W'' ■»»T A°. 1835. LBYDSCHE Maandag %rw Vy IS". Tl. C 0 U R AN T. den 15 Junij. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gelet Jiebbcndc op de circu laire bende, dat de dankdag of godsdienstige viering der overwinning van Waterloovoortaan altijd op den derden Zondag der maand Junij van ieder jaar zal plaats hebben, dezelve alzoo ditmaal op Zondag den ixsten dezer maandGodsdienstig zal wurden gevierd. Aldus gedaan en gepubliceerd bij II. II. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 4 Junij 1835. J. G. de Mey., Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbendefcne cir- ulaire aanschrijving van Mijnheer den Staatsraad, Gouverneur Van Zuid Holla^l,. van den 30 Januarij jl.Provinciaal blad N°. 20) houdende om, door het aansporen der ijj.. j. .11 •"«.I" uici'lroii f-nf- liPf urpl daon cla- Ingezetênen tot milddadigheid, zoo veel mogelijk mede te werken tot het wel doen sla gen der Jaarlijksche Collecte,- welketen gevolge van Zijner Majs. dispositie van den 16 November 1820, N°. 81, door de Districts-Commissie tot aanmoediging en ondersteu ning van den Gewapende» Dienst in de Nederlanden zal worden gehoudenbrengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, dat, ingevolge het verlangen van gemelde Commissie, de genoemde. Collecte zal geschieden door daartoe gekwalificeerde personen, in geslotene bussen, op Maandag en Dingsdagdie zijn zullen den 22 en 23 Junij aan staande aanvangende des morgens ten negen ureaan de huizen der Ingezetenendie verzocht worden op de uitreiking hunner liefdegiften order te stellen. Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen in gemelde circulaire vervat, noodigen bij deze uit de Ingezetenen dezer Stad, om, volgens hunne bekende liefdadigheid, oók in deze Collecte rijkelijk van het hunne bij te dragen, en raeenen hierop bijzonder te.mogen aandringen, uit hoofde eene milde bijdrage voor deze Instel* ling hoogst belangrijk is. De opbrengst derzelven imnlers strekt eerst en vooral ter on dersteuning, van de zoodanige», die in vroegere oorlogen verminkt zijnterwijl het over schietende ten behoeve van de deelgeregtigden na 1813.cn voor de slagtofers uit den te- genwoordigen strijd tegen oproer en geweld wordt gebruikt. Uit de jaarlijksche verslageil door het Hoofdbestuur uitgegeven wordende, is gebleken, dat, niettegenstaande vele ver minderingen in de bedeelingechter van jaar tot jaar van het primitieve fonds moet wor den verkocht; om in het te Lort komende te kunnen voorzien; terwijl bovenal het fonds in 1830 opgerigt,-nog de krachtdadige ondersteuning onzer Landgcnooten behoeft, hoe aanzienlijk ook de giften zijn, die reeds voor hetzelve zijn opgebragt, daar het aantal der deelgeregtigden nu nagenoeg tot 750 is geklommen', waardoor de uitgaven Voor dit nieuwe fonds nu ongeveer het dubbel zullen bedragen van dcszelfs vaste inkomsten. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 4 Junij 1835. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den i4den Junij. De verjaardag van Z. K. H. Prins willem frederik hendrik, derden Zoon van Z. K. H. Prins van Oranjeis gisteren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd geworden. Gisteren had eene eerste prijsuitdeelitlg plaats aan de leerlingen der Muzijkschool, alhier sedert Augustus 1834 gevestigd. De talrijkheid der schare, die deze plegtigheid bijwoonde, getuigde, hoe wezenlijk eene be hoefte deze inrigting was in eene Stad, waar men in smaak voor de Toon kunst nooit achterlijk geweest is. De oprigters der school hebbeti zich aan vankelijk door een aanzielijk getal deelnemers in hunne pogingen ondersteund "■gezien, en zij mogen zich vleijen, dat deze eerste proeve van de vorderin gen der leerlingen in zulk een korten tijd, de belangstelling vermeerderen ■zal, en dat de Muzijkschool, die reeds zóó veel te danken heeft aan de bekwaamheid en ijver van den Heer Directeur le lièvre, en van zijne mede onderwijzers, de Heeren wetrens jun., knippenberg en hepp, weldra de uitbreiding verkrijgen zal", waarvoor zij vatbaar is. Onder de toehoorders bevonden zich daartoe uitgenoodigde deputatien van Heeren Burgemeester en Wethouders, en van de Muzijk-Genootschappen Musis Sacrum en Sempre Crescendo. De plegtigheid werd door het Orkest met eene Ouverture geopend: waarna de Vice-President der Commissie Prof. zake (bij afwezigheid van den Presidentden Heer Wethouder cunveus) in eene korte rede sprak over het doel der bijeenkomst, over het matige, dat men na zóó weinig tijds bestaan, van de school verwachten mogt, en over hare beloften, bij voortdurende deelneming. Hierop volgden, in twee Af- deelingen, de proeven der leerlingen, in het bespelen van verschillende in- ■strumenten, en in het koorgezang, waarna de prijzen, met eene toespraak van den Vice-President aan de kweekeiingen, uitgereikt werden. yoor vorderingen 'op de Viool werden uitgedeeldPrijzen aan w. j. p. tim mermans, w. g. scheltinga kluit h. lezwyn Getuigschriften aan p. c. le- zwyn, j. ii. c. van der velde, w. blansjaarf. s. m. wolff j. c. van der burgh en j. h. robert. Voor vorderingen op de Piano: Prijzen aan cornelis wolterus susanne en johannes robert; Getuigschriften aan Gertrude Antoinette meylan (tevens voor den Zang), johannes hendricus petrus groen, suzanna catharina bresser (tevens voor den Zang), sara martina koppeschaar, johannes gerardus blaauw. Op de Clarinet: Een Prijs aan n. m. perrin, en een Getuigschrift aan a. van pijpen Op de Fluit: Een Prijs aan j. proot, en een Getuigschrift aan m. a. kluit. In het Koorgezang: Prijzen aan henriette jacomina theodora meylan, louisse gertruide caroline von wattenwylcornelia henrietta van der hoek; Getuigschriften aan francina sophia broers, petronella van dyk, maria hermina logger (tevens voorde Guitarre), johannes iierma- *hjs bartei.omeus filippus sleyfferslodovicus johannes franciscus boelen, bartelomeus johannes van hees, reinhard pieter anne dozy. Ten slotte werd eene Ouverture uitgevoerd door het Orkest, dat bezet was met meesters en geoefende liefhebbers, die.vriendelijk hunne talenten tot versiering van dit kleine feest leenden. Ongetwijfeld was deze muzijkale avond een genot voor allendie tegen woordig waren, niet om het kunstige van het spel, of het schitterende der uitgevoerde stukken, ofschoon de zuivere harmonie van het Koorgezang en de helderheid der kinderlijke stemmen, aangenaam en streelend voor het oor warenmaar omdat men zich tevens overtuigen kondat een gestadig metho diek onderwijs veel vooruit heeft boven eene al te dikwijls afgebrokene op- leiding, die de beoefening der kunst als eene bloote tijdkorting leert be schouwen, en, bij gebrek aan wedstrijd en aanmoediging, niet zelden den waren smaak doet verloren gaan. Wij kunnen thans van goecterhand verzekeren, dat de onderneming, dié het Gouvernement, in overeenstemming mat den tegciiwoordigeh geest des tijds, om eene geregelde en spoedige communicatie tusschen de ivveé voornamen Handelsteden, Amsterdam en Rotterdam, daar testellen, wel heeft gelieven goed te keuren en tóe te staan aan de Schippers j. wijten- rl'rg de vries alhier en a. van de garde te 's Hertogenboschen vermoe delijk in den loop dezes jaars een geregelden aanvang zal nemen, zoodia de onderhandelingen, om met het aahkoopen van eene reeds in gebruik zijnde Stoomboot, een gelukkig gevolg mogten hebben; zullende echter in alie gevalle, met het voorjaar van het aanstaande jaar 1836, een geheel nieuw getimmerde Stoomboot iri dienst worden gesteld. Wanneer overigens deze dienst eenmaal een geregelden loop zal hebbeii erlangd, iets, waarnaar de handel zoo wel in het groot als klein en de ver dere particuliere corréspondentie reeds lang verlangd heeft, kan het Publiek zich verzekerd hóuden, dat er in een zeer gemakkelijk traject van den Overtoom tot aan een middenpunt van Amsterdam, alsmede in eene geschik te correspondentie van Amsterdam op den Haag, Delft, Rotterdam, door Leyden, zal voorzien worden; terwijl verders de prijzen der vrag.en en de behandeling der reizigers én het vervoer der goederen, in alles steeds zal beantwoorden aan de tegenwoordige zoozeer verbeterde wijze van vervoer, ónder onmiddelijke approbatie, zoo van Stedelijk als Gouvernementswege; zoo dat wij Nederlanders, door deze reeds lang gedachte onderneming, ho pen en wenschen te bewijzen, wij geenszins voor andere naburen behoeven onder te doen, hetgeen voorzeker onvergeeflijk zoude zijn in eene Natie, die, daar de handel bestaat en immer meer dan eenige andere getoond heeft zich door geene vooroordelen op het pad van beschaving en voortgang te laten terughouden, zich durft vleijen, het reeds lang gewenschte met een gelukkig gevolg beloond te zullen zien. Ingezonden Z. M. heeft bij besluit bepaald, dat de in de havens en zeegaten van dit Rijk binnen vallende Zweedsche en Noorweegsche schepen, met opzigt tot de betaling der loodsgelden, even als de Nederlandsche zullen worden behandeld. Den nden dezer is Z. K. H. de Prins van Oranje, van Hoogstdeszelfs tweeden Zoon vergezeld, uit het hoofdkwartier des iegers naar Soestdijk vertrokken, van waar Hoogstdezelve den volgenden dag met Prins Alexander te 's Ilage is aangekomen. Dezer dagen zijn de Gemeente-Besturen en Militie-Commissarissen verzocht, om voortaan in de berigten op rekwesten, om kwijtschelding van opgelegde geldboeten, of gevangenisstraf, ter zake van overtreding der wet ten op de Nationale Militie, behajve de inlichtingen, waartoe de aard van zoodanig verzoekschrift bijzondere aanleiding mogt geven, ook nog te wil len vermelden: i°. of de veroordeelden in staat zijn de hun opgelegde boe te voldoen, dan wel of zij tot de voldoening deceive volstrekt onvermo gend zijn, en uit dien hoofde de gevangenisstraf zouden.móeten-Ondergaan; alsmede, voor zoo verre zij gehuwd zijn, of hunne huisgezinnen, geduren de de detentie, van alle onderhoud zouden beroofd ivezen; en 20. de da tums der vonnissen waarbij, en de regtbanken door welke, de rekwestran ten, of de personen, ten behoeve waarvan de kwijtschelding wordt gevraagd, veroordeeld zijn, met aanduiding tevens van het bedrag der opgelegde gelu- boeten en den tijd der gevangenisstraf. Naar men verzekert zullen Z. M. de Koning van Wurtemberg en H. M. de Koningin van Beyéren 111 den loop van den zomer de bad-inrigting te Scheveningen bezoeken. Voor eenigen tijd werd door de Engelsche Marine aan den heer P. Varkevisser, Reeder te Scheveningen en lid van den Stedelijken Raad ie 's Gravenhage, opgedragen, 0111 voor hare rekening een scheepje te buu- wen, volgens de niet algemeen bekende constructie der Pinken, Dat scheep je, thans voltooid zijnde, is den loden dezer van de werf van genoemuen heer uitgehaald, en wordt nu op het strand opgetuigd. Volgens het oor deel vap deskundigen, ook van de commissie, met het toezigt belast, vol doet dat scheepje, waarvan het model en de constructie geheel aan den voornoemden Reeder was overgelaten, en dat tegen de zwaarste stootingen zal bestand zijn, bij uitnemendheid. Volgens waarnemingen aan het Stads Water-kantoor te Amsterdam, Wss de warmte, van Woensdag namiddag ten één uur, tot Dondeidag morgen vier ure, gedaald tot 69 graden, van welk tijdstip zij weder gelezen is tot Dondeidag namiddag ten vier ure alstoen teekenende 83 granen. In den loop van den volgenden nacht tot op 67 graden gevallen zijnde, teekende zij Vrijdag middag ten 3 ure, evenwel wederom 80 graden. Woensdag avond jl., omtreeks half tien ure, is er brand in het dorp Dieren (Prov. Gelderland), ontstaan, die zoo spoedig de overhand nam, dat binnen weinig tijds vijf huizen, twee schuren en twee zaadbergen in de asch waren gelegd. Eerst des nachts ten een ure was men den brand zoo ver meester, dat men de verdere verspreiding kon voorkomen. Onder de afgebrande huizen behoort mede het veerhuis. Uit Harderwijk, schrijft men van 12 Junij 1 Heden zijn alhier aangekomen ongeveer dertig kweekeiingen vin den Om. merschans, waarvan de oudste nog geene vijftien jaren is en die allen voor de Oost-Indien dienst genomen hebben. Tevens zijn alhier aangekomen om streeks zestig man der jagers te paard van het corps van Cleerensdie al mede bij de compagnie koloniale troepen zijn ingelijfd. Volgens in omloop zijnde geruchten, zoude er tegen den 18 dezer nog een transport dier krijgs lieden van hier vertrekken. Uit Middelburg schrijft men van den 10 Junij: Uit Aardenburg wordt gemeld, dat aldaar II. Zondag, ih den namiddag, op het onverwachtst, de bliksem in den toren der Hervormde kerk is gel slagen, terwijl aldaar Ds. Couda Quint, bij afwezigheid van Ds. van Hoek, predikte. Daar het weder helder was en men vooraf geen donder gehoord had, noch ook eenigen regen bemerkte en dus niemand op zoodanig iets denken kon, was de schrik en ontsteltenis zoo groot, dat er een gegil en geschreeuw opging en de schare, die buitengewoon talrijk was, zich ver drong om uit de kerk te komenzoo dat er eenige personen onder den voet geraakten; de stem van den Predikant, die rustig op den Predikstoel bleef en de gemeente tot bedaardheid aanmaande, kon niet meer gehoord wor den, allen vlugttenmet achterlating van kerkboeken, zakdoeken, enz. Al les is nogtans zonder ongelukken afgeloopen en men heeft geene schade van aanbelang aan het het kerkgebouw of toren ontdekt. Naar alle waarschijn lijkheid is de bliksem bij of tusschen de wijzers ingeslagen en van daar naar l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1