A°- 1834*
LEYDSCHE
COURANT;
MAANDAG y
KENNISGEVING
van de dagen der loting voor de
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders der Stad LeVden, ontvangen
heb
bende de Alphabetische Naamlijst van alle de personendie aan de llgting
der Nationale Militie, van dezen jare 1834, deel moeten nemen; brengen
bi) deze ter kennis van da belanghebbenden, dat voornoemde Naamlijst ter
visie van elk en een iegelijk zal liggen, in één der vertrekken van het
Raadhuis, van Prijdag den 21 Februarij tor Zaturdag 1 Maart aanstaande,
's morgens van tien tot 's namiddags ten één uur, ten einde een ieder in
staat zoude zijn, om, ingeval hem op die lijst eenige personen of omstan
digheden tnogten voorkomen, die ap dezelve nog zonden behooren te wor
den aangeteekend of daarvan moeten worden weggelaten, hiervan aan den
Heer Militie-Commissaris kennis te geven; alsmede dat de Loting zal plaats
hebben op de grocte pers van het Raadhuis; en wel:
Op Maandag den 3 Maart 1834, ties morgens ten 9 ure,
voor de ingescnrevenenwier Familienaam begint met de letters:
A, B, C, D, E, F, G, H. I, J en K.
En op Dingsdag den 4 Maart 1834, des morgens ten 9 ure,
voor de ingeschrevenen, wier Familienaam begint met de letters:
L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y en Z.
Zeilende ieder opgeschrevene bij een biljet worden opgeroepen, om tot
de locing ter voorsz, plaatse op te komen, op den dag en het uur in deze
kennisgeving uitgedrukt; terwijl door hun, wier woning, wegens onnaauw-
keurige opgave niet is te ontdenken en welke uit dien hoofde zoodanig
biljet niet hebben ontvangen, hetzelve twee dagen vóór den dag der loting
ter Secretarie kan worden afgehaald. Hebbende alle de lotelingen betrage,
om bij de oprolling van de loting.nommersop den 3 Maart 1834, 's mor
gens ten 9 urezich te komen overtuigen dat ai de nommerswelke
daartoe worden vereisebtwerkelijk zijn opgerold.
Eo vei manen Burgemeester en Wethouders voornoemd, alle degenen
wien zulks zoude mogen aangaan om tot de loting op te komen op de
plaats, den dag en het uur, in het oproepings.bdjec vermeid; en redenen
vsd vrüstelling hebbende, dezelve alsdan aan den Heer Militie-Commissaris
op te geven.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou
ders der Stad Leyden, op den 20 Februari] 1834,
J. G, DE Meg.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pui.
PUBLICATIE.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, in aanmerking
nemende, dat vele Ingezetenen, in weerwil der Publicatie van den 30OC.
toberi8a8, bij het doen opverwen hunner nnizen, wederom hebben nage
laten, om het w;ik en wijk- of inbwartierings-nummer, het zij zwart,
groen en rood, op hnnne buizen te doen stellen, waardoor de Kohieren
der Belastingen niet in behoorlijke orde kunnen worden gehouden
Gezien het beslnit van Zijne Exc. den StaatsraadGouverneur van Zaid-
Holland, van den 21 October 1828, betrekkelijk de herziening der nam.
mers van de huizen en gebouwen, Provinciaal blad N°, 142).
Hebben goedgevonden, ten einde in deze ongelegenheden te voorzien,
elk en een iegelijk uit te noodigen, zoo als geschiedt bij dezen, om op
zoodanige buizen, waarop het wgK of voorzeideNummets niet naauwken-
rig" gevonden worden, dezelve daarop terstond, en uiterlijk vóór den eer'
sten Mei aanstaande, te doen stellenmet bepaling, dat n* dien tijd, van
wege hel Bestuur dezer Stad, naauwkeurig zal worden opgenomen, of aan
deze verordening behoorlijk is voldaan; en dat, bij verznim hiervan, bet-
zelve zich zal genoodzaakt zien, de herstelliDg dier Nummers, ten koste
der belanghebbenden te doen geschieden,
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou
ders der Stad Leyden, op den 27 February 1834.
J. G. de Mey.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du PUI.
NEDER
Leyden
N.
LANDE
den 2 Maart.
Eergisteren Is alhier de verjaardag van Z. K. H. Willem Frederik
Karel, Prins der Nederlandenmet het uitsteken der vlaggen en het hou
den eener parade, gevierd geworden.
Een particuliere brief uit 's Hage, d.d, 1 Maart, meldt het volgende:
Eergisteren heeft Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden een groot
diner van vijftig couverts gegeven, waarop, onder meer andere voorname
personen, Z. ïl. de Hertog van Saksen-lVeimaris genoodigd geweest,
Den volgenden dag is de zeven en dertigste verjaardag van Z. K. H. Prins
Frederik, op de gebruikelijke wijze, door het honden van groote parade,
het uitsteken van vlaggen, enz. gevierd. Des ochtends is er daar en bo
ven bij Z. K. H. een dejeuner en des namiddags groot diner een Hove
geweest. Ten zeven ure hebben zich H. H. M, M. de Koning en Ko
nitigin. H. K. H. de Prinses van Oranje, met beide hare Zoons, en
Z- K. H. Prins Frederik naar den Hollandschen Schouwburg begeven, ai,
waar Hoogstdezeive de gala - representatie met hnpne hooge tegenwoor
digheid hebben vereerd. Zoo bij de komst als by het vertrek dezer
doorluchtige personen heeft bet aanzienlijk verzameld publiek, dror aan
houdende toejuichingen, de ondnbbelzinnigste bewijzen van deszelfs liefde
en eerbied voor het Konirglgk gezin gegeven.
Heden nacht vertrekt Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, verge
zeld van een zijner Adjudanten, naar Berlijn, ten einde Hoogstdeszelfs
Gemalin van daar af te halen en naar herwaarts te verzeilen.
Een ander berigt nit 's Hage meldt, dat, zoo men zegt, Z. K. H.
de Prins van Oranje tegen den 7den dezer miaDd binnen de Residentie
wordt terng verwacht,
Uit Dordrecht meldt men: Den nysten 's avond omstreeks half pure
Is in de gabyheid dezer stad, aan de Steenplaats in de Noord, onvc-twachts
eene felle brand ontstaan, waardoor'Mn den asch gelegd zijn, eerst eënê
scbnnr en hnis van Jufvrouw Trouwborst, waarin verbrand zijn 5 beesten'
2 paarden en eenig hooi; en onmiddelijk daarna nog de door eene laning
van eerstgemelde panden gescheiden en tegen den dijk liggende schuur van
Schaap, waarin eenig vlas verbrand is. Naar men verneemt, zijn de ver
brandde panden, zoowel ais het vee enz., tegen brandschade verzekerd.
Door btt spoedig roesnellen van de brandspuit nit de zoutziederij van de
heeren Herrit van Hoogstraten en Zoon, order Zwijndrecht, en de jjverlgé
medewerking der ingezetenen, is de brand gestuit.
De wet, die aan de Belgische kamer van Vertegenwoordigers is aan
geboden, met bet doel, om aan de weerbarstigheid van de stedelijke Re
gering v n Lttik een einde te maken, is van den volgenden inhoud:
Wy Leopold, enz.
Gezien arr. 28 der staatsregeling;
Overwegende, dat het nuttig is, om door middel van een ophelderend
beslnit der lyetgeving, de regten van het koninklijk gezag en van de ge
westelijke overheid te bepalen ten aanzien der vernietiging, opschorting
of goedkeuring van zekere handelingen der gemeentelijke of provinciale be
sturen, alsmede het regt van vernietiging, hetwelk aan de Gouverneurs der
provinciën bij het 8ste artikel van bet beslnit van den 8 October 1830 i*
toegekend
Hebben met gemeen overleg der kamers, besloten en vastgesteld:
Art i. De Koning, de Gedeputeerde Staten en de Gouverneurs def
provinciën hebben wederzijds, ten aanzien van de goedkeuring, opschor
ting of vernietiging der handelingen van de gemeentelijke of gewestelijke
besturen, alle de regten behouden, die hun by de oude provinciale ver
ordeningen zijn toegekend, en zullen die behouden, tot dat de wet daarin
anders zal hebben voorzien.
Art. 2. Uit kracht van art, 8 van het beslnit van den 8 October 183»
bezittel de Goovernenrs der provinciën bet regt, om de gemeentelyke
verkiezingen, nit biofde van grove onregelmatigheden, te vernietigenon
verschillig of die onregelmatigheden vóór of gedurende hetbyeen zijn der
kiesvergaderlngen hebben plaats gehad, en of daardoor de verkiezingen
voor zoo veel den vorm of het wezen der zaak betreft, nietig zijn ge.
warden.
Art, 3, Alle daden der gemeentelijke en provinciale bestoren of der
kiesvergaderingen, die vóór de uitvaardiging der tegenwoordige wet heb
ben plaats gehaden welker vernietiging of opschorting in overeenkomsc
met de voorgaande artikelen is of zal worden uitgesproken, znllen als wet
tig vernietigd ot opgeschorst worden beschouwd.
Art, 4. Elke beslissing van eenen Gemeenteraadwaarbg het verzoek
om ontslag van eenen Bnrgemeescer, Schepen of een Lid van den Raad
aangenomen of geweigerd wordt, moet aan de goedkeuring der Gedepu
teerde Staten worden onderworpen, en kan eerst na die goedkeuring van
kracht zijn.
Dere bepaling is op voor de uitvaardiging dezer wet genomeo beslis
singen toepasselijk. Iotusschen znllen als geldig en genoegzaam goedge
keurd worden beschouwd zoodanige beslissingen van dezen aard, waarce-
gm, hetzij van den kant der belanghebbenden, hetzg van den kant der
Gedeputeerde Staten of van het Koninglyk gezag, geene zwarigheden ge
opperd zijn of tegenstand gemaakt if.
Art. 5, Elk lid van een Gemeentelijk of Provinciaal Bestuur, die, on
der welk voorwendsel opk, geweigerd zal hebben, om zich, volgens de
bepalingen der tegenwoordige Wet, te gedragen, of zich tegen derzelver
uitvoering zal hebben verzet, en die na eene waarschuwing of aanmaning
van den Gouve'neur, in zflne weigering of tegenstand zal hebben volhard,
kan door den Koning in de nitoetening zyner betrekking worden geschorst.
Hij kan daarenboven in regten vervolgd, en zal met het verlies zyner
staatkundige regten, ten minste voor twee en ten hoogste voor vyf jaren,
gesiraft worden, behoudens de zwaardere straffend e by het strafwetboek
zgn bepaald."
De Belgische kamer der volksvertegenwoordigers heeft zich, In hare
zitting van Donderdag, bezig gehouden met de discussien over het bndget
van binnenlandsche zaken. In den beginne.der zitting reeds deed de heer
Hofschmidt eene interpellatie, vragende dat het ministerie mededeeling zoude
doen van eenen brief, dien de generaal Dumouiin den g4sten Februarij aan
den generaal Ta'oorbetrekkelyk den strategischen omtiekzoude hebben
geschreven.
De minister van binnenlandsche zaken meendedat de kamer deswege
geen besluit konde nemen. Eerst behoorde men te weten, of die bnef
werkelijk bestaat. Bij de discussie over dit onderwerp zoude men alle
stukken kunnen vragen, thans was die vraag voorbarig. Eenige iedeD on
dersteunden het voorstel van den heer Hofschmidt, „dat nameiyk de minis
ter van bnitenland'cbe zaken nitgenoodiga wotde de stukken te deponeren,
betrekkelijk de gebeurtenissen, die in Luxemburg voorvallen, metnameda
depeche van den generaal Dumouiinwaarbg de strategische omtrek der
vestiog op vier uren afstands uitgenreid wotdt." De heer Gendebien stelde
voor „dat de minister van bniteniandsche zaken verzocht worde, binnen
24 oren het traktaat te deponeren, hetwelk de betrekkingen regelt tnsschen
de Bonds-antoriteiten der vesting Luxemburg en de burgerlgke en militaire
aHtorlieiten der provincie."
Nadat de ministers van alle kanten bestormd werden om de stokken te
deponeren, of althans den inhoud derzelve bekend te maken, verklaarden
zij eerst die niet te kunnen doen, alvorens zg daarvan een geheel hadden
gemaakt om dezelve geschikter aan de kamer te kunnen aanbieden. Einde
lijk evenwel, op de regtstreeksche vraag van den heer Ernst, of het mi
nisterie in bet bezit was van dit traktaat, antwoordde de minister van jns-
tltedat hij hetzelve niet bezat. Hierop bad weder eene vrg hevige woor
denwisseling plaats, waaraan de Heeren de Brouckire JulientT/Iuartenz,
deel namen en waarbij men de ministers van onvoorzigttgheid en van he
veronachtzamen van *s lands eer en waardigheid beschuldigde.
Een blad van Namen behelst: Naar het zeggen van eenen allezins ge-
loofwaardigen reiziger, die den 24«en Februarij Luxemburg heeft verla
ten, wordt binnen da vesting onverwijld het 30ste Pruissische infanterie-
regement van Mentz verwacht. Hec tegenwoordige garnizoen der vesting,
6000 man sierk, voor de dienst binnen do werken dagelijks 500 man moe
tende leveren, zoo zal het 30ste regiment, 2000 man sterk, bijzonder met
de dtensc buiten de vescing zijn belast; dat wil zeggen, het zal patrouilles
maken binnen den omtrekwelken de generaal Dumouiin tot 4 uren heeft