1/ A". 1835. LEYDSCI1E C 0 U R A IN T. Maandag -*■©1..^ •rlT*-"*'" "?l:j '&*r'sóïï |3 i"IF'Jy- den i Junij. »s let- gracti Eeit Oor- ie ins nvt! g mE eoker, I wof [nvei GEL Hui: tmefc ten o gs is 7 Jul uret, F. NEDERLANDEN. Leyden den 3isten Mei. Bij onderscheidene besluiten van Zijne Majesteit zijn benoemd: Tot gewoon Hoogleeraar in de Faculteit der Wis-en Natuurkundige Weten schappen aan de Hoogeschool te Groningende heer IV. Ermerins. Bij Zijner Majesteits besluit van den 20 Mei 1835, N°. 83, is tot Regrer- plaatsvervanger in de Regtbank van Eersten Aanleg te Leyden, benoemdJonk- heer Mr. Jacobus Nicolaas van Puttkammer. Toe plaatsvervanger in het Vredegeregt van het kanton LeydenN°. 11 Mr. H. C. Huijser. Z. M. heeft, bij besluit van den 15 April 11., N°. 85, aan de col legien van Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend, om, na inge wonnen berigt der plaatselijke besturenen in overeenstemming met de alge- meene wetten en verordeningente beschikken op verzoekenom magti- ging tot het voeren van regtsgedingen, door eenige administratie van Armen-, Gods- of Weeshuizen Diakenen en andere dergelijke publieke administration en gestichten gedaan wordende, onder bepaling, dat, van de, krachtens het tegenwoordig besluitverleende autorisatien melding gemaakt zal moeten worden op den staat der overige, door de bedoelde collegien verleende auto risatien welke jaarlijks aan het Departement van Binnenlandsche Zaken in gezonden en vervolgens aan den Koning aangeboden wordt. Aan den Kapitein h la suite van het iste battaillon veld-artillerie, Piet er Hendrik Graaf van Limburg Stirum, is pensioen verleend en tevens eervol ontslag uit zijne betrekking van Adjudant van Z. K. H. Prins Fre- derik der Nederlanden, als Generaal der artillerie; zijnde aan hem de titulaire rang van Majoor toegestaanmet vergunning om de uniform van het wapen der artillerie te blijven dragen. DoorZ.M. den Koning is bepaald, dat de zee-officieren, door den Admiraal en Kolonel-Generaal, bij dienstbrieven, tot binnenlandsche dienst geëmploi- jeerd wordende, daaronder begrepen diegenen, welke tijdelijk bij het Ko- ninglijk instituut voor de marine te Medemblik tot het geven van instructien zijn of zullen worden geplaatst, als ook de Adjudanten, die niet geëmbar keerd zijn, het dubbel vast traktement zullen genieten, aan hunnen rang verbonden. Ook heeft Hoogstdezelve bij een onlangs genomen besluit, met wijziging van een vroeger in 1826 genomen, waarbij aan de dek-onderofficieren en verdere manschappen van 's Rijks zeemagt is vergundom een derde ge deelte hunner te verdienen gage hunne bloedverwante af te staanop eene meer voldoende wijze voorzien in de behoeften der achterblijvende betrek king van den zeeman. Bij een ander besluit heeft Z. M. bepaald, dat het reglement voor hét fonds der verhoogde pensioenen van de officieren der landmagt in Neder- iandsch-Indiebij eene resolutie van den 25 Januarij 1834 N°. 79, door den toenmaligen Commissaris-Ganeraal dier bezittingen van den Staat vastgesteld geene terugwerkende kracht zal hebben voor de officieren, die vóór den 15 Januarij 1835 zijn gepensioneerd. Nog heeft Hoogstdezelve goedgevonden te besluiten, dat de wedstrijd inde graveerkunst bij de Koninglijlte Akademie van Beeldende Kunsten te Amster dam, wanneer het noodzakelijk mogt geoordeeld worden dat die in 1835 zal plaats hebben, niet op dezelfde wijze als vroeger zal worden vastgesteld, maar alleen ter.bekoming van eene jaarlijksche toelage voorden prijsbebaler, gedu rende 4 jaren, alhier te lande te genieten, onder verpligting, om, gedurende dien tijd, eene min of meer belangrijke gravure, volgens een opgegeven ondei- werp, te vervaardigen, met toezegging van eene buitengewone belooning, wanneer de bewerking aan de verwachting beantwoordt. Het bedrag dier jaarlijksche toelage, even als dat van eenen tweeden prijs of accessit, zal •door den Minister van Binnenlandsche Zaken, met overleg van den Raad van Bestuur der Akademie, worden bepaald. Sedert de laatst gedane bekendmaking QStaats-courant van den 10 Fe- bruarij 183s), zijn door de belanghebbenden geligt, de volgende door Z. M. verleende octrooijen Een octrooi, in dato 20 November 1834, voor den tijd van tien jaren, verleend aan Oliviers en Comp., te Pouderoijen (in Gelderland) op de uit vinding van verbeteringen, door hen aangebragt aan den disteleerstoestel uitgevonden door de heeren Gall en Schikhausente Coblentz; Een octrooi, in dato 2 Januarij 1835, voor den tijd van tien jaren, ver leend aan L. J. Enthoven en Comp.te 's Gravenhageop de invoering van "het vervaardigen van een zamengesteld metaalhetwelk tot het dubbelen van schepen kan worden gebezigd. Uit Amsterdam meldt men van gisteren, dat, daar er eenige verande ringen aan de Beurs aldaar moeten gemaakt worden, dezelve voor dien tijd op de binnenplaats van het Oude Mannenhuis Zou gehouden worden, in het berigt wordt ook de wensch te kennen gegeven, dat men de Beurs overdekken mogt„ Nog wordt van daar gemeld, dat bij het Gouvernement reeds onderschei dene aanvragen om octrooi gedaan waren, ten einde stoomrijtulgen op de gewone straatwegen te gebruiken. Uit Dordrecht schrijft men: De zoo algemeen bekende magnetiseur, de heer van der Lee, zich thans -te Nijmegen bevindende, zal, naar men verneemt, op verzoek van eenige voorname personen in Frankrijk en Italiëzich waarschijnlijk binnen kort naar Parijs, Venetie, Rome en Napels begeven. De Regtbank van Eersten Aanleg te Brussel, heeft genoemde stad ver oordeeld tot de betaling van 284,351 fr. 50 c., wegens de schade, aan de eigendommen, van den Baron de Vinck de IVezel, den Markies de Trazignies, den Graaf Marnix en eenige anderen, bij de plunderingen van April des vorigen jaars toegebragt. Men meldt uit Belgie, dat de ontevredenheid, welke bij de officieren van het leger wordt waargenomengrootendeels moet worden gezocht in den naijver tusschen de 400 officieren van het Nederlandsche legeren de 2000 nieuw aangekomene officieren, welke sedert de omwenteling bij het Belgische leger zijn geplaatst. Zoo het schijnttracht men de laatstenten koste der eerstgenoemden, en tegen den geest der bestaande verordeningen, te bevoordeelen. Uit Antwerpen schrijft men van den 29 Mei, dat te Parijs tot de Spaansche interventie besloten was, en de Maarschalk Clauzel aan de spits van 50,000 man Spanje zou binnenrukken. De Minister Hutr.ann had dieri ten gevolge zijne demissie genomen. T U R K Y E. KönstantinöpeL den 6 Mei. Het Turksch eskader is volgens de laatste berigten eerst den 28 April uit de Dardanellen naar Tripoli verder gezeild. Uit Albanië luiden de berigten wederom ongunstig. Het opperhoofd dei opstandelingen Tafil-Busi had zich op nieuw aan de spits der ontevrede nen gesteld, en reeds aanmerkelijke vorderingen gemaakt. In plaats van de nog voortdurende troepen-afzendingen naar Azie, zal men nu wel naar de tegenovergestelde zijde zijne aandacht te rigten hebbenopdat de vaan des oproers zich niet naar Macedonië en Bosnië verder uitbreidde. De Gezant aan het Parijsche Hof, Amedschi-Reschid-Bey is den eersten Mei te Konstantinopei aangekomen. PORTUGAL. Lissabon den 17 Mei. Er waren in die stad geruchten in omloop, dat het huwelijk der Koningin met Maximiliaan van Leuchtenberg aan eenige moeije- lijkheid onderworpen wasomdat eene veel invloed uitoefenende partij den Hertog van Nemours in zijne plaats tot gemaal van de Koningin wil bevorderen. De Geestelijkheid was zeer onvergenoegd over het verkoop harer goe deren en legde hare misnoegdheid door openlijke bewijzen aan den dag. Het hart van Prins August wasonder geleidenaar Duitsehland ge zonden. In andere berigten uit Lissabon wordt gewaagd van het ontdekken eener Carlistische zamenspanning te Ayamonte (aan de Spaansche zijde van de Guadiana, digt nabij de Portugesche grenzen en de zee) op den loden dezer; 62 der deelnemers, onder welke ook Portugesche Miguellisten behoorden, waren doodgeschoten. SPANJE. In Madrid werd den 19 Mei het onderzoek wegens den aanslag op het leven van den Minister Martinez de la Rosa voortgezet. Te Madrid liep het gerucht, dat welhaast een besluit der Koningin- Regentes het licht zou zienwaarbij 8o,obö man der Urbanos of plaatse lijke militien mobiel werden verklaard, met last, öffl zich voör het begin van Julij in of nabij Burgos te vereenigen. In brieven uit Bayonne van den 22 Mei, wordt gemeld, dat de Caflisteri steeds voortgang maken, en thans aanvallender wijze te Werk gaan, terwijl integendeel Valdez werkeloos te Pampeluna,even als over eenigen tijd Mina, gelegerd was. Onderscheidene plaatsen waren wederom door de Carlisten ingenomen. Eene afdeeling van 2500 man uit Pampeluna tegen Zumala-Car- reguy, in den omtrek met eenige bataljons eenen strooptogt gedaan hebbende, afgezonden is teruggeslagen en heeft zich Zumala-Carrèguy tot voor de muren van Pampeluna vertoond. Voornoemde was te Estellathans de be. waarplaats der gekwesten en gevangenenonder het luiden der klokken inge haald des avonds was de stad verlicht. Tegenstrijdige geruchten waren te Parijs in omloop: het een beweerde dat Zumala-Carreguy door de troepen der Koningin geslagen was: het andef dat Merino de Christinos tot over den Ebro had teruggedreven. ITALIË. Uit Rome wordt het volgende in de vorige maand reeds gebeurde ge schreven Den 17 April begaf zich eene voorname Engelsche dame, Ladij Ongleij vergezeld van hare beide zonen, Frederik en Montague Ongleijen van eenen achtbaren geestelijke, den heer H^oodwaard, opvoeder van Lord Fa/kstonè 'naar de Siktinisthe kapel, waarin de dames niet dan met een toegangs kaartje toegelaten worden. Bij hunne komst, was aan de deur een groot gedrang en de officier, welke het toegangskaartje ontving, werd, vóór hij den wachthebbenden Zwitser het bevel, om Ladij Ongleij door te laten, gegeven had, door de menigte terug gedrongen. Ladij Ongleij, in de mee ning, dat haar de toegang in de kapel, nadat zij haar kaartje afgegeven had, niet zoude verhinderd worden, ging voorwaarts; dóch zij werd door een' der soldaten gewelddadig terug gestoten, haar, hetzij opzettelijk of toevallig, met zijnen hellebaard tegen de borst stotende. Een harer zonen, verontwaardigd over de ruwe behandeling, zijne moeder aangedaan, geraakte in hevige woordenwisseling met den soldaat, die zijn' hellebaard ophief om hem een slag te geven. De heer Ongleij greep den soldaat, beiden vielen op den grond en de hellebaard brak door midden. De beide andere En- gelschen snelden den heer Ongleij ter hulp en de soldaten ondersteunden na tuurlijk hunnen makker. De Engelschen werden overmand en naar de wacht gevoerd. De heeren Ongleij en IVoodwaard waren in het aahgezigt gewond. Eerst den volgenden morgen werd hunop aandrang van den Hanoverschen Gezant Kestuervergund, zich naar hunne woning te begeven, op hun woord van eer moetende belovenhun huis niet te zullen verlaten. Hief bleven zij tot Maandag morgentoen zij bevel ontvingenRome te verla ten en nimmer op Pausselijk grondgebied terug te komen. Zij zijn naar Napels vertrokkenen vele Engelsche familien zijn hun voorbeeld gevolgd. ZWITSERLAND. Tusschen eenige kantons en het Hof van Rome is verschil gerezen. Er ij te Lucern eene vergadering belegdwaarin besloten werdom eene depu tatie naar den Paus te zenden. Tusschen de kantons Schwyz en St. Gall zijn twisten ontstaan,over het: bezit van een stuk lands. Men was gereed om elkander met de wapenen in de vuist het bezit te betwisten, toen de Magistraat van Schwyz den 5 Mei eenen Raad belegde, waarop besloten werd Van dit verschil aan het Bond genootschap kennis te geven en beslissing te vragen. In het kanton Neuchatel is een genootschap van Matigheid öpgerigt.- DUITSCHLAND. In Berlijn is een Koninglijk besluit bekend gemaakt; waarbij mag- tiging verleend wordt, tot het openbaar maken van eenen uitgewerkten staat, wegens het bedrag, waarop de rijks-ontvangsten en uitgaven van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1