A". 1835. LEYDSCHE N°. 58 C O R A N T. Vrijdag den 15 Mei. NEDERLANDEN. Leyden den i4den Mei. Het corps Studenten van onze Hoogenschool, heeft op éene betreurens waardige wijze een van deszelfs leden door den dood verloren. Zondag 1. 1. hadden eenige Studenten een zeiltogtje op het Haarlemmermeer ondernomen en door deu meer aanwakkerenden wind aan het dorp de Kaag aangeland aldaar eenen Schipper gehuurd. Niet lang echter van de Kaag afgestoken., met.plan om naar Sassenheim te varen, sloeg een hevige windvlaag in het zeil en wierp de boot omdrie Studenten benevens een Officier bij de militie, alhier in garnizoen, hadden het geluk zich op de kiel der omgesla gen schuit te redden, doch de vierde, de heer J. QueyseStudent inde Regtsgeleerdheid alhier, broeder van genoemden Officier, benevens de Schip per, zijn in de diepte weggezonken, na nog eenmaal boven geweest te zijn en hebben aldus hun graf in het water gevonden. De overigen hebben meer dan een uur in doodsgevaar doorgebragt, en zijn, na nog onderscheidene malen door den wind van de kiel in het water te zijn geslageneindelijk door eene boot gered. De ongelukkige Queyse was te Zwolle woonachtig en zoon eener weduwe; de Schipper, mede een jongeling van 20 jaren zoon van den Scheepmaker aan de Kaag. De lijken zijn nog niet gevonden. In de bij ons ontvangene Javasche Couranten leest men de volgende nieuwstijdingen Batavia, den 2den Januarij. Berigten uit de Preanger Regentschappen gedagteekend van den 25sten der vorige maandmelden dat de vuurspu wende berg Goentoer hevig aan het branden is en de aarde zand en stee- nen, met zoodanig geraas uitwerpt, als men in de laatste tijden niet meer gewoon was. Batavia, den 13 Januarij. Men verneemt dat in de Preanger Regent schappen de Genoeg Goentoer steeds voortgaat, bij tusschenpozingen, asch en kleine steentjes uit te werpen en dat daardoor aan het Padie-gewas en aan de koffijtuinen, in de nabijheid van dezen berg gelegen, vrij aanmer kelijk schade aangerigt wordt. Batavia, den 16 Januarij. Uit de Preanger Regentschappen is het be- rigt ontvangen dat de rivier Tje-tandoy op den 2ósten der vorige maand ten gevolge van zware stortregenszoodanig was gezwollen en buiten hare oevers getreden, dat te Kalie-poetjang de grond ter hoogte van twee voeten is overstroomd geweest. De aldaar staande Gouverneurs-pakhuizen, hoe zeer daardoor ruim 6 duim gezakt, hebben overigens geene schade be komen. Daarentegen hebben de kazerne en de pallisadering van dit gebouw veel geleden, doordien een gedeelte van den grond met de daarop staande palissaden door den stroom en het afdrijvend zwaar geboomteis wegge spoeld hetgeen ook het geval is geweest met een drietal bruggen in de nabijheid van de Kalie-poetjang. Te Rotterdam is dezer dagen Z. K. H. de Hertog van Cambridge, Vice-Koning van Hanover, aangekomen. De Prinses van Beira wordt eerstdaags met eene stoomboot te Rotter dam verwacht. Zij heeft bij zich de zonen van den Infant Don Carlos van Spanje. Haar gevolg zal uit ruim 30 personen bestaan. Uit Dordrecht schrijft men van den 13 Mei: Gisteren namiddag, omstreeks half 5 ure, is alhier met het beste ge volg van de werf van den scheepsbouwmeester Jan Schouten van stapel gelaten het koopvaardijfregat de Neptunus; en zijn tevens op gemelde werf de kielen gelegd voor twee fregattende Bato en de Broedertrouw. Uit Vlissingen wordt van den 10 Mei het volgende gemeld: In den vroegen morgen van heden ontstond alhier een vrij hevige brand, in de Walstraat, in het huis bewoond door den broodbakker de Groot, welke zoo spoedig toenam, dat binnen weinige oogenblikken het achterhuis in lichterlaaije vlammen stond, hetwelk de belendende huizen insgelijks be dreigde, en voor die stad de allernoodlottigste gevolgen konde hebben, voor namelijk door de nabijheid van 's Rijks werf en maritime etablissementen. De altijd prijzenswaardige ijver onzer zeelieden verloochende zich ook hier niet; de brandspuit van Zr. Ms. stoomboot Suriname, geleid door den heer Luitenant ter zee Meyer, en een aantal schepelingen waren het eerst bij het brandende huis tegenwoordig en bragten het meest en doelmatigst hulp toe; de brandspuit van Zr. Ms. korvet Medusa was insgelijks aldaar zeer spoedig tegenwoordig, doch kon, door de ongenaakbaarheid van de plaats waar de brand was ontstaan, niet met vrucht werkzaam zijn. Ook de ste delijke brandspuiten bragten krachtdadig het hunne toede civiele en mi litaire autoriteitenwaren bij het uitbarsten van den brand tegenwoordig; hunne vereenigde maatregelen van de goede orde en het aanbrengen van alle mogelijke hulp, verdient den grootsten lof, zoowel als het onder de wapens zijnde garnizoen, dat zich mede door bereidwilligheid en Qrde on derscheidde. De pogingen der moedige zeelieden en overige brandspuiten werden niet het gewenschte gevolg bekroond; ten 3J ure, heden morgen was men den brand finaal meester, welke, bij harde wind of minder ijve rige pogingen van ongenoemde overheden, voor Vlissingen de verschrikke lijkste gevolgen had kunnen hebben. De fortificatie-werken aan de stad Neuzen, in het 5de distrikt dezer pro vincie, benevens de beheining of fondering der forten te Ellewoudsdijk en Breskens, worden krachtdadig voortgezet. De oogst van granen en veldvruchten schijnt in de provincie Zeeland veel belovendvooral het Koolzaaddat in den heerlijksten bloeizwaar van knop en allerschoonst gevuld staat. Men verneemt dat te Domburg, eiland Walcheren, eene Bad-inrigting tot stand zal worden gebragtreeds het vorige jaar heeft men met het ge wenschte gevolg daarvan proeven genomen; de schilderachtige ligging van de plaats zoowel als deszelfs bekoorlijke environs en de gemakkelijkheid van het gebruik der zeebaden, beloven den bezoekers veel genoegen. SPANJE. Uit Bayonne schrijft men, dat 150 Fransche jongelingen te St. Jan-pied- de-Port aangekomen zijn om zich naar Pampeluna te begeven, ten einde bij de Chrïstinos dienst te nemen. Daarentegen zijn een 60 tal jonge Spanjaar- den uit Sanguesa en Tafalla den 25 April naar de Carlisten vertrokken. Hunne ouders en bloedverwanten zijn alle in hechtenis genomen. Over Engeland zijn tijdingen uit Spanje aangebragt, dat de nederlaag van Valdez aller belangrijkst geweest is. Daarin wordt zijn verlies op 3000 man begroot, dat der Carlisten slechts op 1500. Tevens wordt gemelddat de bezettiiig van Bilbao 4000 man sterkzoo goed als door haren Generaal verraden was, daar deze dezelve bij kleine gedeeltens de stad 'naar de naburige dorpen had laten uittrekken, en zij toeii door de Carlisten omsingeld en ontwapend zijn. De Generaal zelf was ver dwenen. Ook heeft de Generaal der Christinos Iriartete Guemlca eene belang rijke nederlaag geledenhet Journal des Débats bevat hieromtrent het vol gende van den 4 Mei Men berigt ons dat er bij Guernica een bloedig gevecht heeft plaats gehad tttsschen den Brigadier Iriarte, bevelhebber van het legér van Biscayeen de opstandelingen in dat gewest. De generaal der Christinos is in het ge vecht gekwetsten zijne soldaten zijn aan het vlugten geslagen. Alleen de officieren en weinige manschappen hebben aan de Carlisten wederstand gebo den, maar zijn eindelijk genoodzaakt geworden, om voor de overmagt te wijken. Men verzekert dat 64 officieren en 4 opper-officieren in dit gevecht gebleven zijn. Iriarte heeft met een gedeelte zijner troepen Lequeltio be reikt en had daags daarna reeds weder 3500 man verzameld. Naar men verzekert, is de Brigadier Seoane, die in het gevecht van den 22Sten zwaarder dan Cordova gewond is met andere gekwetsten naar Logrone vervoerd geworden." Generaal Mina moet bevel bekomen hebben, om niet naar Frankrijk te gaan, maar in Spanje te blijven. De overeenkomst door Lord Elliot bewerkt tusschen Zumala-Carreguy en Valdez moet werkelijk tot stand gekomen wezen. Deze Engelsche Afgevaardigde bevond zich juist bij Valdezna deszelfs nederlaag, en heeft zijn leger ten eene male verslagen genoemd. Valdez heeft eene dagorder aan zijne troepen uitgevaardigdwaarin hij dezelve tot menschelijkheid jegens de bewoner van Navarra aanmaant en ver biedt hen door woord noch daad te beledigen. Voornoemde Generaal heeft eene andere dagorder bekend gemaaktwaarin hij vermeldt, den vijand den 21 April en volgende dagen verslagen te hebben doch uit gebrek aan levensbehoeften naar Estella getrokken te zijn. Ondertus- schen geeft hij zijn verlies aldus opgesneuveld 20 officieren en 27 solda ten, gekwest 2 hoofd-officieren15 officieren en 15 soldaten; hetgeen reeds van zelve de onechtheid aanduidt, daar het getal gesneuvelde en gewonde officieren niet met dat der soldaten gelijk kan staan. Ook Zumala-Carreguy heeft een legerberigt uitgegeven, waarin hij zegt, dat, ofschoon hij slechts 5000 man sterk was en Valdez 16,000, hij hem ech ter weerstaan en een verlies van 2000 man dooden, een groot aantal gekwes- ten en 600 gevangenen toegebragt heeft. ITALIË. Rome den 29 April. Reeds sedert vele jaren heeft men hier de noodza kelijkheid ingezien, den mond van de Tiber dieper te maken, wanneer men eene geheele vei zanding ontgaan wil. De geringe vereeniging te water, welke Rome nog met de zee heeft, wordt gedurig moeijelijker; de projecten welke tot verhelping van dit kwaad door de Regering daargesteld warenkwamen meestal van particulieren, die meer hun voordeel, dan dat van den Staat be oogden. Monsignor Tosti, welke alle zaken, die met zijn Ministerie in be trekking staan zoo goed aangrijpt, heeft de uitvoering nu op kosten van den Staat ondernomen, en alles doet hopen, dat het gelukkig zal volbragt wor den. Rome kan geene zeehaven wordenmaar de scheepvaart op de Tiber is voor den handel met voortbrenselen der lands zeer nuttig, wanneer geene zeeschepen tot aan de stad komen kunnen. Men spreekt ookpveder van het vroeger mislukte planom eene stoomboot aan te koopenom Rome in da delijke verbindtenis met Napels, Livorno en Genua te stellen. DUITSCHLAND. Z. M. de Koning van Pruissen heeft eene kabinets-order uitgevaar digd, naar aanleiding van het besluit der Duitsche Bondsvergadering van 20 Junij 1S33, betrekkelijk het noodig geregtelijk onderzoek in de Duit sche Bondsstatenom de vereischte berigten te bekomen nopens de hoog- verraderlijke aanslagen tegen de openbare orde in Duitschlanden inzon derheid nopens den aanslag, den 3den April 1833 te Frankfort gepleegd. Bij die kabinets-order worden bepalingen gemaakt,' ten einde dit onder zoek niet alleen te beperken tot het uitvorschen van de strafbaarheid van enkele misdadigers en hunne medepligtigen maar ookvoor zoo ver de Pruissische Monarchie betreftuit te strekken tot het nagaan van alle sporen, langs welken men verwachten kan, de takken te ontdekken eener ver uitgebreide zamenspanning tegen de bestaande maatschappelijke orde niet alleen in de Staten van het Duitsche verbond, maar ook, ten aanzien van hunnen invloed op Duitschland, in de naburige landen. Uit Berlijn wordt van den 6 Mei geschreven: Eergisteren namiddag hadden wij alhier een onweder, waarbij de blik sem in eene schuur in het dorp Tegel sloeg en brand veroorzaakte. De vlammen verspreidden zich zeer snelzoo dat 5 boerderijen en een ander gebouw eene roof der vlammen werdenen veel vee verbrand werd, hetwelk niet gered kon worden. Uit Pruissen schrijft men van den 5 Mei: Uit Warschau verneemt menc'iat Vorst Paskeivitsch naar Petersburg afge reisd, ishij wilde daar bij Z. M. den Keizer zijne opwachting maken. De Keizer zou echter sedert korten, tijd naarMoskow gereisd zijn en eerst na ver loop; van eenige weken naar Petersburg terug keeren, en heeft overigens het plan;, zich daarna naar Warschau te begeven. Door zijne tegenwoordigheid in Polens hoofdstad zoude menige wond geheeld wordenwaaruit dit onge lukkige land nog bloedt. Ook zou zoo men hooptdit bezoek tot leeniging van den haat bijdragen, welke zich voortdurend tusschen Russen en Polen openbaart: de laatsten moeten zich meer en overtuigen, dat de Keizer slechts hun welzijn bedoelt, en daar hij na de herstelling der oude orde vol vertrou wen in hun midden verschijnt, het gebeurde vergeten wil; terwijl de eersten, gewoon de gevoelens van hunnen. Monarch te deelenook bij deze gelegen heid zijn voorbeeld volgen en mat gelijk vertrouwen de Poolsche natie te ge- moet zullen komen, Zoodra zij, zich dit zal waardig maken. Het oogenblik schijnt aldus te naderenwaa rin Polen in het vollen genot van den vrede ge steld zal zjjn. F R A N K R IJ K. In onze vorige dc eVjen wij in het kort het voorgevallene in de Kamer der Pairs dell pdeii, 'mede, tot aan het oogenblik, dat eenige Lyonsche

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1