A". 1835. LEÏDSCHE PP. 38. 0yBvm Maandag V 1 Vv »'w»ys« W m GE WO h "O"**- ---^ COURANT. den 30 Maart, NOTIFICATIE. IJ K. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende de Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb-. de Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Iiolland, in dato den 6 February 11., betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuid-Holland, en gelet op de voordragt van den Arrondissements-IJker alhier, van heden, geven mits dezen den Ingezetenen dezer Stad hunne verpligting te kennen, tot het doen herijken der reeds in4 •gevoerde Nederlandsche Gewigten, Lengte- en lnhouds-matenzoo wel voor natte als &ooge waren. E11 worden zijlieden ten dien einde opgeroepen, ter bezorging der ge melde Maten en Gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan het Lokaal van den Ijk,' in de Schoolsteegaan de Latijnse he Sc} ooi. Zullende daartoe worden gevaceerd: Voor Wijk 1, op den 15 en 16 April. Voor Wijk 5, op den 7 en 8 Mei. 2, op. den. 22 en 23 April. 6, op den 11, 12, 14,15 en 18Mei. 3, op den 24, 27 en 28 April. 7, op den 19,21,22,25 en 26 Mei. 4, op den 30 April, 1, 4 en 5 Mei. 8, op den 27 en 29 Mei. telken dage des voormiddags van 9 tot 12, en des namiddrgs van 3 tot 6 uren. En waarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemd, allen en een iegelijk, wien het aangaat, met herinnering tevens aan Art. 2 van Zijner Majs. besluit, in dato 30 Maart .1827, Staatsblad N°. 13), om aan hunne verpligting omtrent dezen Herijk stip tel ijk te voldoen, ten einde buiten bekeuring te blijven. Zullende er, na den bepaalden termijn, ingevolge dispositie van Hun Ed. Gr. Achtb. de Heeren Gedeputeerden Staten van Zuid- Holland, in dato 22 November 1831, geene verlenging van tijd, of zoogenaamde nada gen gegeven worden. Wordende de belanghebbende bij deze wyders gewaarschuwd, dat, ingevolge de Noti- Ecatie van IIuu Ed. Gr. Achtb. de Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 4 Augustus 1820, de ijkpligtigheid zich uitstrekttot alle handel en neringdoende lieden, Fabrikeurs er. Ambachtslieden, die, in hunnen handel of hun bedrijf, eenige ma ten of gewigten, tot in- of uitslag, of tot beide gebruiken. En wordt eindelijkdoor deze, ter kennis van de belanghebbende gebragt, dat tot jaarletter, gedurende het jaar 1835, voor den Ijk der Maten en Gewigten, bepaald is de letter Q. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, 'op den 26. Maart 1835. J. G. de M e y. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. KENNISGEVING. Strafbepalingen op het eigendunkelijk verzuimen der bevolene Inspectiën voor de Verlofgangers der Mobiele Schutterijen Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende eene cir culaire missive van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, van den isden dezer maand Provinciaal Blad N°. 39)brengen bij deze ter kennis der belanghebben den, dat, vermits sommige met onbepaald verlof vertrokken leden der Korpsen Mobiele Schutterij, eigendunkelijk verzuimd hebben de bevolene Inspectiën bij te wonen, door het Departement van Oorlog, aan de Chefs der gemelde Korpsen is voorgeschreven, om deze nalatige Verlofgangersdoor tusschenkomst van de daarbij betrokkene Plaatselijke Besturen, bij de Stavêii der Bataillons onder de wapenen te doen roepen, met kennisge ving tevens aan die Besturen, dat, wanneer de bedoelde Schutters zonder wettige redenen van verschooning, aan die oproeping niet voldoen, dezelve alsdan, op den jasten dag na het bij die oproeping vastgesteld "tijdstipop de gewone wijze als deserteurs afge loerd en als zoodanig vervolgd zullen orden; terwijl wijders zij, welke zich ten ge volge van de gedane oproeping werkelijk, binnen den hiervoren opgegeven tijd, bij de Staven hebben vervoegdzonder wettige redenen voor hunne afwezigheid te hebben kun nen bijbrengenmet 14 dagen provoost gestraft en daarna wederom y met onbepaald "ver lof, naar hunne Gemeenten zullen worden terug gezonden. En vermanen mitsdien alle Verlofgangers der Mobiele Schutterlijke Korpsenalsmede .de Schutter-Kanonnicrs, welke zich binnen deze Stad bevinden, 0111 door eene getrouwe bijwoning der bevolene Inspeetienvoor te komeudat voormelde bepalingen op hen zoude behooreh te worden toegepast. Aldus gedaan en afgekondigd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 26. Maart 1835. J. G. de M e y. v Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 29sten Maart. Men schrijft uit 's Gravenhage van den 28sten dezer het volgende: Er is heden bij Z. D. H. den Hertog van Saksen -Weimareene groote soirée-musicalewaarbij meer dan honderd personen genoodigd zijn. De heer Zani de Ferranti, beroemde Guitarist, zal zich op dezelve doen hoo- ren. Alle minnaars van muziek, welke tot hiertoe het voorregt gehad heb- ben met dit schoon talent kennis te maken, zijn er over verrukt. In de eerste dagen der maand April wordt Z. K. H. de Prins van Oranje uit het hoofdkwartier in de residentie terug verwacht. Donderdag jl. is Zijne Exc. de Minister van Financien uir de hoofd stad in de residentie teruggekeerd. Heden hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal derzelver overwegingen over aanhangige ontwerpen voortgezet. Van Regeringswege zijn aan de leden der Kamer toegezonden de antwoorden op de bedenkingen der afdeelingen opzigtelijk het ontwerp van wet tot "herziening der wét van 18 April 1827, betrekkelijk de zamenstelling der Regterlijke Magt en het beleid der Justitie. Daarbij is gevoegd geworden een verbeterd opstel van dat ontwerp, waaruit blijkt, dat de Regering het denkbeeld heeft opgegeven, om slechts één hof over de twee provinciën, Groningen en Drenthe, in te stellen, en dat, volgens de gewijzigde wets ontwerp, weder elk gewest een afzonderlijk hof zal bekomen; dat in de voordragt niet meer wordt bepaald, dat er te Amsterdam eene criminele regtbank zal gevestigd worden, maar alleenlijk, dat de regtsmagt der cri minele regtbank zich tot dat gedeelte der provincie Holland uitstrekt, al- "waar het hof niet gevestigd is; dat de jaarwedden der presidenten en leden van de verschillende regtbanken, over het algemeen, zijn verminderd; dat thans in het ontwerp wordt vastgesteld: dat de leden van de provinciale hoven en der criminele regtbank niet tevens mogen zijn leden van de pro vinciale Staten; dat in de provincie Vriesland een derde arrondissement zal worden ingesteld, hetwelk zal bevatten het achtste en negende kanton van het eerste arrondissement en het vierde en vijfde kanton van het tweede arrondissement, en dat in de provincie Groningen een derde arrondissement zal worden ingesteld, hetwelk zal bevatten het vierde en het vijfde kanton van het eerste arrondissement. In het nieuw ontwerp is ook eene gun stige bepaling ingelascht geworden, ten aanzien der Commiesen-Griffiers waaromtrent thans voorgeschreven wordt, dat de tegenwoordige Commie sen-Griffiers, welke den graad van meester of licentiaat in de regtec niet bezitten, niettemin tot Griffiers benoembaar zijn. Naar men verneemt, moet bij het Gouvernement het ontwerp be staan; om nopens het wapen der artillerie van ons leger zoodanige be schikkingen te nemendat de artillerie-schutterijweike tot den huiaigen dag nog in dienst is gehoudenbinnen kort in het onbepaald verlof zoude kunnen deelen, hetwelk sints de helft des vorigen jaars reeds aan de infanterie-schutterijis toegekend. Ook verzekert mendat de officieren der infanterie-schutterijdie vóór het verieenen van het onbepaald verlof aan dat wapen, d la suite waren gevoerdwaarschijnlijk in activiteit zouden worden gesteldmaar tevens in liet onpepaald verlof, aan hunne wapenbroeders verleend, zou. den deelen. Den 2dsten dezer is te 's Hage het lijk van den Luitenant-Generaal Trip van Zout landt, Opperbevelhebber der Ruiterij, bijgezet. Het op den 24sten dezer in den stads-schouwburg te Amsterdam, ten behoeve van Martinus van der Ham, den redder van 11 schipbreuke lingen, gegeven concert, heeft, naar wij vernemen, de som van hage- noeg f 1800 opgebragt. Blijkens een berigt van St. Helena, onder dagteekening van den 5 Januarij jl.hebben, in het jaar 1834, 45 Nederlandsche schepen genoemd eiland aangedaanwaarvan 44 van Oost-Indie kwamen met koloniale wa. ren, en 1 van Mauritius. Uit Breda wordt van den /den dezer gemeld: Omtrent het dit jaar op de heide-vlakte van Reijen te houden leger kamp kunnen wij nader melden, dat hetzelve in het begin van Junij zal betrokken worden door de tweede (divisie met een gedeelte van de derde, over welke troepen alsdan het bevel zal worden gevoerd door Z. D. H. den Hertog van Saxen-lVeimarterwijl in het begin van Julij de eerste divisie met het overig gedeelte van de derde het kamp zal betrekken als wanneer Z. Exc. de Luirenant-Generaa! van Geen het bevel aldaar voeren zal. Uit Breda wordt nog omtrent den ontvangst van Z. K. H. den Prins van Oranje in Noord-Braband, het volgende gemeld: Even als de hoofden der stedelijke besturen van Tilburg en 's Bosch en van andere plaatsen zich beijverd hebben, als tolken van de gevoe lens der ingezetenen, Z. K. H. den Prins van Oranje, bij Hoogstdes- zelfs terugkomst in het hoofdkwartier te begroeten en met de gelukkige herstelling van Hoogstdeszelfs gezondheid geluk te wenschenis ook onze stedelijke overheid daarin niet achter gebleven. Reeds dadelijk, bij het passeren van den Prins langs onze vesting, op Hoogstdeszelfs reize van 's Hage naar Tilburg, werd Z. K. H. aan den herberg den Doelen, even buiten dezelve, opgewacht zoo door den Opperbevelhebber onzer vesting, den Generaal Chassé, den plaatselijken Kommandant, Generaal- Majoor Vertholenvan de voornaamste Iloofd-officieren tot het garnizoen behoorende vergezeld, als door het hoofd onzer stedelijke Regering, den Edel Achtb. heer Burgemeester J. F. C. J. de Roy, en werd Z. K. H. bij Hoogstdeszelfs aankomst door deze heeren gecomplimenteerd en Hoogst- denzelven de vreugde van de troepen zoowel als van de ingezetenen betuigd, over 's Vorsten zoo gezegende herstellingterwijl voorts laatst leden Maandag onze Edele Achtb. heer Burgemeester, vergezeld van den eersten Wethouder dezer stad, den Edel Achtb. heer van Mierlo, zich naar Tilburg hebben begevenom Z. K. H. speciaalnamens de ingezetenen, de algemeene blijdschap over 's Vorsten herstelling over te brengen, en zijn beide deze heeren, zoo wij vernemen, door Z. K. H. met de meeste minzaamheid ontvangen en ten middagmaal bij den Prins genoodigd, welke aan dezelve bij herhaling had te kennen gegeven, hoe zeer de belangstelling, door het bestuur en de ingezetenen dezer stad ais ook van andere plaatsen in. dit gewest in zijnen persoon betoondhem trof, en hoe Hoogstdezelve zich verbonden rekende aan eene bevolking die hem zoo vele blijken van verknochtheid en opregte deelneming in Hoogstdeszelfs welzijn betoonde. Uit Vlissingen schrijft men van den 23 Maart: Wij vernemen, dat het metselwerk aan de fortificatiewerken te Neu zen met het naderende saizoen is aangevangen, alsmede dat men een begin heeft gemaakt met de daarstelling der fonderingen voor de op te rigten forten te Breskens en Ellewoutsdijk. Uic Middelburg schrijft men van den 25 Maart: Onlangs had alhier een hoogst treurig geval plaats. Zeker schipper met name Picter Cabeljaauvinwoner van de gemeente Neuzenzichin den avond of nacht van den isden dezer, in de roef zijner schuit, waarvan het naauw bestekna kort te voren aldaar vuur te hebben gestookt door hem geheel was digt gesloten, te slapen gelegd hebbende, is,.door den kooldamp gestikt, welk ongeluk ook bijna een jongen, die zich méde aldaar slapende bevond, had getroffen, doch die, door nog tijdig te ont waken zich gelukkig heeft weten te redden. Dit jammerlijk voorval strekke ter waarschuwing aan alle schippers, schuitenvoerders of andere lieden, welke in naauwe vertrekken verpiigt zijn te huisvesten, om in dat geval met de meeste omzigtigheid te werk te gaan, ten einde zich en de hunnen niet aan zoodanig ongeluk bloot te stellen. Uit Nymegen schijft men van den 2/sten dezer: Dezer dagen is alhier gevankelijk binnengevoerd Elisabeth Schraven jonge dochter, oud 27 jaren, woonachtig te Wijchenals verdacht aan de in brand steking van het huis van P. Berends, hetwelk in den avond van den 16 Maart tot den grond toe is afgebrand, en waarvan wij in onze Courant van den eosten hebben berigt gegeven. Gemelde Elisabeth Schravenalhier voor als nog in hechtenisheeft reeds de haar ten laste gelegde misdaad beleden. Let volgende is door eenen brief uit Brussel aan het Journal de la Haye medegedeeld: Men spreekt hier in het geheim van eene nieuwe handelsonderneming, die wordt voorbereid. De heeren F. Meeus en Coghen willen namelijk een deel van de katoenen stoffen koopenwaarop de bank aan de katoen- maatschappij te Gent gelden heeft voorgeschoten. Zij zouden deze koop waren dan voor hunne rekening naar Algiers uitvoeren, en indien zij daar niet verkoopbaar warenze naar Brazilië zenden. Van Algiers spreken demoet ik hier bijvoegen, dat onze regering, niet wetende, boe zich van de lastige aanvragen van allerlei soort van fabrijkanten te ontslaan die zich nieuwe wegen van uitvoer wenschen te zien aangewezenbij Koning Lodewijk Philips aandringt op den afstand van eene strook gronds in Afrika, ten einde daar eene Belgische volkplanting te vestigen. Men heeft tevens aangeboden, 0111 Belgische troepen tot het bezetten dezer landstreek over t« zenden. Het is waar, dat er bjj onze regeerders

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1