x A°. 1836. LËYDSCHË €OÏJ R A Ti X ;\i VRIJDAG NEDERLANDEN. Leyden den i4den Januarij. Het Algemeen Handelsblad van heden deelt het verslag mede omtrent den staat onzer Oost-Indische geldmiddelen, op last van den Minister van Ko loniën, aan de beide Kamers der Staten-Geneiaai in het voorleden jaar ge daan. De mededeeling was van den navolgenden inhoud: Edel Mogende Heeren! Bij de wetten van den 23 Maart 1826, den 22 December 1827 en den 27 December 1828, waarbij de leeningen, ten behoeve der Overzeesche Bezittingen, onder waarborg van het Moederland zijn vastgesteld, is de stellige bepaling gemaakt, dat otn de vijf jarente beginnen met het jaar 1831, aan de Staten-Generaal opening zal worden gegeven, zoo van het beloop der afbetalingen op de voorschreven leeningen uit de piiddelen der Overzeesche Bezittingen, als van den geldelijken toestand dier Bezittingen zelve. De redenen, waarom die openingen tot hiertoe niet is kunnen gegeven worden, zonder gewigtige belangen in gevaar te stellen, zijn U Edel Mog. genoegzaam bekend, om alle verdere ontw.kkeling daarvan te kunnen voor overbodig honden. Mij door den Koning gelast ziende, óm aan de voorschreven bepaling alsnu gevolg te geven, zal het U Edel Mog. ongetwijfeld ten genoege ver strekken te vernemen, dat de bescheiden uit Indië ontvangen zoo verre gaan en genoegzame volledigheid bezitten, om de openingen aangaande den gel delijken toestand tot aan het einde des jaars 1833 te kunnen uitstrekken, waardoor de onwillekeurige vertraging, die heeft plaats gehad, ruim zal worden vergoed; terwijl, wat de gedane afbetalingen op de leeningen be- rreft. Zijne Maj. mij aanbevolen heeft, om de opgaaf daarvan almede zoo verre mogelijk uit te strekken, en dien ten gevolge U Edel Mog. dezelve tot het einde des jaars 1834 zullen ontvangen. Ter voldoening dan aan de mij ten deze opgelegde taak overgaande, heb ik de eer aan U Edel Mog. aan te bieden twee stilten van afrekening, oh- der den datttth van Ultimo December 1834, waaruit het U'Edel Mog. zal kunnen blijken, dat, op de beide leeningen, ten deze bedoeld, uitmakende een bedrag van de eerste22,700,000 en van de tweede - 15,000,000 mitsdien een gezamenlijk bedrag van 1 37,700,000 tot en met ultimo December 1834 toe,' is afbetaald geworden, op de eer- 4te leening, een bedrag van4,588,890. 60 èn op de. tweede van- 1,875,472. 72 én dat mitsdien het kapitaal derzelve leeningen verminderd zijnde geworden met een gezamenlijk bedrag van 6,464,303. 3- èr op i°. Januarij 1835 nog te betalen stond ter dier zake een bedrag van te zamen 31,235,636. 68. Behalve de gezegde leeningen in het jaar 1825 nog bij de Nederlandsché Handel-Maatschappijten behoeve van Indte opgenomen zijnde eene som ma vanf 8,000,000. 00 was daarvan, op ultimo December 1834 afbetaald 6.305,126. 25 en alzoo nog te betalen- 1,094,873'. 75 welke, overeenkomstig het daaromtrent bestaande contract, in het aanstaan de jaar zal worden voldaan. Het blijkt dus, dat op' de schulden der Oost-Indische Bezittingen, tot uit. Dec. 1834 reeds is afbetaald een gezamenlijk bedrag van 12,7.69,489. 57 en dat mitsdien he' kapitaal totaal van dezelve ad - 45,700,000. 00 is verminderd tot op a-32,930,510. 43 Uit de genoemde leènihgen, en uit de opbrengst van 13 pCt., door dé 'Handel-Maatschappij betaald, voor de duiten raar Oost-Indie vervoerd, zijn voldaan voor remises van onderscheiden aard naar Indië 34,899,104. co voor betalingen hier te lande ten behoeve van Oost-Indië - 7,426,044. ii{ aan rente en aflossingen van kapitaal- 2,378,183. 16! en voor de West-Indische Bezittingen- 2,013.304. 04, (liet overige van dit uitvoerig verslag zullen wij in ons eerstvolgend nummer mededeelen.) Uit de laatst ontvangene Bataviasche berigtenblijkt, dat aldaar overle den zijn: L. R. Besel, Chirurgijn-Majoor; lil. J. Keuchenius2de Luitenant bij het 5de bataljon; .7. Moltzeriste Luitenant-Adjudant bij het iste ba taljon infanterie, (ten gevolge eener, op den 21 Junij, voor de vijandelijke kampong Jamba, in de nabijheid van Bonjol, bekomene wonde aan het hoofd); F. RothKapitein der'ïste koihpagnië van het iste bataljon infan terie (die gesneuveld is bij het stormenderhand nemen der kampong Padang Levvasin de Padangsche bovenlanden) E. O'BrienKapitein bij het iste ba taljon infanterie, (hij is gestorven aan eene buikwond, den 25 Junij in de verstrekte linie voor Bonjol bekomen); Prawiero Soedirotste Luitenant van het ïste bataljon infanterie, mede voor Bonjol gesneuveld; C. M. Bi- nantofficier van gezondheid der 2de klasse; en Hamers. ïste Luitenapt van het algemeen depót (hij sneuvelde bij den aanval tegen eene vijande lijke versterking bij Bonjol). In gemelde Bataviasche dagbladen treffen wij een beknopt overzigt aan ran den handel en de scheepvaart op Java en Maduragedurende 1834. '~'et blijkt daaruit, dat de geheele particuliere invoer op Java en Madura, daar ónder gerekend den invoer door de entrepótsbedragen heeft aan koopman schappen 17,642,575en aan specien 1,101,080; te zamen 18,743,655. De invoer heeft, onder anderen, uit de volgende landen plaats gehad, als;, van Nederland, koopmanschappen 4,295,623, specien f 345,512 totaal ƒ4,641,135; van Engeland, koopmanschappen 4,408,734, geene specien; van den Oosterschen Archipel, koopmanschappen 6,799,776, speciën 267,286, totaal 7,067,0(12. De geheele particuliere uitvoer heeft bedra gen: aan koopmanschappen 1 29,220,307aan specien 1,012,197. 60 zamen 30,232,504.60. Dezelve heeft onder anderen, plaats gehad, naar de.volgende landen; naar Nederland 19,198,627.50,als aan koopmanschap pen 19,129,687 en aan specien ƒ68,940.50; naar Engeland 520,886, als: koopmanschappen 519,637specien 1,249; naar China 2,218,757.50 als: koopmanschappen 2,028,396, specien 190,388.50; naar den Ooster schen Archipel 7,058,359.35, als: koopmanschappen 6,312,532, specien ƒ744,827.35. Gedurende het jaar 1834 zijn, voor rekening van het Gou- 'vernement van Nederlandsch Indië, op Java en Madura aangebragt van ver schillende artikelen, ter geldswaarde van 2,379,857en van daar uitge voerde artikelen 170,492. De particuliere invoer van 1834 heeft bedragen 18,743,655, waarbij moeten gevoegd worden de ingevoerde Gouverriements- !J26,. ÖEN 15den JANUARIJ: goederen 2,379,857, zoo dat de invoer geheel bedragen heeft 21,141,512. De particuliere invoer van 1834 heeft bedragen 30,232,504.60waarbij moet gevoegd worden de uitgevoerde Gouvernements-goederen ƒ170,492; te zti» men 30,402,996.60. Den 12 Augustus 1835 zijn .er,.blijkens de..laatst? Bataviasche dagbla. den verkocht 30,000 pi'kols koflij, die te l'assaroeahg leverbaar waren. Dezelve ziin verkocht voor de navolgende prijzen, als: -ji-jooo pikoij-a 26. 75 de pikol; 1000 a f 26. 87^16,000 it 27, en 2000 a 27. lij. Onder de dagelijksehe bij het Departement van Oorlog ingevoerde lie- zuinlgingen kunnen almede gerekend worden, het ontslaan van een gedeelte der Ambtenaren van den.veldpost, de geémploueerden bii de vivres en am bulance; ook zijn de waagmeesters der vier division van het mobiele leger, sedert den ïstén dezer, uit hunne betrekkingen tijdelijk ontslagen en met groot verlof gezonden. Me.i verzekert, dat de Adjudanten b,ij de schutterijen, welke tot het ac- tive leger behooren, eerstdaags naar hunne corpsen zullen teruggezonden worden. De Staatscourant van gisteren bevat onder dagteekening van den iaden dézer, omtrent den stand der rivieren, het volgende: Gisteren morgen werd op de Waal te Huihuizen geen drijfijs meer bespeurd, Waaruit men opmaakte dat de rivier zich meer bovenwaarts had gezet. De ijsdam voor Varik keerde den loden 1.46 el meer dan het gewoon verhang, staande het water te Tiel alstoen 2.57 el, onder de dijkskruin; het .was dus sedert den vorigen dag 26 duim gevallen. Te G.orinchen ging den nden wèlng driifijs. lil het Pannerdensche kanaal had bet ijs zich den loden gezet en opeenge stapeld, en was gisteren geheel vastgeraakt. Boven Arnhem was de rivier ook vast, gelijk mede te Eek en Wiel. Ook te Vreeswijk was nog geene verandering: wordende het ijs den uden nog te voet gepasseerd. Te Schoon hoven en te Krimpen was de rivier ook nog cligt. Op den Gelderschen IJssel was geene verandering gekomen; de passage van Schokland haar den vasten wal, werd nog over het ijs onderhouden. En in die van heden, dato den I3den. dezer, leest men het volgende: Op den uden was op de rivier de Waal geene merkbare verandering; wor dende te Nijmegen veel drijiijs bespeurd, met een aanwas van water van 39 duim. Tusschen Tiel en Tuijll was geene verandering in de gesteldheid vau het ijs gekomen. Hetzelve scheen tot Dodewaard aangevoerd te zijn, In het Pannerdensche kanaal had het ijs zich dén icden tot een ijsdam ge. zet. Te Arnhem en Eek en Wiel was geene verandering; het water val lende en zeer laag. Te Vreeswijk was met vallend water ook het ijs nog vastzittende, als ook te s'choónhovén en Krimpen. Te Gorinchem was mede het ijs van den Krinkelderwinkel tot biina het dijksmagazijn van Jl.ardinxveld vastzittende. Te Dordrecht was de rivier los geraakt, doch in de Noord en Dordsche Kil nog vast. Op den IJssel was geehé verandering in den staat der zaken gekomen; ter wijl op de Maas tusschen Lith en Alem het ijs nog geheel vast Zit, doch meer bovenwaarts weinig werd bespeurd. Te Amsieidam is er in den nacht tusschen den iaden en i-jden dezer, eeii hevige brand in de woning, van Simon Israel Snoek, van beroep diamant; slijperop de St. Anthonies Breestraat, pitgébarsten. De boven-huizing is* geheel ui., ebrand. De. brand echter was spoedig gebluscht. Te 's Éé.rtogenbosch zijn in het a'fgéloopene jaar géboren 676 kinde ren, waaronder 371' van het mannelijke en 305 van het vrouwelijke geslacht; overleden 61 r personen, waarvan 315 van het mannelijke en 296 van het vrouwelijke geslacht';, binnen die jurisdictie van elders aldaar ingeschreven 752 en naar elders vertrokken 224 personen, en .219 huwelijken hebben er 'plaats gehad; dus is die bevolking vermeerderd niet 593 personen. Te Brussel heeft het aantal geboorten in den loop van het vorige jaar bedragen 4254; het getal sterfgevallen bedroeg 3886; dat der huwelijken 1149; echtscheidingen 5. T U R K Y E. Konstantinopel den 16 December. Berigten uü Smyrna melden, darde Kapudan-Pacha met een gedeelte van zijne vloot bij Samos aangekomen is, en dadelijk ecuige maatregelen had aangewend om de wanorde in dit eiland te stuiten. Alen hoopt, dat het hem gelukken zal, de orde zonder aan wending. van strenge middelen te hers.ejlen. De sedert kort afgezette Pacha van Scutari, //ayfz-Pachais hier aange komen, en heeft van den Sultan het Sandschat van Kuitahia gekregen, waar heen hij ziCli echter eerst met het aanstaande voorjaar begeven zal. Sedert eenigen tijd levert de tegenwoordige, Éngclsche Gezantzoo alj men vermoedt ten gevolge van de bezwaren der in Syrië wonende Engel, schen, bij de Porte klagten in over het Regerings-systeem van Mehemtd- Aliwaarfloor de Porte zou kunnen gedwongen wordenvan Mehemed Ali eeneverandering in dat systeem stellig af te vorderenom daardoor de dreigende botzing te voorkomen. De hervormingen van den Sultan houden gelijke tred met de voortdurende uitrustingen. Onlangs zijn weder vele, scholen opgerigt geworden. De tegenwoordige gezondheid-toestand schijnt, ten gevolge van het aan gevangen koudere jaargetijde, te .verbeteren, Den 17 December.' De reclamatienwelke door de Fransche Regering bij de Porte tegen Tripoli gedaan werden en van dien tijd zich dagteekenen;, waarop de nu afgezette Bev zijn Pachaliek aanvaarde, zijn door de Porte irt aanmerking genomen en reetfs 100,000 fr. geliquideerd geworden. Niet zoo gelukkig als Frankrijk schijnen in dit geval andere Mogendheden., b. v. Na pels, en Zweden te zijn: ten minste heeft de Divan zich tot dit oogenblik! toe niet met de vorderingen van de laatsten bezig gehouden, en schijnt daarenboven de zaak te willen latetr rusten. Ibrahim-Pacha woedt in Syrië met ongeloofelijke wreedheidsedert de geheele onderwerping der Drusen kent zijp ovegmoed geepe grenzen meer: er gaat geen dag voorbij zonder talrijke téregtstellingen, welke grootendeefs in Haleb, zijn hoofdkwartier, voltrokken worden. De aangelegenheden van de grensstellingen tusschen Turkije en Grieken land zijn nabij het einde; de kaart der grensscheiding, welke door drie" Fransche officieren opgenomen isis de Porte reeds voorgelegd en men ziet binuen Lore de bijlegging van dit onderhandsch geschil te getnoet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1