8éfênveel venooning zoo wel van hunne blijdschap als van hunne smart. Zij roepen luide den dood aan dat hij hunne bloedverwanten, hunne vrienden terug géve; hoewel de dood nimmer iets heeft teruggegeven, heeft de on dervinding van vele eeuwen hun dit denkbeeld niet kunnen ontnemenen Zoo doende kwellen zij de levenden door magteloos klagen. Ik heb veel volk in het hospitaal verlorentwee van de vier genees- heeren, een knap jong mensch een Arabisch chirurgijn, de eenige die mij in de lijkopeningen behulpzaam was, mijn apotheker en drie oppassers. Of al de personen ten gevolge der ziekte zelve of van het in aanraking komen met pestkranken overleden zijnis mij onbekendhet ontstaan der ziekte door besmetting is echter hoogst zeldzaam, want wij zijn aan dit gevaar van alle kanten blootgesteld. Wat mij betreft, ik laat de kwestie van besmetting ter zijde en maak slechts pathologische en therapeutische nasporingen. „Deze laatste wijze van waarneming is eene zeer gelukkige ontdekking; men loopt geen gevaar het leven van den patient in de waagschaal te stellen, want de uitslag is schier altijd noodlottigwanneer de zieke aan de midde len der natuur alleen wordt overgelaten. De Europeanen ontkomen den dood nimmer; er bestaat geen voorbeeld van genezing; doch dit sterven is zacht en daarom troost ik mij. Ter ondersteuning van hetgeen ik hier beweer, moet ik een door mij waargenomen geval verhalen: „Een uitgeweken Pool, Leopoldts genaamd, geneesheer in mijn hospitaal, deed mij weten, dat hij wegens ongesteldheid te bed bleef. Ik ging hem be zoeken; hij was schijnbaar rustig, doch de pols joeg geweldig. De zieke zeide eenige zwelling in de lies te gevoelendit was de pestbuil. De pa tient dronk veel gedurende den nachthij kon zich zeiven bedieneneen enkele zijner vrienden was bij hem geblevendoch durfde hem niet te nade ren. Den volgenden morgen nader ik zijn bed, vat zijne hand, hij was dood! Men kan zich de verschillende gedaante niet verbeeldenwelke deze geduchte ziekte aanneemt. De groote belangstellingwelke een zoodanig verschijnsel mij inboezemt, houdt mijnen geest in eenen toestand, die vol maakt geschikt is om door die plaag niet aangegrepen te worden. Overigens heb ik vrijwillig den post aanvaard, dien ik bekleed, en hoop denzelven in gezondheid te zullen nederleggeu, of luiden te kunnen zeggen: ik heb mij nen pligt als mensch en geneesheer vervuld. Wel denk ik dikwerf aan mijne ondersten vrienden; doch wanneer het ongeluk mij treft, laten zij zich troo sten eigenlijk zijn slechts zij te beklagendie leven en sterven als planten. Ik ben dezer dagen bij Ibrahim-Pacha toegelaten geweesthij ontving mij en twee confraters in eenen tuinmaar verzocht ons op eenen afstand te blijvenuit vrees dat hij door de besmetting mogt worden aangetasthij ge. looft sterk aan den besmettelijken aard der ziektevermits hij gelooft dat het gevaarlijk is de pestzieken te naderen; hij vroeg ons onder anderen, wie zich het meest blootstelde. Toen men daarop antwoordde dat wij allen ge lijkelijk voor dat gevaar bloot stonden, zeide hij: het spijt mij dat men mij niet een eenigen opnoemt, van wien ik zoude kunnen zeggen: deze is de grootste gek van alle drie. Daarentegen vervolgde hijmóet ik u zeggen datindien ik in Syrië slechts drie soldaten had overgehoudenik de dienst van den vierden zoude hebben verrigtieder heeft moed in zijne eigene po sitie. Kom mij van tijd tot tijd bezoeken en tracht zulks in uw tegenwoor dig getal te doen. Al deze gezegdenwaarvan sommige niet slecht gekozen warengin gen van toomeloos gelach vergezeld. Ik zeide onder het heengaan tegen mijnen vriend: ik geloof dat Zijne Hoogheid ons niet ongaarne zoude zien den geest geven, ten einde alzoo de bevestiging te vinden van de vrees, welke hij voor het besmettelijke der ziekte voedt. „Ik kan u als nieuwstijding melden, dat in Syrië een opstand is uitge barsten; er zal wederom veel bloed stroomen; Ibrahim-Pacha is een ware menschenmoorder; hij zal gaarne de taak op zich nemen om de insurrectie te bedwingen. Ik vergat u te berigten dat hier drie honderd St. Simonisten aan de pest zijn overleden, de overige zijn naar Opper-Aegyte getogen; zij verkeerden hier in een deerniswaardigen toestand en speelden eene bespottelijke rol." T U R K Y E. Van de Bosnische grenzen wordt van 5 Junij geschreven, dat in die landstreek ook de pest was doorgedrongen, schoon men dezelve wilde bedekt houden. TRiësT den 7 Jnnij. Volgens brieven uit Scutari was die stad het tooneel van gewigtige gebeurtenissen. Het is bekend, dat de Pacha van Scutari reeds sedert langen tijd van de Turksche bevolking van Scutari de som van 200,000 Turksche piasters als contributie vorderdewaartegen deze zich echter ver zette daar ook de Christelijke bevolking zich bereid had verklaard de haar opgelegde contributie van tijd tot tijd te voldoen. Zoo was de stand der din gen geruimen tijdzonder dat van den eenen noch anderen kant eene verdere schrede geschiede, als de Pacha den 17 Mei men zegt vertrouwende op het bekomen berigt, dat de Turksche vloot aan de Albanesche kust aange komen was plotseling de toegangen tot den Bazar met troepen en kanon nen liet bezettenen aan de Turken den toegang tot denzelven verbood doch anderzins alle pogingen inspandeom de Christeneuvoor wie de Ba zar altijd open bleef, te overredenieder verkeer met de Turken af te bre ken en zich aan hem aan te sluiten, ten einde tot vervulling van zijne vorde ringen te dwingen. Doch de Christenen gaven te kennendat zij door dezen raad op te volgen slechts zich zeiven en hunne Turksche landlieden zouden schaden, aan wier wraak zij zich niet konden blootstellen enz. Op deze wijze verliep de 17 en 18 Mei. Öndertusschen maakten de Christenenvooruit ziende dat het tot verdere ernstige schreden komen zou, van dezen tijd gebruik, om het grootste ge deelte van hunne in den Bazar opgehoopte goederenin zezerheid te bren gener werden tegelijk tusschen de Turksche en Christelijke inwoners za- menkomsten gehouden en afspraken gemaakt. In dezelve schijnt besloten te zijngemeenschappelijk geweld met geweld te keerendaar men van beide zijden begreepdat de Pacha het doel hadhoewel hetzelve verber gende om oneenigheden tusschen de Christenen en Turken te zaaijenen met behulp der eene partij de andere afwisselend te onderdrukkenen de voorbereidselen met dit doel daargesteld waren. Naar alle kanten ijlden bo den om de bewoners van het omliggende land en der naaste bergen tot bij stand zamen te roepen, en den aanbrekende morgen van den 19 Mei waren alle naar de stad voerende wegen met gewapende boeren en geheele zwer men van strijdhaftige Morlacken, welke tot hulp van de stad ijlden, bedekt. Weinige uren na zonnen opgang, hoorde men reeds geweer- en pistoolscho ten in de straten en spoedig was een moorddadig gevecht begonnendat ge durende drie dagen met gelijke hitte nog voortduurdezonder eenig belang rijk resultaat geleverd te hebben. Echter scheen de zege naar de zijde des volks te willen overhellen en men geloofdedat de troepen gedwongen zou den zijn de stad te ontruimen en zich in de citadel te werpenwelke ove rigens voor hun groot aantal (er zouden bij het begin 5000 man geweest zijn) elechts voor vijf dagen levensmiddelen bevatte. Den 8 Jnnij. Uit Ragusa melden handelsbrieven van latere dagteeke- ning, in overeenstemming met mijn schrijven van gisteren, den voortgang van den Moedigen strijd in Scutari. Maar met betrekking tot den uitsiag wijken zij 'geheel van het aangevoerde vermoede af, dat het volk de zege praal zou behalen. Veelmeer zou volgens dezelve de Pacha met zijne troe pen de volkomenste overwinning behaald hebben. Vreeselijke wraak zou hierop gevolgd en op eene schrikkelijke wijs geplunderd, gebrand en ge moord zijn geworden. Als een der offers wordt de Katholijke Aartsbisschop van Scutari genoemd. Eenige aanzienlijke mannen uit Scutariwelke zich tot de inwoners vaa Montenegro begeven haddenzouden van deze uit geleverd zijn. Men sprak van eene te hopen intercessie vair Oostenrijlq daar deze van ouds voor de Christelijke bevolking van Albanië als-een be. schermer .werd aangezien. Deze berigten echter vorderen nog bevestiging, i Volgen berigten uit Corfu van 23 Mei had de Turksche vloot de kast 1 van Albanië, waar zij sedert korten tijd aangekomen wasden 15 Mei wederom verlatenom volgens hare eerste bestemming de vaart naar Tripoli voort ij zetten. GRIEKENLAND. Athene den 17 Mei. Het Konings-feest is verschovendewijl de kroon, schepter en zwaard nog niet aangekomen zijnen men niet met zekerheid bepalen kan, wanneer zij zullen aankomen. Waarschijnlijk hangt dit uitstel met het sedert kort uit Corfu hier aangekomen berigt te zamen, dat de stoom, boot, welke de vaart van hier naar Ancona deed, niet meer in staat is, deze vaart te doen en geene andere nog in derzelver plaats gekomen is. (Dt Fransche bladen noemden reeds over eenige weken het schipop hetweli die versierselen ingescheept waren.) De Turksche Commissaris heeft zijt pas gevraagd. RUSLAND. Een Smolenskische edelman, Sshegalow genaamd, heeft eene machine of een werktuig uitgevonden ter afmaaijing van het graanwaardoor hetgewooi verlies van ltoorn wordt voorgekomen. Hetzelve bestaat uit eene soort va kar met scheren of messen op zijden en een' zakin welken de aren vallet In het Russische Landbouwkundig Tijdschrift wordt die uitvinding afgebeeli Aan den Prins Schachowskoi en den Kapitein Ignatjcw, is eene privilej van 10 jaren verleend, voor een apparaat of toestel, om uit duigen van zuiij vaten, waarin vroeger brandewijn of wijngeest geweest is, geestrijke vochi. spiritus of drank te trekken. In de fabrijk, worden uit die duigen de geest, rijke vochten, door uitdamping getrokken en dit levert eene belangrijke wins| op, terwijl de duigen daarenboven door de uitdamping in waarde verbc. teren. PORTUGAL. Lissabon den 31 Mei. De Koningin had den vorigen dag eene groott; wapenschouwing over de nationale garde en de bezetting gehouden. Zij was door het volk, hetwelk met de jongste verandering van Ministerie niette vreden is, koel ontvangen; doch de vrees, dat het zijn ongenoegen door geschreeuw aan den dag zou leggen, was niet verwezenlijkt. Die Ministe riele verandering schijnt ook eene verwijdering tusschen de Koningin en hare moeder, de Hertogin van Braganzate hebben doen ontstaan. In den avond van den 3osten, was te Lissabon een Kabinetsraad over de aanvrage det Koningin-Regentes om een Portugeesch hulpcorps, gehouden. Sommige Portugesche Staatslieden zagen in het voldoen aan die aanvrage groote zwa. righeidvooral ook omdat men van de teruggave der kosten door de Spaan, sclie Regering niet zeker was. Zij waren voorts niet vreemd van het denk beeld, om een aantal bataljons der Portugesche nationale gardes mobiel te verklaren, ten einde deze gewapende burgers, in plaats van de naar Spanje te zenden troepen, tot bezetting der grensvestingen te gebruiken. Het volk zou echter, zoo men meende, niet ligt met dit ontwerp instemmen. SPANJE. Men verzekertdat een van de eerste maatregelen van den Minister Tor- reno is de zamenstelling van eenen oorlogsraadwelke zich te Madrid zon vestigenen uit dit een middenpunt de operatien van het leger zou besturen. Men zegt, dat er reeds een courier aan den Generaal San Miguel te Pampe- lune afgezonden is: deze hoofd-officier is van den bevelhebber-Generaal Valdcz naar Madrid teruggeroepen: hij moet een van de voornaamste leden van den oorlogsraad zijn. Men kent de andere leden van den Raad, wiens zamenstellirig zeker moet zijn nog niet allen. Men meldt van Saint-Jean-de-Luz van den loden: Bergara werd den 6den door de Carlisten aangevallen, maar de Commm- dant van het fort verzogt een vrijgeleide om zelf naar Tolosa naar den staat van zaken onderzoek te gaan doen. Hij vertrok werkelijk met 6 lanciers, welke Zumala-Carreguy hem medegaf, en hij kwam terug met het plan om zich over te geven. Wij vernemen dat Bergara den 7den gecapituleerd heeft: de inname van deze stad is van het grootste belangwant buiten het gamisoen van 600 man, had Espartero er 300 zieken en nog 300 andere personen, welke van de ne derlaag van Vercarga zich aanboden, aldaar geplaatst. Den toden zijn te St. Sebastian de officieren, welke te Bergara gecapi. tuleerd hadden, aangekomen. In Katalonie zijn door de Carlisten de kruidmolens van Manrezawaarin een voorraad van 160,coo pond buskruid was, genomen. De Fransche Quotidienne deelt een besluit uit de Koninglijke Residentie Onate van den 7 Junij mede, voor welkers echtheid het echter niet instaat, bevattende, dat ieder vreemdeling, welke zich onder de vanen der opstan. delingen geschaard had en met de wapenen in de vuist gevangen genomen wordtop staanden voet zal gefusileerd worden. Volgens berigten uit Madrid van den nden, zouden Don Carlos en Zumala-Carreguy verschrikkelijk bang zijn voor het binnenrukken der Fran, sche troepen! DUITSCHLAND. Weenen den 11 Junij. Hoewel er niets officieels van bekend was, had. den echter eenige handelhuizen het berigt ontvangendat de pest ook in Griekenland uitgebroken was. Dien dag hebben de'burgers van Weenen den plegtigen huldigings eed aan den Keizer afgelegd. De Turksche Afgezant aan het Londensch H,of, Namick-Pacha, was op zijne terugreis te Weenen aangekomen. Ook wordt berigt, dat de Regering nog niets wist van de berigten, nopens het voorgevallene te Scutari. Berlijn den u Junij. In de Staats-courant wordt van den .jden berigt, dat HH. MM. de Keizer en Keizerin van Rusland en Oostenrijk en de Ko- ning van Pruissen met een groot aantal der Keizerlijke en Koninglijke ge zinnen in October aanstaande elkander te Töp.litz zullen ontmoeten. Op nieuw is de ordonnantie van den Minister van Binnenlandsche Za. ken bekend gemaakt, dat geen geneesheer, ten zij in de uiterste noodzake lijkheid de baden aan zijne patiënten mag voorschrijven. Uit Berlijn wordt, van den 13 dezer, het navolgende gemeld: Volgens berigten uit Swinemiinde, zijn HH. KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, den 10 dezer, des morgens ten 9 ure, aan boord der Keizer!. Russische stoomboot Ischorainde nabijheid dier stad aangeko men en aldaar door eene deputatie en de voornaamste Koninglijke en plaat selijke Autoriteiten ontvangen geworden. Daar HH. KK. HH. elk opont houd wenschten te vermijden, zoo sloegen Hoogstdezelve het verzoek, om aan land te stappen, van de handj en zetleden Hunne reis dadelijk voort» doch stonden aan de afgevaardigden toe, Hoogstdezelve aan boord des stoom boot tot buiten de haven te vergezellen. De deputatie verliet de Doorluch tige reizigers tegen 10 ure, nadat dezelve de vleijendste dankbetuiging voor de bewezene oplettendheid had ontvangen. De Kapitein der stoomboot, die HH. KK. HH. van Stettin naar Swinemiinde heeft overgebragt, heeft van Hoogstdezelven, als een bewijs hunner tevredenheid, een fraai gouden ho- rologie ten geschenke ontvangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 2