MENGELINGEN. De ST. PIETERSBERG. {Vervolg er. Slot Natuurkundigen vinden daar ter plaatse onderscheiden fossiele overb'iif- seien van alle bestaande scheipsoo-icn, gedeelten van diersoorten, welke thans niet meer worden aangetroffenen versteende stokken hout. Os. der de inscriptien langs de wanden van vele gaanderijen der bergholte merkt men de Daamteekenlogen op van den Prins van Parma, den Hertog van tlbaLodewijk XIV, Frederik Hendrik, Voltaire, J. B. Rousseau, den Maarschalk van Saksen en van eene menigte andere aanzienlijke per. sonen van de drie of vier laatste eeuwen, en van alle andere natiën. Men vermeent er zelfs die van eenige in Cezars eommentarien vermelde Galliërs te ontcijferen, als ook de naamteekening van Cezar zeiven en die van vele voorname Romeinendoormengd van de vermaarde Latijnsche letters S, P. Q. R. (de senaat en het Romeinsche volk). Bij vele namen staat de dag sapgeteekenden duidelijk leest men de jaren 750, 895, 95°» 1050, H74, enz. De bewoners der landstreek verhalen onderscnet- den ongelukkenwelke den nieuwsgierigen zijn overkomendie in deze onderaardsche gangen zijn verdoold geraakt. Onder andere voorbeelden vermeldt men, dat van eencn inwoner van Maastricht, wiens lijk, meer dan zestig jaren na het hem getroffen hebbende ODgeluk, in 1794. onver gaan werd terug gevonden; voorts van eenen monnik des naburigen kloos ters, die den uitgang niet kon wedervlnden, hoewel hij zich van eene verbazend groote klUw bindgaren tot dat einde had bediend, en die van wanhoop en honger den geest gaf; alsmede van eenen man, die in 1814. uit vrees voor de kozakken, daar zijnen schat was komen verbergen, en den uitgang niet weder kon ontdekkenen onderscheiden voorbeelden meer. De dagelijks tot zeer diep In de gangen arbeidende werklieden ge ven zich weinig moeite om zich de verschillende wegen tot aan deD uit. gang in het hoofd te preDten, betrouwende zij in deze eeniglijk op de schranderheid hunner paarden, welken het genoeg is, bij het binnentreden der mijngangeneenen lantaarn aan den hals te bindenwaarna zijzonder zich immer te bedriegen, van zelve weder den uitgang vinden. Somtijds is er in deze steen-gaanderijen slag geleverdwanneer namelijk detachementen der belegerde bezetting van Maastricht vijandelijke korpsen in dezelve ommoeiedea. De beide partijen verrasten elkander daar beur telings en voerden aLsdan ernstige gevechtendie bij het fakkellicht een dubbel akelig schouwspel opleverden. De temperatuur in het Sc. Pietershol, op een grooten afstand van de ingangen, is omtrent acht graden boven nnl bij wintertijd en hoogst ge* nomen twaalf graden des zomersdit is twee graden minder dan in de gewone groeven en in het observatorium van Parijs, Men verzekertdat in de mijngangen geene insekten hoegenaamd bestaan, en dat lijken daar tot verdroogitigmaar nimmer tot verrotting overgaan. Aangezien de uit- gravingen onder dezen berg meer dan ooit ijverig worden voortgezet, zoo is er geea twijfel of deze gaanderijen zullen zich binnen twee dui- zerd jaren tot eenen afstand van twintig mijlen naar alle rlgtingen uit strekken. DE LEEUW ZONDER MANEN. In zijne Reis door het Oosten spreekt de heer Olivier van het boven, bedoelde dier, hetwelk bij te Bagdad levend zag en dat gezegd werd uit Aiabie gekomen te zijn. In eene der laatste vergaderingen van het Zoö logische instituut te Loodenvertoonde de heer Walter Smcede opgestopte huiden van eenen in de landstreek Gnzarat gedooden leeuw en leeuwin, waarvan eerstgenoemde zich onderscheidde door het gemis van manen, bemerkende men boven langs deD hals en rnggraad slechts eenige haren, die onbeduidend langer waren dan de overige, en regtop stondenalsznlks bet geval is bij de checta of felis jubata van Schreiber. De hals was met lang, niet zeer dik, zijachtig haar overdekt, hetwelk men ook in een digie bos aan de achterzijde der voorpoten ontdekte. Deze soort van leeuwen wenecht de heer Smcedefelis leo te noemen. Het manDetje had, den staart mederekenende, acht voet negen en een halven duim Engelsche maat lengte en woog ongeveer 250kilogrammen. Deze leeuwensoort bewoont deland. streek Guzatat, over eene uitgestrektheid van 40 mijlen, alwaar hij bekend is onder de benaming van ontiah.baug of kameel.tijgernuhoofde zijner kleur. Gedurende het heete saizoen ontmoet men hem in de boscbrijke oorden, langs de rivieren Gombermutty en Bhardar, tusschen Ahmedabad tot aan de grens vanKoutsch, Dit beest verslindt het vee, maar grijpt den mensch nimmer het eerst san; gevoelt hij zich gewond, alsdan betoont hij veel meed en houdt hij zich tot weerstandbieding aan zijnen vervolger gereed, cf wel hij wjjkt, doch altijd langzaam en met waardigheid. Zijn scaart is kotter dan die van den gewonen leeuw, maar de haarkwast aau het eind is zwart en merkelijk digter. De schrijver van liet Philosophical Magazine veegt op verzekering van eenen Engelscben officier, in Perzische dieDst, hierbij: dat men in Perzie en wel mee name in de bosschen van Manzan- deian en Gilhan leeuwen zonder manen aantreft, gelijkende aan diewelke in de bouwvallen van Istakhar staan afgebeeld, die gemeenlijk als de ruï- nen van Persepolis worden aangemerkt. Hun voorkomen beeft hen voor dieren van een verschillend ras doen aanzien. Hoe dit zij, de nabijheid van Perzie met Gnzarat en Arabie, geeft ten minete regt, om te vermoe den, dat c'e leeuw zonder maDen van deze drie landen kan geacht worden eene afzonderlijke leenwensoort uit te maken. Thans blijft nog te onder, zoeken, of, naar luid der onderstellingen van majoor Hamilton Smith, eene nieuwe diersoort van het geslacht der katten,, veel grooter dan de leeuw zonder manen, eD welks huid en kinbeenderen door Professor Kretschman uit Nubie naar Engeland zullen worden gezonden, hetzelfde dier is, het- welk op Egyptische gedenkteekenenzonder dit halsvernetsel, wordt uit- genouwen gezien, dan wel eene vierdesoort vaa leeuwengeslachtivaarbg dit gemis mede wordt opgemerkt. beval, dat de Chinezen, die in hnn'reloof Meven volharden, gewurgd zonden worden; anderen werden naar Tartarijen verbannensommige moes ten de canga geheel hnn leven dragen, In 1817 bepon de vervolging weder in de hoofdstad; de Keizer Taou Kuang, die in 1820 den troon beklom, deed dezelve ophouden; echter veroorzaakte eene twee jaren later door eene Godsdienstige gezindheid tegen hem gerigte zamenzwerlngnieuwe vervolgingen tegen de Christe. nen; doch werd er geen eokele ter dood gebragt. Nn staan zij onder een streng toezlgt, en zullen moeijelijk bet eens verloren vertrouwen we- der herwinnen. Z E E T IJ D I N G. In Tessel binnengekomen H. Wittebol, van SorinamenW. Saiesbury van New-Bedfort, H. G. Bergveld, van Havana, J. Orrat, van Port a Port, W. Nazeby, J. Mauldon en A, Galloway, van Londen, D. D, de Jong, van Hull, H, H. van Wykvan Peteraburg, O. Honwivk, van Oudsoen, S. H, Knudsen, van Cujthaven C. Stlholt, van DrammeD. Uitgezeild L. N. Raas, naar Triest, L. J. Witkop, naar Nantes, J. J. de Jong, naar Cardiff. In het Vlie niets binnengekomen. Uitgezeild H. L. Kok, naar ürohak, J. H. Savert, naar Hamburg. Kapt, P. H. Prom van Bergen, te Amsterdam gearriveerd, heeft den 21 Augustus op 52° 37' N. breedte, 3" 49' O. lengte van Greenwich, geseind eene brik. toonende signaalvlag met N". 33, zijnde het Dront- hemmer-schip /Innen Marie, Kapt, T. J. Cornelissen van Sc. Ubes naar Dronthem, Arrivementen 1 Te Havana Kapt. C. Jager, van Amsterdam, laatst van St. Thomas; te Baltimore J. S. Smith, van Amsterdam, en W. Long, van Rotterdam; te Boston D. Crocker, van Amsterdam te Lissabon W Men nen, van Schiedam; te Bayonne H G. Sap, en te Croisie O. Rydahl, beiden van Amsterdamte Leverpool J. H. Mugge, van Harlingen, J. J. Kortrijh, van Dordrecht, B. A. Nissen, en P, van Duivenoode, van Rot terdam, W. C. Ukema, van Leer; te Cardiff P. H. Pot, van Amsterdam; te Hull J. Ansdell, R. Cakes, en W, Booch, van Rotterdam; te Shields J. van Ulpheoen J. K. de Jonge, van Amsterdam, J. Bolmer, vao Har- lin»en, en te Peteshead H. R. Legger, van Amsterdam. PRIJS.COURANT der EFFECTEN. Amsterdam den 30 Augustus 1834. Nederlanden. Werkel.Schuld;2§ pCt. sojji Dito 5 97i*97iï Uitgr Kans-Biljstten KaiIS"D"l'-llvu ,i£ Amort.Sijndic.4l88|a 88| 3§7itl*7iï Hand..Maats. 4§a Frankrijk. Inscbr. Grb. 5 pCe. 4 rusland. Ob.ff.gPC.^pSSpC''105!* -I81|5i°3ï* Ins, en Certif. 6 ,.ajS9ÖJ4 Pruis sen. Getdl. te Lond. 4 pCt. 4 Aandeelen van dito a Gbi Spanje. 5°a Cerr. te Amst. 5 pCt. 32 i 33 97J Idem 32154 22 Cortes Lond. 53414 35 2l|'Uitgest. Schuld. 8§4 Oostenrijk. Obi. Coll. &C°. 5 pCt. a Certificaten, a Neg. Metaliek aja Idem 597 A 97J Dito in Lond. 5 4 Bank-Aktiën A Napels. Certificaten 5 pCt. a Dito In Nap. 5 a Denemarken. Neg, in Lond. 3 pCt. a Griekenland. Ol.ll.gr.t.st. 3 put. Gbl. 3=1 22 34! 971 De Pr«» van de BOTER aan De Waag binnen Leyden, Zaturdag den 30 Augustus 1834. Van 27 tot 30 gulden. Ondertrouwd: J. D. C O C H I U S, van Zwolle, Wedn. van C. M. Langeweg, den 29"Augustus ,834- C- S T Famielie, Vrienden en Bekenden, zoo binnen als buiten deze Stad, ge. lieven deze' algemeene ook als een bijzondere kennisgeving aan te nemeo, Heden verloste zeer voorspoedig van eenen welgeschapen ZOON, PT T*7ABETH 1AC0BA COUVÉE, geliefde Echtgenoote van 1 P. V E N K E R. Leiden den 29 Augustus 1834- CHRISTENEN IN CHINA. Het getal der Christenen in bet binnenland van China verspreid, beloopt volgens Sir George Staunton160,000, waarvan men er in 1824, 46,287 alleen in de provincie She-Chuen telde. Na den dooü des Keizer Kang-hi, die hen zijne bescherming verleende en hen gedurig veel welw.lleDdneid had betoond, werden de zendelingen en de Chinezen, die de Christelijke Godsdienst waren toegedaan door het gouvernement streng betvaakt, waarna zij onder de regering van Kia.King bloedig werden vervolgd. Het edict dat deze Vorst in 1805 deed atKon. digenis een merkwaardig gedenkstuk van zijne staatkunde. Hij veroordeelde tot verschillende straffen alle degenen zijner onder, danendie medegewerkt hadden tot de uitgave van Christelijke boeken met Chinesche letters gedrnkt, en zond den geestelijken Odeadat», zende ling te Pokinals hoog schuldig aaD gemeld delict, in ballingscnap naar Tartarijen. De onverdraagzame beginselen welke in dit edict waren aan den di gelegd, werden in 1815 streng toegepast. De provincie Che-Chuen werd het tooneel der bloedigste vervolgingen; vijitien duizend Christenen ver. loten het levea of werden genoodzaakt het land te verlaten. De Keizer VERKOOPING in de Stads Bank van Leening te Leyden, op Dmgsdag den 16 September 1834des voormiddags ten ioure, van VER. STANE PANDEN, als van: Juweelen, Goud, Zilveren Horologien, be. leend in de maand Febmarij 1833. En van Wollen-, Linnen-en anderezo) gemaakte als ongemaakte GOEDEREN, beleend in de maand Mei 1833. Zijnde daags vóór eten Verkoopdag, des voormiddags van 10 tot de namiddags ten 2 ure, voor een ieder te zien. OPROEPING van CREDITEUREN. De Crediteuren van ANTHONIUS THEODORUS DYKHOFFB, ketbakker, wonende te Leiden, op de Breestraat, Wijk IV N". 256, vonnis der Regtbank van Eersten Aanleg, zitting houdeDde te Leiden,, regt'doende in zaken van Koophandel, in staat van faillissement geste'i worden bij dezen opgeroepen, om te compareren op Vrijdag den 12 St) tember aanstaande, des morgens ten 10 ure, op het Raadnuis ter plaat waar gemelde Regtbank hare gewone zittingen houdt, om ten overiu van den Wel.Ed. Gestr. Heere Mr. J, H. LISMAN, Rsgter, Commissi in gemeld faillissement, naar eisch van art.480 van het Wetboek van Kot Vinnriel over te gaan tot de beooeming van eenen provisionelen Syndtc. Mr. J. C. Van ROSSE, eigent Men vraagt tegen November aanstaande, op een Dorp, nabij deS» Ltid'en, eene KEUKENMEID, tevens geschikc voor Huiswerk, van j Protestantsche Godsdieost, liefst boven de 25 jaren oud, en van gow getuigschriften voorzien. Adres bij den Boekhandelaar C. C. van HOEK. te Leiden. Brieven Franco, onder lener I. LEIDEN.De Ondergeteekende adverteert te spreken of te om bied'en te zijn in het Logement de Zen op de BreedestraatHeden M" dag en Morgen Dingsdag den isten en 2den September 1834. Bij de Wed. ANTHONY dE KLOPPER ek ZOON, te Lejde)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 4