A"- 1834! L E Y D S C 11 E .COURANT. y R JJ D A c VKv! 'E O**'0* ["4~h&; :4"' \?A TF Z)£iV 17 JANUARI]* NEDERLANDEN. Leyden den 16 Januarij. Berigten omtrent den stand des waters luidea als vol ge Volgens berigten van Keulen was de Rhijodie gedurende drie achter eenvolgende dagen telkens in de 24 uren eenen val van i| 2 voet onder gaan had, op den 12 dezer tot 18 voet 7 duim aan de peilschaal aldaar gedaald. Ook de berigten ven onze nootdrivieren getuigen van eene even aan houdende sterke afneming van het waterhetwelk op de verschillende punten onder het noodpeil gedaald was. De dijken en waterkeringen worden door voortdurende versterkingen ïn goeden staat gebragtterwijlten gevolge van den bestendigen val des waters reeds onderscheiden besruren de dijklegeringen hebben- doen opbreken. Uit Noord-Braband verneemt men bij voortduring nieuwe bijzonderhe den wegens de noodlottige gevolgen der laatste stormen in die provincie. Zoo zijn ook in de gemeente Bokhoven, door den storm van 31 December op 1 Januarij vier woningen geheel in den grond geslagen en eenige andere zwaar beschadigd geworden, zoodac aldaar elf buisgezinnen hunne gwonin- gen hebben moeten verlaten. Bij de gemeente Alem heeft op den 5 dezer een ongeluk plaats gehadwaarbij twee personen het slagtoffer van hunnen ijver zijD geworden. Op dien dag had zich de Burgemeester der gemeente Alem, Maaren en Kesselde heer Cornells Pompeter vervanging van zijnen ouden vader, Hoogheemraad van Maasland, vergezeld van Hendrikus van VeghelNoodheemraad, Dirk van Lit ftveerman en Gerardus Steenbekkers en Francis van den Heuvelarbeidersin een zeilboot begeven ten einde door gepaste voorziening de verwijding van eene in den dijk aldaar gevallen doorbraakzoo veel mogelijk tegen te gaan. Tot ©p zekere hoogte gena derd zijndewilden zij zich mee de boot door eene kleine doorbraak in den dijk naar buiren op de rivier begeven, om te spoediger en te gemak kelijker op de plaats honner bestemming aan te komen doch toen zij zich in het gat van de doorbraak bevonden,, sloeg hun vaartuig om, en zouden zij aüeo zijn omgekomeD, waren niet dadelijk eenige lieden, die zich in de nabijheid op eene andere schuit bevonden toegesneld. Door deze werAett drie der verongelukten, waaronder de Burgemeesternage noeg levcilc jS uit het water gehaald de twee overigen, de Noodheemraad van P'eghèl de arbeider van den Heuvel konden niet gered worden. Laacsigene heeft eene hoog bejaaide moeder en vier onverzorgde zuster laten. No* ïc.-.e berigten omtrent het water zijn de volgende: De Rh.fU *2 Keulen was op den i3den dezer wederom 1 voet 4 duia ï^eva'fëa, cd te-kende toen aas de peilschaal aldaar 17 voec 3 duim. Op et:.4 hoofdrivieren b'ïjFc de val insgelijks aanhouden. Sede-c eergisteren nacht heeft de Snippelings-overvaart bij Deventer op. gehouden te werken, zoodat de passage met rijtuigen spoedig wederom langs dezelve zal hunnen plaats hebben. Langs den Gelderschen IJssel i«, ten gevolge van de daling des waters Beneden het bepaside peilde bnitengewone correspondentie opgeheven. Hetzelfde zal weldra ook langs de overige rivieren kunnen plaais hebben. De verschillende büzondere Dijks-collegien gaan voort met het opbreken hunner dijkiegeïingen» Uit Dordrecht meldt men den 15 Jannarij: Thans kunnen wij stellig meiden, dat het dijkleger in den Alblasterwaard werkelijk heden opgebro ken, en alle gevaar voor het tegenwoordige geweken is. Men meldt oir Nijmegen den 14 Januarij. De water-berigten die wij van sjierwege omvangenzijn zeer geruststellendedaar het water overal vallende is, zoodanig, dat op de meeste wachtposten de noodpeilpaal niet meer teekende. Indien die val alzoo voortgaat, zullen weidia de rivieren binnen derzei', er oevers teruggekeerd zijn. De beneden.stad is dus ook leeds van het rivierwater bevrijd en reeds kan men de kade der rivier pas seren. De hoogte dec waters was den 11., 6 el 44 duim den 12.6 el 18 duim; gisteren 5 el pt duim, en heden 5 el 49 daim; zoodat het vrater sedert de Ir tfte wr?, is gevallen 1 el 40 dnim. Uit Acter schrijft men van den 6den dezer, dat de gemeenten Zuid- laardervetn es de Greeve nog steeds veel overlast van hec hooge water hebben, zoodat zöifs enkele inwoners hunne huizen hadden tnoeten veria- ten. In da naburige Groninger gemeente Kropswolde was het echter veel erger gesteld} dit dorp was, door het aldaar bezwijken der waterkeering in den laatsten nacht der vorigen jaars, geheel met eene groete massa water bedekt en bevonden de ingezetenen zich in groote ellende. De ingezeten van Znidlaren door hunnen burgemeester daartoe aangemoedigd, waren bij den ramp aan hunne gemelde naburen te hulp gesneld, welken bjjstand voor de in den nood zijnde zeer welkom moet geweest zijn. Het vaste corps zeeofficieren is zaamgesteld als volgt: Z. K. H. Prins Fret/et ik der Nederlanden, admiraal en kolonel.generaal 4. vice-adtniraais; 7 schoucs.bij.nacht26 kapiteins; 38 kapitein-luitenants 71 luitenants der late klasse; 171 luitenants der 2de klasse; 89 adelborsten der iste klasse, waaronder Z. K. H. Willem Frederik Hendrik Prins der Nederlanden); 4 chirurgijns.majoor van den eersten rang12 van den twee den; 10 van den derden; 16 van de tweede klasse; 21 van de derde klasse S schrijvers en vlctualiemeesters van de eerste klasse; 18 van de tweede; 18 van de derde; 24 adjunct-schrijvers; 9 opperstnnrlieden10 opper- schippers; 4 konstabelsmajoors, en 2 oppertiuimerlieden. Het corps mari niers was zamengesteld uit 1 schout-bij-nacht; 2 majoors, chefs der divi. sien; 9 kapiteins; 10 eerste luitenants; 11 tweede luitenants; 1 kapitein, kwartiermeester; 1 eerste luitenant.kwartiermeester; 2 tweede luitenants, kwartiermeester1 tweede luitenant-administrateur van kleeding eu wape. niug; 1 chirurgijn van de 2de klasse, en 2 van de 3de klasse. C 's Gravenhage den 12 Januarij. Bii kabinetschrijven in dato 10 Decem ber 11., N°. 75, heeft Zijne Maj. de Koning goedgekeurd de verkiezingen van de heeren J.C. Ferstolk van Stelen, minister van buitenlandsche zaken te 's Gravenhage, H. Six van Hillegemte Amsterdam, en L. Roijer, tè 's Gravenhage, tot Leden der Vierde Klasse van het Koninglijk Neder,audsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten. Het heeft Z. M. behaagd om, beschikkende op een adres van de hoofd-commissie tot de zagen oer Isiaëliten te gelasten dat de ambtena ren van den burgerlijken stand voortaan geeu verlof tot eene vroegere be graving dan bij de besiaanae verordeningen is bepaa,dzuilen mogen ver- Ieenen, ten zij op eene verklaring van eenen geneesheer of, bij gebreke van dien, vaneenen heelmeesrer, waarbij deze betnigt, dat de onverwijlde ter Sarde bestelling van het lijk, in het belang der maatschappij en uit hoofde van den aard der ziekte welke in de verklaring zal moeten uit gedrukt zijn), gebiedend vereischt wordt, en dat alzoo de vertraging nadeelig zon kunnen zijn voor de gezondheid der ingezetenen. De Minister van financien ontvangen hebbende de hierna vermeide gifteü ten behoeve van het vaderlandmaakt van dezelve door deze eer. volle melding, ais Van het stedelijk Bestuur van Amsterdam zoo wegens vroeger gedane aanbieding, als hetgeen op 31 December 1833, in diverse specien in de bus is gevondenter somma van zes honderd twee golden en in voor werpen vroeger opgebragt, doch die niet in natnra konden worden ge bruikt; zesstuks schatkist-biljetten ieder groot één honderd gulden een gouden dukaat en een juweelen ring. Van hec stedelijk Bestuur van Middelburg zes en twintig gulden zes e. zestig centen. Van zekere Dame, teekenende LF. St.door wie bij herhaling bij dragen zijn geleverd op uieuw zestig gulden. RUSLAND. De twee nota's tusschen bet Fransche en Russische kabinet, betrekke, lijk het verdrag met Rusland en de Porte gewisseldzjjn van den vol genden inbond" I. De ondergeteekende, zaakgelastigde van Z. M. den Koning der Franrchen heeft der, last ontvangenom aan het kabinet van St, Peters- burg de diepe droefheid te betuigendie de Fransche regering gevoeld heefttoen zij de sluiting vernam van hec verdrag van Jnlij jl. tusschen Z. M. den Keizer van Rusland en den Grooten Heer. Volgens de meeniug van 's Konings regering worden de wederkeerige betrekkingen van het Ottomannisclie Rijk en Rusland door dit verdrag van een nieuwen aard waartegen de Europescbe Mogendheden het regt hebben op te ko men. De ondergeteekende is dus gelast te verklaren, dat, zoo de bepa lingen van dit verdrag in het vervolg aanleiding moesten geven tot eene gewapende tusschenkomst van Rusland i'd de inwendige zaken van Turkije, de Fransche regering zich volkomen vrij en bevoegd zonde rekenenom zoodanigen regel van gedrag aan te nemeaals de omstandigheden haar zouden voorschrijven en dat zij derhalve bandelen zoude even als of het bedoelde verdtag niet bestond. Tevens is de ondergeteekende gelast aan het Keizerlijk kabinet te doen weten, dat eene soortgelijke verklaring, door Zr, Ms. gezant te Konstautinopel aan de Octomaonische Porte is ingediend geworden. St. Petersburg den October 1833. Se'0 n j- de lagrÉNÉ." II. De ondergeteekende heefc de nota ontvangen waarbij de heet J. de Lagrinê zaakgelastigde van Z. M. den Koniög der Franschen hem kennis geefc van het diepe leedwezendat de sluiting van hec ver. drag von 8 Jnlii tnsschen Rusland en de Porte aan de Fransche rege ring veroorzaakt heeft, zonder echter tevens de redenen van dit leedwe zen noch ook den aard der bedenkingen op te geven waartoe dit ver drag zoo knr.nen aanleiding geven. De ondergeteekende kan dezelve dos niet kennen nog minder kan hij ze bevroeden. Het verdrag van 8 Julij toch ic in de daad van een geheel verdedigenden aardhec Is gesloten tusschen twee onafhankelijke Mogendheden, die van de volheid harer reg- ten gebruik maaktenhet maakt generlei inbreuk op de belaDgen van eenigen Staoc, hoe ook genaamd. Welke zijn dus de tegenwerpingen die andere Mogendheden zich bevoegd zooden achten met eenig regt ce-en zoodanige overeenkomst te opperen En hoe zouden zij bepaaldelijk kunnen verklaren dac zij daaraan geenerlei kracht toekennonten zij bet derzelver bedoeling moge wezen een Rijk omver te werpen, tot behoud van hetwelk de overeenkomst moet strekken? Maar dit kan het voor nemen der Fransche regering r.iec zijn. Zulks zonde toch in openB..e tegenspraak staan met alle de door haartijdens de laatste verwikkelingen in het Oosten, gegevene verklaringen. De ondergeteekende moet derhalve veronderstellen, dat het in de nota van den heer de Lagrér.i uitgedrukte gevoelen op eene minder naaow- keurige kennis van zaken berust, en dac de Fransche regering, beter in gelicht door de onlangs aan haren gezant te Konstantinopel van wege de Porte gedane mededeeltng van het verdrag, de geldigheid en het not eener overeenkomst, welke gesloten is met de bedoeling om den vrede te be vestigen en het bestaande in stand te honden meer naar waarde zal schatten. Het is waar dat door die overeenkomst, de betrekkingen tnsschen Rusland en de Porte van een anderen aard worden want in de plaats van eene langdurige vijandschap stelt zij betrekkingen van vriendschap en ver trouwen waarin de Turksche regering voorcaan eene waarborg van duur zaamheid zal vinden en des noods ook de middelen van verdediging, ge schikt om haar behoud te verzekeren. In die overtuiging, en geleld door de zuiverste en meest belargelooze bedoelingen heeft Z. M. de Keizer besloten om, het geval daar ziinde, getrouwelijk de verpltgtingen te ver vullen, die het verdrag van 8 Julij hem oplegt, en alzoo te handeleD even als of de verklaring, vervat in de nota van den heer de Lagrinémee bestond. St. Petersburg, den October 1833.1 cget.) Nesselrode." SPANJE. Brieven van Bsyonneden 6 Jannatij jl., spreken van een nieuw ge vecht in de noordelijke provinciën. Hetzelve zoude hebben plaats gehad te Csparossaen moet zeer bloedig geweest zijn. De Karlisten hoewel verslag-n en uit een gejaagd hebben echter aan de troepen der Kotsingin een vrij aanzienlijk verlies doen ondervinden. De van onderscheidene gedeelten van Spanje ontvangen berigten spreken van het bestaan van henden, welke wel klein en gering in aantal zijn maar zich evenwel cp alle punten vertoonen en echter laat men alle de tnsurgentetr-beveihebbèrswelke in handen van de troepen der Kon.ngin vallen, over de kling springen. v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1