invoering van het Nederlandsche Vaatwerk voor den handel in het groot Gezien Ons besluit van den 9 Decembei11833 Staatsblad N°. 62), waarbij de termijn van voormelde uitvoering tot op den isten Januarij 1835 is uitgesteld geworden; Op het rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 18 December 1834, N". 127, 2de afdeeling; Den Raad van State gehoord, (Advies van den 30 December 1834, N". 9); Hebben besloten en besluitenmet intrekking van Onze beide hiervoren vermelde besluiten, de navolgende bepalingen nopens de invoering van hét Nederlandsche Vaat werk vast te stellen Art.'i. Te rekenen van den 1 sten Januarij 1835, zal al het nieuw vervaardigde Vaat werk, voor zoo verre hetzelve, niet uitsluitend bestemd is, tot vervoer of tot bewaring, maar 'tevens tot inhoudsmaat strekt, bij de aflevering van bier, azijn, olie, jenever, brandewijn, melk, én in het algemeen van alle inlandsch gefabrijceerde Vochtenals zoodanig woeden géijktj doch op geenen anderen inhoud dan op dien van 10 3 20, 30, 40, 50, 100, 150 en 200 Nederlandsche kannen litres Alle vaten van grootcren inhoud dan van 200 Nederlandsche kannen, of van het dubbel Nedcrlandsch vat hectolitrezullen alleen als middelen van vervoer of van bewaring beschouwd, en dienvolgens aan geen ijk onderworpen zijn. Art. 2. Al het tot dus verre aanwezige oude Vaatwerk zal tot r. Januarij 1850 kun nen gebezigd worden tot afleveringen zonder eenigen ijk of her-ijk te* ondergaan, mits, vóór het einde des jaars 1836, door de daartoe bevoegde beambten, met een bijzon der merk gebrand wordende, ten blijke, dat de aldus gedane afleveringen niet geacht worden bij de wettige maat te zijn geschied, en onverminderd het regt der verbruikers 'om te vorderen, dat dezelve, in vaatwerk, overeenkomstig het bepaalde bij art. 1, ge ijkt, plaats hébbe. De hiervoren vermelde branding zal buiten bezwaar van de eigenaars van het vaatwerk worden bewerkstelligd. Art. 3. Al het vaatwerk in voormelde fabrijken bezorgd, om aldaar te worden ge vuld,-zal als het eigen vaatwerk der fabrijkantcn beschouwd worden en aan dezelfde branding als voren onderhevig zijn. Art. 4. De in art. 1 bedoelde ijk zal door de daartoe bevoegde beambten geschieden in de fabrijken of werkplaatsen der eigenaars van het vaatwei'k, en zulks ten allen tijde des jaars, zoo dikwerf daartoe door laatstgenoemde aanvrage wordt gedaan, doch over niet minder dan 50 der kleinste fusten te gelijk, of een in ïjkloon daarmede over eenstemmend aantal grootere vaten. Art. 5. Het zal vrijstaan het aanwezige vaatwerk, binnen den tijd van veertien jaren, te rekenen van den 1 sten Janna rij 1836doof verkuiping zoodanig te vergrootcn of te verkleinen, dat deszelfs inhoud oVereenkome met dien", welke bij art. 1 voor het nieuwe vaatwerk^ is vastgesteld, ten blijke waarvan de aldus veranderde vaten, even als de nieuweden ijk zullen moeten onder-mmi- o. in a net eindigen van den hiervoren bepaalden termijn, zal al het oude vaat werk, hetwelk buiten de voorgeschreven inhouds-verandering gebleven is, niet langer als maat bij de afleveringen mogen worden gebruikt. Art. 7. In de vervaardiging .der nieuwe vaten zullen zich de kuipers voortaan te regelen hebben naar de volgende afmetingen, uitgedrukt in Nederlandsche strepen, en gerekend binnenwerks, te weten: Buiks-middel of Sponsdiepte. 298 341 375 404 509 582 641 Bodems-middellijn 197 248 284 312 337 424 485 534 Hoogte 256 322 369 406 438 551 631 695 Inhoud der vaten in Nedcrl. kannen 10 20 30 40 50 100 150 200 Art. 8. De ijk der nieuw vervaardigde vaten zal alleen door verificatie der afmetingen geschiedenten zij de eigenaar of de verbruiker den water-ijk mogt verlangen. Art. 9. Bij de voormelde verificatie zullen de ijkersals remedie op de gemiddelde middellijn van buik en bodem, zoo in meer als min, mogen toegeven drie strepen voor de vaten beneden den inhoud van 100 kannen, en vier strepen voor de grootere vaten tot die van 200 kannen ingeslotenbehalve dien zal er op den inhoud worden toegestaan eene remedie van 3 pCt. staar binnen, en van 4 pCt. naar buiten. Art. io. Op elk der nieuw vervaardigde vaten, zal deszelfs wettige inhoud met dui delijke cijfers, onder bijvoeging der letters NKworden ingesneden of ingebrand; zul lende wijders, op de meest geschikte plaatsen, het ijkwerk en dejaarlctter worden gesteld. Art. 11. Alle zoodanige eens geijkte vaten, die, in geval van reparatie, van nieuwe duigen moeten voorzien worden, zullen wederom den ijk behoeven te ondergaan, al vorens in gebruik te mogen komen. Art. 12. De bepalingen, in de vorenstaande artikelen vervat, zullen niet toepasselijk zijn op zoodanige fusten, welke uitsluitend bestemd zijn tot verzending buiten 's lands van inlandsch gefabriceerde vochten. Art. 13. Voor zoo verre de werkzaamheden aan den voormelden ijk verbonden, op die plaatsen, alwaar eene aanzienlijke hoeveelheid vaatwerk voorhanden is, niet aan de arrond'ssemeirts- of adjunct-ijkers mogten worden opgedragen, zullen door Ons bijzon dere ambtenaren worden aangesteld die, onder de benaming van ijkers van het vaat werk uitsluitend met de voornoemde werkzaamheden zullen worden belast. De thans nog in sommige provinciën in functie zijnde plaatselijke ijkers van het vaatwerk zullen, mits daartoe de vereischte geschiktheid bezittende, bij deze benoeming bij voorkeur in aanmerking komen. Art. 14. Het tarief der ijkloonen van het vaatwerk zal bedragen als volgt: I. Melkvaten. Voor elk vat beneden de 50 kan 2j cent. II. Bier- en Azijn-Vaten Voor elk vat van 10 en 20 kan r| cent. 2* 5. 30 50 40 100 150 200 Voor den water-ijk zal het dubbel van het voorgaande ijkloon mogen worden gevorderd. III. Olie- en Sterke Drank-Vaten Voor een vat van 10 en 20 kan 5 cent. 33 it >9 39 3° 39 4° 39 1° 39 39 39 39 39 5° 99 100 99 I5 99 39 39 39 39 *5° 39 20 99 99 99 99 20O 2$ Voor den water-ijk zal het voorgaande tarief met de helft mogen worden verhoogd. Art. 14." Alle overtredingen op de bepalingen van Ons tegenwoordig besluit, zullen «orden gestraft overeenkomstig de bestaande wetten en verordeningen. Rn is Onze Minister van Binnenlandsche Zaken belast met de 'uitvoering 'rde2ê.s, waarvan afschriften zullen worden gezonden aan Onzen Minister van Financien, aan* d.é Algemeene Rekenkamer an aan den* Raad van Statetot informatiezullende het tegen woordig besluit wijders in het Staatsblad worden geplaatst. Gegeven te ys Gravenhageden 31 December des jaarsT834j effvan Onze Re- geri'ng het twee en twintigste WILLEM. Van wege den Koning, J. G. de Mey van Streeekerk. Uitgegeven den isten Januarij 1835* De Secretaris van Staat J. G. de Mf.y van Streefkerk. Én ten einde niemand hiervan eene onwetenheid zou kunnen voorwenden, zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, daar, waar zulks gebruikelijk is. Leyden den 5 Fcbruarij 1835. J. G. d e M e y. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du P UI. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze, ter voldoe ning aan eene op gisteren ontvangen dispositie, van de Edele Groot Achtb. Hceren Ge deputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 18 December 1835, N°. 1, Provinciaal- blad N°. 142), ter kennis der belanghebbende het. navolgend Koninglyk besluit: Wij WILLEM, bij de Gratie Gods, Koning der NederlandenPrins van Oranje-NassauGroot-IIertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Op het adres aan Ons ingediend door onderscheidene Bierbrouwers ei? Azijn-Fabrijkan- ten. in de provincie Holland, (Zuidelijk gedeelte)houdende bezwaren tegen ecnige bepalingen van Ons besluit van den 31 December 1834, {Staatsblad N°. 45); Op het rapport van Onzen Minister van Binnenl. Zaken, van den3 October 11.N°. 131; Den Raad van State gehoord Gezien het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van den 9 Nov. 11.N°.i58; Dén Raad vun Scate andermaal gehoord; Hebben goedgevonden en verstaan, met ampliatie van art. 7 van Ons voormeld besluit, te bepalen, dat"de Nederlandsche vaten van onderscheidene grootte ook op de navolgende afmetingen zullen kunnen vervaardigd worden Inhoud dtrvaten in Buiks-middellijn Bódems-middellijn Hoogte binnen- Nederlkannen. binnenwerksaan de buitenzijde^ werks. 10 kannen. 231 strepen* 198 strepen. 264 strepen. 20 291 249. 332 30 333 a 285 380 J9 40 99 366 3ï4 99 419 99 50 3» 395 338 451 3» 100 497 9* 426 5"8 I50 99 569 488 65O 200 62 6 587 99 7*6 33 blijvende alle overige bepalingen van Ons meergenoemd besluit in derzelver volle kracht. En is Onze Minister van Binnenlandsche Zaken belast met de uitvoering dezes, waar van afschriften zullen worden gezonden aan Onzen Minister van Financiën, aan de Al gemeene Rekenkamer en aan den Raad van State, tot informatie; zullende liet tegen-' woordiue besluit wijders in het Staatsblad woï«W geplaatst. '-j gravenhage Üeii 6 December 1835. 'Geteckeridj WILLEM. Van wege den Koning, (iGcteekendG. S chimmeLpénninck. Accordeert met deszelfs origineel: De Griffier ter Staats-Secretarie, {Gcteckendj L. H. Elias Schovel. Voor eehsldidend afschrift, De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken Geteekendj C. Vollenhoven'. Aldus gedaan en afgekondigd bij H. H. Burgemeester cn Wethouders der Stad Leyden, up heden den 11 Januarij 1836. J. G. de Me y. Tct ordonnantie "van dezelve, P. A. du- PuL KENNISGEVING. Eerste Zitting Van 'den Militie-Raadover liet Kanton Leyden, N®. 15. Burgemeester en Wethouders df.r Stad Leyden, geven bij deze kennis aan dé dienstpligtige Lotclingen dezer Stad, van de klasse der jaren 1832, 1833, 1834 en 1835, die in het vorige jaar voor een jaar zijn vrijgesteld geworden, en als nog regt op vrij* stelling ver.meencn te hebben, dat de Eerste Zitting van den Militie-Raad, voor dezt Stad, zal plaats hebben op het Raadhuis te GOUDAop DingsdagWoensdag en Don derdag den10 en 11 February aanslaandedes morgens ten 10 uremet vermaning, om op -die dagen voor bovengcmelden Militie Raad te" verschijnen, ten einde zulks op nieuw te bewijzen; terwijl zij bij gebreke hiervan,, al ware het, dat het biljet tot op roeping van ieder derzelven in 't bijzonder, niet behoorlijk aan hen mogt zijn bezorgd, ingevolge art. 38 der wet, van den 27 April 1820, zullen geacht worden geener'nande reden tot vrijstelling te hebbenen voor den dienst finaal worden gedesigneerd. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der StaÜ Leyden den 28 januarij 1836. J. G. de mey. Ter ordonnantie 'van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 31 sten Januarij. Men melde uit 's Gravenhage van den 3osten dezer het volgende: In deze Residentie is eergisteren avond laat uit Londen aangekomen Sir E. C. üisbrowe, nieuw benoemde buitengewoon Gezant en gevolmagtigd Minister van Groot-Eritannie aan het Nederlandsche Hof, die zijne reize naar herwaarts over Belgie genomen heeft. Hij heeft zijn intrek genomen in het hótel van den heer Stanislass, op het Plein. Heden is Zijne Exc. in een plegtig gehoor bij Zijne Maj. den Koning ontvangen, en heeft de Minister aan Hoogstdenzelven zijne geloofsbrieven overhandigd. Naar men wil, zou de Baron Mortierdie tot buitengewoon Gezant en gevolmagtigd Minister van Frankrijk bij het Nederlandsche Hof benoemd is, weldra alhier verwacht worden. Naar men verzekert, zal aanstaanden Zaturdag voor het Hof van Cas. satie de zaak dienen van den laatstelijk te Amsterdam, voor het Hof van Assises van Holland (Noorder-Kwartier) en Utrecht, veroordeelden Blokhof en andere personen, die zich aan de ongereldheden op den Heerenmarkt te Amsterdam, schuldig hebben gemaakt. Naar men wil, zouden er ver. schillende gronden, tot cassering van het uitgesproken vonnis, door de AdL vocaten orden aangevoerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1