gebleken wasdat bij de groote verscheidenheid van gewoonten en verlan
gens, die op dit stuk in ons land bestaan, het onmogelijk was algemeenè
voorschriften daaromtrent daar te stellen; dat de Regering alzoo gemeend
had, geene wet tot vervanging van die van 1810, met betere uitslag dan die
van 1819 te kunnen voordragen; dat bij haar het denkbeeld was opgekomen,
dat er in het geheel geene wettelijke bepalingen op dit stuk zouden behoo-
ren te worden daargesteld; dat de ondervinding hier hare handelingen moest
rigten; dat de Koning en de Staten der Provinciën bij de grondwet genoeg
zame regten verkregen hadden, om, tot dat de ondervinding de noodzake
lijkheid van nieuwe wettelijke bepalingen had aangetoond, bij opkomende
gevallen, eenige voorzieningen daar te stellen; dat de intrekking der wet
van 1810 in allen gevalle onschadelijk was; dat de intrekking der overige
decreten omtrent dit stuk, van de jaren 1810 en 1811, immers voor dat de
mogelijkheid eener zoodanige intrekking, na eene gezette overweging, zal
zijn gebleken, hem gevaarlijk toescheen; dat alzoo een tweede artikel inde
wet was opgenomen, ten doel hebbende om de in werking zijnde bijzondere
reglementen, bepalingen en inrigtingen, welke ten gevolge der wet van 1810
thans in werking zijn, echter zullen blijven bestaan, tot dat daarin op eene
andere wijze zou worden voorzien; dat dit alzoo een waarborg opleverde,
dat daar, waar de wetvan 1810 bestaan had, niet alles op losse schroeven zou
worden gestéld, en dat hij, op grond"van dit een en ander, zich met de aan
neming van het onderhavig ontwerp vleijen durfde.
Ter stemming overgegaan zijnde, wordt het ontwerp met eenparigheid van
Stemmen goedgekeurd. De Minister werd uitgenoodigd zijne redevoering
aan de Kamer over te geven, opdat zij dezelve zoude kunnen.laten drukken;
waarop de Minister de Kamer voor de eer bedankte, die men hem bewees.
Het ontwerp zal, aangenomen zijnde, aan de Eerste Kamer worden gezon
den, van welke berigt ontvangen werd, dat zij zich had vereenigd met de
ontwerpen van wet, houdende wijzigingen in de zeven eerste titiels van het
tweede boek des wetboeks van koophandel.
De zitting is daarna zonder bepaling van den dag der volgende bijeen
komst, opgeheven. Men verzekert, dat de werkzaamheden der Kamer zijn
ten einde geloopen; dat de nog aanhangige wets-outwerpen tot de volgende
Zitting zullen worden uitgesteld, en dat de tegenwoordige zitting, na den
aüoop der werkzaamheden van de Eerste Kamer, zal worden gesloten.
Naar men verneemt is dezer dagen aan de Plaatselijke Besturen, de
Vrederegters en de Ambtenaren der Registratie, herinnerd geworden eene
missive van den 1'ro lui re ur-Generaalvan 8 December 1830, inhoudende,
dat de vroeger hier te lande bestaan hebbende keuren en reglementen, be
trekkelijk Hoog-Heemraadschappcn, Dijk- en Polder-Besturen, alléén in
zoo verre onder het voormalig Fransc'ie bestuur, ten gevolge der Koning-
lijke .besluiten van 7 Januarij 1817 en van 16 Julij 1820, thans nog gere
kend moeten worden in kracht te zijn gebleven, als dezelve betrekking
hebben tot de rigtige administratie en het onderhoud, alsmede het toezigt
over dé polders, dijken, waterkeeringen, enz.; terwijl de overige objec
ten, te voren :oan de kennisneming van Dijkgraven en Hoog-Heemraden of
andere Polders-uien Dijks-Besturen opgedragen geweest, naar den aard der
zaak, en den veranderden vorm van het openbaar Bestuur, thans niet meer
tot derzelver kennisneming en jurisdicrie kunnen behooren; dat mitsdien de
opbrengst van het verkochte geschatte vee, niet behoort tot de kas van
zoodanige besturen, ten einde daaruit, bij niet bekendheid van den eigenaar,
de verbeurde keuren in het Heemraadschap, als behoorende zoodanige ge
vallen tot de gewone Veld-Policie Police ruralewelke niet volgens de
co'siumen van het .Hoog-Heemraadschap, maar volgens de bepalingen van
het thans in viguepr zijnde regt, moeten behandeld worden, ten gevolge
waarvan het zuiver provenu van den verkoop van zoodanig vee, volgens
art. 539 van het Burgerlijk Wetboek, aan het Rijk zou moeten gerekend
worden vervallen te zijn, welke storting behoort plaats te hebben in de
kas van den betrokken ontvanger der Registratie, ingevolge art. 40 van het
decreet van 18 Junij 1811; behoorende de verkoop van verlaten en aange
houden beesten plaats te hebben door de ontvangers der Registratie, na al
vorens daartoe door de Vrederegters te zijn gemagtigd geworden.
Aan den Schout bij nacht P. Ziervogel is, als kommandant van het
corps mariniersmet dankbetuiging voor zijne bewezen dienstendoor Zijne
Majesteit eervol ontslag verleend, terwijl het kommando voorloopig door
den oudsten hoofdofficier bij het corps zal worden waargenomen.
Tot Agent van de domeinen te Amsterdam isin plaats van wijlen
den Baron van Boetselaerbenoemd Mr. N. Wit sen Elias, thans als zoo
danig te Rozendaalterwijl jonkh. Mr. P. Six, thans te Steenbergen,
in plaats van laatstgemeldeen de surnumerair bij de domeinenL. W. F. oi.
Wolf, Baron von Dopf, tot Agent te Steenbergen is aangesteld.
- Naar men verneemt, zullen, ten gerijve der belanghebbenden, voor
taan inspectiën van de Mobiele Landelijke Schutterij, plaats hebben in de
hoofdplaatsen der kantons of arrondissementen, uit welke de manschap af
komstig isen niet in de plaatsenin welke de staten der bataljons ge
vestigd zijn.
Naar men verneemt zal aan de manschappen der schutterijen, aan
welke groot verlof is verleend, gelegenheid worden gegeven, om zich des
begeerende voor de militaire dienst in de Oost-Indien te verbinden.
Te Elburg is eene paling gevangen, wegende 17 Nederlandsche pon
den: dèzelve heeft de lengte van 2 ellen.
Uit Brussel meldt men, dat men zich thans aldaar bezig hield met het
vaststellen van de grondslagen van een handelstractaat tusschen Belgie en
Frankrijk, waarbij Frankrijk als eerste voorwaarde zou verlangen, dat het
eigendom van in dat land uitgekomen werken, ook in Belgie zou er
kend worden.
In eene kolenmijn nabij Charleroi in Belgie, zijn door de ontvlamming
der gasstof 17 of 18 werklieden, meestal vaders van huisgezinneaop eene
jammerlijke wijze om het leven gekomen.
Volgens berigt uit Gent, zou de voorname Tulle-fabriek van de hee-
ren Enser en Powel aldaar, waarin 800 personen arbeiden, binnen zeer kor
ten tijd naar Holland en wel naar Amsterdam overgebragt worden.
T U R K Y E.
Konstantinopel den isten April. Den 26 Maart is het Ottomannisch
eskaderbestaande uit 2 linieschepen5 fregatten en vele kleine vaartuigen
en transportschepen uit den Bosporus naar de zee van Marmora gezeild, en
heeft voor twee dagennadat zij korten tijd zich bij de zeven toorns had
opgehoudende verdere vaart naar Tripoli aangevangen. Er bevinden zich
op hetzelve 3000 man landingstroepen.
De Groote Heer heeft, om aan zijne onderdanen de onnoodige uitgaven,
welke het aanschaffen van eenen aanmerkelijken voorraad pijpen medebrengt
te besparen, eene verordening daargesteld, waarbij het opwachten met pij
pen hetgeen tot hiertoe bij het ontvangen van iederen aanzienlijken gast
niet kon nagelaten worden, geheel afgeschaft en verboden wordt.
PORTUGAL.
Volgens berigten uit Lissabon van den 5 Aprilhad' aldaar eene volks
beweging plaats gehad. Het grootste en aanzienlijkste gedeelte der inwoners
had deszeifs leedwezen over het gebeurde te kennen gegeven en zich aan
de zijde van de Regering gevoegd, ten einde de opschudding te doen ein
digen. Dezelve schijnt ontstaan te zijn uit den haat, welken vooral de gerin
gere klasse tegen den Hertog van Palmella heeftdie ook gedurende de be
weging beleedigd moet zijn.
De laatste berigten uit Lissabon over Londifi öhtvnhgen
te kennen, dat de rust er weder hersteld was. (Over Parijs was et| J f
eene tijding dat Lissabon geheel in opstand, de republiek er uitgeroepent,
Donna Maria gevlugt was.) De oppositie in de Kamer der Afgevaardigcei
had verscheidene geheime bijeenkomsten gehad, met het doel om middelt,
te beramen ten einde den Hertog van Palmella en den Graaf de Villa Red
te doen vallen.' doch zonder gevolg.
De Kamer had zich openlijk beziggehouden met beraadslagingen omtren
een hieuw huwelijk van Donna Mariaer ging spraak dat haar overledei
echtgenoot haar Op zijn sterfbed had doen belooven, zijnen jongeren broedei hout
Maximiliaan te huwen; doch dit scheen niet te behagen. Er werd ooi
voorgesteld óm der Koningin jongere zuster Janttaria uit Brazilië te doei
komen, ingeval zij mogt komen te overlijden. De afloop der beraadslagin,
gen zijn niet bekend.
Het navolgende artikel ontleenen wij uit een Duitsch dagblad:
Donna Maria van Portugal zag reeds bij de eerste ontwikkeling van haa
denkvermogen niets dan tranen en droefenis eênér móeder (de Aarts-Het.
togin Leopoldine van Oostenrijk), Welke onder de benaauwende etiquette
van het Brkzilische Hol-leven nooit de burgerlijke huissélijkheid kon ver.
getenwaarin zij te Weenen van geliefde bloedverwanten omringdwa
opgevoed geworden, reeds als kind stond zij aan het graf dezér teêrbemi»
de moeder, zag zich gescheiden van hetgeen haar op aarde het diérbkani
was. Duizenden lagchende tafereelen'had de om haar vaderland treurend!
Keizerin voor haar jeugdige dochter opgehangen van het Keizerlijke Wee.
lien van den geliefden grootvader Fransmaar zij zag hem nimmerdie
grootvader, omdat de staatkunde maar al te dikwerf een kouden scheids
muur oplevert tusschen personen, die elkander liefhebben. Donna Maria
reeds als kind Koningin en bruid, doorkliefde den Oceaan om den tra
van Portugal te beklimmenin Engeland werd zij met gastvrijheid ontvn
genmaar Weenenharen grootvaderhare Duitsche bloedverwanten
Duitschland zag zij niet. Zij zag het land, welks kroon zij droeg, in dt
bloedigen strijd van partijhaatzij zag haren vader in den strijd met zijns
broeder, om den schepter weder te veroveren, dien haar oom en bruidt
gom haar ontroofd had. De zegepraal bevrijdde haar eindelijk van dt
angst, waarmede haar hart den helfdhaftigen vader op het oorlogsveld g(
volgd was; maar weinige dagen daarna lag de edele Vorst, die wel de
troon, maar niet de wensch om zijn volk onder de regering zijner dochtt
gelukkig te zien had opgegeven, op het sterfbed. Eindelijk scheen dizelv
bittere kelk tot op den bodem geledigd en het noodlot verzoend te zijijhet 1
een Duitsche Prinsedel van hart en zinjongschoon en in de voUieï doen
der mannelijke krachtstond als gemaal aan de zijde der jonge Koningin, land
die nu den blik van de graven harer geliefden afwendenen haar toekom, aansj
stig levenspad als met bloemen bestrooid aanschouwen mogt en da beid
staat zij weder aan een graf, aan dat van den beminden echtgenoot, Ei-heef
alle deze rampen in het pas begonnen leven eener Koningindie met ha» dade
16de jaar reeds wees en weduwe werd, en die, hoezeer in haren Rijksraad êed
omgeven van raadslieden en beproefde dienaren, in het leven alleen staat,, menl
zonder vaderzonder moederzonder gadearm en beroofd van ai dat.' Proti
gene, wat het menschelijke hart verlangt. herin
hed'
ken
'L
ïleu
hebl
we
ben
Indi
gete
Sir
vice
Grey
Inte
ter -
AM
lede
Riet
slot
trek
toot
net
wat
belic
voor
zijn.
'de i
nigdi
ten
mige
SPANJE.
dat
- de n
De Generaal Valden is reeds den 17 April te Pampeluna aangekoméi. |tens
Mina zal met den titel van Kapitein-Generaal van Navarra bekleed bij. :aar
ven. Valdez heeft den Generaal Vigó met eene brigade troepen uit Sat- en
ragossa aan zich getrokken, welke stad, alwaar nog kort geleden, bloe- de
dige wanorden hebben plaats gehad, thans bijna geheel van troepen orit- nên
bloot moet zijn. Oraa en Jaureguy hadden zich, volgens de laatste be- jan
rigten, niet kunnen vereenigen, en Zutnala Carregt/y bevond zich niet it verjs
de vallei van Bascïn, maar met Dón Carlos, te Onate; terwijl Bergaq ren
door zijne 18 battailjons met stukken geschut werd belegerd. Valdez liaj t|6 j
aan zijne zijde 24 battailjons bijeengetrokkenen met den meesten spoed ,yg0]
naar Ribera doen trekken. De Chriseino's hebben zich verpligt gevonden zjjn
om Maestu te ontruimenen deze sterkte is daarop terstond door de Car. y
listen gesloopt, welke zulks, daar dezelve op de kruiswegen van Biscaytgaar]
naar Arragon en van Castilie naar Navarra is gelegen, als een groot voor. te n
deel aanmerken. Jpro]
Naar luid van berigten van goedérhand bedroeg dé krïjgsmagt der Chris-
tino's in de Baskische provinciën op den eersten April 34,000 mail, én kon. [a
den de geregelde troepen der Carlisteii op 25,000 man wórden begroot. jyQn
De guerilla's, in Catalonie verspreid, zouden bedragen 4,000 man, vet. le y
deeld in 16 onderscheiden benden. Q
ITALIË. t i:
Rome den 11 April. Heden werd in de Kapel van Sixtus eene plegtige op
dood-mis voor den afgestorven Keizer van Oostenrijk gehoudenwaarbij dt Ned
Paus de heilige werkzaamheden zelf verrigte. Monseigneur Ruspoli, ill bedi
Auditeur della S. Nota voor Oostenrijkhield eene Latijnsche redevoering, Jand
waarin de verdiensten des afgestorvenniet alleen ten aanzien der Kerk e:
den Pauselijken Staat, maar ook met betrekking der geheele menschheid, ii
roerende woorden afgeschilderd werden. De Pauselijke Kapel zong he
bekende Dies irae gedurende de misen dé Pauszooals ook de geheti
vergadering sche.en diep ontroerd. De Oottenrijksche Gezanthet geheel J
Diplomatisch Ligchaamde Kardinalqndé qerste Prelaten i'le Oost» aa 1
rijksche onderdanen en vele vreemdelingen woonden déze feestelijkheid bi voj^
ZWITSERLAND.
Bazel den 10 April. Uit deze stad wordt geschreven dat éindelijk döori ];onl
onderhandelingen over het voortdurend bestaan van de Academie aldaar r betl
-A
deel
adhi
dier voege is beslist geworden, dat dezeive blijven zal. De Groöte Ra»
heeft liet onderwerp tot hervorming door de Regering voorgedragen,
eene vierdaagsche beraadslagingen niet alleen aangenomenmaar ook zeli
bepaalddat er een vierde Professors-plaats voor de Faculteit der Genees
kunde zal daargesteld worden. Er zullen thansvolgens de niéuwe inrif
ting, negen gewone leerstoelen voor de Wijsbegeertedrie voor dé God
geleerdheid, vier voor de Geneeskunde en twee voor de Regtsgeleerdheii
zijn. Van. Regerings-wege worden er 30,000 Zwitsêrsche fr. bijgedragen,
daar alle kosten voor het onderhoud der Hoogeschool, met het daaraan vel.
bonden opvoedings-gesticht over de 40,000 beloopen.
I) I T S C II LAN D.
Uit Weenen wordt van dett ig April gémèld', dat Z. M. dé Keizer wédt
hersteld was en verscheidene gehooren had verléend.
Te' Triest zijn drie schépen uit Alexandrie na eene vaart van 20 dage
aangekomenwelker medegebragte brieven té kennen gevendat dewijl ii
pest niet alleen schrikbarend in Alexandriemaar ook in alle deelen van Aegypil
woedt, de angst aldaar op het hoogst geklommen is. De sterfte was in Alexins
drie tot 200 a 210 sterfgevallen dagelijks gestegen. Het grootste deel de
koopvaardijschepen, welke boomwol zouden inladen, had de haven spoedij
en zonder lading verlatenen ook van de drie in Triest aangélande schepel
zijn twee leeg, het derde, hetwelk reeds vroeger eéne lading boomwol in
genomen had, werd terstond van Triest naar Venetie verwezen, om aldn'
eene quarantaine gedurende eenigë maanden te houden.
In Grieksche bladeren wordt gemeld, dat' de aangelegenheden van (et
Grieksche Gezantschap te Konstant'inópë! niét vooruitgingen
De heer Z;
één
goe
riet
heé
een
riks
yai
gëv
ver
din
Zltl
die
gel
dei
v.fi<
ge'