Pen ap September en den 3 October 'werden dezelfde bevelen door U. M. met alien betamelpen nadruk herhaald. De prinj gif aan den am. bastadeor, die hem dezelve te Santarem mededeelde, ten antwoord: De omstandigheden zi)o in alle opzigten veranderd. Niemmd bezie het regc om mij iets te bevelen. Ik heb duidelijke en onbetwistbare regten op den troon 'tan Spanje, regten boven alle andere regten verheven, en ik ken u geene hoedanigheid^toe om mij eenig bevel, hoe ook genaamd, te beteekenen. Ik hen het, die d« wettige Koning der Spaanache rijken ben. Van dit oogenblik af wordt gij mijn minister, het is alzoo gehoorzaam, beid, die ik van u verg, en dat gij de eerste zijt om mij te erkennen." Don Luiz Fernandos de Cordova zulks met edele vastheid geweigerd heb. bende, hernam de Infant: Gij doet wel, het is goed, vertrek" en hij overhandigde hem vijf brieven. Twee dier brieven zfjn gerigt aan H. M. de Koningin. De een is de brief van ronwbeklag in den anderen verklaart hij zich Koning van Spanje. De derde, aan den Infant Don Francisco gerigt, hondt onder anderen: x Het oogenblik is daar voor mij, om de verklaring gestand te doen, welke ik gedaan hebvoor ingevalle mijn broeder zonder mannelijk oir kwam te overlijden. Ik verwacht van nmijn beminde broeder, dat gij in mijce regten uwe eigene en die van uwe zonen zult ziao. De vierde brief is aan den IufaDt Don Sebastiaanzjjoen neef, en heeft dezelfde «trekking. In den 5den zendt hij als Koning dtie besluiten en zijn vroeger protest aan den minister Zea-Bermudes. Deze besluiten, gedagteekend van Santa rem den 4 October 1833, houden het bevestigen in derzelver futictien van de ministers, de konicglijke raden, de gouverneurs eo al de overheden van bet rijk. Op het vernemen vsn een zoo misdadig gedrag heeft H. M.op bet adviis van den raad van regentschap eo van den raad van ministers, een koninglijk bevel van den 16 October afgezonden, waarbij de ambassadeur van H. M. in Portugal gelast werd aan Don Carlos te kennen te geven: D=t hü door zjjn roekeloos en wederspanning gedrag zich de wettelijke beschuldiging had op den hals gehaald van samenzweerder tegen den wet- tig erkendeD monarch, van aanzetter tot den opstand, van versioorder van de rust des ijjks, van uitlokker tor deD burger-oorlog, en dat men op zijnen persoon en zijne goederen even als op die zijner aanhangelingen al de opjdeze misdaden gestelde straffen ging toepassen, alsmede dat hij, biia'aien hb den voet op bet Spaaiiscbe groncgebied durfde zettenals mniter, naar al de gestrengheid der wetien behandeld zou worden." De ambassadeurdoor den baron van Ramefort vergezeld deed hem deze notificatie. Zijn aDtwoord was: Ik ben onderrigt. Wij zullen zien wie de beste regten heeft; ook ik zal weren de mijne te doen gelden." Tot inlichting van U. M. en van de Cortes is het cbacs mijn pligt, uwe souverelne aandacht te vestigen op eene andere orde van daadzakenzoo vroegere als latere dan de voormelde. 's Prinsen gedrag schijnt niet louter uit hem zeiven voort te sprniten, maar zich aan het algemeene plan eener partij te hechten. Het oproer predikend geschrift, getiteld Spanjaardeneendragt cn waak zaamheid in 1815 wederregteliik gedrnkt en verkwistend uitgedeeld; de gevolgen dezer alles omkeerende leerstellingen, in 1826 en 1827 in de pro- vincien van Guadalajara en Katalonie uitgebarsten de onlusten ontstaan op het oogenblik, waarop Don Carlos, volgens den staat van zaken, tot de onmiddellijke troonopvolging geroepen scheen; dit alles toont dat het ontwerp der partij reeds hierin bestond, om zich, rot het doen zegevie ren van aekere beginselen van het gezag meester te makendoor middel van openlijken opstand en zelfs, was het nood, door de afschuwelijke misdaad van vorstenmoord. Het is algemeen bekend en de zaak zelve zon zich door authentieke stukken gestaafd zien, zoo dezelvcniet op eene misdadige wijze ontvreemd waren geworden door hemdie dezelve in bewaring had, dat deze pogingen ten doe| hadden, Don Carlos ten troon te verheffen en zijneD doorluchten broeder daarvan te stoten hetzij doot openHjk geweldhetzij door hem eene acte van afstand te ontwringen. Niet eene enkele acte levert eenig blijk, dat de prins zoo afschuwelijke in zijnen naam gesmede aanslagen, het zij met woorden, het zij in ge. schrifte gelaakt heeft, ofschoon de verloochening daarvan gevorderd werd door zijne eer, de rust van het land en de verpligting om voor het behoud der slagrcfters, die van beide zijden zouden vallen, te waken. Na de partij dcor een zoo zonderling stilzwijgen aangemoediga te hebben ontmaskerde deze onvootzigtige prins zich In het eind door daden van openbaar verraad, door zich lot Koning te verklaren, in weerwil van de plegtigsie besluiten der Cortes omtrent de erfopvolging der krooD. Zijne stellige meoewerking tot deD opstand en den burger-oorlog blijkt niet alleen uit het algemeen bekend zijn daarvan, maar ook uit authentieke stukken, in de bureaux van mijn ministerie berustende. Onder de goe- detenin de maand April II. iD de stad Guardain Portugal, in beslag gencoenbevinden zich papieren, herkomstig uit de zoogenaamde staats- secretaryen geadministreerd doos Joachim Aharcabisschop van Leon, Sommige zijn door Don Carlos zeiven, de andere door den bisschop ge. schreven en geteekend. I Dan eens zijn her instructies tot het in opstand brengen der provinciën, lot het beffen van belastingen, tot het aanzoeken der troepen tot de de sertie, dan eens benoemingen tot de hoogste posten en waardigheden van den staat dan een» acten van proscriptie en verbeurdverklaring van goe. deten regen beu, die aan de Koningin getrouw gebleven zijn. Uit al deze daadzaken blpc alzoo op de ontegenzeggelijksre wijze; 1°. Dat Don Carlos Maria Isidore de Bourbon den iD zijnen naam begon nen opstand begunstigd heeft. 2*. Dat het regt van erfopvolging op de oudste dochter van U. M. overgedragen zjjode hjj volhardeod is blijven weigeren haar te erkennen, zj ch aldus ongehoorzaam betoonende jegens zijnen Koning en Heer, Uwen doorluchten gemaal. 3°. Dat hij in die misdadige handelwijze is blijven volhardendoor mis. dadige verklaringen onmiddellijk na her overlpen van wijlen den Koning. 40. Eindelijk, dac hij zijne ontwerpen volvoerd heeft, door de getrouwe opdeidanen te verleiden, en hun de wapenen in handen te geven. Door de beproefde trouw en meed van nw leger van onzen grenzen en m uit Portugal verdreven en naar een bevriend rijk geweken werd hem, oveteer komstig hetgene bij het viervoudige traktaat bepaald wasen ou der voorwaarde dat h(j van zijne misdadige ontwerpen zou afzien, een voegzaam pensioen door U. M. aangeboden maar deze verblinde prins verwierp uwe aanbiedingen en sedert door lage en hebzuchtige fortuin, ucebers medegesleeptheeft hij den voet op het grondgebied van het ge. trouwe Spanje durven zetten, Dei oogenblik is derhalve daar, om hem als muiter naar al de gestreng, held der wetten te behandelen, Het is reeds sedert eeuwen, dat de wet verklaard heeft, dat het grootste, het misdadigste van alle verraad, dat geDe ishetwelk ten doel heeft den wettigen vorst van deu tronu te sto. len. De straf, op zulk eene misdaad gesteld, is die des doods en van ver beurdverklaring van goederen. De wet voegt er bijdat het mannelijk oir timmer kan worden toegelaten tot de eer der'ridderschap of tor eenigen post of tot eenige waardigheid. Zij ontzegt hetzelve de erfenis van des. zelfs oudersja zelfs alle andere erfnemingslechts aan de dochters het 'egt latende, om eenig deel van de goederen hares vaders te verwerven. Men kan geene bepalingen vinden, meer toepasselijk op de gesteltenis van Don Carlos en van zijDe kinderen. I Te vergeefs zou men zich willen beroepen op de edele denkwijze der j eeuw, die niet wil dar straffen", m'sdadigen vaders opgelegd, Immer op onschuldige zonen zullen kunnen neder komen. U. M, heeft du niec minder met eene gezonde zedekunde dan met eene verlichte staatkunde overeenkomstige beginsel in het ontwerp van het nieuwe lijfstraffelijke wet boek opgenomen. Maar hier is de vraag geheel verschillend. De vast. beid der troonen, innig met het welzijn der volken verbonden, vordert dar al wat de erfelijkheid der kroon betreft, buiten het algemeene regc gesloten blijve. Zoodrnig zijn de grondslagenop welke her door U. M. in de troonrede aangekondigde besluit, om het vraagstuk betreffende Don Carlos aan de be raadslagingen der Cortes te onderwerpenberustende is. De opregte overeenstemming van de natie en vat) den croon omtrent een zoo gewigiig onderwerp, verwijdert alle vermoeden van partijdigheid en wrok, en zal aan de gevallene beslissing het daaraan voeget.de kenmerk van kracht en wettelijkheid verleenen. De meest gebiedende wet dor staten de noodwendigheid van hun behoud en van hnnne rnst, gebiedt het nemen van eenen maatregel, overeenkom stig de wetten der rijken en de beginselen van elke wel inaerigte maat schappij. Te vergeefs zonden de trouw en de moed van Uwer Majes. teits troepen over de muiters zegevierente vergeefs zoude U. M. zich met medewerking der Cortes beijveren, om de natie die verbeteringen te schenken, die door de verlichting der eeuw en de behoefcen van het land gevorderd worden nieis zou duurzaam wezenzoo er de minste hoop overbleef om de zonen of nakomelingen van eenen muitenden prins een maal ten troon te zien stijgen; zijne aanhangers welligc den aan de Ko ïingin en aan U, M. verschuldigden eerbied en gehoorzaamheid veinzende, zou den heimelijk die alles omstotende denkbeelden verspreiden, geschikc toe het verlammen der werking van het gouvernement, het ondermijnen van deszelfs zedelijke kracht, hec zaaijen van wantrouwen, het tweespalc sto. ken tnsschen de jjverige verdedigers Set wettigheid en toe het door dia middelen voorbereiden van bijzondere reactien in afwachting van eene al gemeene, die eenig doel hunner misdadige ontwerpen. In eenen zoodanige staat van zaken, zal U. M, de handelwj5ze' van Don Carlos van Bourbon aan de beraadslagingen der Cortes kunnen onderwerpen en aan die vergadering kunnen voordragen, plegtig te verklaren, dat die Prins en al deszelfs nakomelingen van het regt van opvolging tot de Spaan- scbe kroon uitgesloten zijn. De Minister van Cr at ie en van Justitie Nicolaas Garelly. Rio Trioden 5 Augustus 1834. ZWjTSERLAND, De regeringj.raad van het kanton Znrich te weten gekomen zijnde, dat door onderscheidene staatkundige uitgewekenen hier en daar vergade ringen van Duitsche handswerklieden zijn aangelegd of ten minste zy die getracht hebben te doen, ten einde dezelve door vrijwillige bijdragen te doen medewerken toe de uitgave van oproerige en verbodene geschriften, heeft aan eenigen dezer onruststokers het verblijf,in genoemd kanton doen ontzeggen, en anderen vermaand, zich voor zulke daden te wachten. DUITSCHLAND. Weenen den 20 Augustus, De post uit Konstaminopel Is alhier aange. komeD, doch heeft niets van aanbelang medegebragt. In de hoofdstad heerschtte tast. Het gerucht van Ibrahims gevangenneming wordt ontkend, veelmeer wilde men weten, dat hij, door verkregen versterking eene in. drukmakende stelling ingenomen heeft, en zich gereed maakr, om aan de opstandeliogen vergelding uit te oefenen. De Syrische zaken zullen daar door een geheel ander aanzien bekomen. In het tuighuis te Konstantu Dopel heerscht bij voortduring groote drukte. Uit Belgrado verneemt men, dac de naar Parijs bestemde Turksche gezant aldaar, om quarantaine te honden, aangekomen is, Uit het in Keur.Hessen gelegen stadje Nidda, wordt het volgende ge. meld: Een ambtenaar nir Darmstadt, die zich in gemeld stadje ophield, cm de naburige baden te gebruikenhad zijne dochter bij zich een meisje, dat aan zwakheid van zenuwen leed, en aan hecwelk men vroeger reeds besFeutd had, dat zij eene slaapwandelaarster was. Niet lang Da 11 ure des avonds te bedde liggende, hoorde de vader zjjne dochter, welke zich in het naaste vertrek bevond, angstig steuneD en roepen: Vader! Vader! Hij begaf zich dadelijk tot baar eu vond tot zijne verbazing en schrik hec bed ledig; verder zoekende voDd hjj het venster geopend, en wie be. schrijft zijn vreesselijken angst, toen hij zijn kind buiten het zeer hoog van den grond verwijderde venster aan den rand met de steeds zwakker wordende handen zag hangen. Hij greep ze, maar hemel! schrik en on gesteldheid hadden den ongelukkigen vader alle krachc ontroofd; al zijne inspanning was te vergeefs; hij werd geheel afgemat, en mee een brekend hart moest hij de geliefde dochter zien nederstorten. Toen de menscben, die op het gedruisch en roepen wareö toegesneld, vernameD wat er voor. gevallen was, dacht men niet anders dan de ongelukkige verplet te zullen vinden; maar neen! zij was, behalve eenige kneuzingen, onbezeerd; al. leeD wil men sedert den val een» greotere zwakheid van zenuwen aan haar bespeureowelke, zoo men hoopt, door eene zorgvuldige handelwijze en bate jeugd zal te boven gekomen worden. Dat zij haar bed verlaten en aan de buitenzijde des venscers was gaan hangen, dat zij naar beoedeo ge. stort was van dit alles wist zij niets: alleen die eene herinnerde zij zich dat zij gedroomd had, door roovers overvallen te worden en zich voor deze verscholen had, F R A N K R I] K. Den 27 Augustus waren de fondsen op de beurs te Parijs een weinig gedaald, daar men met waarschijnlijkheid het berigt verspreidde van de Dederlaag, den 19 Augustus door de troepen der Koningin geleden, (Zie onder Spanje j De Moniteur geeft de balans op van de stoomvaart op den RhijD, van Keulen tot bij Straatsburg, gedurende het jaar 1833. 46,605 reizigers zijn van Keulen met stoomaooten den Rhjjn opgevareD. 51,366 reiziger» zijn dien afgezakt. Te zameu 97,971 reiziger», die voor vracht, daaronder begrepen die van 863 reis-rjjeuigenbetaald hebben Prnissische daal. daalders£10,071. Te gelijk hebben de stoombooten 10,695,600 kilogrammes of Nederlandsche ponden koopwareu vervoerd, waarvoor aan vracht betaald is6,161, In het geheel heeft dus de Rhijnsche Stoomboot-Maatschap pijgedurende de negen maanden, dac de vaarc open was, ontvangen Prnissische daalders276,232. De genoemde maatschappij heeft, ten gevolge van deze ontvangst, na aftrek van alle kostendaaronder begrepen die voor renten en aflossing van opgenomene kapitalen, aan hare gezamenlijke deelhebbers eene bui tengewone ultdeeling van 50,000 daalders kunnen doen. De vaart van Schröck naar Kehl en Straatsburg heeft, voor 652 reizi gers en 43,350 ponden koopwaren, slechts 2,557 daalders opgebragtzoo dat da maatschappij, voor zoo veel dac gedcetce der Rhijovaart betreft, geene onaanzienlijke schade geleden beeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 3