k-A^M
A". 1835.
L E Y D S C II E
C 0 5J R A
Woensdag
A r J 4 b&
-■ '\if>i-'j'
den 14. October.
NEDERLANDEN.
Lev den den ?3den October.
Gisteren middag is H. K. H. Prinses Louise, Dochter van Z. K. H. Prins
frederik der Nederlandenalhier doorgekomen, zich naar 's Hage begevende.
Heden is alhier gepasseerd H. K. H. Prinses Albrechc van Pruissen, met
floogstderzelver Dochter, H. K. H. Prinses Charlotte, en Hare Maj. de Ko-
aingin der Nederlanden, met verder gevolg, zich naar 's Hage begevende.
Morgen ophtend, te 10 ure, zal Z. K. H. Prins IVillem alhier doorkomen,
zich 'uit 's Hage naar Soestdijk begevende, om aldaar H. K. K. H. de Prinses
ton Oranje te verwelkommen.
Het Koningrijke besluit, vyaarvan wij dezer dagen gewag maakte, en
waarbij bepalingen worden vastgesteld, zoo omtrent het bevorderen in het
vervolg van eerste Luitenants tot Kapitein of Ritmeester, als omtrent het
vérheften van militair tot den rang van officier, mitsgaders omtrent het toe
laten bij de corpsen van vrijwilligers, om naar den rang van officier te din
gen, het een en ander uitsluitend voor de wapens der infanterie en kavalerie,
is genomen op grond, dat zoo wei bijzondere bekwaamheden en kennis in
het militaire vak, als trouwe langdurige dienst, de hoofdpunten zijn, welke
in het welbegrepen belang van ons leger, bij het bevorderen van officieren
tot eenen hoogeren rang, op den voorgrond verdienen te worden geplaatst;
alsmede dat het voor Zr. Maj. dienst hoogst wenschelijk is, dat de meeste
talent-volle officieren nog in de kracht huns levens de hoogere rangen kunnen
beTeiken. Z. M. verlangende, in overeenstemming met dat beginsel, zoo
danige bepalingen te maken, als welke het uitzigt openen van eene vroegere
bevordering voor die officieren, welke door buitengewone krachtsinspanning
in het ueoefenen der krijgskundige wetenschappen, zich daarin, met bijzon
dere bekwaamheden en kennis hebb.en toegerustzonder het billijk vooruit
ziet op de bevordering te ontnemen aan hen, die, door eene langdurige mi
litaire loopbaan eene eervolle anciënniteit hebben verkregenen wijders
verlangende dar de jonge lieden, welke als vrijwilligers in dienst treden, met
eogmerk om eenmaal naar den rang van officier te duigen, die voorbereidende
kennis bezitten, welke hun van nut kan zijn tut het verkrijgen der kundig
heden, welke van hen gevorderd werden, in geval zij eenmaal in vervolg,
van tijd tot het afleggen van een examen voor den rang van ade Luitenant
mugten worden toegelaten heeft besloten
Art. 1. De bepaling, vervat in art. 4 van Ons besluit van den 25 Septem
ber 1826, N°. 9, volgens welke het afleggen van een examen noodzakelijk
yereischt wordt om in aanmerking te komen voor eene bevordering tot Kapi
tein, wordt mits dezen, voor de infanterie en kavalerie met de dagteekening
dezes ingetrokken.
2. Te rekenen van den isten Julij 1836, zullen de iste Luitenants bij
die wapens, welke alsdan twee jaren.'in dezen 'graad gediend zullen hebben;
Zich kunnen aanbieden om het examen N°. 1, vastgesteld bij Ons besluit van
den 23 December 1827, N°. 139, af te leggen.
.3. Van de zoodanigeh der iaatst bedoelde eerste Luitenantsdie aan de
vereischten van dit examen zullen hebben voldaan, zal bij het Departement
van Oorlog eene afzonderlijke ranglijst worden opgemaakt en aangehouden,
terwijl, bij voorkomende open plaatsen van Kapitein of Ritmeester de lijst
dezer officieren aan ons zal worden aangeboden, opt uit dezelve eene keus
te doen, overeenkomstig met het voorbehoud van ons besluit van den 20
Junij 1822 N°. 30.
4. Te beginnen met Julij 1837, zullen de bepalingen voor het afleggen
van examen tot tweede Luitenants vastgesteld bij ons besluit van den 25
September 1826, N°. 9, voor de infanterie en kavalerie wederom in wer
king worden gebragt, zoodanig als dezelve zijn opgenomen in het voorschrift
van examen, letter D van dit besluit; terwijl dus ook de bepalingen van ar
tikel 9 van dit Voorschrift worden in stand gehoudpn.
5. Bijaldien, vóór het tijdstip in artikel 4 aangegeven, eene bevordering
tot 2de Luitenants bij de infanterie of kavalerie mogt plaats hebbenof wel
dat ook later door de omstandigheden, eene of meerdere benoemingen tot
dezen graad mogten gedaan worden zonder voorafgaand examen, zullen de
dus bevorderde 2de Luitenants, alvorens in aanmerking te kunnen komen 0111
tot iste Luitenants bevorderd te worden, hetzelfde examen tengenoege moe
ten afleggen, waaraan zij anders, bij hunne eerste bevordering, elk volgens
zijne positie onderworpen zouden zijn geweest.
6. De laatstelijk bedoelde officieren zullen, twee jaren na hunne rangs-
verkrijging, geregtigd zijn zich aan te bieden om het hier bedoelde examen
af te leggkn.
7. Voortaan zal niemand worden toegelaten of aangesteld als vrijwilliger
bij de infanterie of kavalerie, om later naar den graad van officier te dingen,
ten zij alvorens een examen te hebben ondergaanen daaraan volkomen vol
daan te hebben.
8. De voorwaarden welke bij dit examen zullen moeten worden ver
vuld om in aanmerking te komen tot plaatsing als vrijwilligerzullen
dezelfde zijn als die welke van toepassing zijn bij' de admissie op de militaire
Akademie, en zoodanig als dezelve zijn opgegeven in het negende hoofd
stuk van het reglement voor deze Akademie vastgesteld; terwijl ondertus-
schen de kinderen van officieren beneden den graad van Hoofd-officier ver
schoon zullen zijn van de vervulling van het vervatte in c van art. 357 van
voornoemd negende hoofdstuk.
Hetzelfde voorregt zal kunnen worden toegekend aan de kinderen van
Hoofd-officieren, bijaldien laatstgemelden schriftelijk hun verlangen dien aan
gaande te kennen geven en zich in de onmogelijkheid bevinden, het gezegde
bij c van art. 357 te doen vervullen.
9. De wijze van toelating tot het examen en hoedanig hetzelve zal wor
den afgenomen, alsmede de tijd en de plaatsbepaling, zal later door het
Departement van Oorlog worden geregeldterwijl in allen gevalle slechts
eenmaal 's jaarseen dergelijk examen zal worden afgenomen.
Bij Koninglijk besluit van 15 Sept. jl., zijn de pensioenen geregeld van
eer. aantal zoo Hoofd-als andere officieren,welke op non-activiteit gesteld waren.
Zijne Maj. de Koning heeft aan den heer,/". BrometRijks Ambtenaar
bij het Collegie van Justitie en Politie te Suriname, verleend eene zilveren
medaille, voorzien van Hoogstdeszelfs beeldtenis en een gepast opschrift aan
de keerzijde, als een blijk van erkentelijkheid wegens eene door hem ten ge
schenke overgezonden fraaije verzameling van natuurkundige voorwerpen,
ten behoeve van s Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leyden en het
Koninglijk Kabinet van Zeldzaamheden te 's Gravenhage.
De buitengewone Hcogleeraar C'. A. Bergsma is, ter vervanging van Pro
fessor Kops, tot gewoon Hoegleeraar in de Wis- en Natuurkundige Wetetb
schappen te Utrecht benoemd.
Den 10 October is, naar men verneemt, in den Raad van State te 's Hage
behandeld het ontwerp van wet tot opbeuring van den kwijnenden staat van
den landbouw, door het invoeren van beschermende regten, zoo op de gra
nen,, volgens de schaal eener klimmende en dalende markt, als op andere
voortbrengselen van den landbouw; welk ontwerp, behoudens eenige wijzi
gingen, urn-die vergadering Zou zijn aangenomen.
f- Naar men verneemt, houden verschillende Kamers van Koophandel in
de provincie Holland Zich bezig met de opstelling van adresseri aan de Statén-
Generaal,waarbij zij derzelver bezwaren tegen eene verhooging der inko-'
mende regten op de granenals den handel benadeelende, zullen doen kénnen.
Verleden Zaturdag ochtend vroegtijdig is de eerste pink, toebehoorende
aan den Reeder M. Varkevissermet verschen haring van de Engelsche kust
te Scheveningen aangekomen, en een half uur later, een van den Reeder
P. van Duine, eerstgömelde met 40,000, de tweede met 24,000 Dadelijk
zijn de present-haringen aan Zijne Maj. den Koning, mitsgaders aan de hooge
Autoriteiten in 's Hage, afgezonden. Het ruwe weder heeft waarschijnlijk
belet, dat er sedert meerdere, van de 35 afgevarenen, zijn aangekomen.
De prijs van dén haring is 40 de iooö geweest.
Uit Franeker meldt men vin den 8 October, dat de heer IV. A. Ensche
dé, onlangs door Zijne Maj. benoemd tot Hoogleeraar in de Wis- en Natuur
kundige Wetenschappen bij hetAthenaium aldaar, den vorigen dag die betrek
king plégtig heeft aanvaard met het houden eener redevoering: de auxiliis,
qua disciplinis Mathematicis et Physicis migendis inserviühtd. i.over de hulp
middelen die strekken ter bevordering der JVis- en Natuurkundige PVetenscKappcn
Uit Groningen schrijft men van den 8 October:
Men verneemt met genoegen, dat onze verdienstelijke stadgenoot de heer
AI. J. Senn van Bazel, die herhaalde malen ons Museum van Natuurlijke
Historie, onzen Hortus en het Genootschap ter bevordering der Natuurkun
dige Wetenschappen met belangrijke geschenken verrijkte welke tot hiertoe
slechts waarnemend Consul der Nederlanden in China; was, dezer dagen door.
Z. M. tot effectief Consul voor dat tRijk benoemd is.
T U R K Y E.
KonstantinoPel den 16 Sept. De berigten uit Albanië van eene nieuws
dagteekeningen ontvangen, laten verwachten, dat de Insurgenten zich aldaar
onderwerpen zullen. Wel is waar zouden op het berigt van den aanmarsch
van den Rnmely-IVal/essey ernstige aanstalten tot verdediging daargesteld zijn
maar echter te gelijk tweedragt onder de Insurgenten uitgebroken wezen,
omdat eenigen verklaarden zich zonder voorwaarden aan de genade van den
Sulcan te willen onderwerpen, anderen echter hardnekkige verdediging ver
langden, en slechts onder zekere assurantie de wapenen wilden nederleggen.
Bij zoodanige omstandigheden kan het aan de troepen van den Grooten Heer
niet moeijelïjk vallen, den opstand te onderdrukken.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 9 October.
Men leest in het Journal de Paris
Een brief van St. Gaudens van den 2 October bevat de volgende nieuws
tijdingen
Men zegt dat er een gevecht den 20 September te Organya bij Send'Urgel
heeft plaats gehad, tusscherr de Carlisten en tie CfiristiWs met het vreemde
legioen, hetwelk veel volk zou verloren hebben, maar eindelijk meester van
de plaats geworden, de soldaten en officieren die er zich bevonden, over de
kling zouden gejaagd hebben.
Onder hen was de beruchte monnik Ëenei, Het scheen, dat de Carlisten
op hunne beurt den Generaal der Christinps CJioitroucq gevangen genomen of
gedood hadden.
Hetgeen zeker schijnt, is, dat de Carlisten thans de zoutgroeven en Gerry,
ft iet ver van de vallei, van Aran bezetten en alle gemeenschap met het bin
nenland van Spanje onderscheppen.
Men leest in den Indicateur de Bordeaux van den 6 October:
Sedert Zondag was er quaestie van een heet gevechthetgeen in den om
trek van Victoria zou hebben plaats gehad. Thans, na vele rapporten en
eert bulletin te San-Sebastian gedrukt, is het geene twijfeling meer, maar
eene wezenlijkheid.
Het schijnt zeker, dat indien de Pretendent in het geheim zijn hoofdkwar
tier verlaten heeft, hij ten doel had zich naar Vittoria te begeven, om zijne
troependoor Cordova aangerandte hulp te komen. De slag heeft bij Vil-
larcayo plaats gehad, heeft drie dagen geduurd en is geëindigd met de vol-
komene nederlaag van 16 bataljons, welke Don Carlos aanvoerde; 9 zijn ver
slagen en het overige is in de grootste wanorde op Onate teruggetrok
ken in hetwelk Don Carlos aangekomen is in de grootste verslagenheid om
het hoofdkwartier te verdedigen: de 2 bataljons te Urnieta gekaritocneerd
hebben het bevel ontvangen, om zich met geforceerden marsch op Onate te
rigten. Men verwacht met ongeduld bijzonderheden over deze zaak, welke
veel moorddadiger schijnt geweest te zijn, dan die van Mendigoriareeds
zoo noodlottig voor Don Carlos.
Een brief geschreven van Pau door den Generaal Mina van den 3 Oc
tober, melde, dat hij den 7den of uiterlijk den 8sten naar Barcelona zou ver
trekken. Berigten over Parijs van den ió October.
Brieven van Madrid van den aden, bevestigen de tijdingen, die reeds me
degedeeld zjjn.
De Koningin heeft den 29sten September het volgend besluit genomen:
In overweging nemende de' réden, welke gij mij' hebt voorgehouden, zoo
heb ik nuttig geoordeeld, om, ad interim, in naam van mijrie Doorluchtige
Dochterde Koningin Isabella II, en tot dat het stuk aan de overweging
der Cortes kan voorgelegd worden, te bepalen hetgeen volgt:
Eenig artikel. De geheele nationale garde van Madrid en van de pro
vincievan alle wapenen, zal tot eene afdeeling georganiseerd worden,
welke onder de dadelijke bevelen van eenen Opperbevelhebber en onder de
inspectie van eenen officier-Generaal staan zaldie geautoriseerd zijn om
dezelve eene uitbreiding te geven, welke zij nutcig zullen keuren en volgens
de ordonnantiëndie op dit corps betrekking hebben.
Het besluit totzamenroeping der actuele Cortes, wordt voorafgegaan van
een stuk van Mendizabal, hetgeen men als een nieuw manifest van dat
Ministerie kan aanmerken.