LEYDSCHS 01 W 3 pH* (ffeif r VHYl rï -- -a^^ïss^ f A TT B A Kf T< iv MAANDAG M F' ,jÊac JÊ ff) (iv ,Ï;x^!:^V4 N'. iss KJ IV iJk 1"« i DE Af io NOVEMBER, \i.-, \i„' "•«S* >- NOTIFICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, geven bij deze jjeiinis aan de Ingezetenen derzelve Stad", dat het Kohier der Patenten over het jaar l8§§, bij Z. E. den heer Staatsraad Gouverneur van Zuid. Holland op deinden dezer', executoir verklaard, ter invordering, in hao. den van den Ontvanger der Directe Belastingen is gesteld en dat de aan- slag-biljetten aan de Patentpiigtigen eerlang zullen worden bezorgd, welke stellig gehouden zijn van dat Patentrcgt gedeeltens in éénsbenevens het zcselregt en de beschrijvings-kestenten kantore van den voornoemden Ontvanger op de gewone zitdagen en uri_.,i aan te zuiveren. En worden gemelde Patentpligügen bij deze gewaarschuwd, dap het ge. zegelde Patent, op vertoon der kwitantie van den genoemden Ontvanger, ïoÏ moeten woiden afgehaald ter Secretarie dezer Stad, van den 17. tot den 28, November aanstaande, des namiddags tusschen vijf en zeven uren, uitgezonderd de Zatnrdag en Zondag alsmede dat den geenwelke patent, pligtig isen onverhoopt geen aanslagbiljet mogt hebben ontvangen gehouden zal zijn zich, ter verkrijging daarvan ten kantore van meergemel- den Ontvanger aan te meldenen dat van heden af de termijn van drie maanden ingaatbinnen welke de reclames tegen de aanslagen ia voorzeide belasting behooren te worden ingeleverd. Wordende de Patentpiigtigen bij deze ernstig vermaand, om ter voorkoming van schadezich van voorschrevene verpligtingen naauwkenrig tekwijteo, Aldns gedaan en gepubliceerd, bjj II. H. Burgemeester en Wethou. hers der Stad Leyden, op den 13, October 1834. G, de M e v. Ter ordonnantie vau dezelve, P. A. du Pui. AFKONDIGING. Personele Belasting. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, herinneren bij de zen, ter voldoening aan het ingekomen besinit, van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid.Holland, van den 20 October II. N°. d. n,(Pre. vinciaalblad N°. 09), zoodanige der Ingezetenen, welke tioor eenige om. standigheden, voorzien bij Art, 27 en 42 der Wet op het Personeel, van den 29 Maart 1833, Staatsblad N°.4), in den loop dezes jaars, als nog zullen komen te vallen onder de toepassing van het aldaar bepaalde, te weten, door het in gebrnik nemen van een Perceel of Woonhuis, dat tien 13 Mei II. ledig stond, of hetwelk na dien tijd, door den Eigenaar of Huurder, In plaats van den Huisbewaarder, voor het geheel Id gebruik is genomen, of van Mobilair voorzien is geworden, of door het aims dien tijd vermeelderen of aanschaffen van Dienstboden en Paarden, om ais nog, cf zoodra zulks bij hen in het verder gedeelte van het belastingjaar het geval mogt worden zich te vervoegen aan het Kantoor van den Ontvan. ger der Directe Belastingenin de Donkersteeg alhier des Maandags T)irrgsd*g*, TJS.*„cW/>gs en Donderdags vox morgens ten negen tot *s na middags ten twee ure ten einde aldaar een biljet van aangifte ter invulling te bekomen, en daarin de aangifte te bewerkstelligenom alzoo zic.h vrij te waren van de poenaliteitenbij Art. 35 en 39 der Wet vastgesteldbij welke onder anderenzoodanige nalatigheidte wetenvoor zoo veel het niet aangeven der hiervoren gemelde percelen betreft, moet worden g«. straftboven en behalve de betaling der verschuldigde belasting zelve met eene boetegelijkstaande met achtmaal het bedrag dier belasting in hoofdsom en opcenten, en de niet behoorlijke opgaaf van Dienstboden of Paardenmet het vijfdubbel der verschuldigde belasting die echter in deze laatste gevallen mmmer beneden de f 20,00 bedragen mag en zulks mede behalve de betaling der belasting op zich zelve. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou ders der Stad Leyden, op den 30, October 1834. G, de Mey. Ter ordonnantie van dezelve P. A. du Pu 1. NEDERLANDEN. Leyden den 9 November, Gisieren middag is H. K. K. H» de Prinses van Oranje, benevens Hoogst- deszelfs Zonen en Dochter, deze stad gepasseerd, zich van Soestdijk naar 's Hage begevende. Vrijdag morgen is, gelijk vroeger is aangekondigd, de commissie uit de beide Kamers der Staten.Generaalaan het hoofd waarvan zich bevond de graaf van Reede, bij onpasselijkheid van baron Röell, voorzitter der Eerste Kamer, bij den Koping toegelaten en heeft deze commissie Hoogst- denzelven het navolgende adres voorgelezen: Sire! Met diepe droefheid ontvingen de Staten-Generaal van Uwe Maj, de kennisgeving, van het overlijden van den Prins Willem Frederik Nicolaas Karei, Uwer Majs. Kleinzoon. Zij gevoelen ai het grievende van het ver. lies, waardoor zoo onverwacht het Koninglijk Hnis in rouw gedompeld wordt. Eerbiedig betuigen zij aan Uwe Maj. hunne opregte deelneming, daarbij hunne wenschen voegende, dat door de Goddelijke Voorzienigheid dit leed zoo veel mogelijk geieeoigd en het welzijn bevestigd worde van Uwer Majesteits, der Natie zoo dierbare, Hals." Uit een nader verslag, aan de ledeD van het fonds ter aanmoediging cn ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden toegezonden, blijkt ten opzigte der overzeesche coamissien, dat het beleid der zaken te Bataviadoor het overlijden van den generaal Stolzmanhet ontslag ne men van den heer Romswinckel en het vertrek van den heer van der Ptmsc naar bet Vaderlandstond over te gaan in handen eener nieuwe commissie, waartoe door de twee laatstgenoemde heeren een voorstel aan het goever- ttement is gedaan. Ondanks eene nieuw geopende inteekening voor het fonds "in 1831, die eer.e som van ƒ10,519. II had opgebragt, had de com missie, ten gevolge van het toenemend getal der deelgeregtigdendoor de jongste gevechten op de westkust van Java en Sumatra, hare uitdeelingea met eeri vierde verminderd. Ook van Suriname en Curasao had het be stuur tijdingen ontvangen. Uit eerstgenoemde kolonie omving het eene remise van 281. 60 als opbrengst des verkojps van vijftig exemplaren der akademische leerredenen, ten behoeve van het fonds uitgegeven. De min gunstige omstandigheden der andere volkplanting hadden de kolonisten tot nog toe verhinderd aan hunne zocht tot medewerking te beantwoorden, Door den minister van finantien is bij aankondiging ter kennisse van het publiek gebragt, dat volgens berigtendoor de buiteolandsche posc- administratien ingezonden, de brieven naar Énropisch en Aziatisch Turkije bestemdvoor zoo verre dezelve niet bepaaldelijk te Konstantinope! SmyrnaSalonika of Seres te huis behoorenvoortaan door de belang, hebbende» onder hec adres van iemand in eene dezer steden zullen dis. neu te v a den verzonden wil men op eene spoedige cn zekere verdere verzending knnnen rekenen. In het Dagblad van 's Gravenhage leest men het volgende: De heer J. P.'Schoubergeen der tempelsnijders bij 's Rijks munt te Utrecht, gedreven door liefde tot het Vaderland en door zucht voor de knust, heeft onlangs eenen gedenkpenning vervaardigd, ter vereeuwiging van den roem, door het Nederlandsche leger in den tiendaagschen veld. togt bevochten. Op de voorzijde ziet men het uitstekend fraai; en bijzonder gelijkend borst beeld des Konings, naar de linkerzijde gewend, ea rondom hetzelve de woorden Wilhelmus I Neerlandiae Rex. Luxemburgii Magnus Dux. dat is: Willem l. Koning der NederlandenGroot-Hertog van Luxemburg, Op de keerzijde ziet men een jeugdig Krijgsman of Held, het'zinnebeeld van het Nedeilandsche leger, in amiek gewaad, zittende in eene wakende houding, en met de linkerhand zjjn op den grond leunend schild en zwaard vasthebbende, en met de regter zijne spies of lansaan welke twee steden. kroonen zijn gehecht, op welke de namen van Hasselt en Leuven staan te lezen. Achter den Krijgsman, llgc de Nederlandsche Leeuw, met den bonde! pijlen, die het oog gevestigd heefc op den jeugdigen Held, op hem zijn vertrouwen schijnt te stellen en in zijne gevoelens schijnt te deelen» Rondom en aan den voet des pennings leest men de volgende woorden:, Hostibus bis fusis, patriae juribus adsertis, duce Principe Auriaco, Augusto mdcccxxxi. dat is: De vijand tweemalen geslagen, de regten des fader lands gehandhaafd, onder het geleide van den Prins van Oranjein Oogstmaand mdcccxxxi. Wij vetbeugen onsdat deze penning door den heer Schouberg vervaar digd is, eensdeels, omdat op die belangrijke gebeurtenis nog geen gedenk- teeken van dien aard bestond, en anderdeels, omdat dezelve, als kunst werk beschouwd, inderdaad voortreffelijk is. Met genoegen vernamen wij dsn ook, dat dezelve de goedkeuring der hooge Regering heeft mogen er- langen, en dat deswege aan den kunstenaar 's Konings welgevallen mede. gedeeld is. Ook de gedenkpenning, welke, geljjk wij vroeger gemeld hebben, bij gelegenheid der feestviering van het tweehonderdjarig bestaan van het Se minarium der Remonstranten, te Amsterdam, op den 28 October laatstleden zon vervaardigd worden, ziet thans het licht. Op de voorzijde wordt het Seminarium voorgesteld onder het beeld eener Viouw, 6taande voor haren zetel in antieke Meeding. Met de eene hand wijst zij cp een' opengeslagen Bijbel, welke naast baar op eene tafel is gesie'd; waarbij het volgend omschrift in Griekscne letters .is uitgedrukt' ontleend uit het Evangelie van JohannesHoofdstuk V, v. 39: EPEYNATE TAS EPA'I'AE, dat is: Onderzoekt de Schriften, Met de andere hand reikt zij den palm des vredes toewaarbij aan den kant deze woorden uit den brief van Paulus aan de Ephesiërs, H, IV', v. 15: AAHQEYONTEZ EN Ar Aim, dat is: De waarheid betrachtende in liefde Achter de Vrouw Is aan de regterzijde het borstbeeld geplaatst van Epis. copius, den eersten hoogleeraar aan het Seminarium; aan de linkerzijde dac van den beroemden Wetstein, die tijdens het honderdjarig bestaan het hoog, leeraarsambt in de wijsbegeerte, letterkunde en kerkelijke geschiedenis aan de kweekschool bekleedde. Het kleed op de tafel vertoont het zegel der kerk van Amsterdamwaar de kweekschool gevestigd is. Op de keerzijde leest men binnen een'lauwerkrans dit Latijnsch opschrift s Seminar» Remonstrantium saecularia altera d» xxviii Oct. cioiocccxxxiv Amstelodami celebrata. dat is: Het tweede Eeuwfeest van het Remonstrantsche Seminariumgevierd te Amsterdam, den 28 October mdcccxxxiv. Vinding zoowel als bewerking verdienen ruimen lof, en naar het ons voorkomt, mag deze penning, die door den heer van der Keilen te Utrecht vervaardigd is, uit het oogpunt der gravure beschouwd, voor een der beste van dien kunstenaar gehouden worden." De R.otterdam8Che 'predikantD T. Huët heeft bekend gemaakt een I uittreksel oit eenen brief van de opzieners der Hervormde gemeente te I Bncharest in Wallachye, waariD deze berigten, de gelden te hebben ont van genonlangs door den Eerw, heer Emerich Schükeiten behoeve dier gemeente ie Rotterdam ea elders ingezamelden waarm zij aan de ede!, moedige gevers hunnen weimeenenden dank betuigen. Zij bevelen bij voortduring de belangen hunner gemeentede eerste en lol nog toe eenige Hervormde gemeente in Europeesch Turkije, aan hunnen Christelijke Geloofs. gencotenen hopen, door derzeiver liefderijke ondersteuning, ie znllen siageo in het oprigten van een fonds, waardoor de instandhouding banner kerk en eeredienst zon worden verzekerd. Zij verzoeken nat alle giften tot dit einde strekkende, toegezonden worden aan hunnen Ieeraar, den ge noemden heer Schükei, die hun volkomen vertrouwen bezit ea van wien zij een eervol en hoogst loffelijk getuigenis afleggen, In den nacht van den 6den dezer, zijn te Amsterdamdoor eet kel- i der 111 de Heerenstraat, drie personen ingebroken in het achterhuis vau den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1