A0. 1835. LEYDSCHE COURANT. fey:2 nv4* t u r k y e. duitschland. Woensdag den' 18 Maart. KENNISGEVING. Tweede Zitting ynn den Militie-Raadhet Kanton Ley denN°. i5k Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden geven bij deze kennis aan de Lotelingen dezer Stad, behoorende tot de ligting van het jaar 1835, dat de Tweede Zitting vail den Militie-Raad, voor deze Stad zal plaats hebben op het Raadhuis alhier, op MaandagDings dag en Woensdagden 23, 24 en 25 Maart aanstaande, 'j morgens ten 10 met vermaning om op die dagen en uren, voor bovengemelden Raad te ver schijnen, ten einde hunne vrijstelling op liunne ingediende reclamesol" wegens personele ongeschiktheid te vernemen; terwijl zij bij gebreke hiervan, (al ware het, dat het biljet tot oproeping van ieder derzelve in 't bijzonder, niet behoorlijk aan hen mogt zijn be- zorgd)ingevolge Art. 38 der Wet, van den 27 April 1820, zullen geacht worden gee- uerhande reden tot vrijstelling te hebben, en voor den dienst finaal worden cedesignecrd. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 16. Maart 1835. J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pu Ié 1 ji 1 r nederlanden. Leyden den ïyden Maart. Uit 's Gravenhage wordt van den iöden dezer gemeld: Na gisteren eene audiëntie te hebbeii gegeven is Z. K. K. de Prins van Oranje, vergezeld door Hoogstdeszelfs tweeden Zoon, heden ochtend naar het hoofdkwartier vertrokken. De heer Med. Doctor F. S. Alexander, dirigend Chirurgijn-Majoor bij het groot Rijks hospitaal te Utrecht, is benoemd tot eersten Officier van gezondheid bij voorschreven Rijks-inrigting, en is aan hem tevens de titel van- Professor Honorarius aan de Hoogeschool te dier stede verleend geworden. De Oostenrijksche Gezant bij ons Hof heeftop daartoe bekomen bevel uit Oostenrijk, de woorden uit het testamgnt van den overleden Keizer, (zie ons vorig nommer) aan de Oostenrijkers in de Nederlanden zich bevindende, door eene aankondiging in de Staats-courant bekend ge maakt. Uit Dordrecht wordt van den i5ddn dezer geschreven: Op Zaturdag den i4den dezer, des namiddags ten 4 ure, is van de werf van den heer Gips, te Dordrecht, zeer voorspoedig van stapel geloopen het schoone fregatschip Jacob Cats, van 450 lasten, voor rekening van Dordtsche reeders gebouwd. De groote menigte, welke niettegenstaande het ongunstige weêr dit schouwspel bijwoonde, getuigde van de belang stelling der Dordtenaren voor die hunner stadgenooten, welke, hoezeer tijden en omstandigheden voor de stad Dordrecht niet zeer gunstig zijn, met onverdroten ijver en op eene betere toekomst hopende, deze onder neming tot stand bragten. Na eerst den schoonen bouw van het op sta pel staande schip te hebben bewonderd, had de verzamelde burgerschaar gelegenheid, om de orde en bedaardheid, waarmede de heer Gips en zijne zonen (dezelfden die den bouw van het nieuwe schip voor Schiedam heb ben aangenomen) de werkzaamheden voor den afloop bestuurden, te be wonderen en toe te juichen. De plpgtiaheid werd verhoogd door het, da delijk na den afluup vu den Jacob Cats, leggen eener kiel voor een nieuw te bouwen fregatschip, insgelijks van 450 lasten en voor rekening derzelf de reeders, welke kiel met den naam van Oud-Alblas gedoopt is. Zoo lang onze stad nog zulke ondernemende en de nijverheid aanmoedigende hande laars onder hare burgers telt, mag men met grond op betere tijden hopen, en op het plukken van de vruchten .der thans met zoo milde hand getrooi- de zaden. Laatsti. ^Donderdag zijn ter Brusselsche beurs voor de eerstemaal wer kelijke obligatiën der nieuwe Spaansche leening aangeboden. Deze effek- ten zijn te Londen met zeer veel smaak en zorgvuldigheid vervaardigd. De tekst van den schuldbrief is in het Spaansch en lager staat de Engel- sche en Fransche vertaling; daaruit blijkt, dat de betaling van den inte rest zal geschieden alle zes maandenop den 1 Mei en i November van ieder jaar, naar verkiezing der houders te Madrid, te Parijs of Lon den, de harde piaster gerekend tegen 5 fr. 40 c. of 4 shilling 3 pence. De obligatiën zijn in zes Seriën verdeeld: Serie A 10 piasters rente of 54 fr. B 20 108 C 4° 9* fiiö D 60 3H j» of E F 243 648 1296 12 25 51 sh. 6 p. De coupons zijn mede in de Spaansche, Fransche en Éngelsche ta len, en loopen tot den 1 Novenber 1850. De obligatiën zijn voorzien van de naamteekeningen des Ministers van Financien en van den Direkteur der amorticatie kas te Madrid, alsmede door derzelver gedelegeerden te Londen: daarenboven zijn Zij gecertifi ceerd door de contracterende bankiers. Volgens een berigt van den 24 Februarij zou de stad Adrianopel voor twee-derde gedeelte afgebrand zijn: de wijk vooral, daar de Grieken woon den was geheel door de vlammen verwoest. De stapelplaatsen van koop- mans-goederen waren vernield: dezelve bevatten voor eene zeer groote waarde aan goederen. Bijzondere berigten echter worden nog niet medege deeld. Het bovenstaande wordt over Belgie berigt. RUSLAND. Te Moskow bedroeg, op den 31 December 1833, de bevolking 533,260 zielen, waaronder 205,120 van het mannelijke, en 128,140 van het vrou welijke geslacht. Er bevonden zich toen aldaar 51 lijnwaad-, 59 zijden en 174 boomwol-fabriekenvoorts 24 wol spinnerijen,* 8 hoeden-fabrie- ken13 shawl-manufacturen, enz.; in alles 346 fabrieken met 15,795 werklieden. Opmerkelijk is het, dat zich te Moskow maar eene eenige suikerraffinaderij bevindt. In den loop des vorigen jaars zijn uit Rusland 508 pelgrims door Kon- stantinopel gepasseerd, namelijk 106 Christenen (52 mans en 54 vrou wen) naar Jeruzalem en den berg Athos; 351 Joden (154 mans en 197 vrouwen) naar Palaestina, en 51 Mahomedanen, waaronder ééne vrouw, naar Mekka. S P A N J E. Er zou den 3 of 4 Maart tusschen de beide partijeneen vrij ernstig gevecht te Lecarroz geleverd zijn. De Carlisten behoorden tot degenen welke Elizondo belegeren, de Christinos stonden onder bevel van Ocana, Het schijnt echter volgens de nog uiteeiiloopendé geruchten, dat geen der partijen eigenlijk de overwinning behaald heeften er veel volk gevallen is. ZWITSERLAND. De geruchten, in onze vorige medegedeeld, dat de Badensche Regering aan de Zwitsersche grenzen troepen had geplaatst, wordt door eeii dag blad van Freiburg van 8 Maart geheel tegen gesproken. Dit blad verze kert dat in het geheele Badensche bovenland nog geene troepen aanwezig waren en dus nog veel minder aan de grenzen. Weenen den 7 Maart. In den namiddag werd het aardsche omhulsel van wijlen Z. M. den Keizer Frans bij de Capuzijnen bijgezet. De lijk- statie verliet om 4 ure de Keizerlijke Hof-burgkapelwaar sedert Maan dag Ket lijk was ten toon gesteld geweest. De eerste Opper-Hofmees- ter ging voor den lijkwagen, de Kapitein van de Keizerlijke garde volgde denzelven: vervolgens kwam de thans regerende Keizer, de Keizerin en het Keizerlijke gezin, eindelijk de gezamenlijke Geestelijkheid. In de kerk der Capuzijnen hadden zich ondertusschen de Hofstaat en het Diplo matisch Ligchaam vergaderd. Nadat de kist in het midden van de kerk was geplaatst geworden, en de hooge personen op eene tribune, daar voor ingerigt, gezeten waren, werd het lijk door den Aartsbisschop in gezegend, en vervolgens in het Keizerlijk graf nedergelaten. Zoodat het begraven van het lijk geheel eenvoudig heeft plaats gehad, zoo als van den overleden Keizer zeiven, in deszelfs nagelaten papieren, was be schikt geworden. De Keizerin weduwe zal, op aanzoek des Keizers, in de hoofdstad haar verblijf blijven vestigen. Behalve de reeds door ons vermelde brieven, heeft Z. M. de Kei zer van Oostenrijk nog anderen aan de Aartshertogen JosephPalaten vati Hongarije, Reinieronder-Koning van Lombardije, en Ferdinand van Oostenrijk-Este, Gouverneur van het Koningrijk Gallicie en Lodomerie geschreven, om aan dezelve zijnen dank voor de aan zijnen afgestorven vader bewezene diensten te betuigen, en hen te verzoeken ook aan hem hunne hulp te willen blijven verleenen. Het werk van den Abt Lamennais, ket absolutismus en de vrijheid, is in Beijercn in beslag genomen. Den gden dezer, 's avonds om 5J uur, brak over de stad Krails- heim, in Wurtemburgeen vreeselijk onweder los, vergezeld van eene hevige sneeuwjagt. Eene bliksemstraal trof den bovensten koepel van den stads torenwaardoor eene zuil van den klokkenstoel in brand ge raakte, Hoe gering ook van beneden het eerste vlammetje scheen, blies de stormwind het echter, eer men het genaken kon, tot eene lichte- hralje vlam aan. spoedig stond ook de groote koepel in brand, en werd bij den ingevallen donkeren nacht, als een ontzettende brandfakkel, bi] welker licht de ontstelde ingezetenen, in den grootsten angst, naar'allé rigtingen hunne goederen borgen. De poging, om van binnen'met brand- emmers en handspuiten denbrand te blusschen, werd door den stormwind die door alle openingen loeide, verijdeld; met grootere spuiten kon men er ookwegens de hoogte van den torenniet bijkomen. De regen van von ken, die uit alle openingen van den toren als uit den krater van eenen vul kaan over een groot gedeelte der stad nederstorttedeed elk oogenblik nieuw gevaar en grooter ongeluk duchten. Dan hier redde de Goddelijke Voor zienigheid welke met het onweder eene laag sneeuw over de daken spreid de, en dus de ijsselijke massa van vuurvonken onschadelijk maakte. Het grootste gevaar leed echter het aan den toren aangebouwde raadhuis onder welks dak, op den korenzolder, 160a schepel granen opgelegd zijn Ver- scheiden malen vielen van de hoogte des torens de brandende balken op dit dak neder en beschadigden hetzelve op onderscheidene plaatsen. Slechts aan de onvermoeide, met levensgevaar verzelde pogingen gelukte het de menigte vuurvonkendie op het koren vielen, te blusschen. Des moreens om 5 ure had de brand eindelijk de benedenste verdieping van den toren bereikt, en het gesmolten metaal der klokken stortte in de benedenste ruimte van den toren neder, terwijl spoedig eene menigte brandend hout werk volgde. I-Iiir was nieuw gevaar en was nieuwe inspanning nood'ig, ten einde de aangrenzende korenzolder en het raadhuis zelf niet aanstoken wierden. Doc'n gelukte het eindelijk, bij het aanbreken van den dag, het vuur op alle punten meester te worden. Hoewel men voor eenigen tijd had aangekondigd, dat het getal landverhuizers dit jaar uit Duitschland naar Amerika niet zoo groot zou wezen, als wel in andere jaren, verneemt men nu echter wederom het volgende: Te Bremen zijn wederom bestellingen voor scheepsruimte ten behoeve van naar Amerika uitwijkende Duitschers ingekomenen zullen aldaar de expeditien van schepen met landverhuizers naar de Vereenigde Staten reeds in April beginnen. Zoo als men verder uit Bremen schrijft, had men, naar de voorloopig van verschillende oorden ingewonnen berigten, nog een aantal bestellingen te wachten, en zou zelfs het getal landverhui. zersdie te Bremen gelegenheid voor den overtogt zoekenwaarschijn lijk dit jaar nog grooter zijn, dan gedurende 1834 Vi»n daar vertrokken, daar nu ook uit het Saksische (echter niet uit het Ertzgebergte waar dê fabrieken thans volop werk hebben)bestellingen ingekomen waren. GROOT- BRITANNIE. Londen den 15 Maart. De heer Hume zou, zooals gemeld is, in 'de zitting van het Lager-Huis van den I3den, Zijne motie doen, strekkende om aan het Ministerie de onderstands-gelden slechts voor 3 maanden in plaats van voör een jaar toe te staan. Hij heeft echter in gemelde zitting van zijn voornemen afgezienverklarendedat hijde leden van zijne partij raadplegende, bemerkt had, dat men niet zeer genegen was, om tot dat voorstel toe te tredenomdat hetzelvezooais de heer Hume namenlijk voorgaf, nog niet genoeg het wantrouwen van het Huis in het Ministéiie zou uitdrukken. Hij zou echter na eenige dagen met een ander voorstel ter baan komenhetgeen hij vertrouwdedat zeker zou worden aangeno.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1