Keizer Ferdinand te ledigen, want voegde hij er bij: „de gezondheid van den Grooten Heer drink ik alle dagende toast echter op den Keizer van Oostenrijk, heb ik nog nooit gedronken." Belgrado den 17 September. Brieven uit Konstantinopel van den 9den melden, dat algemeen het gerucht verbreid was, dat de onlusten in Scutari waren bijgelegd. Ik kon den grond van dit berigt niet beoordcclenhetwelk misschien slechts door de bekende overeenkomst, of de nieuwe afzending van troepen verspreid wordt; ik meende echter daarvan melding te moe ten maken. De pest duurde nog altijd voort, doch zonder een boosaardig karakter te toonen. De bekende geschenken van Vorst Milosch voor den Sultan, zonden door eene bare som van 500,000 piasters vergezeld geweest zijn, hetgeen waar schijnlijk tot de goede ontvangst door den Sultan veel bijdroeg. RUSLAND. Petersburg den 12 September. Door den Keizer is het volgende bepaald: Daar wij het mogelijk achten voortaan niet meer twee afzónderlijke iegers te onderhouden, zoo bevelen wij, dat de generale staf van het eerste leger met den isten September dezes jaars ontbonden en tot afdoening der werk zaamheden van dezen staf, en,tot sluiting van de rekeningen der intendanten van het eerste en tweede leger, eene afzonderlijke tijdelijke Commissie be noemd worde. Onder goedkeuring en toezending aan den dirigerenden Se naat van het reglement dezer Commissie, bevelen wij, dat hetzelve ten uitvoer worde gelegd. Aan den Vorst Paskewitsch heeft de Keizer den 13 geschreven: Vorst Jokann Theoderowitsch! Gedurende mijn tegenwoordig verblijf in het Koningrijk Polen, en bij de herhaalde wapenschouwingen over de troepen van het, bij Kalisch vereenigde derde infanteiie-corpsheb ik met de groot ste tevredenheid nieuwe bewijzen ontwaard van de uitstekende vervulling der talrijke op u rustende pligten. Door uwe wijze werkzaamheid en onver moeide zorg vorderen alle de takken van beheer in het Koningrijk Polen meer en meer op den weg naar het voorgestelde doel, de welvaart en het nut zoowel van het geheel, als vart elk burger in het bijzonder. Door uwe bemoeijingen zijn de troepen van het active leger tot den hoogsten graad van krijgstucht en orde gebragt gewórden. Terwijl ik 11 dus daarvoor op nieuw mijnen bijzonderen dank, en mijn volkomen welgevallen betuig, ver plaats ik, ten bewijze daarvan, u'wen zoon in het Preobaszenskische lijf garde-regiment waarbij hij gelijk vroeger in het regiment van uwen naam geteld zal wórden. Moge hij in deze plaats bij een der oudste garde-regi menten en in het naar u genoemde dappére regiment dezelfde verhevene deugden verwervendie aan uwe diensten eene zoo regtmatige aanspraak op mijne dankbaarheid en op die van het vaderland en de nakomelingschap ver zekerd hebben. Ik blijf steeds 'uw toegenegen „Nikolaas." De Engelscbe Courrier deelt van den 23 September, twee staten mede, betrekkelijk de scheepvaart van twee der belangrijkste havens van Rusland, Petersburg en Riga, welke door hét Russische tolbestuur zijn zamengesteld. Daaruit blijkt, dat in het jaar 1831 in eerstgenoemde haven zijn binnenge vallen 1,598 schépen, metende zamen 145,400 ton, uitgegaan 1,592 sche pen, metende zamen 145,307 ton. Hiervan nu waren meer dan de helft Britsche schepen, zijnde er 910 van dezelvemetende 96,101 ton binnen- e'n 909, metende 95,854 ton uitgelóopen. Slechts 44 Russische schepen niet wél 8000 ton groot, waren in- en uitgegaan. De vlag, welke de naaste op de Britsche volgde, was de Nederlandsche; zijnde er in 1831 in Petersburg binnengekomen 135 schepen, metende 7,508 ton, en uitgegaan 131 schepen, groot 7,260 ton. In Riga waren in dat jaar binnengêloopen 1,611 schepen, metende 111,867 ton; uitgegaan 1,605 schepen, metende 111,443 ton. Daarvan waren Britsche schepen, ingeklaard 755, groot 58,736 ton, uit geklaard 750, metende 58,190 ton; Russische ingeklaard 39 schepen, me tende 3,271 ton; uitgeklaard 39, groot 3,352 ton; Nederlandsche (wederom het naast op de Engelsche volgende), ingeklaard 148 schepen, metende 8,746 ton, uitgeklaard 147, groot 8,706 ton. In 1831 werd veel koren Uit Rusland naar Engeland gevoerd, (937,000 quarters); doch niet te min beliep oqk in 1834 het aantal Britsche schepen, dat uit Petersbug zeilde, 716 van de 1558, welke gezamenlijk vandaar uitliepen. Het geheel bedrag van den uitvoer uit Rusland naar alle landen, te zee en te land, beliep in 1833, 236,745,000 roebels, van welke de uitvoer naar Groot-Britannie 111,248,000 bedroeg. Volgens officiële opgaven bedroeg de invoer van Groot-Britannie in Rusland 57,862,000; welk bedrag, volgens den Courriernogtans veel hooger is. Van 297 schepen, welke in 1834 uit Archangel geklaard werden, waren niet minder dan 277 voor Britsche havens bestemd; en waren meest alle Britsche schepen. Talk is thans het voor naamste voorwerp van uitvoer uit Odessa, zoowel als uit Petersburg; en van 784,167 pud, welke in 1834 werden uitgevoerd, waren 673,447 pud voor Engeland bestemd. SPANJE. Don Carlos zou den 17 September de volgende proclamatie uit zijn hoofd, kwartier Murguia hebben afgevaardigd: Spanjaarden „De Goddelijke Voorzienigheid heeft, toen zij mij het beheer van dit schoone Rijk toevertrouwde, mij zware verpligtingen opgelegd. „Een geslacht, door den tuimelgeest der omwentelingen bevangen, schijnt overal de regeringloosheid, de wanorde en de ergerlijkste ontheiliging van de tempels, de dienaren der godsdienst, den troon en van al wat onschend baar moest zijn, te willen verbreiden. Op de onregtvaardigste overweldi ging mijner Koningrijke regten is een tijdperk van ontbinding, moord en plundering gevolgd. Niets wordt gespaard door degenen, die, door den geest van haat en wraakzucht aangedrevenden ondergang des vaderlands gezworen hebben. Ja, zonder de herhaalde overwinningen van het heldhaf tige leger, hetwelk ik mij verhoovaardig aan te voeren, zou weliigt die schaduw van Koningrijk gezag, die zij veinzen in wezen te laten om de staatkundige belangen van Europa niet al te openlijk te kwetseneveneens verdwenen zijn. „De Regeringen sidderen voor den afgrond, die zich in Spanje opent; dat vroeger bevoorregte landeens evenzeer beroemd door zijne trouw je gens de godsdienst, als jegens zijne Koningen. Zelfs de Kabinetten, die in den beginne de vestiging van een onwettig stamhuis mogelijk keurden, be ginnen thans de noodzakelijkheid in te zienom den vrede onder de scha duw der wettigheid en der wetten te herstellen. De tusschenkomst, door de zoogenaamde nationale Regering schandelijk afgebedeld, is haar bij her haling met minachting geweigerd, en die Regering heeft, in hare verlaten heid, zich gedwongen gezien, om tot een ellendig Portugeesch legioen en tot huurlingen uit alle landen hare toevlugt te nemen, ten einde met die hulp de rampen van Spanje te verlengen en in hare misdadige bedoelingen te slagen. Het rrmpzalig voorbeeld van overweldiging en ongehoorzaamheid heeft zijne natuurrijke vruchten gedragenalle de gewesten scheuren zich af van de hoofdstad, te magteloos om hen terug te brengen of te beschermen; en die oproerig bewegingen worden voorafgegaan van buitensporighedenwaar van het de .-beeld doet ijzen. Te mid :ti van dezen staat van crisis is het dringend noodzakelijk dat alle Spanja: den, dien naam waardig, zich rondom hunnen Koning vereeni. gen; de goedertierenheid zal mijne leus zijn, met uitzondering ten aanzien dergsnendie als aanvoeders of belhamels, de voorname oorzaak dezer ijsselijkhjiden geweest zijn. Mijne vijanden lasteren steeds mijne vaderlijke bedoelingen zij verre tenhoe zeer de ondervinding der rampen onzer dagen ons allen nuttige lessen geeft. Dat de terugwerking binnen de grenzen der wetten beperkt blijve; dat alle harrstogten en allé willekeur voor de géregtigheid zwijgen; dat goede trouw in de betrekkingen met onze hondgencoten plaats hebke, zonder dat wij op de binnenlandsche staatkunde van anderen cenigen invloed uitoefenen, ten einde het regt te bezitten, 0111 wederkeerig eene volkomene onafhankelijkheid te vorderendat de regten en wettige privilegiën van al len worden geëerbiedigd, zoo als ik op mijne beurr mijne onverjaarbare voor- regten zal doen eerbiedigendat de gestrehgste spaarzaamheid in het bestuur eene dadelijke en stellige verligting aan mijn volk en eene vergoeding voor dé ramp'endie het thans ondervindtbezorgedat dus alle geldverspillin gen ophouden, en daarentegen een iegelijk naauwgezet de wetten, de be sluiten en de beloften der kroon nakomedat en niets anders is mijne staat kunde Door het achterblijven van onze Fransche berigten, deelen wij de volgende particuliere correspondentie van het Algemeen Handelsblad mede: Parijs Dingsdag 29 September De beurs was heden zeer bewogen door de tijdingen uit Spanje, die van eencn zeer onrustwekkendenden aard waren. Men verzekerde dat het Gou- verffement per telegraaf het berigt zoude hebben ontvangen dat de Marquis de las Navas, 11a 12,000 (volgens anderen 18,000) man te Valencia vereenigd te hebben, aan het hoofd derzelve naar Madrid was opgerukt, met het doel om aldaar de constitutie van 1812 uit te roepen, Maria-Christina van het Regentschap vervallen te verklaren en eenen Regentschapsraad in naam van Isabella II daar te stellen. Men voegde er bij dat de heer de Raytievalonze Gezant te Madrid, die stad verlaten had, na er eenen Zaakgelastigde te hebben achtergelaten, en dat hij op reis was om naar Parijs terug te komen. Eindelijk beweerde men in den hoek der legitimisten, dat het gevecht van den aosten, waarvan de telegraphjsche depêches sedert eenige dagen gespro ken hebben, geheel ten voordeele der troepen van Don Carlos was afgeloo- pen en dat twee Generaals der Koningin daarbij gesneuveld waren. Op de Fransche fondsen hebben deze tijdingen slechts weinig gewerkt, omdat aileen de zekerheid eener interventie eenen nadeeligen invloed op die effeccen kan uitoefenenop de Spaansche fondsen was daarentegen de uit werking hoogst ongunstig, en bijna alle soorten derzelve zijn van 2 tot 2jpCt. achteruit gegaan. De brief van eenen tweeden correspondent luidt als volgt: Er zijn brieven van Madrid van den 23sten ontvangen. De Generaal Las Navas rukte op die stad aan, niet eene legermagt der Junta'ster sterkte van 15,000 man. Drie duizend soldaten hadden zich bij Las Navas gevoegd. Het oogmerk dezer beweging was, zegt men, de constitutie van 1812 te proclameren. Men wilde ter beurze weten, dat te Madrid de constitutie van 1812 was geproclameerd; dat de Koningin-Regentes en de Fransche Gezant, de heer de Rayneval, de hoofdstad hadden verlaten, en eindelijk dat de heer Mendi- zabal zijnen post zoude nedergelegd hebben. De junta van Gerona heeft aan die van Barcelona hare onderwerping ingezondener zal in laatstgemeide stad eene centrale Junta worden inge steld voor de provinciën Katalonie, Arragon, Valencia en Murcia; eene an dere Junta zal te Andujar zitting houden, om tot punt van verbinding te die nen voor de bijzondere Junta's van Andalusie; allerwege regelt en vestigt zich de beweging. Het dagblad van Saragossa van (14 September deelt een vrij opmerkelijk stuk mede, zijnde namenrijk eene petitie van onderscheiden geestelijken aan de Gouvernements-Junta: De Priesters-zeggen de petitionarissenhebben als alle andere mannen; het natuurlijk regt 0111 de wapenen te dragen, tot hunne persoonlijke verde diging en tot die van het vaderland. Het zoude niet moeijelijk zijn, daarvan het wettigend beginsel en de voorbeelden aan te halen maar de groote ge leerdheid dezer Junta maakt ons zulks overbodig dien ten gevolge verzoe ken wij uwe magtiging tot het oprigcen eener compagnie geestelijkenom mede te strijden tot het behoud der orde en des vaderlands. De Opper-Gouvemements-Junta heeft onverwijld deze aanbieding aange- nomen, en heeft beslist dat de geestelijke compagnie zoude erkend worden; zoodra zij eene effectieve sterkte vaft dertig gewapende Priesterszoude bezitten. Te San-Sebastian is eene zamenzwering ontdektdie ten oogmerk had deze plaats aan de Carlisten over te geven, die, sedert de expeditie van Bilbao, van het grootste gedeelte harer troepen was ontbloot. Cordova rukt tegen de Carlisten opdie Bilbao weder genaderd waren. Men verzekert dat Morillo, na in de Corunna aan-de liberale beweging te hebben deel genomeneensklaps van daar vertrokken is De Uibanos worden door de geheele provincie aangeworven en op bevel der Junta's worden vrijbuiter-corpsen opgerigt en tegen de Carlisten opgezonden. Don Carlos heeft den 2isten met den staf van zijn leger zijnen intogt in Tolose gedaan. De tijdingen van den kim der Carlisten behelzen, dat het gevecht van den 2osten voor hun voordeelig zou geweest zijn; de Christi- nos geslagen en van hun twee Generaals gedood waren. Ook in Katalonie zou volgens die berigten de toestand der Carlisten zeer gunstig zijn, heb bende Guerge reeds 12,000 man onder de wapenen; de soldaten van het vreemde Fransche legioen loopen in massa tot hen over. Nadere berigten uit Parijs van den 30 September melden dat de Car- listiscbe Generaal Eraso den 22Sten overleden is; De rust was te Valencia hersteld. De Graaf VAlmodovar had zijne func tion hervat. De Gouvernements-Junta is ontbonden. Het Journal de Paris meldt nu als zeker, dat de Marquis de las Navas naar Madrid oprukte en men aldaar in groote vrees verkeerde; de Generaal Latre was tegen hem gezonden om zijnen loop te stuiten, doch bijna alle zijne soldaten waren tot den Marquis overgeloopen. Ondertusschen worden de troepen van de las Navas slechts op 3 a 4000 man geschat, doch men weet, dat de soldaten der Koningin voor hem zeer zijn ingenomen en hem stellig de hand zullen leenen. Een ander Generaal Quiroga was hem nu te gemoet gezonden, om met hem te onderhandelen; men beloofde zich echter hiervan niet veel goeds. Door de Gazette de Madrid wordt eene Koningrijke aanschrijving medege deeld, door den nieuwen Minister aan alle de Kapitein-Generaals en burger lijke Gouverneursdie zich niet met de zich opgeworpen hebbende Junta's vereenigti hebbengezonden waarin beloofd wórdtom de door hun inge leverde bezwaren dadelijk te zullen onderzoekenen indien dezelve de me dewerking der Cortes vereischtten dezelve in de eerste vergadering derzelve ter berde te brengen. Te Carthagena heeft een ernstig oproer plaats gehad. De Generaal Valdez en de Gouverneur der stad zijn genoodzaakt geweest zich in het Fransche Gezantschaps-hótel te redden. De Junta's van Arragon hebbenwan de Koningin geëischtdat de volgens het testament van Ferdinand Vil ingestelde Gouvernements-Raadontbon den worde. DUITSCHLAND. De Koning van Pruissen is den 2Östen te Töplitz aangekomen. Z. M. de Keizer van Rusland was reeds aldaar den aksten gearriveerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 2