M& Wm w A°* 1*34* 3 WWc V- LEYDSCHE COURANT; N'. no. MAAND AG ^SStoL "^X '^?"r» D£iV 6 OCTÖBER. ,jxT NEDERLANDEN. Leyden den 5 Ocrober. Eergisteren is in deze stad de voor de nakomelingschap altijd merkwaar, dige dag van den 3den October weder gevierd geworden; gedenkdag van het Ontzet van Leyden, na eene zware belegering door de Spanjaarden in 1574. van meer dan vijf maanden, nadat vooraf ook een beleg van vijf maunder, «va» uitgestaan. De gewigtige gevolgen, welke toenmaals de man. moedige s andvastigbeid van Leydens ingezetenen, door hongersnood en pest van binnenen door de naanwe belegering der vijanden van buiten gedron. gen, voor het Vaderland gehad beefr, kunnen hun niet onbekend zijndie esnigzins de geschiedenis van onzer, geboortengrond weten; terwijl ne Hoo. gescbool. die in ons midden prijkt, als geschenk van den Vader des Vader, lands, Willem san de Burgerij voor bewezen moed en trouw, een altijddurend grdenkteeken is van de waarde, welke deze groote Staatsman en naast god de tedder van Nederland aan het behoud van deze stad hechtte. Nimmer worde dan deze dag uit hec geheugen van Leydens ingezetenen vooral, en ock van geheel Noord.Nederland uitgewist; en de vernieuwde vienng van denzelven verlevendige bij ons het vertrouwen op den Aller, boogsie, ook in deze dagen, in welke de trouw en standvastigheid van alk Nederlandsch borger, gedurig moet worden aangekweekt. Zaturdag II, heeft er te 's Hage op de Loterijzaal wederom eene oitlotirg van 2000 hommers schatkistbiljettenieder voor een kapitaal van dDizend gulden, 1 enteode 6 ten honderd, plaats gehad, om met den uren November dezes jaars te worden afgelost. Naar men verneemt zal, in geval van bevorderingen bij de mobiele schutterij gedurende den tijd op welken zij zicb in hare tegenwoordige po-iiie bevindt, hec vol.ende worden 10 acht genomen: jnoien eer. ofhcier bevorderd wordt, die tot net bltjveod gedeelte der kaders van het oaia.llon behoort, zal hij daarbij mede in »i)Deo nieuw ver. kregen tang verDlijven. Indien een zoodanig officier zich met onbepaald verlof bevindt, zal hij in dezellde po-ine Olijven; zullende hij, iDgeval hij tot de dienstdoende schutterij behoort, overeenkomstig art. 3 vao het provisioneel reglement van administratie, eerst dan in het genot van het half traktement, aan zij nen nieuwen tang verbonden, worden gesteld, wanneer hij, ten gevolge van het veriigten van garnizoensdienst, of het bijwonen van inspectie, bcchouwd kon worden m funcne te zjjn getreden, Irdien een onder.officier van het blijvend gedeelte tot officier wordt be- votcteid, zal hij, onmiddelijk na te zijn erkend, mecoDbepaald verlof ver. trekken. Indien een onder.officier met onbepaald verlof tot officier wordt bevor derd, zal hij zich naar den staf van het bataillon begeven, om te worden erkend, en oaaina onmiddellijk weder met onbepaald verlof vertrekken; welke heen. en wede-rei/en in.het partikulier belang van den bevordeide, en dus zomer bezwaar van *s rijks schatkist, moeten geschieden. Her Journal de la Hrsye van t^en 3den dezer bevat, onder het op. icbrift: Numismatiquehet volgende Wn heDbcn ee. c medaille voor ons liggen ter gedachtenis van de af. schsfiing der slavernij van de negers in de koloniale bezittingen van Groot. Eritainie, welker beeldrijke gravure en schoone uitvoering de dnbtieie aan dacht verdienen, zoowel van hun, die, met ware vrijheidsbeginselen be. zield, sedert lang eene mecschlievende stem ten gunste van deze ongeluk, kigen, welke buiten de wétten der beschaafdheid gehouden worden, heb. ben doen hoorenals ook ten aanzien van de kenners der numismatike wetenschappen. Wjj twijfelen of men op eene meer vernuftige eu tegeljji meer treffende wijze den verschrikkelijken toestand van deze negers in hunne slavernij en den gevoeligen indruk van hnn. die eindelijk de werk tuigen van hunne pijnigingen met hunne voeten vet treden en hnn gelaat met eene godsdienstige dankbaarheid ten hemel verheffen, heeft kunnen voorstellen, uan de heer Davis Birm gedaan heeft. Deze medaille stelt voor eenen neger de zon aanschouwende, de araten uitgestrekt hebbende en in zijne handen eene verbroken keten vasibou. tiende; onder zijne voeren ligt de menschei.moordende zweep, van welke de bebloede nemen losgemaakt en in stukken gesneden zijn; met hot op. schrift This is the Lord's doingit is marvellous in our ejes. P-alm CXVI, v. 23. Jubileum Aug. I 1834. Dat is: Dit is het werk des heerenhetzelve is wonderlijk in onze oogen. De keerziide bevat: In commemoration of the extinction of colonial slavery throughout the British Dominions in the reign of William the IV. Aug. 1834. davis bikm. Dat isTer gedachtenis van de afschaffing der slavernij in de koloniale bezittingen van Groot.Britannie onder de regering van Willem IV. Wij gevoelen ons gelukkig, dat wij hier met eene soort van nationalen hoogmoed en eene betaamlijke bewondering voor de tneoschlievende deug den van Ziine Maj. onzen Koning kunnen doen opmerken, dat hij een van de eerste Vorsten van Europa geweest is, welke zich iegeo de behande ling der negers en voor de afschaffing der slavernij verklaard heeft. Dit is een eeretitel, welkeD zekere gouvernementeodie meD bij uiioemend- heid met den naam van vrijzinnig bestempelt, misschien veel moeite zou den hebben om ten hunnen aanzien op te tigten. In den avond vao den 2den dezer, omstreeks acht ure, is er te Amsterdam, op den NieDwendjjk, brand ontstaan in het bovenste gedeelte van het huis N°. 2, bewoond door den kastenmaker J. Meyerwelke, of. ichocn in den beginne zeer hevig, spoedig door de aangevoerde spuiten, ten getale van zeventieD, is geblueebt. De bewoner was des namiddags, omstreeks half vijf ure, uitgegaan, terwijl zijne vrouw en de knechts la. ter het huis hadden verlaten, zoodat er, bij het ontdekken van den brand, niemand in hetzelve aanwezig was. Omttent de vermoedelijke oorzaak weet men niets op te geven. De vliering en zolder zijn geheel uitgebrand en de daaronder gelegen verdieping is zwaar beschadigdde meubelen zijn gtootendeels geborgen. De belendende huizen hebben niet veel schade geleden. Een uur vroeger heeft er op de Baangracht, bjj de Regn. liersgracht, eene geringe brand plaats gehad, welke echter spoedig ge bluscht was. De Spraniche ambassadeur bij het Belgische hof, de ridder d'Argaiz heeft aan den minister van buitenlacdsche zaken zijne gelootsbrieven over handigd. - In de Belgische Maden wordt nlt Maastricht gemelddat de Gene- raai Dibbits vergund had om veiligheids.kaarten oit te gevenaan personen tegen welke geene reden van weigering bestond krachtens welke dezelve alle de vesting.poorcen konden uitgaan eD binnenkomen en zonder andere formaliteiten gedurende vijf dagen afwezend blijven. Voor eenige dagen deelden wij de leugen medewelke sommige Belgische dagbladen verspreidden namenlljk dat een zeker schipper nit Belgie Dordrecht op de afgrijzelijkste w(js zon vermoord geworden zijn Ziet bier hoe de Beige, 8nder« een blad, dat hevig voor de revolutie werkt en dezelve tracht te verdedigenzich uitdrukt Wij gevoelen ons gelukkig te knnnen aankondigen, dat de moord van schipper Govaerts eene groote leugen is. Vooreerst is deze man niet eens te Dordrecht, maar wel te Rotterdam geweest: vervolgens meldt een brief nit die stad den 27 September geschreven:» en te Brussel ont vangen dat kapitein Govaerts op hec puot stond om naar Belgie latigl denzelfden weg weder te keeren, langs welken h(j er gekomen was, en ten gevolge van hetzelfde verlof, hetwelk hij uit Holland had bekomen. Daar het Gentsche bladhetwelk deze verzonnen staats-misdaad aange kondigd heeft, voor deo a/sten uitgekomen was, zoo ziec men, dat deze aankondiging geheel en al valscb is. Men leest in den Constitutionnel des Flanders: Wolken van Insecten vergiftigen sedert eenige dagen de scraten van onze stad (Gent) en hin- deien de voetgangers, door ia de oogen, neusgaten enz., te vliegen en zich aan de kleederen te hechten. Wij zollen zorder cwijfel door eenlgen waarnemer van de veranderingen in het lochcsgestel vernemen, wat de verschijning van deze insecten ge meen heeft met de wederverschijning van de cholera in onze stad. De societeir van geneeskundehare aandacht gevestigd houdende op da middelen, om de armen, welke door de cholera zijn aangecasc, in banna woonplaats te hulp ca komen, heeft in de vijf groote deeien van de stad, bureaux opgerigcaan welke men om niet hulp kan vragen. In elk bureau zullen vijf geneesheeren zijn en blijven, om dadelijk daar te komen, waar hunne hulp vereischt wordt. Don Juan van Halen weder oit Spanje gebannen heeft zich weder, om Belgie tot verblijf gekozen. A E G Y P T E. Alexandhie den 6 Augustus. Ooze onder.Koniogwelke weder hief is, bekommert zich weinig over de voorscnrifceo van de Mahouiedaansclte godsdienst. Hij diinkc wijo als een generaal.tnajoor. Door de Sc. Simo. nisten, welke hier zijn, doec bij allerhande schilders en beeldhouwers werk vervaardigen. Daarenboven zijn er hier Sc. Simonistische scholieren in menigte, als schilders, artsen, teekenaars en beeldhouwers. Aan hec hoofd van de wetken tot uitbreiding van het overstroomen der landen door den Nyi staat Linan kweekeltng van de polytechnische school te parijs, aan welken de paus der Simonisten vader Enfantin en de heer Lambert als onder- ingenieurs toegevoegd zjjn. Aan dezen aroeid zijn bij den arm van Ro. zette 7000bij dien van Damiaie 5000 arbeiders bezig. Het werk zal in vier jaren geë ndigd zijn. Er is ook hier eene aardige St, Simontstw mevrouw Clorinde Rogerwelker talent en voortreffelijk voorkomen de lastering tot zwijgen breogt. De Aegyptiiche Moniteur heeft opgehou. den te verschijnen. T R K Y E. Mêtt deelt'|ons, zegtjhec Journal de Francfort, eenen brief mede vat» Triest van den 16; Septemberbevattende, dat niettegenstaande dejpo. gingen van fden Eng ischen ambassadeurwien het tot nog toe gelokt wa» de vijandige voornemens van de Ottomannische Porte tegen Syne te sint. ten, 5o,coo man Turksche troepen in aanmarch op Aleppo z(ji, en dada. lijk den Taurus moeten overtrekken. Dezelfde brief melde, dat ook eene zamenzwering tegen het leven des Sultans te Konstancinopel was ontdekt en de hoofdaanleggers ter dood gebragt wareo. Deze mededeelmg, welke ons van eene waarheidlievende hand toekomt, te kennen gevende, zoo kunnen wij echter niec voorbij gaan, 0111 de Ou. waauchgolljkheid van kec eerste deel derzelva te doen opmerken. POLEN. De Poolsche uitgewekene graaf Adam Gurowskiheeft in de AUgemelne Zeitung, de volgende verklaring doon plaatsen: De redactie der Allgemeine Zeitung heeft in haar blad berlgtdar de ondergeteekeude om eene amnestie gevraagd heeft. Ten einde alle mis verstand en hatelijke uitleggingen voor te komen verwacht ik van bare onpartijdigheid de plaatsing der volgende verklaring: Ik heb den Keizer van Rusland door tnsschenkomst mijoef bloedver wanten om eene amnestie gevraagd, omdat zoowel de geschiedenis, alt mijne eigene ondervinding, die ik, hoewel wat laat, gedurende den om- wentelingstrijd en mijne ballingschap, verkregen heb, mij duidelijk bewe zen heeft, dat de staatkundige geaardheid mijner landgenoocen hen vo.or een onafhankelijk beataan volstrekt ongeschikt maakt dat eene natio. naliteic, die niet in zich zelve genoeg levenskracht bezit, in de geschie denis steeds tot den staatkundigen dood gedoemd is; eu dat, na a lei wac ik in mijne ballingschap gelegenheid had te zien en waar te nemen, ik nimmer kan noch zal gelooven, dac vreemde volken of mogendheden ooit of e immer Polen weder als Staat zouden kunnen of willen herstellen. De amnestie, welke ik reeds voor eenige maanden gevraagd he» zat ik hoogstwaarschijnlijk niet erlangen, om dat de Rusnsche regering niet voor vergeveDS-gezinde gevoelens vacbaar is, ten minste niec te mijnen opzigte, vermits ik bij verstek ter dood veroordeeld ben, en vermin lie den, die mij htsnne voorspraak konden en welligt moesten verleenen, dit zoo het schijnt geweigerd hebben. Met een woord ik heo zeer weinig hoop. Maar desniettemin blijft mijne overtuiging onwrikbaar omtrent het nnt- telooze en zelfs schadelijke van allen verderen tegenstand tegen de Rus sische magc. Ik heb duur genoeg eenig regt gekocht om daarover te mogen oordealen. Ik behoorde tot de oppositie in Polen vóór 1830. Ik was vervolgde. Ik nam deel aan den opstand van 29 November. Ik meende te regt zoo te handelen. De ondervinding heeft mij van het te gendeel ovettuigd. Heden neem ik, evenzeer ter geeflgrtiouwafscheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1