A°1834* LEYDSCHE N". 30 COURANT; GEWi \4 ti MAAND AG DEN 10 MAART. NOTIFICATIE. De Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, Gezien de missive van den Heer (linkerenden Opperhoutvester voor de Noordelijke provinciën, van den 17 February 1834, N°. ip, ten aanzien van de sluiting der Visscherij; en gelet op de deliberatie:! van Huil Edel Groot Achth. de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 18 Fe. bruarij II., N°. 8; Brengt bij deze ter kennisse van alle daarbij belanghebbenden, dat ach. tervolgens de bepaling van den fungerenden Opperhoutvester voor de Noc\r- de'ijke provinciën, vastgesteld met overleg van Gedeputeerde Staten voor. noemd, ter conservatie van de Visscherijdezelve zal gesloten zijn van den ïsten April aanstaande tot den sten Junij daaraanvolgende; met uitzondering echter van alle zulke Visscberjjenhetzij langs de stranden, hetzij in de rivieren of binnenwateren, als, bij vroeger niet geabrogeerde placaten, mogten zfln vrijgesteld en Speciaal van de Visscherij van steur, eift en an. dere vroonvisch, in de buitenrivieren of binnenwateren, alsmede van aal en paling in de rivieren en binnenwateren; terwijl, ter vermelding van mis- brutk, ten aanzien van de laaiscgemelde visscherijeDvoorzoo veel de vlie- ten, wateringen en slooten aangaat, daartoe alleen van aalkorven gebruik zal mogen worden gemaakt; zullende nogtans de op den laatsten Maart reeds gevangen vischtot uiterlijk op den 15 April aanstaande, mogen blijven verkocht worden. Wordende den belanghebbenden wijders herinnerd aan de bij Zijner Majs. besluit van den 23 Mei 1824, Staatsblad N". 34), gemaakte bepalingen, Omtrent het visscnen met den hengel in den gesloten vischtijd. En ten einde niemand biervan eenige onwetenheid zoude kunnen voor* wenden'Zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, waar zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan te 's Gravenhageden 22 Februarij 1834. De StaatsraadGouverneur voornoemd, Van der Duyn. NEDERLANDEN. Leyden den p Maart. De Bredascke Courant van den 6den dezer, bevat onder den titel Letterkundige en Wetenschappelijke Nieuwstijdingen, het volgende: De beoefenaars der Oude Letterkunde zullen met genoegen de reeds met verlangen te gemoet geziene uitgaaf vernemen der Lyrische Gedichten van Horatius, door den Leydsche Hoogleeraar P. Hofman Peerlkamp. Deze, ook als Latijnsche Dichter beroemde, geleerde heeft van zijne vroe ge jengd af Horatius zoo zeer tot zijnen lievelingdichter gehad, dat hy hem genoegzaam van buiten kent; eD daardoor merkte hij steeds bij zijne overige studiën terstond op, wat tot opheldering of voor de kritische be. handeling van Horatius zon kunnen dienen. Een schat van aanteekenin- gen niet alleen wa» de vrncht van deze bijna dagelijksche toepassing op Horatius, maar ook eene gedurige beschouwing en vergelijking van alle opmerkelijke plaatsen in deszelfs gedichten. De Heer Peerlkamp geeft thans de slotsom in het licht van zijne veeljarige studiën ten opzigte van Boratius, en heeft daarbij met eene spaarzame keurigheid van de bouw stoffen gebruik gemaakt, welke hij verzameld had. Hoezeer het getal der uitgevers, van Horatius eenige honderden bedraagt, opent echter deze uitgaaf van dien Roraeinscben Dienter eene nieuwe baan voor de kritiek en zal met belangstelling ook buitenslands ontvangen wordeu. Het werk is opgedragen aan Zijne Majesteit den Koning, Een brief aan den Heer Baron collot d'Escury van Heinenoord strekt tot Voorrede. De uitvoe. ring is uitnjunend fraai en doet de pers van den Heer la Lau eer aan. De zaak van Constant Polari, den oncvreemder der diamanten van H, K. H. Mevrouw de Prinses van Oranjeis dezer dagen voor het Hof van Assises te 's Gravenhage behandeld. In de zitting van den 7 Maart zijn drie getuigen in deze zaak gehoord, als een Secretaris van H. K. H. de Prinsei, de heer de Knyff, voormalige directeur der policie. te Brussel en mejnfvrouw Tzchernicejf, voormaals getttacbeerd aan de dienst van H. K. H. de Prinses van Oranje, die met de juweelen en kleinodiën van de Prinses het meest bekend was, en weike eerst Donderdag avond, uit Peteraburg, te 's Hage gearriveerd is. Het requisitoir van het openbaar ministerie is geweest, dat het maximum der straf, bjj de wet bepaald, op Polari be- hoorde toegepast te worden, en hij dienvolgens bij arrest van het Hof gecondemneerd behoorde te worden tot tepionkstelling op een schavot, te *1 Gravenhage, met een papier op de borst, waarop de misdaad zal uitgedrukt staan, en voorts tot een confinement ia een tucht, of werk. huis van niet langer dan 15 jaren, met (ie kosten van het proces en te ruggave der diamanten, enz. De advokaat de Bas heeft den beschuldigde verdedigd, en die verdedi ging voornamelijk daarop gegrond, dat het zeer wel mogelijk was, dat de beschuldigde, meer dsD twee jaren, zoo in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika als in ons Vaderland gevangen gezeten hebbendeeindelijk, dezen onzekeren staat van zaken moede zijnde geworden, daardoor tot eene vrijwillige bekentenis is gekomen, en dat, de beschuldigde, op last van het gouvernement,-en niet door de bevoegde regterlyke magt, gear resteerd zijndezulks in strijd met de bepalingen der grondwet was ge schied. Teu vijf ure zijn de debatten gesloten. Den 8sten is het arrest van het Hof van Assises uitgesproken, en Con- Stant Polari schuldig verklaard aan diefstal bij nacht, door middel van over kh mmirg als mede uit- en inwendige braak, in een bewoond huis gepleegd, en veroordeeld om op een schavot aaD een paal geoonden, gedurende een half uur te worden te pronk gesteld, met een papier op de borst, waarop ziine misdaad zal z(jn uitgedrukt, en wijders tot een confinement in een rasp. of tuchthuisvoor den lijd van twaalf jarenalsmede in de kosten der prdcedurezijnde voorts door het Hof bevolen dat extract van het arrest zal worden aangeplakt te 's Gravenhage, mitsgaders te Brussel, en dat het gesiolene voor zoo verre het in handen der justisie is, aan de daarop regt- bebbenden zal worden terng gegeven. Het Mandement der Belgische Bisschoppen, waarbij de aanstaande op- rigting van eene Katholyke Universiteit aangekondigd en de Roomsch-Ka- iholijüe geestelijkheid uitgenoodigd werd, om dit onderwerp krachtdadig te helpen ondersteunen, heeft de party der zoogenaamde Imeralen blijk, baar ln het harnas gejaagd. Daai meu meent, dat de opheffing oer tegen woordige Leuversehe Hoogeschool, die op 's lands kosten onderhouden wordt, het noodzakelijk gevolg van het gelukken der poging van de Bel- gische Bisschoppen zijn zalheeft meu te Leuven begonnen verzoekschrif ten aan Leopold ie onderteekenen, waarbij het in stand houden der Hoo geschool aldaar dringend wordt gevraagd. Te Gent zijn in den nacht van den 3 Maart eenige jongelieden, die door het dagblad der geestelijkheid aldaar met den naam van kleine Koitairianen worden bestempeld, voor hec huis van den Bisschop zamengerot, en hebben aldaar een spotmuzijk doen hooren, afgewisseld door de kreetenWeg met de Katholijke Universiteit! Weg met de Priesterst Zij zijn, na vrij wat gedrniseti te hebben gemaakt, zonder verdere buitensporigheden te plegen, hniswaarts gekeerd. Te Leu ven hebben den nacht te voren voor het hnia der boekdrukkers Linthout en van de Zande, die als ijverige bevorderaars van de Katholijke Univer siteit bekend staan, soortgeliike tooneelen plaats gehad. Daar is het volle door de policie uiteengejaagd. De Brnsselscbe Emancipation behelst een vertoog tegen dit aanheffen van spotmnzijk, wasrin de overtuiging door-z blinkt, dat de liberalen daardoor hunne zaak bederven, en dat de andere partij op die wiize wel tot het gebruik maken van soortgelijke middelen kon worden uitgelokt, iets, waaruit niet dan allerlei ergenis kon voort- vloeijen. Omtrent de woelingen, welke te Lenven plaats hebben, wordt nog van den 5den dezer bet volgende geschreveo: Niet alle de studenten on. zer hoogeschool hebben zich aan de schandelijkheden schuldig gemaakt, waardoor niet slechts de boebornkkers van Linthout en van de Zande maar ook verscheidene andere achtenswaardige beden te lijden hebben ge. bad. Het aantal der kwaadwillige onruststokers is wezenlijk gering. Den vorlgen Zondag zouden waarschijnlijk in de kerken ongeregeldheden voor- geval'en zijn, indien de policie niet daartegen gewaakt had. Op dit oo« genblik doorloopt eene bende woelgeesten de stad, met bet blijkbare doel, om wanorde te verwekken. Gisteren z|jn vier studentendie dienaren der politie beieedlgd hadden, in hechtenis genomen; doch men heeft hen, op voorspraak van sommige hoogleeraren, dezen ochtend in vrijheid gesteld. Terwijl men dit deed, was het in de gehoorzalen der hoogleeraren onge meen onrustig, zoodat deze hnnne lesseo voor het oogenblik geschorsC hebben. Een deel der studenten, die deze lessen verlieten, hebben zich naar bet raadhuis begeven, en daar giet hevigheid allerlei kreeten doen hoo ren. De bevrijde gevangenen zijn in zegepraal door de stad gevoerd, en men heeft zich vervolgens weder voor de huizen der heeren van Linthout en van de Zande begeven, alwaar het gedruisch en de tooneeleo van Vrij. dag II. herhaald zijn en men allerlei hoon aan deze boekdrnkkers beefc aangedsandie de achting hunner medeburgers genieten en aan wie men geene andere misdaad te laste kan leggen, dan dat zij den rondgaande» brief der Bisschoppen uit den Courtier de la Meuse hebben nagedrukt. Alls regtschapeue lieden bedroeven zich over dezen staat vao zaken, en ngmscheD, dat de overheid den wil en de middelen mogt bezitten, om daaraan voor goed een einde te maken. Eenige dagbladen beweren, dat de meermalen genoemde boekdrukkers de verbittering der studenten Diet ten onregte hebben opgewekt, doordien zij door de geheele stad en zelfs tot aan de poort van hei Universiteits gebouw hgt Mandement der Bisschoppen hadden doen aanplakken, welk Mandement als honend voor de bestaande Leuveosche hoogeschool moest worden beschouwd. Zij beklagen zich voorts in bittere bewoordingen over de onbesuisde wijze, waarop in den nacht vaü Vrijdag de studenten, die voor het hois van de heeren van Linthout en van de 'Zande eene spot muzijk aanhieven en kreeten tegen de geestelijkheid deden hooren, door een 6terk detachement van het 10de regiment, met gevelde bajoDetuiteen zijn gedreven. Volgens hen zijn verscheidene lieden daarbij onder den voet geraakt, of hebben kneuzingen bekomen. Het grootste gedeelte der bezetting van Leuven moet dien nacht oBder de wapenen gebleven zijn, en de Courtier gaat zoo ver van te verhalen dat men den moed der sol daten had aangevuurddoor ben te verzekeren, dat de stodenten ook weg mei het 10de regement, dat de priester.rcgering (la calottej) ver. dedigtl" geroepen hadden. Het Leuveosche blad meent, dat de Belgische troepen liever in Luxemburg blijken van moed moesten geven, dan de bajonet tegen onbewapende jonge lieden te vellen, Uit Antwerpen wordt van den 4 Maart geschreven: Men zeide heden ter beurze dat twee driemast-schepen, toebehoorende aan de Reeders,de heeren Serrv.ys en Comp.van Antwerpen elk van 700 ton, en die 9ederc hunne terugkomst van Batavia zich ter reede van Vlissingen bevinden, van Koning Hiilem verlof hadden bekomen, naar Amsterdam te vertrekken en onder Hollandscbe vlag te varen, mits de Reeders hun Handelshuis naar Holland overbragten en ook de andere schepen aldaar deden aankomen waarvan zij eigenaars ziin en die thans werkeloos ter reede van Ostende liggen. In het Antwerpscb blad Journal de Commerce, leest men het volgende: Sedert ettelyke dagen hebben de dagbladen eene nieuwe emigratie onzer groote koopvaardijschepen aangekondigd. Niet slechta wordt dat noodlot tig berigt, aan welks echtheid wjj nog wilden twijfelen, door onze kot- respondenten uit Holland bevestigd, maar wij vernemen zelfs dat het onge luk nog gtooter is, dan de dagbladen het ons hebben voorgesteld. Zij spraken slechts van twee zeehandelaars, die zich in Holland gingen vesti gen, met vijf of zei hunner schepen, onder Hollandsche vlag varen; doch metterdaad zyn drie onzer zeehandelaars gemagtigd zich In Hollana néér te zetten, en berokkent ons hunne emigratie een verlie» van elf sche pen. Wy iaten hier volgen de lijst dier schepenmet opgave van derzel- ver tonnelast en van de havens waar zij thans liggeo, als ook da namen van derzelver eigenaren Sesruys en Comp. vijf schepenalsde Schelde 700 ton de Koophandel 700 ton, liggende beide te Vlissingen; de vijf Gebroeders 400 ton, te Ant werpen; Apollo 500 ton, PEventure 200 ton, bede te Ostende, B. Bonet drie schepen, als: Macassar 900 ton van der Werf 900 tonOrteiius 900 ton te Antwerpen, Neef en Comp., drie schepen, ais: Eugenie 500 ton, Mathildezoo ton, Augustin 350 ton te Antwerpen. Dit Zijn nagenoeg de laatste overblijfselen onzer koopvaardijschepen, voormaals gebezigd tot onze schitterende vaart naar de eerste oorden der wereld. Het gouvernement gelaat zich sints eeoigen tijd, als name net de beiangen des handels levendig ter harte; zijn niet deszeis betuigingen en oogschijnlijae bemoeijingen slechts ydele vermommingen, zoo als velen zulks vermoeden; dan moet de daadzaak, van welke wy het bestaan be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1