A°' 1834' L E Y D S C II E W*-j& COURANT. MAANDAG 1 s- V N". 12j DEN 27 JANUARI/. NEDERLANDEN. Leyden den 26 Janaarfj, Men schrijft uit Scheveüingen hec volgende: Aleen bewijs van hulpvaardigheid, welke men alhier in tijd van nood weet aan te wenden, rtoge het volgende strekken: Laatstleden Vrijdag was alhier een brikschip voor den wal, sein doende om hulp. Niettegenstaande de hooge zee en stormen, begaven Job den Dulkt Care/zoonen Job aen DuikAiiezoonzich met hunne matrozen ia twee booten naar zee. Na veei moeite en met groot gevaar bereikten zij het schip, en gaven aan hetzelve twee loodsen over. iniusschen was he storm zoodan'g toegenomen, dat het terngkeeren naar den wal bijna onmogelijk scheen. Evenwel, na het inspannen van alle krachten en mee goed beleid kwamen de beide booten door de hevige branding behouden t_* Noordwijk aan wal, waar reeds de reddingboot op het strand was ge- bragt, uit voorzorg, ingeval voormelde booten in de branding een onge in t mogten bekomen. Het bedoelde brikschip is genaamd X. L kapitein Charles Cobb, van (jardif naar Rotterdam en is laatstleden Maandag morgen door de buip van de voornoemde twee loodsen te Heivoetsluis binnengebragt." Volgens den ütrechtschen Studenten-almanak voor dit jaar, bedraagt het getal der Studenten aan die Hooge.-chool 536, behalve zes, die van elders zijn ingeschreven, De wis. en natuurkundige faculteit telt 14 Stu. denten, de theologische 251, de juridische 147, de medische 102 en de literarische 21. Het getal der promoiiea van 1 November 1832 tot X No vember 1833 bedraagt 34. Bij een besluit, door Leopold voor eenige dagen genomen, wordt met Februari] aanstaande de iste ban der burgerwacht buiten dienst gesteld. De brand welke Zondag den 19 dezer te Gent de fabrijk van den heer Coppens heeft in den asch geiegd, heeft misschien aanleiding gegeven tot het verspreiden van het gerucht, dat er in genoemde stad oogeregeld. heden voorgevallen en verscheidene brandstichtingen zouden hebben plaats gehad. 's Gr/ivenhsGe den 23 Januarij. Zijne Maj, heeft, met intrekking van de vroeger gemaakte bepalingen omtrent de onderstands-verdeeliog uit het fonds voor kwade posten, ter beschikking staande van het departement van binnenlandsche zaken, vastgesteld, dat voortaan aan alle de slagtoifers van onvoorziene rampen, voor zoo verre zij daarop, overeenkomstig de in deze aangenomen beginselen, aanspraak kunnen maken, zonder bepaling van oe hoegrootheid hunner verliezen, uit het gemelde fonds een voor- loopige onderstand zal worden verleend, berekend tegen tien ten honderd van het door hen geleden verlies, in afwachting van hetgeen, na den af. loop des jaars, zal blijken daaraan, In verhouding tot de middelen van het fonds, nog nader toegelegd te kennen worden. Deze beslissing ter ken- nisse'der gemeente-besturen zijnde gebragt, is aan hen tevens te kennen gegeven, dat oeboorc te worden toegezien, dat er geene andere reclames om onderstand uit het meergemelde fonds, ter zake van verliezen wegens onvoorziene rampen, behooren geïnstrueerd te worden, daD alteen de zoo- danigen, welke verliezen betreffen van personen, die, ten gevolge daar van tot dien staat van armoede of behoefte zfjn gekomen dat zij zich buiten de mogelijkheid bevinden om het geleden verlies uit eigen midde. len te kunnen herstellen of te boven te komen, of die door de hen over komen rampen, en het daaruit voor hen voortvloeijend werkelijk verlies, van hnnne kostwinning of middelen van bestaaD zijn verstoken geraakt zullende alle de bij de gouverneurs inkomende reclames, welke bi] ODder. zoek niet in de bierboveo bedoelde termen vallen, stellig worden afge. wezen. Eene genomene beschikking van het departement van oorlog bepaalt dat voortaan geene schutters, vreemdelingen zijnde, meer tot eenige ver. bindtenis bij de staande armée zullen worden toegelaten, maar dat daartoe alleenlijk in aanmerking zullen kunnen worden gebragt Nederlandersof alihans zoodanige ingezetenen, die legaal bewijzen kunnen, dat zij, vóór het tijdstip, waarop zij ais schutters in dienst zijn getreden voor het minst gedurende eenen termijn van vijftien maandenin het Rjjk woonachtig en van een goed gedrag zijn geweest. Het heeft Z. M. den Koning van Pruissen behaagd den heere Mr. E. G. La. gemans, schrijver van eene, eenigen tijd geleden te 's Gravenfiage uitge. gevene brochute les Ptlonais en Prusseeenen zeer vlejjendeneigenhan dig geschreven brief te doen toekomen, die van eene schoone gouden medaille vergezeld is gegaanwaarop het borstbeeld van dien Vorst is afgebeeld. Gelijk bekend iswerd in gemeld geschrift op eene zeer dui delijke wijze de onregimatigheid aangetoond van de klagten. die sommigen tegen de Pruissische Regering betrekkelijk hare handelwijze jegens de Polen in het midden hadden gebragt; en al verder, door de mededeeling van offic ele en krachtige bewijsstukken, de ongegrondheid van de beschuldi gingen bewezen, waaraan het Pruissisch gouvernement nopens dit onder werp ia blootgesteld geweest. Nijmegen den 24 Janoarij. Het water blijft alhier nog sterk wassende gelijk wij ook van de Maaszijde vernemen. De hoogte was Dingsdag den si januarij 5 el 7 duim Woensdag den 22sten 5 ei 23 duim gisteren 5 el 62 dnim heden morgen 5 el 70 duim en hedeo avond ten 6 ure 5 el 77 duim. Van Keulen berigt men ons, dat de hoogte van den Rh«n was den 20 Januarij 17 voet 6 duim den 2isten, ïpvoet loduim; den 22Sten, 1 22. voet 4 duim en gisteren 24 voet. Ook van Dosseldorff meldt men van gisteren morgen, dat het water, gedurende de laatste 24uren, 2 voet gewassen was. 's Hertogenbosch den 22 Januarij. Door het aanhondend vallen van bet water zijn sedert eeDige dagen de havenkaaijen en straten alhier daar. van bevrijd geworden; de kelders evenwel zijd nog meest allen daarmede bezet, en gelukkig dat geene strenge vorst is ingevallen naardien de meeste winterprovisien en aardappelendie uit dé kelders hebben moeten gebor. gen worden anders zouden zijn verloren geraakt. Zoo als men gevreesd heeft, is bij het vallen van het waier de corres. pondeune, tot deze stad, gestremd gebleven; buiten de poorten heDben niet alleen de wegen, maar ook de brnggen zeer veel geleden. Een ge bruggen zijn geheel weggespoeld en de sieenen op de straatwegen groo- lendeels door de golven uitgeslagen en door elkauuer geroerd 2oodat die 1 wegen door mensehen moeijeigk, maar door paarden en rjjiulgSd in het geheel niet te passeren zijn. De heeren gereraal-majoor van Hooft en de kolonel van de LFijck beiden van de genie, hebben zich zoo spoedig mogelijk naar deze stad begeven, ten einde op hét herstel van een en ander de noodige orde te stellen hetwelk van dat gevoig is, dat de toegang tot deze stad door de Hintha- merpoort reeds zoodanig provisioneel hersteld is, dat rijtuigen kunnen binnenkomen en te dien einde wordt ook aanhoudend aan de bruggen en deo straaiweg buiten de Vugterpoort gewerkt. Die beriften die bjj voortduring van de buiten-gemeenten inkomen no. pens de onheilen van den watervloed zijn bedroevend honderde inge zetenen zijn van alles beroofd en moeten uit de bijdragen van brave meD. achenvrienden gevoed en onderhouden worden; velen zullen, bij het na derend voorjaar, buiten staat wezen hunne woningen, hoe gering dan veelalte herstellen en zicb voedsel voor hon vee en voorraad om te leven aan te schaffen; door milde bijdrager, kan daarin worden voorzien; doch deze kunnen in geene evenredigheid komen met de schade, die aan de landerijen en dijken door den storm en watervloed is veroorzaakt, en nog kan men daaraan geen einde zieD. Dezer dagen is nog een djjtt be- zweken in den polder van der Eigen onder Orthen; door het verleggen van een eind-dijk, bij het aanleggen eener batterij voor het fort Orthen nabij deze stadschijnt dezelve zoodanig verzwakt te zijn gewordendat die aan hec water in den polder dat buitengewoon is, niet heeft kannen wederstaan. Bij die gelegenheid is een diep en groot grondgat geloope» terwijl de djjk nog niet heeft kunnen bevangen worden. RUSLAND. Den 6 Januarij is te Petersburg, in de kapel van hec Keizerlijk winter paleis, een plegcig Te Deum gezongen, ter gedachtenis aan de ontrniming van het Russisch grondgebied door de Fransche legert, in den jare 1812. Behalve Hunne Majesteiten en de verdere leden van het Keizerlijke geslacht, waten bij deze plegtigheid tegenwoordig Z. K. H. de Prins van Oranje eu Hoogstdeszelfs oudste Zoon. Te gelijker tijd werd ook een Te Deum ge zongen in de zalen van het paleis, alwaar zich, te dien einde, de com pagnie hofgrer.adiers en verschillende detachementen van de lijfwacht, on eer bevel van den grootvorst Michiel, vereenigd hadden. Na het afloo- pen der plegtigheid, namen de Keizer en Keizerin, bij hec doorgaan der zalen, de in dezelve verzamelde troepen iu oogenschonw. SPANJE, Men zegt dat door het bestuur aan. den generaal Llander het volgende geantwoord is men weetdat Llander een vertoog aan de Koningin heeft toegezonden)Het bestuur van Hare Majesteit heeft met smatt hec vertoog gelezen, dat Uw Excellentie en de voornaamste Magistraatsper sonen van Katalonie door onze tusschenkomsc aan H. M. hebben gerigt. De daarin omschervene vorderingen zijn ons zoo ontijdig voorgekomen, dat wij gemeend hebben, het gemoed van H. M. niet te mogen bedroe ven, door haar dit stnk onder het oog te brengen. Wij hopen, dat Uwe Exc. na rijp overleg van dit ou» gevoelen zijn zult, en voortaan zulke stukkeo niet meer zult afzenden. Te dien einde zenden wij U door deze buitengewone gelegenheid, het gezegde vertoog terug, opdat Uwe Exc. het wel gelieve te vernietigen." Er is eene telegrafische depêche van den ambassadeur van Frankrijk aan het hot van Spanje, van den 15 Januarij a-n den Franschen minister van buitenlandsche zaken gezonden van den volgenden inhoud Het Spaansche ministerie is voor een gedeelte veranderd. De heer Zed is vervangen door den beer Martinez de la Rosa en de minister van justitie door den heer Gazeli. Minister van marine is de heer Vasqucz Figuera. Minister van financiën ad interim de heer Arnalde. De overige ministers zijn aangebleven. Een FraDsch dagblad behelst uit Madrid van den 11 January deta tijding Mep deelt de volgende bijzonderheden mede nopens een voorval, het. welk de hoofdsiad levendig verontrust heeft, in den laatstvorigen nacht heeft men onderscheidene personen in de nabijheid, van het paleis in hech tenis genomen en men verspreidt het gerucht, dat eene zamenzwering tegen het leven der Koningin en hare Dochter verijdeld was geworden. Intus. schen zijn de in hechtenis genomene pensonen slechts onbekende werktui gen van bet koinpiot. De persoon welke de schanddaad plegen zoude iszegt men onder het kleed van eenen student gevat geworden. Hec volk la onrustigde rust kan elk oogenidik gestoord worden door wanor. delijkhedenwelke de troepen niet zullen willen noch kunnen dempen. ZWITSERLAND, Men schrijft uit Bern, dat 195 Polen gebruik hebben gemaakt van het verlof, om naar Frankrijk terug te keerenhet getal der genen, die nog in Zwitserland zijn achtergebleven, bedraagt 230. Terwijl zich in de laatste tijden in verscheidene Zwitsersche kantons zeer netelige geschillen tusschen de Roomsch Kaïhoiyke geestelijkheid en de wereldlijke besturen heboen voorgedaan, heeft de regering van Lucern de kantons Bazel, St.Gallen en Graaubunderland waarin die oneeDigheid zich voornamelijk vertoond had uitgenoodigd tot het houden eener con ferentie, ten einde over het veranderen der kerkelijke inrlgtingen en eene betere regeling van de betrekkingen tusschen den Staat en de geestelijkheid te beraadslagen. Naar men verneemt, heefc het bestuur van St. Gallen die uitnoodiging reeds aangenomen. In net kanton Waadt heeft de geweldenarij van een groot aantal gewapende landlieden tegen eenen prediker van de zoogenaamde Moniersdezer dagen weder een zeer ergerlijk tooneel op geleverd. Men schrijft uit Tiauenfeld den 8 JanuarijEen vreesselijke gebeurtenis ls in het klooster van Eschingen gebeurd. Een monnik was over 10 dagen begraveD geworden in eenen onderaardschen. kelder weike tot begraafplaats voor de leden vsn het klooster dienten waarin zij in feilen welke tot dat einde gemaakt zijn geplaatst worceuia een eenvoudig doodkleed gewikheid. Eergisteren, een andere monnik gestoiven zijode, welke was met de algemeene schrik wanneer men na den steen die den toegang van üeu kelder sluit, weggenomen te hebben, op ae eerste trappen net

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1