A°- 1834'
LEYDSCHE
COURANT,
K 3*;
fë'f fiEl
p'
ve
WOENSDAG
DÉN ii M A A ft
I E.
N O T I F I C A T
Dfe Gedeputeerde Staten van Zuid.Holland,
111 aanmerking genomen hebbende, dat, ten geao'ge van de door Zijne
Majesteit den Koning, ter dezer zalte, genomen beslolten, er jaarliika
tane aleemeene herijking der bij de handel, en neringdoende lieden in ge-
btuik zijnde lengte, en Inhoudsmaten van drooge en natte waren en gewig.
ten moet plaata hebben, en het alzoo noodig is, om, voor dit jaar, tot
liet vaststellen der tijdsbepallugter verrigting van dien herijk door de
Arrondissements- en Adjunct-ijkers in Zuid-Hollandover te gaan;
Hebben goedgevonden ta. bepalen, gelijk geschiedt bij dezes
Art. 1. De herijk van alle te voren bereids geijkte lengte, en inhouds.
maten van drooge en natte waren en gewigten, zal, voor dit jaar, in de
itedeq en Remeenten van Zuid.Hollandeenen aanvang nemen op den vijf
tienden April, en geëindigd moetea zjjn op den vijftienden Augustus daar.
51 lanvoigende.
Art. 2. Met uitzondering der hierboven voorkomende bepalingen en van
die, vervat in art. ig van het door Gedeputeerde Staten voornoemd, op
den 18 JaDnarij 1822, gearresteerde Reglement op de herijking der maten
en gewigten iD Zuid.Holland, blijft overigens hetzelve Reglement in volle
kracht.
Art. 3. De handel- en neringdoende Ingezetenen van Zuid.Holland wor
den aangemaand, om, ter.f voorkoming van meerdere kosten, en ten einde,
bij verder verzuim, buiten bekeuring te blijven, zich de hierooven ver.
meide tijdsbepaling, omtrent den herijk hunner lengte, en inhoudsmaten
van drooge eD natte waren en gewigten, ten nutte te maken.
Wordende tevens, door deze, ter beunisse van de belanghebbenden ge-
bragc, dat tot jaarletter, gedurende 1834, voor deo ijk der maten en ge
wigten, bepaald is de letter P.
Kn ten eit.de niemand hiervan eenige onweteoheid voorwende, zal deze
worden afgekondigd en aangeplakt, alom, waar zulks te doen gebruike
lijk is.
't Gravenhageden 18 Februarij 1834.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
Van der Duyn.
Ter ordonnantie van dezelve,
van der sleyden,
di
tl
NEDERLANDEN.
Leyden den 11 Maart.
Uit 's Gravenhage.wordt van den loden dezer het volgende geschreven:
Heden middag te twee nre zal de kabinetsraad vergaderd wezen, naar
men zegt, ten gevolge van ontvangen depêches uit Weanen.
De terugkomst van HH. KK. HH. den Prins van Oranje en den Erf
prins is nog niet met zekerheid bepaald. Waarschijnlijk zullen H00g'tc,e-
zelve Zich nog naar Weimar en Kassei begeven, en daarna de terugreis
aanvaarden, zoo dat het wel in het laatst dezer week worden kan, dat
Hoogatdezelve in de Residentie zullen zijn aangekomeu.
Men verzekert, dat de Regering bedacht is om maatregeieo van voor
ziening te nemen, ter voorkoming van ongelukken en gevaar, waaraan de
schepen in de haven van het Nieuwe Diep bij de jongste stormen zija
blootgesteld geweesc.
Uit Zeeland meldt men van den 8sten dezer het volgende:
Zijner Majs. brik Panther, Kapt. Luitenant Edeling, wordt te Vlissingen
verwacht, komende van Texel met manschappen, die op het eskader moe
ten worden ingedeeld. Het fregat de Rijn van 60 6tukken zalnaar men
verneemt, de reis naar Oost-Indien doen; de bevelhebber van die bodem
voor dezen togt is nog niet bekend. Op twee der Rijks werven zijn
oorlogsstoombooten opgezet, welke, naar men verneemt, spoedig zullen
worden afgebouwd.
In de kamer der Belgische Vertegenwoordigers zijn den 7den dezer
de Lnxemburgsche zaken wederom het onderwerp eener incidentele kwes
tie geweest, waarbfl echter meer personaliteit dan wel eene opgave van
nieuwe daadzaken plaats had.
De heer Hcjfschmidt stelde als mode van orde voor, dat de discussie
op Maandsg aanstaande zoude geopend worden over het lapport van den
minister van bultenlandsche zaken, betreffende de jongste gebeurtenissen
in gemelde provincie. De in vrijheidstelling van den heer Hanau was,
volgens deo spreker, geene genoegzame voldoening; hij vermoedt, ooit na
de vorige en stellige ontkenning van den heer de Merodedat deze in
vrijheidstelling het gevolg is eener inwilligingwaarmede men vooralsnog
niet bekend was. H() wil, dat de Belgische troepen gewapenderhand den
strategischen omtrek bezetten en aaovallenderwijze tegen de troepen der
Duitscbe Bondsvergadering te werk gaan zouden, zoo eene spoedige vol.
doening, het ontslag b. v. van den generaal Dumoulin, geweigerd werd.
De minister van bultenlandsche zakeD heeft verklaard, dat de regering,
e hoewel zij de bevrijding, op haar verzoek van den heer Hanauais eene
eerste voldoening beschouwde, zij op dit oogenblik eene nog schitterender
I voldoening vorderde; maar dat de diplomatieke omzigiigheid hem belette,
thans uitvoerigere ophelderingen te geven, en dat hij Maandag aanstaande
oog niet in staat zoude zijn, zijn stilzwegen te breken. De heer Hof
l' tihmidt heeft dan ook, op verzoek der heeren Gendebien en Ernst, voor.
.Ivoplg Zijn vooratel ingetrokken,
Te Luik hebben oploopen en ongeregeldheden plaats gehad, en zijn
ook even als te Gent en Leuven, vele kreten van: Weg met de Katho-
Ij ie Universiteit t Weg met de Geestelijkheid! aangeheven.
den gerekend hebben. Bovendien Zoó zonde, nadai de vrede'In het ÖOi.
ten gelnkklglijk hersteld is, het aannemen van zoo vele vreemde soldaten
onder zijne varen thans doelloos wezen. Z. H. moet derhalve, zoo med
ligtelijk begrlipen kan, een verlangen afwijzen hetwelk hem treft en vlei-
jend is, doch waaraan hij niet kan voldoen. Het is betreurenswaardig dat
verkeerd onderrigte bladen de Polen genoopt hebben tot het opvatten van
eene hoop, die zich niet kan zien verwezenlijken. Uit hartelijke belang
stelling evenwel heeft de onder-Koning besloten, dat diegenen die bereids
te Alexardrie zijn aangekomen of dezer dagen komen mogtenop zijne
kosten naar Frankrijk zullen kunnen terng keeren. Hij wil niet dat Aegypte
een ongastvrij land zal wezen, dat hen, die hetzelve Hunne dienst zijn
komen aanbieden, met ruwheid zal afwijzenwanneer het hunne dienst
met kan aannemen.
T U R K Y E.
Konstantinopel den 5 Februari). De volgende firman is door den
Sultan geproclameerd: Ordonnantie gerigt aan de viziers, mirimirans, mol-
lasregters, snppleant-regters, wojewodesgouvernenn en staatsbeambten
in al de deelen van Anatolie,
Het gelok en het welzijn van ai de Ingezetenen der gonvernementen en
distrikten van het rijk, die Ik beschouw als een heilig, mij door het Op
perwezen tonvertrouwd pand zijn het voorwerp mijner gebeele bezorgdheid.
In overweging genomen dat van mflne onderdanen op onderscheiden
tijdstippen, gevorderd is geworden het betalen van betastingen, boven die
gene welke reeds door het gouvernement geheven wordenen mijne on
derdanen van dezen last willende bevrijden zoo had ik bevolen dat et
jaarlijks naar Koustaminopel moest worden opgezonden eene lijst der regteti
en belastingen van St, George en St. Demetrius, ten einde aldaar naanw-
kenrig ie worden nagezien, maar eenige onvoorziene bezwaren hebben hec
naauwkeurig herzien dier tijsten en der met de regtvaardigheid strijdende
zaken, die in deze registers geslopen zijn, belet. Eenige wojewodes eti
mnteselims hebben erbuiten en behalve de regten van pachting en de
belasting op de granen, nog bijgevoegd, de kosten hun door hun gevolg,
gouverneurs en anderen veroorzaakt, of wel hebben van het volk de te
ruggave gevorderd der aan hen zelve opgelegde belastingen. Ook had ik
gelast dat het regt van handteekeningdoor de regters geheven, geen para
per piaster te boven zou gaan, en ook zelfs nog maar dan wanneer de zaak
's lands belangen betroffen zou hebben. Ondanks deze verordeningen vindt men
bij herhaling in de registers het preleveren van belastingen voor de hand
teekening en voor het traktement der justitle-beambten. Ook had ik reed»
meermalen voorgeschreven dat de viziers en andere staats-beamhten wan
- 1 - 1. /\n raia kouinrian h,m Iijas .1.
A E G Y P T E.
In de Aegyptische Moniteur van den 25 Janoarij, leest men omtrent de
'Polen het volgende: De Aegyptische regering verneemt met leedwezen,
dat eene menigte Polen misleid door de artikelen der Fransche dagbla
den in Alexandrie is aangekomen om dienst te bekomen en dac ook nog
vele anderen voornemens zijn ten zelfde einde te Toulon of te Marseille
•cheep te gaan. Z. H. gevoelt alle mogelijk medeleden met het groote
en edele otigelok, en wenschte het hunne te kunnen verzachten, maar
zulks is onmogelijk; ook ziet dezelve zich met weerzin gedrongen, te
verklaxeo dat het hem onmogelijk is de talrijke Polen 111 zijne dienst te
hemen, die beide op de hulp zjjuer regering eu zijn persoonlek tuedelg.
neer zij zich op reis bevinden, van het volk uiers anders om niet zouden
mogen vergen, dan enkel water, en in het tegendeel verpligt zouden
wezen al wat zfl noodig mogten hebben te betalen. Op de registers vindc
men evenwel inbreuken op deze mijne bevelen; het is mij gebleken, dac
deze knevelarijen begaan worden onder voorwendseldat deze belastingen
aan bet gouvernement verschuldigd zouden wezen. Daar bet evenwel mijn
begeeren is dat deze staat van zaken een einde neme en dat mijne onder
danen onder de bescherming van mijn regtvaardig en goedertieren bestier
levende zich niet langer aan deze knevelarijen blootgesteld zien zoo heb
ik goed gevonden dezen firman af te kondigen. Ik zal de oogen hier
steeds op gevestigd hebben, en ingevalle dergelijke onderdrukkingen her
haald mogten wordeD, heb ik geiastdat de onwectiglijk geheven gelden
Onmiddellijk terug gegeven moeten worden en ik gelast tevens, dat de
beambten, bij overtreding dezer wet, gestreng gestraft worden.
GRIEKENLAND.
Uit dit land wordt het volgende geschreven n De Regering laat n«
de reeos in 1830 door Capo a'Istrias bevoiene maar weder gestaakte her
ziening van de verordeningen des Keizer Basilius Macedo en zijner opvol
gersdie de eigenlijke grondslagen van het Griekscne regt uitmaken (de
Basdics), weder opvatten, alle bij de Grieken nog geldende burgeihjite
regteh en wetten verzamelen, en de tegenwoordig nog ontbrekende boe-
keo der bij de Grieken in groot aanzien staande Basilica, welke waar
schijnlijk in Griekenland nog wei znllen kunnen gevonden worden opspo
ren. Daar de Grieksche Regering tot nog toe bij hare verordeningen zeef
dikwerf daarin gedwaald heeft, dat zij het oude te gereedelijk verwierp,
en, zonder aaD eene verbetering daarvan te denken, liever iets geheel
nieuws in deszeifs plaats stelde zoo wordt deze maatregel ten opzigte
der wetgeving aangemerkt als een bewijs, dat zij bet verkeerde van dia
handelwijze heeft ingezien, en dezelve wordt dus algemeen zeer toegejuicht,"
RUSLAND.
Uit Odessa wordt van den 18 Februarij geschreven: Onze Noordsché
wii terdie zich ditmaal door eene lang aanhoudende strenge koHde onder,
scheidde is plotseling in eene zachte lente verandert. Nog den 15 dezer
teekende de thermometer van Reaumur ia gr. koude (s gr boven o naar
Fahrenheit en op dien zelfden dag veranderde die koude in 3 gr. warm e.
Sedert heerscht hier bij aanhoudend zacht wtér, een sterke Zuidwesten wind
met veelvuldigen regen, en is onze heerlijke sneeuwbaan geheel verdwenen.
Van de Poolsche grenzen word: van den 22 Februarij gemeld:
Men spreekt hier van eene ruimere amnenie ten opzigte van de Polen.
Reeds moet de zaak het onderwerp van onderhandelingen tussctien de drie
groote, bij het lot van Polen, belanghebbende Mogenabeden zijn geweest,
en ten gevolge daaraan vastgesteld zijn geworden, dat de deswege bestaan
de bepalingen, op eenige uitzonderingen na, in dier voege zonden worden
uitgebreid, dat alle zich buitenslands bevindende Pdleü zich vrij en onge-
meeid naar hunne haardsteden zonden mogen begeven Daar men intus-
achen met dezen maattegel het :oel verbindt, om de rust der overige
Europesche Staten tegen de avontuurlijke ondernemingen der Poolsche viug-
telingen ten eenen male te beveiligen, heelt men daarvan kennis gegeven
aan die regeringen, onder welker bescherming zij lot nog toe leefden,
met verzoek om hun voortaan deze bescherming slechts onder zoodanige
voorwaarden te verleeoen, die elke poging tot rustverstoring hunnerzijds
zouden onmogelijk maken.
ZWITSERLAND.
Volgens de Zwitsêrsche bengten hebben tot hiertoe alle de Polen, dia
aan ue onderneming tegen Savoya hadden deelgenomen, haidnekuig en hier
eu daar in de onoertcheidenste bewoordingengeweigerd van ,het veituf
D