éit IJ) Mr fiêefk fo een treuripel op to komen, en daarnaar 2 ij tie uit drnkkingetl regelen t Of wel indien men hem toestaat soma zijne waardig heid te vergeteD, tot hoe ver zal dit mogen gaan? Wat zoude er met deze klassficatie van de beide genres der ironie, dit vreetseljjk wapen, dat Shakespeare zoo meesterlijk behandelt, worden? Zil men daarvan af stand moeten doen, of, om het tragisch evenwigt te behouden, het zoo danig zuiveren, dat er al het bittere van verloren gaat? Doch laten wij verder gaan, en zien wat in het drama ee e vereeniging belet, die de natuur ons iederen oogenbllk aanbiedt. Zie hier, zoo het ons voor komt, het voornaamste argument van de klassieken, In de knnsten, zeg1, gen zjj, is de eenheid van indrnk de eerste voorwaarde van het schoone, en bet is alleen door die eenheid, dat men tot het schoone komt; dus js alle vermenging af te keuren. De Heer Manzoni zelf, schijnt iD zijnen Brief van de eenheden tot alt gevoelen over te hellen. Maar is het wel bewezen dat de eenheid van indruk door de bedoelde vereeniging zonde worden verbroken Zijn er niet integendeel gevalien waarin het tragische nlt het komische zelf geboren wotdt, of daaruit nienwe krachten ontleent? Ziet iemahd die n dierbaar is lagchen, wanneer gij reeds weet dat hg door een hem nog onbekend ongeluk getroffen isen zegt of zijne vreugde u niet meer kwellen zal dan zijne tranen. Zoudt gij meer belang stellen in de zamenzwering van Fiescedie midden onder de vermakelgkhedes van een bai wordt gesmeed, indien dit in het geheim geschiedde, en dat de zamenzweerders u door bonne vreesseltjke gebaaren verschrikten In het weiuig bekende treur- spel Fazio, is deze ter dood veroordeeld: hg moet te middernacht ster ven en Bianca zijne echtgenoot wacht met hem deo verschrikkelpen oogenbiik af. Nu hoort men middernacht slaan: Bianca valt in onmagc, men ziet de soldaten komen en het tooneel verandert. De twaalf slagen zijn nog niet gevallen, en reeds heeft meD geeneo kerker meer voor oogen; het is eene prachtige zaal, waar men de vijanden van Fazio ziet Zitten. De duisternis vaD de gevangenis is opgevolgd door het helder licht van eene menigte waskaarsenin plaats van hartverscheurende klaag, toonen dcet zich eene zoete melodij hooren en oe doffe slagen van eene en dezelfde klok vereenigen deze beide zoo verschillende tooneelen. Daar slaat middernacht zegt de Hertog aan de Gravindit is het uur waar in Fazio het schavot moet betreden." Eenige oogenblikken daar. ja, komt Bianca in de uiterste wanhoop op het tooneel;. het is met Fazio gedaan. Wie zal niet gltroffen zijn door deze vereeniging? Plaatst in alie deze tooneelen in stede van feesten, drinkliederen en daBsende plegtstaiige vreugde van Amenaïde of C/ytemnesira«n ziet of de indruk dezelfde wezen zal. De ziel gewent zich aan net schouwspel van smart van lijden van den dood zelfsmaar zij is altoos bewogen door de on. verwachte vereeniging van tranen en vreugde, wanneer dit op eene een voudige en natuurlgne wjjze wordt bijeen gebragt. Hoe zou nu deze vereenigiDg de eeDheid van indruk storen Laten wjj verder gaanen zeggen datindien in de kunstenwaarin men slechts een enkel tafereel te gelijk kan voorstellen, zoo als in de beeldhouw- en schilderkunstde eenheid van indrnk een vereischte is, zulks niet zoo met het drama gaat, dat eenigen t(jd beslaat en eene reeks van daden of hartstogtelijk bewegingen voorstelt. Hier is de eenheid van indruk slechts de eenheid van belangen wij vermeenendat het lagchen en de tranen zich bij de toehoorders zelve kunnen opvolgen, zonder die eenheid ie storen. Wat is inderdaad het drama Eene voorstelling van de menschelijke natuur. Indien gij dus dit doel wilt bereiken moet ik onder welke gedaante ookdeD mensch erkennenen dat met alle zjjne deugden en ondeugden, zoo als hij mg dagelijks voor oogen komt. In het leven I|]D de tranen en de vreugde, het ernstige en grappige, bet verhevene en gewone, gedurig naast elkander geplaatst. Vind ik nu den volledigen mensch wederm die stukkeo waarin uit liefde voor de eenheid alles is ter zfcde gesteld, wat mij den held nog beter zoude leeren kennen wat mij genoegen zonde doen waarin de rowedoch ware natuur zoodanig it geschaafd en gepolijst, dit ik dezelve niet kan erkennen? Misschien zal ik de kracht van uwe gedachten de juistheid van uwe beschrijvingen de schoonheid van owe verzen bewonderen 1Maar gevoel, belangstelling in uwen beid moet gij bfl mij niet verwachten. Men deelt meer in het verdriet van eenen persoonmet wien men zich verhengt toen hij gelukkig was," zegt Walter Scott in zgn leven van Dry denen de komische trekken vaD Ham/et, Hetspnr en Falcom- bridge, yermeerderen nog het belang der tragische tooDeeleD, waarin zij naderhand voorkometi." En hoe zou dit ook niet zoo z(jn Het wit doet het zwart uitkomen eene reeks zware doffe noten maken meer iodrok, wanneer zich eenige scherpe toonen daar tusschen doen hooren. Hoe zal men de welipregendheid van Antonius kunnen bewonderen wanneer h(j wraak inroept over de moordenaars van Ctesarindien hjj met zijnen vertrouweling sprekende, dezelfde taal voert? Hoe zal men Corioianus ver- staan, indien hj het volk aanspoort, op denzelfden toon, waarmede h(j den Senaat aanspreekt. De natuur, de natuur, daar moet men altijd op terug komen. De knnst moet haar volmaken maar daar niet van afwijken. En ia het haar volmaken, waDDeer men kaar in alles tegen«erkt? Zoude een schilder een goea pstrd daarstellen, indien hij het zonder spieren of beerderen afmailde Misschien zonde hj) een aangenaam voorwerp hebben voortgebragt, maar voorzeker geen goed paard, en in het land der Ho. syhnbmszoo natuurlijk door Gulliver beschrevenzou dit dier op geeue groote symphatie kunnen rekenen. Bij deze zedekundige redenen komen »r nog anderen die van geen min der belang zijn. De geest kanover het algemeenslechts met moeite gedurende meer dan twee uren in dezelfde spanning blijven. Indien hem liet van tiid tot tijd eeoige rust wordt gegevenindien niet eens andere indrnk wordt te weeg gebragt, verdoofd hij en wordt ongevoelig zelf voor het schoone. Dezelfde snaar gedurig aangegrepen zijnde geeft einde lijk slechts doffe toonen; door te lang op eec en hetzelfde pont te rusten wordt dat pont ongevoelig. Laat daarentegen eene gemeenzame zamen- spraak op een verheven tooneel volgen en het eeoe zal tot rustpunt aan het andere dienen en beiden zullen eene goede werking hebben. Ik kan een schilderij, een dichtstuk verlaten wanneer mjjne aandacht begint te veiflaanwen, zoo is het met een tooneelstnk niet gesteld. Mijne aandacht moet daarop vao het begin tot bet einde gevestigd blijven en dit wordt door de zoo geprezene eenvormigheid van de klassieke verhin derd. Hetzij nogmaals gezegd, laten wjj niet de eenheid van toon met die van indruk vermengen. Deze laaiste is alleen van belang in het drama en wordt niet verhinderd door de gemeenzaamheid van eenige tooneelen •f de vrolijkheid van anderen, bewjj f.Ottllo, Macbeth, Richard lil enz. waarin verschillende toonen heerscheoen die toch nog voortdurend als meesterstukken worden bewonderd. Men zal ons de ondheid, dit laatste wapen van de klassieken, tegen- stellen; maar deze opposite heeft veel van hare kracht verloren. Hoe vele stukken zijn er, waar de Grleksche tooneelspel-dichters tot in de geringte bijzonderheden van het dagelijksch leven treden, zoo als onder anderen in de Pheadra van Euripides en vooral in het zeldzame «tok de Cycloop. Echter moeten wjj toestemmen, dit geen sink van bet ons be kend Grieksch tooneel, een denkbeeld van den Otello of Richard lil van Shakespeare geeft. Dit 600rt van drama is even ala de komedie van Mo Hire, een gebeel nieow werk, dat niet met de oude werktn moet verge, leken worden. Wjj hebben bet eene aangenomen, waarom zonden wg het snderen weigeren te erkennen. Wij zonden deze Verdediging nog Vefitt knfittêft bhbfêidïü doch dit Zij genoeg ort de waardigheid van de niéuwe school te handhaven, waar bij wij tevens den hartelijken wênsch voegendat eenmaal de hechcste broederband de beide scholen moge vereenigenom alzöö alles toe te brengen, tot volmaking van de kunst en genoegen van den aanschouwer, ZEE-tijding. Het schip de 4 Gebroeders, Kapt. H, C. Schuthvan Marseille en Bad- dol naar Amsterdam, is, volgens particulier berigt, in den ochtend van den 4 Maart in Tessel binnengekomea. Het schip Jacobina Maria, Kapt. N. Nielsen, van PraestSe naar Am sterdam of Rotterdam is den 24 Febr. te Frederikshaven blnnengeloopen. PR IJS-COURANT der EFFECTEN. Amsterdam den 7. Maart 1834. Stad Amsterdam. Schuldbekentenissen 5 pCt Nederlanden. Werkel. Schuld a« pCt.Ao?l <ro Dito duo 5 psyfa Rest. Uitg. dito, _*4 li5 Kans-Biljetten 4arj #sa Amort.Stjndic.4jpCt. 8914 Idem 317,2 4 Geldl. 1830.5 4 1831.64 Schatkist-Bilt. 6 Iooi4ioo| Losrenten ij4 Hand.-Maats. 4».ioo|4ioo§ IGbl.l Pruhien. 49? Gdl. te Lond. 5 pCt. 4 95?jAand. van dito 1832 4 f Spanje. 22ïa[Cc. bt. te Amst. 5 pCt. 60J4 6i| I Idem 3 4°! a !Gdl.£«BAi82a.5— 26 4 26J Cert. Uitgest. Schuld14! 4 14* OOSTENR0II. Iöo'lObiG«//. S? C°. 5 pCt. 4 /Certificaten 2§1 lool'Neg. Metaliek aj4 4 99J IGbl. <5°S 2 6§ '4a De Prqi van de BOTER aan de Waag binnen Leyden, Zaturdag den 8. Maart 1834. Van 34 tot 37 gulden. 12I 25 '2| 22 ii vat» BROODZETTING Voor de Stad Leyden Ingaande Maandagden 10. Maart 1834. Maximum van den prijs, waar niet boven, maar vel beneden, zal mogeit worden verkocht, iogevolge Koninklijk besluit van den 25 Jannarij 1821?, Staatsblad N". 5,) en de dispositie van H. H. Gedeputeerde Staten vaa Zuid-Holland, van den 5 December 1828, Provinciaal blad N°. 161.) Het Roggebrood, van zuivere Rogge gebakken, wegende drie Neierlandsche ponden, op...........^! cents. een pond vijf oneen, op.16 UttTarwebroodbeste soort, wegende Nederlandsch pond, op 25 vijf oneen, op Het Franschbrood van een Nederlandsch pond, op vijf oneenop Het Huisbak, wegende een Nederlassiseh pond, op vijf oneen, op Het minste soort of zoogenaamde krop uit de zak, van een Nederlandsch pond, op. .,..,18 vijf oneen, op09 Alles gebakken overeenkomstig art. 9 en het gealtereerde 10de art bet Reglement op de Broodbakkersnering, in dato 3 Mei 1819. Leyden, den 6. Maart 1834. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, j. G. de M e v. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. In de maand Febroarij 1834, zijn binnen de Stad Leyden overleden 23 Mans, 32 Vrouwen, 23 Zoons en 19 Dochters; te zamen 97 personen, In dezelfde maand zijn aldaar geboren 118 Kinderen, als: 68 Zoons en 50 Dochters, waaronder 1 paar tweelingen. De Houtvester in het iste District Zuid-Holland verwittigt de belanghebbende, dat met goedkeuring van den fnngeerendc Opperhoutvester der Noordelijke Provinciën, de Heer Verster van Wulvrrhorst, wo. nende te Noordwijkbelast is, met de werkzaamheden in zijn District, en dat dos de Aanvraagbilletten voor Jagt en Visscherijgedurende déze maand zoowel bij hem, al» bij den Ondergeteekende verkrijgbaar zijn. Leyden den 2 Maart 1834. C U N AJ U S. De Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden zal eene openbare vergadering honden op Fr ij dag den 14 Maan 1834 des avonds te» 7 ure, in de Gehoorzaal op de Breedestraat. De Voorlezing zal geschieden door den Heer R. H. van Someren» van Rotterdam. Kaartjes van toegang zijn te bekomen bjj den Boekhandelaar D'. Saar, op het Rapenburg. LEYDSCHE SCHOUWBURG. Op Maandag den 10 Maart 1834, zal het Gezelschap Cperiztea vau Amsterdam, Elèves van J. H. Dessaurhet genoegen hebben te vertonnen SARGINES, der ZüGLING der LIEBE, Groote vermaarde Heroïsche en Komieke Opera, in 4 Bedrijven, naar het Italiaansch. Mazg't van Pasr. Versierd met alle daartoe behoorende Coatnmes, Decoratieu en verderea Toeaiel. Na hetzelve: das TYROLER CONCERT in HOI.LAND, komiek Zangspel van J. H. Dessaur. (Oe Aanvang ten half zeven «re.) LEYDSCHE SCHOUWBURG. Op Donderdag den 13 Maart 1834. De BRUILOFTS.NACHTor de VALSCHE MUNTERS, Tooneetspel, in drie Bedijjven naar hor F raosch;, door F. A. Rosenveld. Nahetzelve: DeMANVAN HONDERD JAREN Blijspel, met Zang, Vaudeville in één Bedrijf, naar het Fransch van Francis, Thlaulon en Dartels, door J, H. Grave. Tot slot: Het OOST- VRIESCH DORPS-PLEIDOOI, of de HERBERGIER BURGE. MEESTER, Blijspel, met Zang, Vaudeville in één Bedrijf, naar het Franschdoor C. Alex van Ray. Deze Stukken nooit alhier vertoood. De aanvang ten zes ure.) Mijne geliefde Echtgenoote, Vrouwe JOHANNA MARIA van ROIJEN, verloste heden voorspoedig van een ZOON, Leiden 6 Maart 1834. J. BAKE. Heden ie, na een allergenacgelijkste Ecbtvereenigitsg van ontrent drie jarenin den ouderdom van bijna dertig jarensaD de gevolgen van de Kinderziekte overleden, mijne hartelijk geliefde Mm, JACOBUS van den OUWEELEN, mij oalatende twee zeer jonge Kinderen, welke het smartelijke van dit verlies niet kunnen beseffen. Leiden E L I S A B E T H C O U V E 6 Maart 1834. Wed, J. tan den Ouweelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 3