A*. 1835. LEYDSCHE fecé? C 0 E R A N T. Woensdag t$-i ..^0 i "r*?- - .j' Nfr, -*6&r N*. 13S.<-,. den 1.8 November. NEDERLANDEN. Leyden den i^den November. De Opper-Kamerheer van Zijne Maj. heefc aan alle daarbij belangheb bende kennelijk gemaakt, dat de gewone audiëntie bij den Koning op mor gen Woensdag den i8den dezer, geen plaats zal hebben, terwijl dezelve op Woensdag den ?5sten aanstaande en vervolgens wederom alle Woensdagen door Zijne Majesteit zal worden verleend. Over liet onderzoek van het ontwerp van wet, tot voorziening in de volle (Belgische) rentebetaling, met ultimo December 1835, *n verschillen de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gedaan, waarvan wij in ons vorig Nummer melding maakten, hebben de leden derjafdeelingen dier Kamer, de volgende aanmerkingen gemaakt: Wat het ontwerp zelf betreft, hebben vele leden ook nu wederom verklaard daaraan hunne goedkeuring niet te kunnen geven, en w,el uit hoofde dat, huns bedunkens, Noord-Nederland onverpligt is tot voorschot van dat gedeelte der renten van de Staats schuld, hetwelk moet beschouwd worden ten laste van Belgie te bestaan. Volgens som migen, was deze betaling ondoelmatig, wordt dezelve een invretende kanker voor onze financien, en achtten zij Oud-Nederland niet verpligt tot eeiie betaling, welke Belgie moec drukken, en beschouwden zij eene weigering als het meest afdoend middel, om tot -eene overeenkomst met bel ie te komen. Zij voegden er bij, dat nu het status quo onzer politieke aangelegenheden als het ware onbepaald "wordt bestendigd, en nu hun bij voort during niet a'doende blijkt, dat eene eindschikking ten eenen male buiten de magt der Regering ligt, zij zich nu verpligt achtten, om nunnerzijds. gevolg te moeten geven aan -de verklaring, vóór eenige maanden (in April jl.), door vele leden in comité-generaal afgelegd, dat zij, in zoodanige omstandighedengeene sommen hoegenaamd meer voor de buitengewone behoeften' 'zouden toestemmen. Zij houden den hevi;>eii schok, dien hunne afstemming aan den stand der effecten géven kan, niet geëvenredigd aan het ge vaar, om onver'li te betalingen te blijven doen x die allqngskjensnaar zij beweerden, een Staatsbankroet voorbereiden en de buitenlandsclre onderhandelingen op de lange baan schuiven, behalve uit dit politiek-, scheen het ontwerp ook aan velen, uit een financieel oogpunt, geenszins aannemelijk toe, omdat de renten door het Amortisatie-Syndicaat zou den moeten worden verstrekt, en, volgens hen, de betrekking van dat ligchaam tot den Staat, zoudanue rentebetaling oi voeg el ijk maakte. Zij beschouwden deze instelling reeds te veel als een financiclen staat in den Staat, veroordeelden haregehcim houding en konden de voorwaarden der geid-oph'eming niet billijker. Voorts oordeelden sommigendat de aanvraag telkens te noog gedaan werden het bedrag der aangevraagd wordende renten moest wor den verminderd met die van de kapitalen op het bijboek, te Brussel staande, en van die, welke op het'gröptbook te Amsterdam zijn ingeschreven, ten name van openbare instel lingen en als borgtogten van rekenpligtige Ambtenaren in de voormalige Zuidelijke pro vinciën. Terwijl de voordragt uit deze verschillende gezigtsnunten is bestreden, heeft het aan geene verdediging derzelve ontbroken. Vele leden hebben het daarvoor gehoudendat 's Lands belang ook riu weder, door het aannemen van het ontwerp, hoe bezwaarlijk zulks ook móge zijn, meest zal bevorderd worden. Eene belangrijke nota is in de eer ste afdeeling door een der leden, tot Ondersteuning van dit gevoelen, overgelegd, waarin hoofd zakelijk betoogd wordt, dat indien men kan ophouden te betalen, op grond, dat de voldoening te drukkend is voor de natie, ook niéts belet, 0111 telkens, wanneer de schuldrente-betaling drukkende lasten vordert, een staatsbankroet te maken, een ban kroet, hetwelk nimmer te regtvaardigen, maar alleen .dan te regtvnardigen zijn zou wanneer er volstrekte onmogelijkheid bestond om langer te blijven betalen'; dat'die on mogelijkheid nu niet bestond, zoo lang de Regering het onderhavig middel bleef aanwij zen, en dat de vertegenwoordiging des volks onverantwoordelijk zou handelen, en het nationaal crediet zoo geheel door eene weigering den bodem zou instaan, dat duizend- niet jure ontbonden; dat zoo hij dit wordt, er wel tusschen de onderscheidene declen tegen over elkander, schikkingen kunnen en moeten worden gemaakt, of het afgevallen dc^l door het blijvende worden bedwongenom zijn aandeel in de gemcenc schuld bij te -dragenmaar dit eene zaak is tusschen de alsdan zich afscheidende debiteurendoch zij de schuldeischers niet raaktdie aanspraak hebbeneuzoo zij kunnenhunne vorde ring verbalen op zoodanig deel, waar zij verkiezen, en waar zy maar middelen tot vcr- "liaal vinden, en zij, uit toegevendheid, of door geweld gedwongen of verhinderdzij zich mogen onderwerpen, het zij aan bezwarende schikkingen, het zij zelfs aan weige ring, maar zij dan te regt, gelijk zij het thans Belgie doen, elk deel beschuldigenhet welk niet zorgt voor de volle voldoening (behoudens verhaal tegen deszelfs mede-schul denaar)van "onregtvaardigheid en van bankbreuk zelfs zoo lang het vermogen tot betaling bestaatalle andere beschouwing schijnt dit lid niet op het regtmaar op wil lekeurige convenientie, gegrond te zijn. Hetzelve verklaart wijders, dat men wel zcfu kunnen beproeven of, bij eene niet verdere voldoening dezer reuten, dit liet treffen een er eindschikking zou bevorderenmaar die proef zou gelijk staan met bet bedrijven der aangeduide ongeregtigbeid en het veroorzaken van eenen nadeeligen schok voor het cre diet; terwijl "het bovendien dan nog onzeker zou zijn of zoodanige onregtv,aardigc han delwijze onzerzijde eene gunstige strekking ter spoediger beëindiging zou kunnen hebben. Eindelijk, wat betreft de voorgestelde wijze, van voldoening dezer rente door bet Amor tisatie-Syndicaatbij wijze van voorschot; zoo blijft dit lid geloovcn, dat vermits dit figebaam quod ad jus aan Belgie gemeen is, en blijft, gelijk de staatsschuld jure alsnog gemeen is en blijft, dan ook geene kas met meer grond met dat voorschot kan worden belast dan juist diewelker uitkomst casts quo ook 'met Belgie zal worden vereffend. Dit laatste gevoelen is ook door eenige andere leden voorgestaan. Een ander liddat van gevoelen wasdat in de betaling der ondcrwcrpelijke renten bij wijze van voorschot behoorde te worden voorzienheeft echter aan de aandacht der Regering onderworpen eene proeven van een middel om de geldelijke bijdrage van het Syndicaat minder bezwarend te makenen om de gelegenheid voor te bereiden tot rege ling van dit voor het Koningrijk der Nederlanden zoo teeder punt zónder dat daardoor aan eenine buitenlandsche of binnenlandsche betrekkingen en regten worde te kort gedaan. Dit middel zou bestaan in dc daarstelling van een grootboek van werkelijke rentegevende scluild ten laste van het Koningrijk, losbaar 11a de regeling der betrekkingen tusschen Nederland en Belgie; op hetzelve zouden geene inschrijvingen van schuld kunnen ge schieden dan ten gevolge eener wetwelke tevens de voorwaarden zou bepalenwaarop de schuld wordt aangegaanaan de geldschieters zouden worden afgegeven behoorlijk geauthentiseerde schuldbekentenissen, óp naam of in blanco; alle sommen en gelden, welke door often behoeve van Belaie in 's Rijks schatkist konden komen, zouden wor den aangewend eerstelijk tot voldoening der intresten en vervolgens ter intrekking van schuld en vernietiging van ingeschrevene sommen dezelve zouden alzoo in mindering strekken van hetgeen Belgie in dc gemeenschappelijke lasten van het Koningrijk der Ne derlanden eventueel zou bevonden worden te moeten dragen11a de regeling der betrek kingen tusschen Nederland en Belgie zou de overblijvende som worden afgelost; de eerste inschrijving, welke ten gevolge dezer wet zou worden daargesteld, zou bestaan uit dui zend aandeelenieder groot dertig duizend gulden, rentende" drie ten honderd in het jaar; liet fournissément voor elk groot aandeel zop bestaan uit twintig duizend gulden werke lijke 2 cn een halve pCt. rentegevende schuldten laste van het Koningrijken uit tien duizend guldengeFeedc penningenhet gefourneerde kapitaal Werkelijke Schuld zou' als renteloos worden overgeschreven op naam van dit derde Grootboek en over hetzelve zou geene beschikking hoegenaamd mogen geschiedendan na de geheele vereffening der geschillen en regeling der finantiele belangen tusschen Nederland en Belgie. Eindelijk heeft eene der afdeclipgenzonder zi^h uit te laten over dit wets-ontwerp tot voorziening in de volle rentebetaling op ultimo December dezer-jaars inlichting ge vraagd nopens de beteekenis der door Z. Exc. den Minister van Finantienbij deszelfs voordragt, over hetzelve geuitte woorden, welke vplen raadselachtig voorkomen, en te raeev opmerking verdienen bij alle gemis vap eenig blijk van toestemming of verklaring va\v het Syqdikaat dienaangaande. Zij hegft tevens verzocht onderrigt te mogen worden, ^dewijl het tijdstip daartoe slechts eenige maanden--verwijderd is, of de Regering cr op knn rekenen, dat, indien ongelukkiglijk tegen rG. fülrj van het volgende jaar eene'gelijke aanvulling van renten zou mogen gevorderd wordenhét Syndicaat uccler in de betaling jaitv#» zóu kuntie» voorzien, en öf cte. ia het tGgiugestóklc gévil rich kan voorstellen daarvoor dc fondsen te zpllcn kunnen aamtójzcn of daarstcllcnwelk een en ander wel ligt niet zqnder invloed zcu kunnen, zijn op de gevoelens aangaande het voorge stelde ontwerp van wet, over het halfjaar renten van December 1835. Men berigt uit Middelburg van den 13 November: Wij vernemen, dat het Zijne Maj. goedgunstig behaagd heeft, aan de al hier gedetineerde Petronella Kaasmakerwelke bij arrest van het Hof van Assises dezer provincie, in dato den isten julij 11., ter zake van kinder moord, tot de doodstraf met den strop, door het verworgen aan eene paal, was veroordeeld, bij besluit van den 6den der loopende maand, N°. 87, te verleenen kwijtschelding van die straf, en dezelve te commuteren in die van Eepronkstelling op een schavot, met den strop om den hals, aan de wurgpaal vastgemaakt, brandmerk en een confinement van twintig jaren in een tuchthuis. In liec /lntwerpsche Handelsblad las men dezer dagen de navolgende lof spraak op den algemeen hooggeachten Baron J. G. de Mey van Streefkerk welke wij bij deze gelegenheid overnemen, omdat wij ons overtuigd hou den, dat onze landgenooten daarmede ten volle zullen instemmen: Wij hebben dezer dagen, uit de Hollandsche dagbladen, het vroegtijdig ontslag van Z. Exc. den Baron de Mey van Streefkerk, Secretaris van Staat, medegedeeld. Nog in het beste van zijn leven, doch van eene zwakke gezondheid, welke door.langdurige en moeijelijke werkzaamheden geleden heeft, had de heer de Mey reeds vroeger het verlangen te kennen gegeven, tot het bijzon dere leven terug te keeren doch het vertrouwen en de genegenheid, waar mede de Koning niet heeft opgehouden, hem te vereeren, en de liefde tot zijn Vaderland, hadden hem tot nog toe daarvan teruggehouden. Eene ern stige ongesteldheid doet hem thans zijnen post nederleggendoch men heefc alle hoop, dat zijne verwijdering slechts tijdelijk zal zyn, en hij spoedig in de rust de krachten en gezondheid zal herkrijgen, welke hij aan de vervul ling zijner verhevene pligten opgeofferd heeft. Verlicht, voorzigtig en eerlijk Staatsman, edel burger, getrouw onder daan is de heer de Mey een van die verdienstelijke mannendie door zelf verloochening en gestrenge deugden uitmunten, en die alleen onder de Re gering van een' goed' Koning Ministers worden. In de bijzondere betrekkin gen des levens, bleven al zijne verhevene hoedanigheden, en al de moeije lijke inspanniggen, waarmede zijn geest zich bezighield, onder het uiter lijke eener zich altijd gelijk blijvende eenvoudigheid en mirizaamheid verbor gen. Eene zachte en welwillende opgeruimdheid, eene rondborstige en na tuurlijke openhartigheid deden hem een ieders vriendschap en vertrouwen winnenen zijaan wie hij de zijne schonkkunnen er trötsch op zijn. GRIEKENLAND. Volgens berigten uit dit land tot de helft van October, te Triest onvan- gen, was de mare van de aanstaande overkomst des Konings vanjReijeren al gemeen verspreid en had deZelve|eene levendige vreugde verwekt. Omtrent den scaat van inwendige rust in Griekenland luiden de laatste tijdingen zeer verschillend. ^Volgens het eene berigt heerschte alom de diepste rust en te vredenheid, vooral ten gevolge der onlangs verschenen Koninglijke besluiten omtrent de daarstelling van eenen Staatsraad en van eene lijfwacht, uitslui tend uit Grieken bestaande; welke besluiten.men als sprekende b,ewijzeavan 's Konings vertrouwen in zijne onderdanen beschouwdevolgens anderen openbaarden zich niet alleen in de Maina, maar ook in vele andere streken' zeer bedenkelijke teekenen van onrust, zoo zelfs dat de Regering tc rade was geworden om de vestingwerken van Napoli di Romania in staat van verde diging te doen stellen, de onverwachte uitvoering veji tvelken maatregel al daar veel misnoegen zoude veroorzaakt hebben. De Grieksche vlag heeft, volgens het te Atliene verschijnende dagblad Sotir, onlangs te Konstantinopel eene grove beleediging ondervonden. ^Een Grieksche matroos, die door Turksche poficiedienaren werd vervolgd, nam de vlugt aan boord van een der Grieksche vaartuigendc Turken sYormden in grooten getale het schip binnen, rukten de vlag naar beneden en traden haar onder den voet. De ongelukkige matroos werd wreedelijk geslagen en benevens vele andere schepelingen naai* de galeijen ge,sleept, waar zij ver scheiden dagen bleven en niet dan door bemiddeling van den Russchen Ge. zant werden ontslagen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 13 November De bladen van de partij der^Christinos gev.en den uitslgg van de gevédi- ten van den 27sten en 28 October geheel anders op. Volgens dezelve, als ook volgens eene proclamatie van Cordova., waarin razend gesnoefd wordt, zou zijn leger eene volkomene overwinning behaald en slechts vier man aan gedooden hebben, terwijl de Carlisten aan hunne zijde eene onbe rekenbaar verlies geleden hadden. Men schrijft uit Bordeaux van den io November: Door reizigers, van Bayonne gekomen, verneemt men, dat Cordova voort durend te Victoria bleef, zonder verontrust te worden. Het gevecht van den 28 Oct. wordt geheel geloochend. Wat Don Carlos aangaat, het is zeker, dat de grootste desertie in zijn leger heerscht; eiken dag loopen er officie ren en soldaten van zijne benden tot Cordova over, welke voortgaat om zijne strijdkrachten bij de Ebro zaam te trekken. De leveranciers van den Pretendent zijn zoo in verlegenheid over den gang der zaken, dat ;zij niets meer willen zenden, zonder positive verzeke ring van betaling. Dc Indicateur Bordelais van den 10 November meldt, dat Don Carlos gevraagd had om fe onderhandelen. Berigten over Parijs van den 14 November. Men leest in liet Journal de Paris: Don Carlos had aangekondigd, dat hij den 8sten dezer te Irun zou zjjp maar het schijnt, dat hij te Tolosa omringd is, en dat hij den Bastan wil intrekken. Hij zoekt door zijne tegenwoordigheid den moed der troepen op te wekken, welke van dag tot dag ontmoedigder worden. De Generaal Eguia houdt de Ghristinos te Salinas in oogenschouw. Ituralde is te Estelia. Uit Bayonne schrijft men van den 9 November: Volgens tijdingen uit hèc hoofdkwartier der Carlisten, doet Don Carlos thins éene rondraize in de Baskische provinciënhy wis den 6den dezer te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1