21
ft
én alzoo eene uitgaaf oplevert van omtrent ƒ66,ooo, door welke verandering
zoo men zicli vleijen durft, aan.het verlangen van U Edel Mogendeu geheél
zal zijn voldaan.
In het ontwerp van wet tot vaststelling van de begrooting van 1836, door
Zijne Exc. den Minister hierna overgelegd, vinden wij het volgende:
i°. Huis des Konings 1,425,0002°. de Secretarie van Staat en de hooge
Collegien 541,848. 2530. het Departement van Buitenlandsche Zaken
744.500; 4". dat van Justitie 1,084,500; 50. dat van Binnenlandsche Za
ken ƒ2,716,900; ö'.dat voor de zaken der Hervormde ICerk enz. 1,330,000;
70. dat voor die der Roomsch-Katholijke Eeredienst 400,000; 8°. dat voor
de Marine 4,750,000; 90. dat van financien 25,530,081.46, als: nationale
schuld 20,814,895,'en kosten van het Departement en verdere administra-
tienpensioenen, enz., 4,715,186. 46; io°. dat van oorlog ƒ11,000,000,
en ii°. dat van koloniën ƒ65,855. 07. Te zamen 49,588,684. 78.
Verder vinden wij nog een ontwerp van wet ter wijziging van sommige
bepalingen der wet van den 29 Maart 1833, Staatsblad N°. 4), houdende
de belasting op het Personeel, waarvan wij het volgende overnemen:
Uitbreiding en wijziging der vrijstellingennaar de drie eerste grondslagen.
Art. 1. 1. Het bedrag der huurwaarde, beneden hetwelk geene belas
ting naar den isten grondslag zal verschuldigd zijnwordt, bij vervanging
der bij art. 5, I der wet van den 29. Maart 1835 Staatsblad N°. 4), ver
melde sommen, en met behoud overigens van het aldaar bepaalde indeszelfs
geheel, gesteld op:
in alle gemeenten ten platten lande, zoo ook in de steden en
f
26,)
3',
36, f
41 'f
58,1
64»'
vlekken eener
I In de steden I
en vlekken I
eener be-
1 volking van I
bevolking
van
minder dan
3000
zielen.
3000
toe
beneden
de
5000
99
5000
99
99
8000
99
8000
99
99
99
12,000
99
12,000
99
99
99
17,000
99
17,000
99
99
99
24,000
99
24,000
99
99
99
36,000
99
36,000
99
99
99
48,000
99
48,000
99
99
99
100,000
99
100,000 zielen
en daarboven.
2. Wegens de, volgens de vorige van de belasting naar de huur
waarde vrijgestelde woningen, zal mede geene belasting naar de deuren en
vensters en de haardsteden verschuldigd zijn.
3. De belasting naar de drie eerste grondslagen, zal slechts tot een
derde van het deswege bij de wet bepaalde bedrag zijn verschuldigdter
zake van woonhuizen en woningen, in gebruik of bewoond als bij art. 5 I
bovengemeld bedoeld, wanneer de jaarlijksche huurwaarde daarvan bedraagt
als volgt:
In alle gemeenten ten platten lande, zoo ook in de steden en vlekken
eener bevolking van minder dan 3000 ziel. van 18 tot béneden 20
3000
tot beneden 5000
99
21
99
23
5000
99
8000
99
26
99
28
8000
99
12,000
99
3i
99
33
12,000
99
17,000
99
36
99
38
17,000
24,000
99
4i
99
43
24,000
99
36,000
99
46
99
48
56
36,000
99
48,000
99
52
99
48,000
99
100,000
daarboven
99
58
99
64
100,000
zielen en
64
99
72
4. De belasting als boven zal tot twee derden zijn verschuldigd, wan
neer de jaarlijksche huurwaarde der woningen en woonhuizen bedragt:
In alle gemeenten ten platten lande, zoo ook in de steden en vlekken
eener bevolking van minder dan3000 zielen van 20 tot ben. 22
- 3000 tot beneden 5000 zielen 23 25
in steden 5000 8000 28 30
en l 8000 12,000 33 35
vlekken I 12,000 17,000 38 40
eener 17,000 24,000 43 45
bevolking! 24,000 36,000 48 50
van I 36,000 48,000 56 60
1 48,000 100,000 64 70
100,000 zielen en daarboven72 80
5. In verband met de bepalingen der voorgaande
art. 9, 2 en 3, en art. 12, 2 en 3, mitsgaders die van art. 24,
cn 4, der wet ingetrokken.
Verhooging der belasting op de deuren en vensters.
Art. 2. Wegens elke deur en venster zal de belasting voortaan bedragen
In alle gemeenten ten platten landezoo ook in de steden en vlekken
eener bevolking van minder dan
{3000 zielen tot
8000
17,000
24,000
36,000
48,000
worden die van
3
8000
zielen
45
99
•5°
99
55
99
65 n
99
7°
99
75
99
80
9
85
beneden
17,000
24,000
36,000
48,000
100,000
(.100,000 zielen en daarboven
IVijziging der bepalingen omtrent de regeling van den aanslag
naar het mobilair.
Art. 3. De bevoegdheid tot het vragen van schatting der voorwerpen
van den vierden grondslag, op den voet bij art. 28, 3 der wet, in ver
band met 2, omschreven, blijft alleen toegekend aan de belastingschuldi
gen wier woningen mede tot het houden van winkel of andere openlijke
nering zijn bestemd en dienende, en die daarvoor behoorlijk patent hebben
aangevraagd, en algemeen als winkelhoudende of neringdoende lieden bekend
zijn. Voor alle anderen zal tot regeling van hun verschuldigde naar den
vierden grondslag, het bij art. 28, 3, vastgestelde tarief, steeds ambts
halve worden toegepast.
IVijziging van het formulier van het beschrijvings-biljet.
Art. 4. In het formulier van het beschrijvings-biljetvastgesteld bij art. 30
1 der wet, zullen de, ten gevolge der bepalingen van de tegenwoordige
wet, noodige wijzigingen worden daargesteld.
Toepasselijkheid van sommige bepalingen dezer wet ook voor het
dienstjaar 1835.
Art. 5. De bepalingen van art. 1 dezer wet zullen mede worden toege
past op het dienstjaar 1835.
Lasten en bevelen, enz.
Nog blijkt uit de door Zijne Exc. den Minister van Financien overgelegde
staten, dat op den 1 October dezes jaars, zich in leven bevonden: 11 ge
pensioneerden, ingeschreven in het grootboek der voormalige getierceerde
kerkelijke pensioenen, die te zamen genieten ƒ2,619; 3442 gepensioneerden,
ingeschreven op dat der buitengewone pensioenen, en trekkende 885,137;
255 gepensioneerden, ingeschreven op het bijboek der buitengewone pensioe
nen, -te zamen trekkende 107,357; 2457 gepensioneerden, ingeschreven op
het grootboek der gewone pensioenen, te zamen trekkende ƒ705,168; 6165
gepensioneerden, te zamen trekkende 1,700,281. Op het grootboek der
gewone pensioenen zijn nog twee personen ingeschreven, die in 1738 gebo
ren zijn, en alzoo bij de 98 jaren bereikt hebben.
Blijkens de overgelegde staten der in- en uitklaringen van zeeschepen
over den jare 1834, in en uit de verschillende havens van dit llijk, zijn er,
in dat jaar, ingeklaard 5647 schepen en vaartuigen, alst. 5319 mgt 6364*7
tonnen geladen en 328 uiet 25592 tonnen ballast; uitgeklaard zijnj5)732 sche
pen, ais: 2273 met 406253 tonnen geladen en 2505 met 266515 tonnen ballast.
Vrijdag den 23 October is de Commissie van de Tweede Kamer der
Staten-Generaalbelast met het vervaardigen van een ontwerp van adres,
in aut-woord der IConfnglijke aanspraak, hii dp opening van de vergadering
der Staten-Generaal gehouden,.veigadcrd geweest, en heeft zij, n;ar men
verneemt, een opstel vervaardigd, hetwelk, naar men verzekert", Zafürdag
morgen in de afdeeHngen zal worden overwogen. Men verwacht niet dat
liet adres voor het laatst der volgende week zal worden aangeboden.
De Tweede Jfamer is den 24sten in cpmmitcó, vergaderd geweest, ten
einde over het adres van antwoord te beraadslagen. Het ontwerp, hetwelk
daartoe 'voorgesteld is, is, naar men verneemt, volmaakt een weerklank op
de troonrede des Konings. liet zou, ook door de Eerste Kamer goedge.
keurd zijndeWoensdag den Koning worden aangeboden.
HIl. MM. de Koning en Koningin, benevens de leden van het Koning-
lijk gezin in de hofstad aanwezig, hebben den 23stcn de tentoonstelling van
schilderijen bezigtigd.
I11 den avond van den 22sten dezer is de voorstelling in den Franschen
schouwburg te 's Ilage vereerd geworden met de hooge tegenwooMigheid
van HII. KK,HH. Prins en Prinses PrederikderNederlandenen HH. KK. HH.
Prins en Prinses Albert van Pruissenbenevens Z. K. H. deuErfprins van Oranje.
Naar men verzekert, zal de betrekking van wijlen den heer Flament,
Bibliothecaris der Koninglijke Bibliotheek te 's Hage, tot welker vervulling
zich, naar men wil, een zeer groot aantal personen had aangemeld, niet wor
den vervuld, doch zal dezelve worden waargenomen door den onder-Bibli
othecaris, den heerHoltrop, wien het inkomen, daaraan verbonden, zou zijn
toegekend. Aan denzelven zou een amanuensis worden toegevoegd.
Van de dezer dagen elders in omloop gebragte geruchten, wegens de
komst van Graaf Orlojfin 's Gravenhageen welke komst met de Belgi
sche aangelegenheden in betrekking zou staan, verneemt men aldaar niets,
en beschouwt zulks zeker als te voorbarig. Volgens de laatste berigten,
liield de Graaf zich bij voortduring te Frankfort op, en maakte er geenszins
eenige aanstalte, 0111 vooreerst van daar te vertrekken.
In den morgen van den 22 October heeft te 's Hage het genootschap
tot verdediging van de Christelijke Godsdienst tegen deszelfs hedendaagsche Be
strijders, opgerigt te 's Gravenhage, het feest van deszelfs vijftigjarig be
staan in het locaal der maatschappij Diligentia aldaar, plegtig gevierd. Bij
die gelegenheid heeft de Hoogleeiaar II. J. Royaards, als tijdelijk voorzitter
van bestuurders, eene redevoering gehouden, waarin hij, op eene uitmun
tende wijs, den oorsprong, de lotgevallen, den aard, het karakter, de werk
zaamheden en de vooruitzigten van het genootschap geschetst heeft. Eene
aanzienlijke schaar van toehoorders woonde deze plegtigheid bij.
Op den 19 October is te Amsterdam in den ouderdom van 58 jaren
overleden, de lieer Hendrik Doejf, Oud-Opperhoofd van den handel op Ja
pan, Ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw en lid van het
Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen; een
man, die zich onder anderen daardoor jegens het Vaderland verdienstelijk
heeft gemaakt, dat door zijne zorg, trouw en volhardingde Nederlandsche
vlag, gedurende den bangen tijd der Fransche overbeersching, niet opgehou
den heeft van het eiland Decima te wapperen. Ook het door hem uitgege,
ven geschrift, Herinneringen uit Japan getiteld, getuigde van zijne kunde
en regtschapenheid.
In de Groninger courant van den 5 October leest men:
De landbouwers dezer provinciedankbaar voor de vaderlijke zorg van
onzen geëerbiedigden Koning voor hunnen stand, op nieuw meest overtui
gend bewezen in Zr. Ms. besluit van den 29 September jl., waarvan zij reeds
dc weldadige gevolgen in de niet onbelangrijke prijsverbetering van onder
scheidene graansoorten ondervinden, zijn er op bedacht, om Z. M. dgarvoor
hunne meest opregte dankbetuigingen toe te brengen en bezig, adressen in
dien geest op te stellen.
T U R K Y E.
Konstantinopel den 29 September. De Sultan heeft bevel tqt eene alge.
meene kwijtschelding naar Scutari afgezonden. De gewezen Pacha van Scu
tari was naar Konstantinopel opontboden.
Uit Syrië verneemt men dat reeds egne bende Druzen, eene afdeeling
van Ibrahim-Pacha van 2000 man, geheel verslagen had, eh die Pacha zich
in eenen benaauvvden toestand bevond. Uit .Smyrna meldde men, dat Ce
Aegyptische, veldheer zijne troepen bij Tarsus' bad zaamget'rokk.endezelve
bedroegen meer dan 12,000 man, en dat ziin toestand niet 400 netelig was.
Berigten van Antalia, voor wier kust de Aegypcische vloot kruiste, geven
te kennen, dat Agenten van Mchcmcd-Alie aldaar liet volk tegen den Sul
tan opruiden.
Op Samos, schrijft men van Belgrado den 8 October, zou tegen de
provisonele Regering van dén Vorst Vogoridcs een opstand uitgebroken zijn;
wiens plaatsbekleeder in de vesting zou gevlugt zijn en daar do.or de opstan
delingen ingesloten wezen. Deze laatsten zouden eene deputatie gekozgn
hebben, welke hunne bezwaren naar Konstantinopel zou overbrengen, en
tegelijk eene andere deputatie naar Londen, oni bij mogelijk harde behande
ling van den Sultan, de Engelsche hulp in te rcepen.
PORTUGAL.
Het Gouvernementele dagblad bevatte den loden een dagorder van den
Generaal Azedogeschreven uit het hoofdkwartier Belem, den 6den dezer.
Wij nemen van dezelve het volgende over:
Z. Exc. de Maarschalk, Hertog van TcrceiraOpperbevelhebber van het
leger, beveelt, dat er kennis gegeven wordt aan de'n Brigadier-Gcfieraal it
Almeida Serraobevelhebber van het corpsbestemd om zaam telwerken met
da magt van H. Kath. M... tegen de opstandelingen vgn den Pretendent, dat
het Gouvernement van bare Portugesche Maj.Jbesloten heeft, dat de voor
hoede van dit corps.onnuddelijk in Spanje za! binnenrukkenen dat de ove
rige troepen van dit corps hetzelve in dezelfde rigting zullen Volgen.
Z. Exc. is verzekerd, dat de Portugesche woepen, die zooveel dapper
heid getoond hebben in het bevechten van de vijanden van de Koningin Dona
Maria en van het land, indien het noodig is, dezelfde proeven van dapper
heid zullen geven, door tegen de opstandelingen op te trekken, die de na-
tionale 'vrijheid en de wettigheid van den troon van -Isabella'II inhet' naburij
Koningrijk trachten omver te -werpen.
Z. Exc. beveelt met nadruk aan den Brigadier-Generaal Serrao om het
oogmerk, waarotn het bulp-Ieger-corps de grenzen overtrekt toch niet te
vergeten het is 0111 het Spaansche Gouvernement bij te. staan in het bestrij
den en uitroeijen van de factie van den Pretendent en verder niets. Derhalve
moeten zich de Portugesche troepen in geene andere beweging, welke ia
het land kon voorkomen, inlaten.
Eindelijk hoopt Z. Exc., dat na den troon van Isabella II te hebben hel
pen schragen, het Portugeesch hulp-corps in het vaderland terug zal keere»,
met zich medevoerende de zegeningen en de loftuitingen van het geallieerd
Koningrijk.