A". 1835.' LEYDSCHB V :'W;i N 57X COURANT. Woensdag a- Cy ji>yr 7:'^ k' té K'AISP den 13 Mei. NEDERLANDEN. Leyden den iaden Mei. Wij zijn verzocht, de Leden van de Maatschappij der Nederlandsche Let terkunde bij voorraad te vetwittigen, dat de Jaarlijksche Algemeene Verga- tiering dier Maatschappij dit jaar zal plaats hebben op Vrijdag den 19 Junij aanstaande; en de gewone Convocatie-brieven eerstdaags zullen afgezonden worden, zoodra de daartoe betrekkelijke stukken afgedrukt zijn. Heden den mden dezer, is Z. K. H. de Prins van Oranje, vergezeld van Hopgxtdeszelfs tweeden Zoon, uit 's Hage naar het hoofdkwartier des legers vertrokken. Den .1 iden dezer is te 's Gravenhage in het lokaal Diligentia gehou- den geworden eene buitengewone vergadering van leden, behoorende tot de orde van Vrijmetselaren, onder het voorzitterschap van Z. K. H. Prins Prederik der Nederlanden, en welke de strekking heeft gehad om de ver schillende deelen, waaruit die orde in ons land bestaat, onder dénen Groot meester te brengen. Dezer dagen zijn bij besluit van Zijne Maj. den Koning geregeld de practische oefeningen der artillerie, gedurende het loopend jaar, welke niet bij het leger te velde zijn ingedeeld en gestationneerd te Amersfoort, Ber gen op Zoom, 's Hertogenbosch, Breda, Delft, den Helder, Maastricht, Naarden, Nijmegen, Vlissingen, de Willemstad en de manschappen, in het 5de district van Zeeland dienst doende. Ook is dit besluit toepasselijk ver klaard op de te Dordrecht gestationneerde divisie pontonniers. Dien ten' gevolge zullen de artillerie-troepen, te Delft garnizoen houden de, weder even als in vorige jaren een kamp in de vlakte van Waalsdorp, nabij de residentie-plaats, formeren, ten einde aldaar hunne oefeningen ten uitvoer te brengen.. Men verneemt, dat Zijné Exc. de Minister van Financien tegen den aosten dezer de voorgenomene reis naar Italië zal aanvangen. In de Amsterdamsche courant van den 1 iden dezer, leest men het volgende: Men heeft, met de jongste berigten van Batavia, hier te lande een par ticulieren brief ontvangen van Djocjocarta, van den 19 November 1834, die,-onder'anderen, het navolgende inhoudt: De trouwdag des Sultanswas bepaald op Vrijdag den 14 November. De plégtigheden, daartoe betrekkelijk, moesten verscheiden dagen duren. Onder [anderen.moest er, gedurende 40 dagen, 20 vóór en 20 na den ei genlijken huwelijksdag, eene kermis plaats hebben in de Passeerbaan, en al dien tijd moeten de Prinsen en Regenten hun verblijf aldaar houden. De Passeerbaan is een zeer .groot plein, dat aan drie zijden vol bebouwd is,..en hetwelk de voorplaats des Kratons uitmaakt, in welks midden de Da- lam is gelegen. Zoo lang de feesten duren, zijn eiken avond ai die plei nen, zoowel als het Chjnesche kamp, verlicht. De Passeerbaan vooral le vert alsdan .een prachtig g'ezigt op. Elk gebouw prijkt met een voor het zelve geplaatste prachtige eerepoort. Langs den weg en bij de meeste voornaamste Prinsen en Regenten, had men gembelangs (Javaansche muzijk.) De.kermis woidt zeer druk bezocht, zoodat men des avonds schier over de hoofden der menigte loopen kan. Daags voor de voltrekking des huwelijks, zond de Sultan geschenken tot onderpand, aan de ratoe, zijne bruid, ciie bij den Rijksbestuurder logeerde. Langs den geheelen weg, dien de trein met de geschenken moest nemen, stonden kleine standaarden geplaatst, hetwelk een fraai gezigt opleverde. Des avonds werd in de Passeerbaan een prachtig vuurwerk afgestoken, waar bij de Sultan en de Resident ook tegenwoordig waren. Tegen den trouwdag zeiven waren verscheiden heeren door den Resident genóodigd, om met hem den Sultan naar den tempel te begeleiden. Des morgens ten 8 ure begaven deze zich naar den Resident, alwaar verschei den Prinsen zich alreeds verzameld hadden. Van hier werden wijdus luidt het berigt, met wagens van den Sultan, met 4 paarden bespannen, afgehaald. Aau heleinde der Passeerbaan gekomen, stapten wij af, en begaven ons te voet naar den Dalam. Langs den geheelen weg stond inlandsch krijgsvolk geschaard, hetwelk ons met eenige schoten uit het klein geweer begroette. Eene compagnie was al zeer zonderling uitgedoschtdeze soldaten waren gekleed' in een lang baaitje zonder mouwen, de. armen en de beenen waren geheel geel geverwd. Drie plaatsen doorgewandeld zijndewelke met hooge muren en poorten van elkander gescheiden zijnkwamen wij eindelijk aan de plaats in welke de Dalam is. Van de poort tot in den Dalam, ging ons pad over rood laken met bloemen bestrooid. Hier vonden wij den Sultan op een kostbaar bankje gezeten, omgeven van eenige grooten des lands. De Re sident plaatste zich, insgelijks op een bankje, ter linkerzijde van den Sultan. Nadat'wij bijna een.kwartier uurs gezeten hadden, begon de optogt naar den tempel. In dèn stoet ging de Sultan met den Resident en de Kroonprins met den Assistent-Resident gearmdgevolgd wordende door de Prinsen en Regenten. Gedurende den optogt werden er 19 eereschoten uit het fort ge daan. In den tempel gekomenbragt de Resident den Sultan tot in de deur van het binnenste des tempels; verder mogten wij Christenen niet komen. De Sultan ging op den grond zitten met zijn jongeren broeder den Kroon prins en den Rijksbestuurder bij hem, terwijl de andere Prinsen en Regen tep en Priesters zich rondom hen schaarden, mede allen op den grond ge zeten. Zoodra het huwelijk voltrokken washieven die van binnen den tempel een driewerf amen! aan, hetwelk door degenen, die zich buiten be vonden telkens werd herhaald. Hierna rees de Sultan opvervoegde zich bij ons en de terugtogt naar den Dalam had op gelijke wijze als de optogt plaats, •wederom onder liet losbranden van 19 salvo's uit liet geschut van het fort. Vele duizenden menschen bevonden zich langs den weg, allen lagen in Ieene knielende houding, tot zoo lange vrij met den Sultan voorbij waren. De Sultan ontving vervolgens de gelukwenschen, eerst van de Prinsen, welken het geoorloofd is, hem staande de hand te kussen en daarna van de Regenten, die hem, half voortkruipende, zijne linker knie kusten. Daar na begaf de Sultan zich naar zijne moeder, bij welke mede de gelukwen schen wegens het huwelijk plaats hadden. De plegtigheden afgeloopen zijnde, keerden wij, in de Vorstelijke wa gens naar de residentie terug. Des avonds gaf de Sultan eene gtoote partij, waartoe wij mede genoodigd waren, werwaarts zich ook de dames begaven. Om half zeven ure kwam de jonge ratoe (vorstin) in Vorstelijken optogt naar de kraton; hare aankomst werd door 13 kanonschoten van het fort aangekondigd. De beschrijvingwelke van de jonge Vorstin gegeven wordtmoge som- m'gen n e: onaardig voorkomen: „Van het aangezigt, dus heet het in den brief, zal ik niets zeggen, want dat was met gele verw of blanketsel bestre ken, en onder de oogen waren twee bruine strepen, even als snorren, ge schilderd." Na dit eerste onthaal ging men aan den disch. De Sultan, de Resident Adsistent-Resident, de Kroonprins en andere Prinses en Regenten zaten aan eene bijzondere tafel. Al de overigen zaten zondereenigen regel door elkander. Het was eene volmaakt Europesche tafel, en er werd menige toast ingesteld. Na rlen afloop van het maal ging men aan het dansen, hetwelk tot laat in den nacht duurde; waarna ieder, vrij afgemat, naar huis keerde. Uit Utrecht wordt gemeld, dat de heer Pieter Ludwig, aldaar woon achtig, aangesteld is tot Kunstvuurwerkmaker van Z. K. H. den Prins van Oranje, voor het lustslot Soestdijk. Men meldt uit Middelburg van den 8sten dezer, dat de Luitenant- Generaal Baron de Koek den vorigen dag aldaar van de door Zijne Exc. in die provincie gehoudene militaire inspectie, is teruggekeerd. In Belgie wordt eene Maatschappij gevormd ter daarstelling eenes spoorwegs tusschen Brussel en Parijs. PORTUGAL. Lissabon den 29 April. Hare Maj. Koningin Maria, heeft den 24sten de zittingen der Kamers in persoon geslotenen hoewel hare droefheid over het verlies van haren echtgenoot te kennen gevende, deed zij ech ter opmerkenhoe ver hare liefde voor het land gingdaar zij in zulk eenen rouw niet geaarseld hadopenlijk te voorschijn te treden. Zij be loofde tevens dat alles te zullen doen, wat met het welzijn van het land overeenkwam. De Hertog van Palmella heeft als eerste Minister in Portugal, die waardigheid nedergelegd; hij is vervangen geworden door zijnen schoon broeder Graaf Liiihares. S P A N J -E. De Generaal Valdez bevond zich den 29 April te Viana, alwaar hij zamen- komsten met Lord Elliot hield. Hij schijnt de bekende overeenkomst over het uitwisselen der gevangenen enz. te hebben onderteekenden dit stuk moet, volgens berigten uit Parijs van den/Mei, aldaarreeds aangekomen zijn. DUITSCHLAND. Weenen 2 Mei. Men zegtdat er in onze handelsbetrekkingen eene ver andering komenen een vrijer tol-systeem zal ingevoerd worden. Tegelijk houdt men zich in deze oogenblikken bezig met de voorloopige werkzaam heden tot het aanleggen van eenen ijzeren spoorweg tusschen Tarnow in Gal- licie en Weenende aan het polytechnisch instituut aangestelde Professor Rippel is reeds naar Gallicie gereisdom het noodige voor deze groote on derneming voor te bereiden. De eerste handelhuizen van onze plaats hebben bij deze onderneming be lang, daar zij, wanneer dezelve tot stand komt waaraan weinig te twijfelen is, niet slechts voor Weenen en Gallicie, maar ook voor Zuid-Duitschland van wezenlijk voordeel zijn zal. Het ontbrak tot nog toe aan eene regel matige zekere en spoedige verbinding met de oostelijke provinciën van de Monarchie, welke zeker de eigenlijke voorraad-kamer van alle voortbreng selen der natuur zijn. Wanneer nu de weg gelegd is, zullen die verwijderde provinciën hare voortbrengselen gemakkelijk kunnen afzettenen haren wel stand zien vermeerderenen dit zal dan weder eene verhoogde cultuur van het land en de daarmede verbondene vermeerdering van levensbenoodighe- denwelke het buitenland oplevert, ten gevolge hebben. Op de Weener beurs liep in het begin van Meisedert eenige dagen het gerucht van eene op handen zijnde reductie der 5 pCt. staatsschuld in 4pCt. De 4pCt. waren hierdoor stijgende en in de overige staatspapieren werd weinig omgezet. Over den koophandel van Dantzig en vooral van Elbing wordt in een Duitsch blad een treurig tooneel opgehangen het vaarwater was voor laatst genoemde stad bijna geheel verzand en ook de binnenlandschf^handel nage noeg verloopen. De stedelijke schuld was zeer vergrootde armen talrijk door gebrek aan geldwas de verlichting der straten des avonds reeds nage laten, doch vele ongelukken gebeurd. Uit Dantzig waren nog wel in het vorige jaar over de 600 schepen aangekomen en even zoo veel uitgezeild, maar de meesten met ballast. De voornaamste zeehandel van die plaats had zich naar Stettin verplaatst. Doch daar de kapitalisten eenen nieuwen zout- handel uit Engeland naar Rusland begonnen hadden, zoo was de levendig heid daar wederom meer toegenomen. GROOT- BRITANNIE. Londen den 9 Mei. De pogingen van Lord John Russell om als Parle- ments-lid te South-Devon verkozen te worden, zijn, zoo als het zich ook liet aanzienverijdeld gewordende Candidaat der Torys Parker is mee eene aanzienlijke meerderheid van 627 stemmen gekozen. Voornoemde Lord moet nu zien, op de eene of andere plaats te kunnen gekozen wordendaar anders zijne verwijdering uit het Ministerie volgen zou. Men meende, dat het door den Koning benoemen van (twee leden van het Lager-Huis Sir John Byng en de heer E. J. Littleton, tot Pairs des Rijks, de eerste met den titel van Lord Strangford, de laatste onder dien van Baron Hathertonhiermede in verband stond, daar door deze be noeming twee plaatsen open vielen, voor welke op nieuw eene verkiezing moet plaats hebben en dat dus Russell zijne moeite zou aanwenden om in een van beide verkozen te worden. Ook is de verkiezing van Lord Palmerston te Hampshire mislukt; deze moet nu ook weder ergens anders benoemd worden. De vrienden van het afgetreden Bestuur verheugen zich zeer over dezen uitslag, dien zij beschouwen als een blijk, dat de hervormingen, welke het thans regerend Ministerie invoeren wil, ver zijn van algemeenen bijval te vinden, en voorspellen dan ook, dat dit Kabinet zich niet lang zal kun nen staande houden. Bij den Kanselier van den Exchequer, den heer Spring Rice, heeft eene talrijke deputatie van vrienden van de vrijheid der drukpers dezelver opwachting gemaaktten einde voornoemde te overtuigen van het groot be lang om het zegelregt op de dagbladen en aankondigingen op te heffen. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1