ÜMti «ïlë «togeitj"l-v maatregelen van voorzorg, rot vermijding van onge- idVfffn, genomen waren, en ook veiligheidshalve reeds voör eenige dagen ie zieke militairen op andere zalen waren verplaatst, had dé aannemer P. van Jen Broeke, met vier zijner knechts, die werkzaamheden sedert gis teren morgen aangevangen, onder het toezïgc van den eerst-aanwezenden officier der genie. De genoemde aannemer met zijne viér werklieden op bovengemeld tijdstip werkzaam zijnde, heeft welligt een onbekend toeval bet noodlottige gevolg gehad, dat het geheele verwulf plotseling in massa is nedergestort. Een gedeelte van het gevallen puin is op de bovenste zol dering blijven liggen, een ander gedeelte heefc in zijnen val de hierboven gemelde werklieden, door vier verdiepingen, met al de ledige slaapplaatsen als anderzins, dat Zich daaronder bevond, tot aan den gfio'nd van het ge bouw medegesieepr, van eene hoogte van nagenoeg 150 voeten. Ongeveer drie honderd zieken werden thans in dit etablissemèhc vérpleègd; geenderzelve is daardoor omgekomenslechts één heefc eene zeer ligte kwet suur' gekregen] en van de werklieden, welke dadelijk, door de onvermoeide zorg Van allen, die tot het hospitaal behooren, en die onder het gevallen puin als anderzins werden uitgehaald, hebben twee knechts zware verwon dingen gekregen, doch de aannemer P. van Jen Broeke, hier ter stede woon achtig, is dood van onder hetzelve uitgehaald. In een Vaderiandsch Tijdschrift leest men het volgende: De bekende ijzerfabrijk van de heeren Neder burgh-Nering Bogel enComp., te Deventer, heeft in deze dagen bewezen, dat zij ook in het gieten van Bustes waardig kan mededingen met de beroemdste buitenlandsche t'abrijken, vermits zij wegens afgietsels in ijzer van de Buste van den beroemden stich ter van het Instituut voor Doofstommen, Henri DanielGuyolde vleijendste goedkeuring heeft mogen erlangen, wat betreft de gelijkenis van wege des- zelfs familie en vrienden, en van deskundigen, wac aangaat de keurige en Zuivere bewerking van dit zoo bijzonder moeijelijk borstbeeld. Hetzelve is, met een smaakvol voetstuk, 33 Nederlandsche duimen hoog. Mogt het zoo bijzonder welgelukken van dit fraaije stuk, uit eigene beweging ver vaardigd, de bovengenoemde heereii aanmoedigen, meer dergelijke borst beelden van onze beroemdste Vaderlafldsche matttieri te doch gieten en in den handel te brengen, AMERIKA. Over Engeland is de lang verwachte boodschap van den Voorzitter van hec Noord-Amerikaansche CongresJacksonden 7 December uitgesproken, ont vangen Na eene uitweiding over de hooge mate van bloei, waartoe het Gemee- n'cb'est der Vefeenigde Statenónder den zégen der Voorzienigheidgeste gen isen na te hebben doen opmerkendat de voortduring dier zegenin gen voortaan alleèn van bet eigen gedrag dér Noord-Amerikanen afhangt, geeft de Voorzitter een verslag van dë betrekkingen van het Gemeenebesc rfiet de andere Staten der wereld. Hij geeft daarbij te kennen, dat de af doening der geschillen met Engeland over dë bepaling derpSjoord-Oostelijka grenzen meer en meer wetrschelijk wordt; betreurt de verwarring, die bij voortduring in' de meeste andere Vrijstaten van Amerika heerschten de omwentelingendié aldaar elkander met ongehoorde snelheid opvolgen zegt, dat de onderhandelingen tot erkenning der pnafhankelijkheid dier Sta ten door Spanje reeds vérder zouden gevorderd zijnindien zij alle hadden kunnen goedvinden tè dien einde gezanten naar Madrid te zendenen ge bruikc ten aanzien der betrekking met Nederland de volgende zinsneden: Ik roep li we aandacht hl' op* de boodschap van mijnen voorganger bij de opening eter twééde' zitting van hét 19de congres, met opzigc tot onze han dels-betrekkingen met Holland, en op dejbescheiden, dat onderwerp raken de, welke den 10 Januérij 182k en den 18 Januarij 1827, aan hec huis van vertegenwoordigers zijn medegedeeld geworden. Daar ik mee mijnen voorganger van geVoelén bendat Hollandonder de bepalingen van deszelfs rege'nwöördig stelselgëen regt heeft om te verlangendat deszelfs schepen met hunne ladingen in de Vereenigde Sta ten, —-«ono-elden, en regtén betreft, op den voet van Amerikaansche scnepen worden toegelaten, zoo neen «m«i, ue nea-.rf.i„6, „i-.-tj; j„ aan de wetgeving onderworpen had, mij weerhouden om in deze zaak iecs te doen. En nog zónde ik stil de handelingen van het Congres daaromtrent afgewacht hebben; badden niet onlangs Belgische onderdanen gevorderd, dit hunne Schepen en ladingen in onze havens op denzelfden voet als Amel rikaanscbe zouden worden tóegelaten, voerende zij aan waartegen wij niets kunnen inbrengen dat onze schepen in hunne havens dezelfde behande ling ondervinden als in de liavens van Holland, ten opzigte van welks sche pen in de havens der Verechigde Staten geen verschil gemaakt wordt. Daar iij dezelfde vooriegt'en toestaan, verwachten de Belgen dezelfde voordee- !envoordeelen die zij in der daad genotentoen Belgie en Holland onder éêne Regering vereenigd waren. Ofschoon overtuigd van de billijkheid van hun verlangen om op den zelfden voet als Holland behandeld te wordenkon ik tochzonder op de beginselen onzer wetten inbreuk te maken, hunne vordering om als Ame rikanen te worden behandeld, niet toelaten; en tevens heefc eerbied voor het Congres, aan hetwelk de zaak reeds lang geleden onderworpen was, mij weerhouden om eene billijke gelijkheid daar te stellendoor aan de Hollandsche schepen vóorregten te ontnemendie hun voorwaardelijk bij acte van Het Congfes waren toegestaan ofschoon de voorwaardewaarop die begunstiging berustte, mijns oordeéls, sedert 1822 opgehouden heeft te bestaan. „Ik beveel derhalve eene herziening aan der acte van 1824 en zulk eene wijziging derzelver waardoor eene gelijkheid worde voortgebragt, op zoo- danigen voet, als het Congres meest overeenkomstig zal rekenen met onze vaste Staatkunde eti met dè vérpligtïiig tot regtvaardigheid jegens twee be vriende Staten." Vervolgens levert de Voorzitter een zéér breedvoerig overzigt van de ofldfertiandélingendie met Frankrijk óver de schadeloosstelling van 25.mil- lioen franken zijn gévoerd, waarbij hij zicli in kalme," maar cocli scherpe bewoordingen beklaagt over dcvertragingen, dié deFranschéRegering,vroe- gcf'iii hét onderwerpen van het daaromtrent gesloten verdrag, aan de goed- këbring derWètgëvendë Kémers heefejgebragt. Zeer stellig geeft hij te kénnen, dat de genóegdöerting, die' Frankrijk, als voorwaarde voor de be- tïtliig der 25 millioéhen, krachtens de békende wetsbepaling, ter zake van doof hem, Voöizitter Jackson, in de boodschap van 1834, gebezigde uit drukkingen vordert, niet zal worden gegeven. Zijne gezegden over dit on derwerp eindigen aldus: „Gëéne officiële kennisgeving oflitretw de bedoelingen der Fransché Re gering omvangen hebbende, en verlangende, om deze onaangename zaak, *00 veel mógelijk, vöóf de'bijéénkomst van het Congres tot een einde te kfengeff, opdat gij volledig over dit onderwerp zoudt kunnen oordeelen, leb ik onzên Zaakgelastigde te Parijs den last doen geven, om de finale beslissing der FransChe Regering te vragen, en om, in geval zij de betaling der nu verschuldigde termijnen weigerde, zonder verdere ophelderingen, naar de Vereenigde Staten terug te keeren. [Men weet, dat de hier bedoelde Zaakgelastigde, de heer Barton, reeds voorlang op zijne terugreize naar Nóord-Attlërilta is.] „De uitslag.dezer laatste aanvragen is ons nog niet bekend, maar het bérigt deswege wordt dagelijks verwacht. Ik wensch ernstig, dat bet gun stig moge zjjn. Daar Frankrijk thans, in alle de takken zijner Regering, dé geldigheid onzer schuldvorderingen en het verpligtfchdë' v'ati het verdrag van 8-31 erkend heefc, en daar er werkelijk geene gegronde reilen tot ver der iiicstë'1 bestaat, zal het ten laatste, zoo men mag hopen, den weg in slaan, dien evenzeer de belangen der heide Natiën, als de beginselen ter regtvaardigheid, zoo gebiedend vorderen. Is het verdrag eenmaal van tic zijde ten uitvoef gelegd, dan zal er weinig overblijven, wat de vriendschap- peliiké-betrekkingen tusschen de beide natiën zou kunnen benadeelen. Niet» Is er toch inderdaad, wat niet zou moeten wijken voor de ingevingen eentr vredelievende en verlichce staatkunde, en voor den invloed van die vveuei- zijdsche welwillendheid en van die gemeenschappelijke herinneringen, dij dan, zoo. éls wij met vertrouwen mogen hopen in alle hare aloude.kraciic zulieli herleven. I11 elk geval intusschen is het beginselhetwelk door liet nieuwe aanzien, dat aan het geschil gegeven is geworden, daarin betrokken is, vóór dé Onafhankelijke handelwijze der regering, van zoodanig overwe gend belang, dat zonder de nationale eer te bevlekken, van dit beginsel niet kan worden afgeweken of daaiaan te kort gedaan. Ik hoopdat hec voor uuj noodeloos is te zeggen, dat zulk eene opoffering niet door mijne tusschen- komst zal worden gedaan. De eer van mijn vaderland zal nimmer vvoiden bevlekt door eene verontschuldiging van mijne zijde, ter zake, dat ik tie waarheid gezegd en mijnen pligt gedaan heb. Evenmin kan ik eenige ophel dering omtrent mijne officiële handelingen geven, met uitzondering van eene zoodanige, die door de goede trouw of dé regtvaardigheid worde gevorderd, en met de Beginselen, volgens welke onze instellingen ge regeld zfin, bestaanbaar is. Dit besluit zal, zoo ik vertrouw, door mij ne lastgevers weiden goedgekeurd. Ik zou waarlijk hun karakter met weinig vrucht bestudeerd hebben, indien ik niet wist, dat, als hec er op aankomt, 0111 hec belang hunner nationale onafhankelijkheid op prijs te schattenhet gewigt eener som van 25 millioen franken voor hen zoo hgc wordt als een veder, en indien ongelukkiglijk-hier of daar ie eeniger tijd an ders mogt worden gedacht, dan ben ik er zeker van, dat zij zich inec vreugde en en eenstemmigheid rondom de Regering hunner keuze zullen scha ren, en de vernederende beschuldiging voor altijd tot zwijgen zullen brengen. „Nadat ik u dus rondborstig met alle die omstandigheden die sedert de laatste zitting van het Congres omtrent deze belangrijke zaak gebeurd zijn, en met de inzigten der uitvoerende magt daaromtrent bekend heb gemaakt, heb ik er thans alleen nog bij te voegen, dat, zoodra de nu dagelijks verwacht wordende berigten van onzen Zaakgelascigde ontvangen zullen zijn, deze het onderwerp van eene bepaalde inededeeling zullen uitmaken." Hetgeen de Voorzitter over de geldelijke aangelegenheden van het gemee- nebest zegt, is uiterst gunstig. Er zou op hec einde van 1835 een overschoc van 19 millioen dollars [47! millioen guldens) in de schatkist bestaan. De Ambtenaren der Amortisatie-kas konden allen worden afgedankt, omdat Je geheele Staats—Schuld was afbetaald. De Voorzitter stelt voor, om een goed deel dier overschietende som toe versterking der zeeinagt te besteden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 29 tot 31 December. De tijdingen wegens Don Carlos vergiftiging en Moreno's vermoording heb bengelijk wel te verwachten Was, zich niet bevestigd. Titans schrijft de Sentinelle de, Pyreniesdat het hoofdkwartier van den Prins te Tóiosa is. Tusschen Saragossa en Pampeluna moeten de Cat listen der bende van Lari- bera den postbode met zijn eskorte, dat uit 25 ruiters bestond, opgeligt hebben. Bij San-Sebastian verzekert men, dat de Carlisten eenen uitval der bezetting met verlies van een officier en acht man terug geslagen hebben en dat hun geschut een Hatnbitrgsch vaartuig belet heeft in de baai binnen te loopen. Reeds vele Engelschen moeten naar Don Cai/os gedeserteetd zijn, die ook ongeveer een twintigtal Fransche officieren in zijne diensc heeft. Binnen San-Sebastian zijn, van Santander, verscheiden honderd bommen ontvangen. Te Madrid-moec men met den Bevelhebber van San-Sebastian niet tevre den wezen, want de Kolonel Reboilo is tot zijnen opvolger benoemd. Hec Ministerie heeft eene concept-wet op de ministeriele veratuwoordelékheid aan de Paits en eene andere op de vrijheid van de drukpers aan de Alge vaardigden doen voorstellen, In de laatste Kamer is den 2istcn ook een finan- -;-i- -«fordragt genaan, bïj wettte uc .viimsuri op nlöLiu. verklaard heeft tot geene buitenlandsche leening te zullen komen. De officiële courant van den 22Sten behelst een artikel over de binnenlanjische geenen interest doende schuld, welke volgens letzelve rente zou gaan geven, in evenredigheid der reductie van hec kapitaal, hetwelk onder anderen in betaling van nationale goederen aangenomen zal worden. Men sprak ook te Madrid van eene tweede ligting, onder den naam van provitciale militie. - Het aan de Kamer van Afgevaardigden toegezegde ontwerp van wet om trent de drukpers is den t8den door het Ministerie i tgediend. De belangrijk ste bepaling daarvan is, dat de Spanjaarden voortaan het regt zullen hebben, om hunne gevoelens" vrijelijk door middel der drukpers bekend te maken, zoodat de censuur van boeken en bladen vóór derzelver openbaarmaking, geheel wordt afgeschaft. Van deze bepaling zijn evenwel uitgezonderd de geschriften over de leerstukken der Katholijke Godsdienst en over de heilige Schriftuur; zullende deze bij voortduring niet mogen wotden openbaarge- - maakt, dan nadat eene Bisschoppelijke iuagtiging daartoe is verleend. Ove rigens zijn bij dit ontwerp van wet gevangenisstraf en geldboeten vastgesteld tegen degenen, die, in openbare geschriften, het gezag der Koningin of haren persoon aantasten, de onbetwistbare regten der nacie aanranden, tot oproer aanzetten de goede zeden schenden, of ook zich lasterlijke gezeg den tegen eenigen bijzonderen persoon veroorloven. Die straffen kunnen hoogstens tot eene gevangenis van vier jaren en eene geldboete van 6000 rea len (/'750) klimmen. Zij zullen worden toegepast op den schrijver van het aangeklaagde geschrift, en indien deze ojibekend is, op den uitgever of druk ker. De uitspfaèk over de misdrijven der drukpers is aan gezworenen opge dragen, die bij het lot uit degenen die het.regt hebben tot verkiezing der volks-vertegenwoordigers, benoemd zullen worden. Even a!s in Engeland zal1 er eene afzonderlijke Jury van beschuldiging en eene andere van veroór- deeling bestaan. Ofschodn vóórts bij het ontwerp het gebruiken van belee- dtgende uitdrukkingen tegen openbare ambtenaren strafbaar is gesteld, wordt toch'daa'rbij uitdrukkelijk"hec gispen der handelingen van zulke ambtenaren in hunne betrekking geoorloofd verklaard. De aanklagt van oproerige of tot omverwerping dér bestaande'orde oprüiiende geschriften zal door ieder Span jaard zo'ndër onderscheid kunnen geschieden. In andere gevallen geschiedt de aankligt door dè ambtenaren'van hét'openbaar Ministerie, de gevallen van hoon eh laStër uitgezonderd', in welke de aanklagt van de ziide der daarbij betrokkene personen moet geschieden de regtspleging over misdrij- ven der drukpers geschiedt' in' het openbaar. In overeenkomst met de daar omtrent nóg in Frankrijk bestaarde bepalingen, is bij het ontwerp aan de uicgeveré van dagbladen dèWerpligtihg'tot het stellen van eenen borgcogc in geld opgelegd, die voor Madrid'40,000 realen (ƒ5000). en voor de provin. cien de helft dfer som zal bédragen. Ook kan geen dagblad worden uitge geven, zonder eertè voorafgaande' magtiging der burgerlijke overheid, die het regt ral bezitten, om de uitgave van een dagblad, hetwelk gevaarlijk voor de openbare orde is, te schorsen, alsmede om de dagbladen tot het opnemen van artikelenwaarin beschuldigingen tegen de Regering weder- legd wordente dwingen. Te gelijk mét de indiening vandit ontwerp bij de Afgevaardigden, heefc het Ministerie aan de Pairs een ander ontwerp betrekkelijk de ministeriele verantwoordelijkheid voorgelegd. Mén verwachtte ntt nog te Madrid de indiening bij de Cortes van een ontwerp omtrent dejegeling der Staatsschuld,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 2