MENGELINGEN. de In Seine. U:t dit verslag hlijkronder anderendat de geheeie bevol king van Parijs, sedert de eefsre verschijning van de cholera (26 Maart '832^, aan die ziekte heelt verloren 18,402 personen zijnde iets meer dan 23 van elke iooo inwoners, Iu de landgemeenten van bet departe ment van de Seine, heeft de ziekte 21,514 personen weggesleept, zijnde lets'minder dan 23 van eikè tooo. Op het land zoowel als in de stad zijn meer vrouwen can mens overleden en den leeftijd van 6 tot 20 jaren beeft de cholera het minst getroffen. Van de militairen zij» er op eike 1000 25 overleden, in de landgemeenten, wtflke het moest aan aiie winden zijn blootgesteldheeft de ziekte het meest gewoeden in dé stad ia de wijken, welke in het midden gelegen zijn en do naaawe straten. De veranderingen van bet incbtgestel hebben op het woeden der ziekte geenen invloed gehad en men heeft ook niet kunnen bespeuren dat de ziekte heviger is geweest op plaatsen, waar rottende ligebameu hunne dampen uitwasemden. De buitensporigheden, waaraan zich.het werkvolk des Zondags overgeefthebben eene vermeerdering van een achtste ver. oorzaakt op het geta( dergenendie des Maandags in de ziekenhuizen zijn gebiagt. In de gevangenbuizen is de sterfte minder geweest, dan onder de overige bevolking, Het werk deelt daarenboven vele bijzonder, heden mede omtrent de geneeskundige top'ographle van Parijs, welke, misschien ook voor die van andere groote 6tedenniet onbelangrijk kun" nen zijn. De benoeming tot professor van eenen zekeren Rossi, eenen Italiaan, had reeds te Parijs aanleiding tot veel ongenoegenzoowel onder de ove. rige professoren, als onder de studenten gegeven s voor eenige dagen wilde Rossi zijne lessen beginnen doch werd daarin door eene groote menigte welke de zaal was binnengedrongen en alles in de war bragt, verhin» deraden s December heeft hij andermaal beproefddit te bewerk, stelligendoch hoewel het nur der opening merkelijk vervroegd was, is de gehoorzaal dadelijk mee den onrustigen hoop vervuld geworden, die, zoodra Rossi zich vertoonde, begon te schreeuwen: Weg met den Ita liaan! Weg met den vreemdeling! Alle pogingen van de regtsgeleerde fa culteit, om de woeiingeD te stillen, waren te vergeefs, zoodac de hoog leeraar onverrigter zake naar huis is moeten terugkeereD. Uit Toulon wordt de gebeurtenis te Tripoli aides naauwkeuriger me degedeeld (zie ons voorlaatste nommer): De burgeroorlog, waardoor nog op dit oogenblik de Barbarijsche staat Tripoli geteisterd wordt, heef: bij de atrreding van den ouden Pacha Jousouf, die zijn gezag aan zijnen zoon Sidi-Ali afstond, zijnen oorsprong genomen. Er ontstond dadelijk een op. j stand tegen dien nieuwen beheerscher. De Engelschen hebben in dat land greoten invloed. Hun consul-generaal heeft voor de opstandelingen parcij j getrokken, hen van oorlogsbehoeften voorzien, die zijne regering met hao. j delsvanrtuigen uit Malta deed aanvoeren, en op die wyze bet vuur des bur- gerooriogs gevoed. Onze consul heeft op eene Ijjnregt strijdige wijze gehandelddoor Sidi- Ali tegen zijne beide neven welke hem eeDen haranekkigen oorlog aan. doente ondersteunen. Die Pacha is onlangs door de Porte in zijn gezag op eene piegtige wijze bevestigd; maar desniettemin is de Etrgeische consul met het ondersteunen der opstandelingen voortgegaan. Hij heeft daaren boven de aankomende handelsvaartuigen naast de Engelsche korvet doen ankerenen door het verleenen van gunstbewijzen derzelver kspiteinen overgehaald, om hunne koopwaren, niet in de stad, maar in hare nabij, heid, te ontschepen. Deze maatregelen nu, die met de inzigten der Frao. sche regering zoo strijdig waren, hebben den bevelhebber van den Palinure, die op dezelfde reede geankerd was, bewogen, om, na gemeen overleg met den consul-generaal van Frankryk, die tevens zaakgelastigde van Oos. tenrijk is, een den 8 November voor Tripoli aangekomen Oostenrijksch handelsvaartuig onder de bescherming van Frankrjjk te stellenen te dien einde van deszelfs grooten mast eene driekleurige vlag te doen waaijen. In den ochtend van den 9 Novenber zond de Fransche bevelheober eenen brief aan den bevelhebber der opstandelingen ten einde hem met zijne voornemens bekeud te makenindien hy een enkel kanonschot op het koopvaardijschip deed rigteo. Die bevelhebber sloeg deze waarschuwing in den winden begroette de Oostenrijksche handelsbrik met kanonschoten. De brik le Palinure beantwoordde dit vour uit hare batterijen, eo brave door 200 schoten met kogels en schroot de opstandelingen tot rede. De standvastigheid van den bevelhebber van den Palinure verdient den hoogsten lof. Hij heeft eene met Frankrijk bevriende natie en den handel in het algemeen beschermd. De korvet la Lantproie is naar Tripoli geste vend. MeB Is over de wijze, waarop dit scnip ontvangen zal worden, eenigzins ongerust. Men verwacht te Toulon dat eene onderneming tegen deze Barbarij. -1.» 11/Is.nnnrllnnirl onl tnnrrlon nJi<rovn..f Sedert dit tiidstip componeerde hu, in 1819. !a Donna del Lngb dat j even als i! Barbiiro den eersten dag werd uitgefloten en nadc d eeéê schitterende voldoening kreeg; in 1820, Tiav.ea c Valserote M aa p gevoerd, welk zangspel vo! herinneringen uit vroegere werken zij ,1e we<- j mg opgang maakte, een «jnartet is er echter uit ve-maard geworden; in betzellde jaar Maometto seconde, waarvan de ensemble-stukken zeer werden toegejuicht; in 1831 te Rome, Mathilde di Sr.bran eene bevaüige mu. zjjfc, welke echter voornamelijk door de uitvoering van Mile. Sountag ver. maardbeid verkreeg; in 1822, te NapelsZelmirawelke a'li ar zeer, eiders minder werd toegejuichten in 1823te VenetieScmiramido f waarvan de stijl beter in Duitschland dan in Italië is begrepen. rast sémiramide eindigt de muzykale loopbaan van Rossini in zjjn va derland; daar hij iu 1826 te Purijs werd geroepen. Hier vond hij nog meer bewonderaars dan in Italië zelve. Totnogtoe had het Theatre-Italien alleen zyne werken opgevoerdthans ging hij voor het Academie werken, Le Siège de Corinthe was zijne eerste compositie voor het Fransen too. neel, hy had hiertoe grootendeels gebrnik gemaakt van zijn Maometto Secendo. De verschoning van dit zangspel begon de dilettanti, welke zich sedert eenigen tijd aan de Otera-com'tque of de Italiens hadden gehouden weder naar de groote opera te lokken. Na le Siège de Corintke verscheen, in 1827, de Mtïse. Deze opvoeriog voleindigde in Frankrp de muz(j. kale omwenteling door Rossini te weeg georagt. Van dien dag af aan werden iöderdaad de hardnekkigste anti-Rossinianen bekeerd. In ig3g volgde le Cemte Ory, welk stuk hoewel bijzonder toegejuicht echter min der muzijkale waarde heeft, dan de beide vorige; en eindelijk verscheen Ouillaume Teil, het eerste geheel nieuw werk, dat Rossini te Parijs ge maakt heeft. Nimmer heeft de groote meester zijn onuitputtelijk genie zoo doen schitteren als in dit zangspel, dat in grootschheid van stijl alle zijne andete werken verre overtreft. Zie hier ons aan het einde der mnzjjkaie loopbaan van Rossini gekomen. Een leder vraagt hoe een zoo magtig en zoo jong genie zoo vele jaren kan blijven sluimerenmeer dan vjjt jaren zijn verloopea sedert de eerste voorstelling van Guillaume 'Teil, en niets kondigt een nieuw werk aan. Echter bewijst de tijd niets voor den ouderdom van meoschen vaa die bekwaamheid s men rekent denzelven bij het getal meesterstukken en niet b(j de jaren. Alzoo moest Rossini zeer oud wezenhet zoude niet te verwonderen zijn dat er zatheid en vermoeijenis in dit hoofd was, waar uit zoo vele heeslpe meiodiën zijn voortgevloeid. Maar er bestaat ook nog eene andere rede tot de werkeloosheid van Rossini, Toen hij te Parijs kwamheeft hij in Italië een vast inkomen opgeofferd, in de zekerheid, dat h(j in Frankrijk eene mime vergoeding daarvoor zoude vinden. Eene verbindtenis was met het gouvernement van Karei X aangegaanwaarbij Rossini tegen eene bepaalde belooning zich verbond om alleen voor het Fransch tooneel te werken, en ieder jaar twee opera's te leveren. Na de omwenceiiog van 1830, vroeg Rossini, dat men de aangegane verbindtenis zonde gestand doeo. Men antwoordde hem dat het nieuw gouvernement niet aansprakelijk was voor het oude, eu Rossini weigert derhalve te componeren tot dat Frankrijk hem regt late wedervaren. Ondertosschen gaat Rossini wandelen, eet bij zpe rijke vrienden, reist caat de uitvoering van ziine ms«ro«inH.j-» - sche Mogendheid zal worden uitgerust. LEVEN VAN ROSSLNL. 'Vervolg en slot), lo 1818 werd Mest te Napels opgevoerd en met vervoering toegejuicht. Maar bij elke opvoering deed eene lompheid van den machinist van San- Carlode uitwerking van het derde bedrijf falen. In de decoratie voor stellen de de togt door de Roode Zee zag de parterre de Zee zich vijf a zes voeie boven de oevers verheffenterwijl de loges over de golfen heen. ziend, de kleine Lazzaroni konden opmerken, die dezelve op de stem van Mozes deden teruggaan. Het NapoiitaaDSch publiek vermaakte zich met dit ongeval, lachte en luisterde niec naar het derde bedrijf, De dag vóór eene wederopvoering van Mosèkwam de dichter Potola, schrijver van het Librettabij Rossini die nog te bed lag, en bezoek ontving van verscheidene zijner vriendeo, en riep: Meester, meester! ik heb bet derde bedrijf gered! Wat dnive! hebt gij kunnen doen, mjja arme vriend, amwoorde Rossini, men zal lagchen zooals gewoonlijk. Maestro, ik heb een gebed voor de Hebreeuwen gemaakt, om uitgevoerd te worden vóór hunnen togt door de Roode ZeeHierop haalde de arme beslikte pp. eet een papier uit zijnen zak, en gaf het aan Rossini." Terwijl deze las, herhaalde de dichter gedurig: Maestro, lavoro d'un oral Rossini ooge- duldig wordende viel hem in de rede: E lavoro d'un orahel Zoo gii een uur over dit gebed gewerkt hebtzal ik er de muzijk in een kwartier op zetien." Hierop springt Rossini uit het bed, gaat aan eene tafel zitten en componeert de muzijk voor het gebed van Mozes in acht of tier, minctcn, zender piano, en onder het luidruchtig gepraat zijner vrienden Daar is uwe muzijk F' zeide hy tot den dichteren deze spoedde zich er mede weg. Den volgenden aag bij de opvoering, werd SCO als altoos het eerste bedrijf zeer toegejuichd; in liet derde, toen de ongelukkige togt door de Roode Zee zoude plaats hebben begon het ge woon iagchen reeds, toen Mozes eene nieuwe atia Dal tuo steilato soglio! eed hooren. Door deze nieuwigheid verrast, luisterde de parterre aan. duchtig. Op den oogenblik dat het geheele volk zich op de knieën wierp om het gebed te herhalen, barste het handgeklap als ceu donderslag in de zaal oit, Ue aan-chouwer6 uit de loges, riepen, staande en mee het ligchaam huil naar buiten gebogen: Belle, hello! 0 che hello! Bij de eerstê opvoe. 1 int' val. Mme op liet Academie royale de uiusique te P-irij-in Maart 1827 bVagt li» gat.»d het puoliek ook in die hartstogteitjUe ocwondering, welke cc liuiijk voornamelijk te weeg ursgi. j uy zyue ruse vrienden, reist en gaat de uitvoering van zijne meesterstukken door NourritMile. Da- morc.iuMde. GrisiRubiniTamburini hooren. In de dagelijksche zameuleving u hij niet minder bemindzoowel wegens zijn aangenaam karakter ais wegens zijnen vluggen geest. Niet alleen de muzyk, maar ook de schilderkunsten verscheidene wetenschappen worden door hem beoetend, en niettemin is b(j weinig werkzaam, zelfs somwijlen lui; als een voorbeeld hiervan haalt men het volgeude aan. Op eenen kouden winterdag bevond hij zich in een logement te Venetië en componeerde iu zijn bed, om geen koude te iyden. Bijna bad hy zijn duetto af, toen het blad papier hem uit de band viel en op de vloer onder het bed ge raakte. Rossini reikte er na, doch kon het niet vinden, en vatte boude, waarom hij zich weder in de dekens wikkelde, zeggeode: Ik zal dit x duetto overschrijven, ik zal het my wel herinneren!** Doch deze muzijksle gedachte was geheel verdwenen, h(j worde ongeduldig en roept uit i a Ik ben wel gekik zal er een ander maken." Hij eindigde juist dit tweede stuk, toen een zijner vrienden inkwam, dewelke het papier opzocht en het aaD Rossini gafdeze zingt de beide duettosvindt het eerste goeden maakt vaa het ander dadelyk een terzetto voor dezelfde opera. By de werken waarvan wy in den loop van dit stuk hebben melding gemaakt, moet men voegen tien of twaalf cantates en de volgende zang. spelen: Demetrio e Polibiodit is het eerste werk van Rossini geschreven in de lente van 1809; la Cambiale di Matrimonio (1810)zangspel in een beoryf; CEquivoco Stravagante (1811) Ciro in Babilonia, oratorio (1812) la Pietro dei Paragone (1812)il Figlio per Azzardozangspel ia een bedryt (1813)Tltaliana in Algeri (1813); Aurelianoin Palmira (1814); il Turco in Itaiia (1814); Sigismondo (1814); Torvaldo e Derlisca (1816J Adelaide de Borgogna (1818); Adina ossia it ca Ufo di Bagdad Eduardo e Christina (1819). OVER DE PAREL-VISSCHERIJ, B'J DE OUDE- EN HEDENDAAOSCHE VOLKEN. De parelen zijn, zoo als bekend is, het uitwerksel van eene vleesch- achtige afscheiding der vochten van de oesters; het grootste getal, de schoonste en dikste, worden voortgebragt door de meteagrina margariti fera van Lamark, welke men op den bodem der zee en op verschillende kusten vindt. Men vindt er ook een aanzienlijk getal by de unio ntarga- ritifera, welke verscheidene rivieren van Europa bewoont. Zeldzaam ge noeg Is het, dat, hoewel verschillende soortea van deze geslachten zich in groote:. gecslle in de rivieren van Zuid.Amerika bevinden, dezelve ech ter geene parelen opleveren. De parelen bevinden zich of binnen iff het ligchaam des oesters, of tnsscïien het ligchaam en de schelp, somwijlen zelf zijn zij aan de 6Chelp vastgehechtmaar men ziet dezelve niet verschijnen, voor dat het dier zijn vierde jaar bereikt heeft. Dan eerst verteonen zij dien gloed, waar in zich de kleuren zoo ryk en zoo verschillend terugkaatsen. De Romeinen waardeerden deze versierselen zeer, en konden er aan zienlijke sommen voor besteden. Hunne voornaamste visscherijen waren in de Roode zee, de Perzische golf en den Indischen oceaan. De laat ste vooral waren zeer vermarrd door hunne grootte en gloed. Het eiland Ceylon levert er nog altyd, even ais rydens de Romeinen, eene groote hoeveelheid van op. De oude visscheryen van de Roode zee zijn echter thans geheel uitgeput of verlatensteden, welke te voren zeer vermaard waren, zijn vervallen, ja geheel verdwenen. Dahalac was de voornaamste haven voor den parel.handel op de zuidkust van de Roode zee en Suakem ten noorden. Onder de Ptoletnéën en zelfs lang daarna onder de Califen, waren de kooplieden, die deze eilanden bewoonden, rijk en magtig, thans vindt men daar slechts arme visschers. De rivieren van GroouBri aunie hebbeu parelen opgeleverd, doch in geringe hoeveelheid, eÈ zoo gering in waarde, dat de visscherijen niet iu stand zijo gebleven. Wel is waar. heeft men somwijlen parelen van zekere waarde iu de unio txatgaiiiiftra aldaar gevonden, maar te weinig, om bij voortduring tie tos-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 3