belofte, namenlijk, of onafhankelijkheidgelijk Griekenland, of inlijving in dezen Staatdoch met het voorbehoud van eenige voorregten te blijven bezitten. Of het hun nu gelukken zal, zich aan de Opperheerschappij der Porte te onttrekken, is we! nog zeer problematisch. Intusschen is het ge- heele land in oproer; en de opstandelingen zijn reeds in het bezit van eenige versterkte plaatsenonder anderen hebben zij de vesting Berat bemagtigd welke zij tot middelpunt van hunne operatien maken. Èen afdeeling Alba nezen marscheerde op Janinaen zal deze stad, die slechts een zwak gar nizoen heeftvermoedelijk innemen. In Berat is eene provisorische Rege ring tot leiding der openlijke aangelegenheden aangesteld. Vele Tartaren ware met het- ongeluks-berigt naar Konstantinopel gegaanwaar men door hetzelve hoogst onaangenaam verrast werd. In allen gevalle zal de Porte alles op het het spel zetten, om eene zoo gewigtige provincie, als Albanië, onder hare gehoorzaamheid terug te brengen, en de Albanen zullen nog eenen harden kamp te strijden hebben. PORTUGAL. De Koningin heeft in persoon den 18 December, de Cortes, nadat zij hare werkzaamheden volbragt haddengeprorogeerd. H. M. heeft in die vergadering haren dank betuigd voor den-ijver en trouw, door haar betoond, en beloofd in alle hare daden het welzijn des volks in het oog te zullen hou den. Zij heeft van haar huwelijk gesproken en van het geluk, dat zij voor zich zelve en voor het Land daarvan verwacht. Verder heeft H. M. over de buitenlandsche zaken gezegd, dat zij van alle hare Bondgenooten verze keringen van vriendschap hartelijkheid en vrede blijft ontvangen en ver trouwt, dat de vroegere betrekkingen met de overige Mogendheden spoedig zullen hersteld worden, overeenkomstig de wederzijdsche belangen van alle natiën en van den algemeenen vrede van Europa. Wegens den binnenland- schen toestand van Portugal verklaart de Koningindat die vrij voldoende is, daar de plaatselijke besturen met nadruk handelen, en de weinige ver dooldendie nog aan de partij van Don Miguel verkleefd zijn, weldra van hunne dwaasheid terug zullen gebragt wordenwaartoe zij ook hooptdat de Cortes in hare volgende bijeenkomst de nog noodige maatregelen zullen aannemen. Eenige benden Carlisten zich in Gallicie nabij de Portugesche grenzen vertoond hebbende, is een gedeelte der Portugesche troepen, welke be hoorden 'den Douro staantegen hen afgezonden. Deze gebeurtenis had in Londen eenige ongunstige berigten ten aanzien van Portugal doen verspreiden. SPANJE. Op de beurs te Parijs van Maandag den 19 December, hadden zich twee zeer verschillende geruchten verspreid: volgens het een zou Mina eene zware nederlaag geleden hebben; volgens het andere zou Don Carlos door de Koepén van Mina gevangen genomen en doodgeschoten zijn. Hoewel misschien beide geruchten onwaar zijn, hadden zij desniettemin op de Fransche 'fondsen nadeelig gewerkt. ITALIË. Omtrent Rome en deszelfs omstreken wordt in een Engelsch werk het vol gende berigt: Van de 242,000 morgen bebouwbaar land liggen ongeveer 82,000 in gezonde gedeelte. De lgge en ongezonde streken der Campagna beslaan omtrent 160,000 morgendie alle vier of vijf jaren eenmaal met graan worden bezaaid. In de distriltten der Mal-aria (kwade lucht) wonen op 1400 vierkante mij len niet meer dan 51,000 menschen. Bijna de geheele opbrengst van den land bouw is in handen van eenige weinige groote grondbezitters, die den naam dragen van Mercanti di campagna (landkooplieden) en somwijlen, ten gevolge van het door hen genoten wordende monopolie, den prijs der levensmidde len zeer kunnen doen stijgen. Er bevinden zich omtrent 150 zulke Mercanti in den Kerkelijken Staat. De bevolking van Rome bedroeg 151,000 zielen in het jaar 1832. Onder de regering van Paus Innocens III, schatte men het getal inwoners op slechts 35,000, hetwelk gedurende het verblijf van den Pans te Avignon zelfs tot 17,000 moet zijn verminderd. Toen in het jaar 1378, onder Urbanus IV het Pausselijke Hof naar Rome terug keerdenam de be volking weder toe tot 60,000. Na de plundering van Rome, onder denCon- netable van Bourbon ten jare 1527, bleven daar slechts 33,000 ingezetenen. Dit getal is 150 jaren later viervoudig toegenomen, en in 1700 telde Rome 140,000 inwoners. In 1730 beliep derzelver getal 145,000 en in 1755 zelfs 165,000, een standpunt, hetwelk de bevolking sedert niet weder heeft bereikt. De gevolgen der Fransche invasie van het jaar 1805 bragten mede, dat het getal der ingezetenen tot 135,000 verminderde, bedragende hetzelve in 1810 slechts 123,000. Na de terugkomst van Pius VII in 1814 nam de be volking weder toe. In het jaar 1820 bedroeg dezelve 135,000 en in 1830 Teeds 147,000. De bevolking houdt zich eeniglijk staande of neemt toe door de menigte aanstroomende vreemdelingenmaar niet door eigene bevolkings aanwas want ten gevolge vooral der ongezonde lnchtstreek gaan de sterf gevallen gewoonlijk de geboorten te boven. DUITSCHLAND. Men schrijft uit Frankfort van den 28sten December, dat de tegen woordigheid van den Koninglijken Nederlandschen Luitenant-Generaal Fagel aldaar deed vermoedendat hij belast is met eene zending bij den Duitschen Bondsdag, ten aanzien van de zaak van Luxemburg, waarover thans gehandeld wordt. Het Journal de Francfort merkt aandat de Baron Fagel nu niet on langs uit den Haag gekomen is, maar reeds over vier maanden met verlof naar Zwitserland gegaan wasen nu op zijne terugreis een bezoek bij den Hertog van Nassau had afgelegd. Als een nieuw verschijnsel wordt uit Hoxter aan den Wezer ge schreven dat een schip met 500 landverhuizers in het laatst van Octo- ber vertrokken is, hetgeen naar Jamaica bestemd was. De Overheid had eerst gemeenddat men deze lieden met list tot dien stap gebragt had dewijl zij niet als de overige landverhuizers voor eigen rekening en met eenig vermogen naar Amerika toe gingenmaar van alles ontbloot en de overvaart zonder eenige onkosten konden doen. Na onderzoek echter is gebleken, dat er geene misleiding plaats had, maar dat zij ten ge volge van de vrijlating der Negerslaven op Jamaicavan een behoorlijk bestaan als veld-arbeiders verzekerd waren geworden, daar zij in hun vaderlandmet den besten wilgeene middelen meer om te bestaan konden vinden. Uit Croatie wordt berigtWij kunnen stellig verzekerendat de wijnoogst in eenige oorden zoo rijkelijk is uitgevallen, dat de boeren bij gebrek aan vatenzich niet anders wisten te behelpenom den wijn- in te brengen, dan daardoor, dat zij in de aarde putten maakten, de zelve met tegels en lijm bekleeddenen de most er ingoten. In andere streken moest men wegens gebrek aan wijnvatenden ouden slechten wijn laten wegloopen, om voor het betere nieuwe gewas plaats te ma ken. Er zijn echter helaasvele menschen door het overmatig gebruik van den nieuwen-wijn plotselijk gestorvenen bijna dagelijks vernemen wij dergelijke treurige gebeurtenissen. Uit Minden schrijft men van den i5den December, dat 4 of 5 der vesting-gevangenen op eenen nacht door den schoorsteen naar bui ten geklommende stad uitgegaan zijn tot de landhoeve van eenen zekeren boer, aldaar eene vette koe uit den stal gestolen, naar de drooge gracht der vesting gevoerd, aldaar geslagt, en dezelve bij stuk ken weder door den schoorsteen naar binnen hebben gebragt. Èenigen tijd daarna hetzelfde willende beproeven, zijn zij door de schildwacht ontdekt en in eene andere bewaarplaats opgesloten. G R..O OT-BRIT ANNIE. Londen den 3isten December, De London-Gazette deelt thans de ver wachte ontbinding van het Parlement medé. Dezelve was in eenen geheimen raad op het paviljoen des Konings te Brighton besloten. Het nieuw te benoemen Parlement moest den ipden Februarij aanstaanden bijeenkomen, Van de zamenstclüng van het Wetgevend Ligéhaam, zal grootendeels de rust en welvaart van het land voor een aantal jaren afhangendaar het ontegenzeggelijk reeds in zijne eerste zitting aan het Rijk zoo vele rampen berokkenen kan als in een gewonen menschen- leeftijd niet kunnen hersteld worden. Daarom raden dan ook de bladen, die het Ministerie voorstaan, de kiezers ten ernstigste aan, hunne stem men niet te geven aan omwentelingsgezinden noch aan tegenstanders van alle hervormingen, maar hunne keus te vestigen op verstandige en brave mannendie van beide partijen onafhankelijk zijn en een juisten mid delweg Weten te houden. De oppositie daarentegen vaart voort met zoo veel mogelijk de natie op te zetten tegen een Bestuur, dat zij wil doen voorkomen als vijandig aan alle verbeteringen, die naar haar oordeel Kerk en Staat zoo zeer behoeven. Het is dus te voorzien, dat de ver kiezingen ditmaal met meer dan gewonen ijver en drift betwist zullen worden. Het bewuste adres aan Z. M.hetwelk den 23sten dezer in eene publieke bijeenkomst der voornaamste Londensche kooplieden, bankiers, reeders, enz. gearresteerd werd, en in hetwelk 5730 van de aanzien lijkste personen dezer hoofdstad aan Z. M. hunne naauwe en innige ver knochtheid aan zijnen persoon en zijne kroon openlijk betuigen, en te vens hun onwrikbaar besluit te kennen gevenom de vrije en wettige uitoefening der Koninglijke voorregten, met alle hunne krachten te zul len blijven voorstaan, is gisteren door eene bezending uit hun midden aan den heer R. Peel overhandigd, welke laatste hun bij die gelegen heid verklaard heeft, dat hij zich overtuigd hielddat de Koning zoo danig een adres met het grootste genoegen zou aannemen, en dat hij (de Minister Peel)daarom van de eerst mogelijke gelegenheid zou ge bruik maken, om het stuk aan Z. M. ter hand te stellen. De Fransche Zaakgelastigde Bacourt, is teruggeroepen en vervangen door eenen heer Pontois: men maakt over deze terugroeping allerlei gissingen. Aan de drie kinderen, van welke zekere vrouw, wonende aan den weg nabij Bristol, voor eenige dagen bevallen is, en die laatstleden Zondag in de Widcombe kerk gedoopt zijn, hebben de ouders de nameit van Geloof, Hoop en Liefde gegeven. v F R A N K R IJ K. In de zitting van de Kamer der Afgevaardigden van den apsten, zijn de beraadslagingen over de aangevraagde 360,000 fr., welke door de commissie tot onderzoek op 1,280,000 fr. gebragt zijn, tot het bouwen van een Geregts-Hof der Pairs, begonnen. Er is in die zitting nog veel over het al dan niet verleenen van eene amnestie gesproken. Men weet den afloop der beraadslagingen nog niet, maar den 3osten was te Parijs het gerucht in omloop, dat de regering de wet zou te rug nemen. Op denzelfden dag heeft de Minister van Financien aan de Kamers het budget voor 1836 voorgelegd, hetwelk over de 1002 millioen fr. be draagt. De Minister heeft daarbij betoogd, dat Frankrijk thans 23 mil lioen minder, dan in 1829 betaalt, en toch 50,000 man en 10,000 paarden meerder onderhoudtterwijl het oorlogs-materieel op ten minste 150 millioen mag geschat worden: er worden daarenboven 25 millioen meer tot verschillende verbeteringen hesleed. In de zitting van den 3isten waren de beraadslagingen nog niet af- geloopen. Aan 29 Staatkundige misdadigers is door Z. M, den Koning vergiffe nis geschonken. De Minister van Justitie Perzil, had daaromtrent aan den Koning een adres ingeleverd, waarvan het begin dus luidt: Sire! De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft ter kennisse gebragtdat uit de bij hem ingekomene berigten wegens den feilen brand, die in den nacht van den 22Step op den 23sten October, in het centraal gevan genhuis van den berg Saint-Michel is uitgebroken, gebleken is, dat men het behoud van het grootste gedeelte der gebouwen, en misschien dat van een groot aantal woningen van bijzondere personenalleen aan de spoedig aangebragte hulp en aan den moed der genen te danken heeft, die het bestuur in dezen hebben bijgestaanalsmede dat bij deze gele genheid het meerendeel der veroordeelden wegens Staatsmisdrijven van den loffelijksten ijver bewijzen gegeven heeft. De Minister van Binnen landsche Zaken uit het gevoelenhetwelk ik deeledat het met de waardigheid, evenzeer als met de regtvaardigheid der Regering, over eenkomt, om aan de bedoelde personen hunne bewezene diensten, die in hunne omstandigheden te loffelijker zijn, in rekening te brengen, en om aan de veroordeelden, die zich het meest door zelfsopoifering en moed hebben onderscheideneene verdiende belooning toe te staandoor de goedertierenheid Uwer Majesteit te hunnen aanzien in te roepen." Twee slechts, wier gevoelens aan den Minister te opgewonden voor kwamen zijn in de gevangenis geblevendoch hunne straf is vermin derd: terwijl twee anderen, welke bij den brand niet, doch buiten bun nen wilgeholpen, haddenmede begenadigd zijn. Een Fransch dagblad geeft de oorzaak van de ongesteldheid van Talleyrand, welke nu wederom beter schijnt, aldus op: Het eind van zijn verlof ziende naderen en gevoelende dat zijne ge zondheid hem niet toeliet naar Londen terug te keerenwilde de oudste der diplomaten ten minste zelf zijnen opvolger aanwijzenweshalve hij den heer de Rayneval aantoonde als den man, die het geschiktst was om zijne plaats te vervullen. Hij verwachtte niet den minsten tegenstand, zoo dat zijne verbazing geene perken kende, toen men hem in bondige gezegden een weigerend antwoord gaf. Eene meer uitwijkende weigering, doch evenzeer onverwacht, was ook het antwoord dat hij ontving op zijn verzoek wegens de bevordering van den heer Bacourt, die sints eenige maanden te Londen den post van Zaak gelastigde waarneemt. Over deze dubbele weigering niet minder vertoornd dan verrast, vergat de heer de Talleyrand zijne gewone gelatenheid, en de schok dien hij ondervondwas zoo geweldigdat hem bij den afloop des gespreksde beenen beefden en hij niet dan met veel moeite zijn rijtuig kon bereiken. Te huis gekomen, ondervond hij eene" langdurenden aanval van bezwijming, gevolgd van hevige koorts. De Kistand der geneesheeren deed wel is waar in weinige dagen deze ver«-'hijnselenwaardoor zijne vrienden bezorgd waren gewordenverdwijn-'1 maar men is niettemin nog niet geheel en al vrij van vrees voor M gevolgen, welke zulk eene «fe- nuwschokking op zijnen ouderdom h-,Den kan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 3