S P A N J E.
hulde werd bewezen aan de overledene Leden Mr. JFillem Biiderdijk
]\Ir. Hendrik van tr'ijn, Jacobus Koning?>ïr. Oifsberi Karei van Hngcn-
dorpCornells LootsMr. Jonas Daniel Meijer en Mr. Fredrik IViilem
Roejl, terwijl nog-met een woord melding} werd gemankt van liet afster
ven der Ledenvan HuithemRaepzaetDevel en anderenalsmede der
Correspondenten Driesses, E. Epkema, MarrontTlJvoy, Simonsde IFal
en IFer)lineklas de Secretarisde heer Mr. .V. Iz. IVizeliuseen be
knopt verslag der werkzaamheden der Klasse sincs de laatste openbare
Vergadering.
Hieroplas de heer Mr. D. J. van Leitnep ccne, 'door den heer Meijer,
voor de Klasse afgewerkte en nagelatene zeer belangrijke Verhandeling,
houdende een onderzoek: fVic ais de eigenlijke Grondlegger van de Re
publiek der Ferecnigde Nederlanden moet aangemerkt worden.
De heer Secretaris deelde daarna het programma der Prijsuitschrijving
mede, hetwelk wij nader zullen mededeelenen las de heer van 'r Gra
ven',veert daarop een treffend DichtyukPompeji genaamd.
De geheele plegtigheid had naar gewoonte plaats onder gepaste dank
zeggingen, in het bijzijn van onderscheiden geuoodigden en een aanzien
lijk publiek.
Uit Dordrecht schrijft men van den 13 Maart:
Naar men verneemt, heeft het Zijne Maj. behaagd om, aan de nieuwe
Maatschappij van Scheepsrederij te Schiedam, als bijdrage tot de daarstei-
ling der benoodigde scheeps-timmerwerf, de zeer aanzienlijke gift van
f eojooo.oo tóe te voegen.
Uit Vlissingen wordt van den 9 Maart gemeld:
Betrekkelijk het koopvaardijschip de KortenaarKapitein Glazenerver
neemt men nog het volgendeWoensdag avond jl. in het Kanaal zeilende
sloeg de' bliksem 5 maft op bet dek ter neder; 4derzelve waren ligt ge
wond, en konden kort daarna huilnen arbeid hervatten, doch de vijfde was
door de bliksem getroffen op de hoogte van het borstbeenen de straal
was hem van daar tusschen het ligchaam en het hemd doorgegaan, tot on
der aan de schoenen, aan de gevolgen van welke verwonding de onge
lukkige verleden Vrijdag te Neuzen is bezweken. Aanmerkelijk is het,
dat dit toeval geene de minste schade aan het schip heeft veroorzaakt,
zijnde alleen in eene der zeilen, langs welke het bliksemvuur op het dek
nédersloegeen klein gaatjeeven als of het gebrand waste ontdekken.
Een Duicsch blad bevat een overzigt over de werken en den persoon
van Dr. vors Sieboldonzen stadgenootvan hetwelk het volgende merk
waardig is:
Als Geneesheer en Natuuronderzoeker aan het Nederlandsche Gezantschap
te Japan toegevoegd, heeft Dr. von Siebold zich in de jaren 1823 tot 1830
bezig gehouden met een wetenschappelijk onderzoek van een der merk
waardigste en minst toegankelijke landen, en het is hem gelukt, met zulke
uitgebreide verzamelingen van natuurhistorische voorwerpen en eenen zoo
grooten schat van zakenvoor land- en volkenkunde belangrijknaar Eu
ropa terug te keeren dat de openbaarmaking zijner bouwstoffen de hoop
geefceepe aanmerkelijke gaping in onze kennis van de aarde en van hare
voortbrengselen en bewoners, te zullen aanvullen. De beschrijving der
land- en zeereizen van Dr. von Sieboldzijne natuurkundige ontdekkingen,
en zijne opmerkingen oiler geschiedenis, zeden en taal der Oostelijke ei
landen van Aziëzullen vervat worden in een werkhetwelk ten titel
voert' Nipponwaarvan reeds een gedeelte het licht ziet. Hetzelve is in
verscheidene afdeeliugen gesplitst en wordt voorzien van eene talrijke ver
zameling steendrukplatendoor HollandscheDttitsche en Fransche kunste
naars vervaardigd. De ontdekkingen van Dr. von Siebold omtrent de voort
brengselen der natuur in Japan worden in twee andere werken bekend ge
maakt, eene Fauna Japonica en eene Flora Japonica. De belangrijkheid van
dezen arbeid voor de systematische beoefening der natnur, laat zich reeds uit
de ligging zelve van den Japanschen Archipel opmakentusschen Amerika en
Aziëzooals dezelve dan ook werkelijk door von Siebold voor den band ge
houden wordt, welke de nieuwe aan de oude wereld verbindt. Ook belooft dit
werk zeer gewigtige ontdekkingen voor de geneeskundede technologie
den land- en tuinbouw, vooral daar de Schrijver hierbij gebruik heeft kun
nen maken van den ganschen rijkdom der Japausche litteratuur, en van de
ophelderingen van geleerde Japannezen. De schoone, krachtvolle en rijke
natuurontwikkeling der Japansche eilanden, en eene tot eenen ongelooflij
ken trap van volkomenheid gestegene tuiubouwkunst, beloven den liefheb
beren der plantenkunde, de aangenaamste ontdekkingen. Niet alleen zijn
de fraaiste en nuttigste gewassen, door inlandsche kunstenaars naar de na
tuur geteekend, maar het heeft zelfs den reiziger mogen gelukken, ver
scheidene gewassen levend naar Europa over te brengen. De voornaamste
kruidkundigen van Europa hebben zich daarenboven verbonden, den heer
von Siebold met hunne voorlichting bij te staan. Van de Philologische wer
ken des reizigers, welke een tot hiertoe geheel onbekend taaleigen en eene
rijke veelsoortige letterkunde zullen doen kennen, zijn reeds verschenen:
Sin zoo zi liti gjok ben, zijnde eene verzameling van al de Chineesche let
ters, volgens hare wortels gerangschikt, en hiandsii wen, zijnde eene ver
taling van een Chineesch schoolboek in de tot hiertoe geheel onbekende
Kooraïsche taal; terwijl eindelijk nog op de pers is een Thesaurus linguae
Japonicae, of verzameling van alle Japansche woorden, met eene Chinee
sche vertaling. Dit laatste werk is, onder de leiding des uitgevers, door
eenen geleerden Chinees, Ko-tschingdschang, die hem naar Europa gevolgd
is, op steen geteekend, en staaft ten volle de Kalligraphische bekwaam
heid dier natie.
Uit Belgie schrijft men, dat het Ministerie aan de Kamer der Ver
tegenwoordigers aanvraag voor een buitengewoon crediet gedaan hadten
einde fortificatiën aan de Noordelijke grensscheiding van Belgie op te rigten.
GRIEKENLAND.
Van Napoli di Romania wordt van den 2 October,eenige handelberigten
medegedeeld, ook den Nederlandschen handel met Griekenland rakende.
Van Hydra waren er twee expeditien met Turksche en Grieksche produc
ten naar Nederland afgezonden. Te Patras werd er eene gereed gemaakt.
Van Napoli was men voornemens verscheidene artikelen in eene lading naar
Amsterdam te zenden en van Santorin had men naar Smyrna last gegeven
om een vaartuig met 700 fusten wijn voor Amsterdam te bevragten.
Uit Smyrna waren van laatstgenoemde plaats gezeild twee Engelsche sche-
penwelke nog binnen kort door een ander zouden gevolgd wordenmen
verwachtte aldaar het Nederlandsche schip uit Vlaardingen Vrouw Mar-a
Kapitein Don. In 1834 waren te Smyrna 5 Nederlandsche, benevens een
Oostenrijksch en een Zweedsch schip uit de Nederlandenmet onderschei
dene artikelen bevracht, aangekomen.
RUSLAND.
Uit Odessa wordt van den 17 Fcbrnarij gemeld, dat aldaar het stoom
schip Keizer Nikolaas, in 49 uren uit Konstantinopel was aangekomen. De
Kapitein van dit schip, dé heer Coweywelke aan den Sultan de geschen
ken van Z. M. den Keizer had overgebragt, heeft van den Grooten Heer,
een gouden met diamanten versierde snuifdoos, ter waarde van 20,000 pias
ters en de manschap van het schip eene som van 10,000 piasters ten ge
schenke ontvangen.
De Koningin zon den roden Maart Uit de hoofdstad naar het lustslot
Aranjuez vertrekken, 0111 aldaar den geheelen zomer.te vertoeven.
Te Louden en Parijs is bekend gemaakt, dat het begin der con
versie van de Spaansche Cortes-Bons, met April aanstaande, beginnen zal.
Generaal Vaidez was den cysten Februarij te Madrid aangekomen j
om het Ministerie van Oorlog op zich te nemen. Men hoopte, dat zijne
optreding als Minister van Oorlog eenen beteren Joop aan de glgemeene
zaken geven zou.
Er was te Cadix een opstand der Carlisten ontdekt. Door een aanzien
lijk persoon tot die partij behoorende, en die te San Fernando gevat
was, was dezelve aan het licht gekomen. Vele voorname menschen wa
ren te Cadix gevangen genomen.. Het doel scheen te zijn, om, onder
geleide van Moreno zich van het kasteel San Sebastian, met behulp van
de daarin zich bevindende 1290 gevangenen, meester te maken.
In berigten uit Bayonne van den 4 Maart wordt gemeld, dat bet fort
van Elizondo toen door zes bataljons Carlisten berend werden dat het
geschut der belegerden aan die benden eenig verlies had toegebragt. Het
gerucht was in omloop dat eene afdeeling van 150 Chapelgoris of vrijwil
ligers in dienst der Koningin, niet verre van Vitcoria, door de Carljstea
was overvallenmet dat gevolgdat alle deze manschappen gevangen wa
ren genomen.
ITALIË.
Rome den 28 Februarij. Naar men stellig verneemt, heeft de Paus zijne
nota aan de Mogendheden gerigt, ten einde haar uit te noodigen, aan de
gruwelen van den burgerkrijg in Spanje een einde te maken, als ook, dat
hij dezen wensch slechts bij eenige gelegenheden, mondelings aan verschei
dene Diplomaten uitgedrukt heeft.
Er zijn nogmaals meerdere verordeningen verschenen, welke op de ver
betering der zaken betrekking hebben. Volgens eene bekendmaking, zou
in alle zee-steden van den Pauselijken Staat eene Kamer van Koophandel
ingesteld worden, uit wier leden dan een handelsgerigtonder opzigt van
den Gouverneur der provincie, zou gevormd worden. Hier te Rome be
staat deze inrigting reeds gedurende geruim,en tijd,
Het Carnaval is dit jaar zoo levendig als ooit; de Giovedi grassa koude
zich, als de voornaamste dag van het feest, in luister met alle vroegeren
meten. Een gerucht van onlusten, welke uitbreken zouden, heeft zoo
min als in vorige jaren, eenigen grond.
ZWITSERLAND.
Het Eedgenootschappelijk bewind te Bern zitting houdendeheeft be
sloten aan de Badensche Regering zijne verwondering te kennen te geven,
wegens de door die Regering genomene maatregelen op de Zwitsersche
grenzen. (Zooals uit onze vorige blijkt waren Badensche troepen tot de
grenzen genaderd.) Bern verklaarde, dat er geene reden voor die'maat-
Tegelen konden bestaandaar de woelingen van Duitsche handwerkslieden
in Zwitserland met alle kracht werden tegen gegaanen de Kantons-Rege
ringen vast besloten hadden op Zwitsersch grondgebied niets toe te laten
wat de rust van naburige Staten zou kunnen in gevaar brengen. Het
Eedgenootschappelijk bewind heeft daarom van de Badensche Regering eene
stellige verklaring omtrent die bewaking der grenzen afgevraagd: eu tevens
verwachtjom opheffing van het bevel, dat geene Zwitsersche onderdanen
in Baden, en geene Badensche in Zwitserland mogten komen.
DUITSCHLAND.
Weenkn den 4 Maart. Z. M. de Keizer heeft aan den Suats-Kanselier,
Prins von Metternich, den volgenden brief geschreven;
kFaarde Prins von Metternich!
Ten einde van den eenen kant een bewijs te geven van mijne kin
derlijke liefde en hooge vereering jegens mijnen onvergetelljken Vader, en
anderzijds overtuigd hierdoor de gevoelens mijner getrouwe onderdanen te
gemoet te komen, heb ik besloten de herinnering aan mijnen vader door
de oprigting van een gedenkteekên té vereeuwigen. Uals Curator der
Academie van Beeldende Kunsten, draag ik den last op, mij ten spoedigste
eene schets aan te bieden.
PFeenen den 3 Maart 1835. (ret.) Ferdinand."
Heden namiddag is het lijk des Keizers naar de Hofkapel overgebragt
en in parade gesteld. Zaturdag den yden dezer des achtermiddags ten 4 ure
zal de plegtige ter aardebestelling plaats hebben.
Het volgende is een uittreksel uit het testament van den overleden
Keizer Frans I.t
Mijne liefde vermaak ik aan mijne onderdanen. Ik hoopdat ik voor
hun bij God zal kunnen bidden, en ik vorder, dat zij hunnen trouw en
genegenheid jegens mijnen wettigen opvolger toónen zullen, gelijk zij mjj
dezelve in goede en kwade dagen bewezen hebben. Ik zeg aan mijn ge
trouw ieger mijnen hartelijken dank voor de diensten, welke het mij bewe
zen, en door welke het mijnen troon heeft staande gehouden. Ik vorder
van hetzelve, om mijnen opvolger dien zelfden trouw en genegenheid altijd
te toonen. Aan alle Staats-dienaten, welke mij goed hebben gediend, be
tuig ik hiermede mijnen dank,"
Z. M. Ferdinand I. heeft bij een schrijven aan de verzamelde Stenden
van het Koningrijk Hongarije den dood van zijnen vader bekend gemaakjt.
In onze vorige hebben wij. eenige bijzonderheden rakende den over
leden Keizer van Oostenrijk medegedeeld; het volgende bevat eenige bij
zonderheden omtrent den thans regerenden Keizer Ferdinand I:
Ferdinand, oudste zoon van Frans I, en deszeifs tweede echtgenoote,
Maria Theresia, dochter van den Napelschen Koning Ferdinand, is. den,
I3den April 1793 te Weenen geboren. Zijne, in zjjne jetigd zwakke ge-'
zondheid boezemde in den beginne veel ongerustheid in, en belette dat
hij voor den krijgsstand opgeleid werd. Ook zijn vader, die eer een kind
scheen, toen hij in den ouderdom van 24 jaren als Roomsch Keizer ge
kroond werd, verkreeg eerst in gevorderden leeftijd meerdere krachten.
Prins Ferdinand kreeg eerst tot opvoeder de Baron Carneo Stefanco,edel
man, van de kusten der Adriatische zee afkomstig, en die den naam had
van een goed oudheid- en. taalkundige, te zijn,. Dfw Gouverneur werd
van zijnen post verwijderd in April 1807, den dag van het afsterven der
Keizerin Theresia en zoo men zegt krachtens haren uitenten wil. Hij werd
door den Baron rTErberg vervangendie zijn verstand verlooren vervol
gens, door den Maarschalk Beilcgardedie dien post afstond,aan den Graaf
Hoyes, Aide-de-Camp van den Keizerlijken Prins.
Na het herstel van den vrede in 1815 deed de Vorst eene reis door
FrankrijkItaliëZwitserland en de meeste provinciën van het Oostenrijk-
sclie Keizerrijk. Op deze laatste reize verwierf hij zich in eene groote
mate de toegenegenheid des volks en wekte later, in 1829, door zijnen
menschlievenden ijver bij de inundatien der Weener-voörstedeneene alge-
meene geestdrift voor zijpen persoon op.
In het volgende jaar besloot het Keizerlijke Hof, volgens^een meermalen
aangenomen gebruik, den Troonsopvolger, nog bij Het levert van zijnen
vader, tot Koning van Hongarije, onder den naant van Ferdinand F (want
Ferdinand IF, oudste broeder van Leopold Iwas Vóór zijn' vader Ferdi
nand III gestorven), te doen kroonen. Deze plegtigheid had in 1830 te
Presburg, in tegenwoordigheid van den Hongaarschen Rijksdag, plaats, en
van dien tijd af voerde Ferdinand den naam van den jongen Koningzon
der daarom veel deel aan de aangelegenheden van het Staatsbestuur te nemen.