ruime plaat? voor de residentie heen en weder, en nog klinkende tootien
der muzijk der soldaten, welke weder naar de kazernen terug gaan, door
dc-stajl. Zoo is eindelijk die groote heilaanbrengende schrede geschied, van
welke voor het welzijn van Griekenland in de toekomst zoo oneindig veel
afhangt. Z. M. kwam in den Piraeus aan landen reedbegeleid door
de medeleden van het Regentschapde Ministers en het overige personeel
der Ministerien, het Corps diplomatique en eenen talrijken Generaals-staf,
naar de stad. Omstreeks twaalf ure kwam de glansrijke togt bij Theseum
aan, waar Z. M., onder het luid geroep der menigte, door de heilige Sy
node ontvangen en in den tempel geleid werd. Na dat hier eene godsdienst
oefening gehouden wasstegen de Koning en die hem vergezelden weder te
paard, en reden naar de residentie, welke aan de noord-oostelijke zijde der
stad, aan den voet van den Lykabettos ligt. Eene salvo van 101 kanon
schoten verkondigde de provincie het oogenblikwaarop Z. M. hetzelve betrad.
Den i5den heeft de Engelsche Gezant de rei der gezellige winter-genoe-
gens voor dezen winter met een bal geopend.
PORTUGAL.
Prins August van Portugal is door de Koningin zijne gemalin benoemd ge
worden tot Kolonel van het 5de regiment jagershetwelk Don Pedro tot
Chef heeft gehad. Een Brigade-Kommandanteen Kolonel en 40 andere
officieren zijn wegens staatkundige gevoelens uit de dienst ontslagen. Het
Belgische corps is den 5 Januarij door de Koningin geïnspecteerd en zoude
spoedig naar Belgie wederkeeren.
Ten gevolge van het in beslag nemen der bezittingen van Don Miguel,
ten behoeve van den Staat, hebben zijne vier naaste vrouwelijke bloedver
wanten hare aanspraak doen gelden op de Juweelen, hem aangekomen uit
de nalatenschap zijner zuster Donna Mariain het vorig jaar te Santarem
Overleden, en zijn die, ter waarde van po,000 aan de eischeressea
toegewezen.
SPANJE.
Er wordt in de Fransche berigten melding gemaakt van eene groote
overwinningwelke Zumala-Carreguy op de Generaals der Koningin zou be
haald hebben; bepaalde tijdingen heeft men hiervan echter nog niet.
Van eene andere overwinning der Carlisten wordt het volgende geschreven
Een bataljon der provinciale militie van Grenada (linie-troepen) is te Me
dina de Tornar den 7 Januarij verrast geworden door den Generaal-Majoor
Eraso, die het in deszelfs geheel gevangen nam, zonder dat een eenig man
van dè 450, Waaruit liet bestond, heeft kunnen ontkomen. Eraso heeft aan
Zumala-Carreguy doen vragen of hijovereenkomstig deszelfs bevelen de
gevangenen moest doen doodschieten. Op het bevestigende antwoord van
dien bevelhebber, hébben al de gevangenen, in drie dagen tijds, de dood
straf ondergaan; de 180 laatsten zijn den iaden gefusilleerd.
Denzelfden dag zijn 300 ruitersonder bevel van het Carlisten-hoofd Don
Santjago Villalobos doof Cuartango (4 uren van Vittoria) gekomen en hebben
zich met Zumala-Carreguy vereenigd.
Dezelfde Villalobos hééft, op zijnen doortogt, omstreeksVillaba inKastilie
37 gevangenen gemaakt op een detachement van 40 man infanteriehetwelk
uit die stad getrokken was om in de naburige dorpen contributien te ligten.
De drie overigen waren in het gevecht gesneuveld,
Bijzonderheden van dit gevecht en de overwinning der Carlisten wordt
zelfs door het Matfridsche Regerings-blad van den 11 Januarij bevestigd. Dit
berigt luidt aldus
De Kapitein-generaal van Oud-Kastiiie vermeldt in zijne berigten van den
éden en 7den dezer, dat een deel der opstandelingen van Biscaye in ver
scheidene dorpen van de vallei van Mena zijn binnengerukt en zich met Vil
lalobos vereenigd hebben. Ten getale van 3000 voetknechten en 250 ruiters,
hebben zij hunne gewone wreedheden bedreven. Bij de afwezigheid van den
Brigadier Iriartedie zich met den Generaal Espartero had vereenigd, om
gezamenlijk tegen Zumala-Carreguj ten strijde te trekken, heeft de Markies
de Campoverdedie geenen tijd wilde verliezenin der haast slechts 300 man
en eenige ruiters kunnen vereenigenwaarmede hij de opstandelingen in be
dwang hield; doch door eene zeer groote overmagt aangetast wordende,
werd hij genoodzaakthun het veld vrij te laten en naar Medina de Tornar
en verscheidene andere punten te wijken.
Men heeft met den meesten spoed bevelen afgezonden, opdat de Brigadier
Iriarte zonder tijdverlies in de dorpen der vallei terugkeerdeen te gelijker
tijd heeft men versterkingen van de afdeeling des Generaals Latre doen ko
men om dit punt van Kastilie te beschermendoch daar die Generaal zich
ter bestrijding der vijandelijke krijgsbenden in Navarre bevond, en de gemeen
schap zeer moeijelijk washeeft men de buitensporighedendie de opstan
delingen in de vallei van Mena bedrevenwelker bewoners door hunne ge
trouwheid bekend zijnniet kunnen beletten. Hoe dit ook zijn mogede
Generaal Latre rukte met versnelden marsch tegen den vijand open de
Kapitein-Generaal verzamelt eene aanzienlijke krijgsmagt, met welke hij
reeds uit Burgos naar Paramos is uitgeruktten einde den togt des eerstge-
noemden over Traspademe, los Aussnes en la Oradada te beschermen.
In een legerberigt door Eraso aan Don Carlos gezonden wordt ook dit
gezegd
In één woordvan de geheele bende heeft zich niemand kunnen redden
dan de Kolonel Markies de Campoverdedie met achttien ruiters langs den
weg van Medina ontsnapt is, alvorens de mijnen hem konden bereiken. Ik
zal aan Uwe Maj. nadere bijzonderheden wegens dit gevecht mededeelen;
voor het oogenblik bepaal ik mij daartoe,dat de goddelijkeVoorzienigheid op deze
wijze degenen heeft willen straffen, die aan de afschuwelijke en heiligschen-
nende moorden van Madrid hadden deel genomenzonder dat ik eenig ander
verlies geleden heb, dan van een Luitenant en een soldaat, die gesneuveld,
en van een ander Luitenant met vijf soldatendie gekwetst zijn.
Deze tijdingen hadden te Madrid eenen zeer onaangenamen indruk gemaakt.
-T- Hoewel ook Eraso bij het voornoemde gevecht eenige manschappen
verloren en 28 gekwesten gehad heeft, zoo heeft hij echter ten gevolge van
zijne overwinning in het gewest van Burgos twee nieuwe bataljons kunnen
oprigten. De bevelhebbers van dezelve zijnonder de inwachting der be
krachtiging van Don Carlos, benoemd, en de manschappen van wapenen
voorzien.
Volgens een bevel van Don Carlos, van den loden dézer, worden uit
de gewesten Biscaye Alava en Guipuscoa 8000 weerbare mannen opge
roepen die van 18 tot 36 jaar oud zijn: zij moeten den isten Februarij de
wapenen opvatten. Dit bevel is aan de Junta en gewestelijke Staten der
Carlisten medegedeeld.
De Carlisten gaan voort met de belegering van Elisondo en het be
schieten van het versterkt gebouw Miserifordia.
Een Fransch dagblad, anders gunstig jegens de partij van de Ko
ningin gezindbevat onder anderen het volgende
De militaire aangelegenheden gaan voor de zaak der Koningin slecht.
Te vergeefs herschept men, met -hulp der veld-drukpers, elke schermut
seling in eene overwinning, want na weinige dagen komt toch de treu
rige waarheid aan den dag. Dit was nog onlangs giet het laatste leger
berigt van den Generaal Caratala het gevalzijnde zijne voorgewende
overwinning bij Ormaisteguy in het wezen der zaak eene nederlaag ge
weest, waarbij zijne troepen verstrooid werden en men het gevoelige
verlies van eenige honderden Chapelgorris geleden heeft. Ten gevolge
van deze voorgewende overwinning is dan ook het geheele gewest Gui
puscoa aan de genade der Carlisten overgeleverd, daar Jaureguy het
versterkte dorp Bergara niet meer durft te verlaten.
Het ergste is nog de droevige gezondheids-toestand van den Generaal
Mina. Wat men ook doen mogehij zai weldra der Regering moeten
verzoeken, oin hem eenen opvolger te schenken.
ITALIË.
Napels den 28 December. Het uitzigtdat de tegenwoordige Regering
nader bij het liberale systeem komen zou, verdwijnt geheel en al. De Geeste
lijkheid die reeds vroeger in liet geheim.eene hoofdrol speelde, is voorzig-
tig' genoeg, zich de magt niet uit de handen te laten nemen. Men gunt aan
den Koning zijn genoegen in soldaten, hoezeer ook-de Napolitaan tegen doel-
looze maatregelen ingenomen is: men laat hem eene nationale garde oprig
ten hoewel de Napolitaan bijna nog geheel vreemd aan nationaal gevoel is. j
Ondertusschen echter dat de Koning zich met deze liefhebberijen bezig
houdtbrengt hem de Geestelijkheid daartoe0111 eten nieuw geestelijk cri
mineel Gerigt op te rigtenzoodat wanneer een Geestelijke naderhand wordt
aangeklaagd, hij niet meer voor het wereldschemaar voor het voornoemde
Gerigt zal gebragt worden.
ZWITSERLAND.
Het Eedgenootschappelijk Bewind heeft reeds volgens Fransche bladen.,
een antwoord aan de "Oostenrijksche Regering gegeven, op derzelver-on
langs ingediende nota. Het wordt als het volgende opgegeven:
Toen Bern de leiding van het bewind aanvaardde, waren de zaken
van het Eedgenootschap en de naburige Staten op een geregelden voet,
alzoo men reeds sedert de eerste maanden van het vorige jaar de be
staande verwikkelingen geheel had opgelost. Aan een anderen kant heeft
het Eedgenootschappelijk Bewind kennis genomen van de instructiendoor
den gewonen Landdag van 1834 aan hetzelve gegeven, opzigtelijk het
beheer der zaken rilt krachté waarvan hetzelve gelast is ernstig te wa
ken voor den staat der betrekkingen van Zwitserland met het buitenland,
de eerde waardigheid en onafhankelijkheid van het Bondgenootschap
ongeschonden te bewaren en met nadruk te verdedigen, gelijk het een
vrijen en onzijdigen Staat betaamtzonder uit het oog te verliezen de
handhaving der vreedzame en vriendschappelijke betrekkingen met de ove
rige Staten op de grondslagen eener getrouwe inachtneming van het regt
der volken. Het Eedgenootschappelijk Bewind, steeds zijne pligten ge
trouwelijk vervullendezal in alle omstandigheden dezen last van de
opperste Magt naauwgezet weten te vervullen, gelijk mede alle de ver-
pligtingen, die ten gevolge der Bondgenootschappelijke besluiten op het
zelve berustenen hetzelve zal alzoo trachten het vertrouwen te regt-
vaardigen, dat de Landdag en de Staten des Eedgenootschaps in hetzelve
stellen. Het voorzittend Bewind twijfelt niet of deze verklaring van be
ginselen waaraan hetzelve zich steeds zal gedragen in de leiding der
Bondgenootschappelijke zaken ten aanzien van het buitenlandzal geheel
beantwoorden aan het verlangen der naburige Statenen zij nemen deze
gelegenheid waar, enz.
Een Zurichsch dagblad na vooraf uitgewijd te hebben over dit ont
wijkend en dubbelzinnig antwoorden gewag te hebben gemaakt van het
onnuttige van hetzelvedaar men aldus zijn doel bij de vreemde Mo
gendheden niet bereiken zal, laat daarop aldus volgen:
Wij hebben verleden jaar het voorzittend kanton Zurich gegispt en
betreurddat hetin plaats van een bepaald en naar de wezenlijke be
langen des vaderlands berekend stelsel met vaste hand aan te grijpen en
rondborstig te volgen, enkel getracht heeft op eene kunstige wijze de
opkomende moeijelijkheden te ontwijken en zich uit het oogenblikkelijke
gedrang te redden, zonder op de eindelijke uitkomst eenen blik te dur
ven werpen. Heeft het Eedgenootschappelijk Bewind zich zelf wel de
vraag voorgesteld, wat de uitwerking van deze zijne Nota zal wezen,
hoe zij zal opgenomen worden, en wat er dan verder te doen zal staan?
Heeft het dit niet gedaan, heeft het niet nu reeds een vast plan ont
worpen, wil het slechts van den eenen dag tot den anderen zichzelve
zoo goed mogelijk uit de zaak redden, dan zal het de belangen des
vaderlands groótelijks benadeelen, en de natuurlijke gevolgen zijner han
delwijze niet ontgaan.
De wet op de vreemdelingen, van het jaar 1823, is te Bern ver
nieuwd, en zal nu ook op de Hoogeschool worden toegepast: alle vreemde
hoogleeraars, onderwijzers en studenten zullen bewijs van hunne inwonirg
moeten mededeelen of eene aanzienlijke som gelds tot onderpand geven.
Men kan voor het overige deze wet als zeer streng, en wezenlijk als de
vernietiging van het regt van schuilplaats aanmerken.
DUITSCHLAND.
In den nacht van den 16 op den 17 Januarij is te Frankfort groote op
schudding geweest, daar in een huis, zeer digt bij de konstapelwachtin
welke vele personen wegens staatkundige misdrijven gevangen zitten, gele
gen, een hevige brand uitgebarsten is. Men was beducht, dat, zoo de vlam
men tot de gevangenis zelve oversloegen, de gevangenen beproeven zou
den om te ontsnappenvan daar dat men alle middelen aanwendde om dit
te beletten en eene aanzienlijke krijgsmagt onder de wapenen deed komen
ten einde den toevloed der nieuwsgierigen van de gevangenis terug te hou
den. Deze middelen zijn echter niet noodig geweest, daar men er in ge
slaagd is, de vlam spoedig te blusschen.
In het Pruissische regerings-district Posenis in het vorige jaar de
organisatie van het Joodsche gedeelte der bevolking voltooid geworden.
Er zijn corporatien ingesteldwelke geographisch en individueel verdeeld
wordenzoodat elke Israëliet tot zulk eene corporatie behooren moet.
Alle Israëliten van het mannelijk geslachtwelke onbesproken van ge
drag zijn en een middel van bestaan bezittenvergaderenals wettige
stemgeregtigdenom de vertegenwoordigers van hunne corparatien' te
verkiezenwelke wederom de leden van het bestuur benoemen. Ook
zijn de statuten en het schoolwezen vastgesteld. Eindelijk op de laatst-
gehoudene bijeenkomst- werden de burgerlijke betrekkingen der Joden ge
regeld door het benoemen van kommissiën van naturalisatie voor elke
corparatie-hoofdplaatsdie de naamlijsten opmaakten, zoo wel van die
genen, welke genaturaliseerd en die aan welke toelatings-certificaten ver
leend zouden wordenals ook dié welkeuit hoofde van de eene of
andere bedenking, uit het land zouden moeten worden verwezen. Diens
volgens zijn 3779 patenten van naturalisatie en 7764 certificaten van toe
lating voor famielje-vaders afgeleverd, en werden 3 Israëlieten uit het
land gezonden. In het geheel bevinden zich in Posen 48,840 Israëliten.
Op den dden dezer is te Allenburg overleden Dr. August Matthiae
bestuurder van het Gymnasium dier stad en lid van onderscheidene ge
leerde genootschappen. Behalve door andere werken heeft hij zich in het
bijzonder beroemd gemaakt door zijne uitvoerige Grieksche Spraakkunst,
opgedragen aan den voormaligen Leydschen Hoogleeraar fVyttenbach. Deze
Spraakkunst is in het Engelsch en nog zeer onlangs ook in 't Fransch
vertaald.
GROOT-BRIT ANNIE.
Men schijnt te Londen aan het Departement van Koloniën het voor
nemen te koesterenom in de West-Indische bezittingen en vooral in
Demerary, het gebrek aan werkvolk, dat er zeker door het niet meer
aanvoeren van slaven, zal ontstaan, door het overvoeren derwaarts van
Europesche werklieden te vergoeden.