m
m
Het getal der binnen de Stad Lf.yden geboren Kinderen, van den
Eersten Januari'j tot den Een -en- dertigsten December 1833, 13 als
volgt
Januarij
February
Maart
April
Mei
Junij.
Ju lij
Augustus
September
October
November
December
Zoons.
61
44
56
52
43
63
51
61
46
58
55
41
631
Docmters.1
3«
51
46
46
38
61
50
45
5°
6a
5°
583
te zamen:
109
80
107
98
89
lol
112
ui
91
108
>'7
9'
1214.
Waaronder 12 Tweeling geboorte.
Het getal der Huwelijken in dit jaar gesleten, iss
Tusschen Jongelingen en Jongedochterparen.
jongelingen en Weduwen8 n
Jongelingen en gedevoceerde Vrouwen 1
Weduwenaars en Joogedocnters 52
Weduwenaars en Weduwe
Geene Echtscheiding.
Het getal der Overledenen is
27
299 paren.
Januarij
February
Maart
April
Mei
Junij
Julij
Augustus
September
October
November
December
Mans.
Vrouwen.
Zoons.
Dochters.
14
25
>9
21
18
>7
15
>3
16
>9
>5
16
>4
21
13
10
0
19
22
18
>7
16
13
39
25
22
28
36
38
5<5
66
63
7>
l6
16
24
31
l8
25
20
27
14
28
26
28
239
306
1 334
346
79
63
66
58
76
93
124
256
'37
87
90
96
1225.
DUVCU "Cl gciai «w. - o -..ww -wvv
Zoons en twee Dochters.
Ouderdom der Overledenen van beide Geslachten.
Beneden het Jaar
Van 1 tot 10
10 0 20
0 20 ,30
0 3° 4° 0
0 4° 0 5° n
5° 60
0 60 7° 0
0 7° 0 80
0 80 90 w
5» 0 100
Mannelijk. Vrouweluk Totaal.
>54
167
21
33
34
29
50
33
30
20
2
573
>49
>78
27
40
32
35
38
5°
65
34
4
303
345
48
73
66
64
88
83
95
54
6
652
I
>225.
Het getal der Ceborenen is meerder dan in 1832
0 00 Overledenen is minder m
00 Huwelijken is meerder
>14.
122.
53.
Dat onder de Ingezetenen ten dezen ook worden gerekend de Vreemde'
lingen, die den zetel van hur. vermogen of hn-i verblijf, in hei Koningrijk
komen vestigt"; a!zoo zij, even als de Inboorlingen, verpligt zijn, mede
te werken cot de gemeenschappelijke verdediging van dan Staat, welke hun
veifgheid en bescherming verleent.
En roepen dien ten gevolge op, alle de in de termen vallende Ingezete.
nen, om te compareren in één der vertrekken van het Raadhuis:
Op Maanoogden 13 Januarij 1834, des voormtddags van 10 tot I uren,
de bewoners van Wijk I en II;
en die van het snuen-territoT der Stad.
Op Dingsdag, den 14 Januarij 1834, des vtormiddags van 10 tot I uren,
fle bewoners van Wiik (II en IV.
Op Hoensdag, den 15 Januarij 1834, voormiddags van 10 tot I uren,
de bewoners van Wiik V en VI.
En op Donderdag, den 16 Januarij 18.14. des voormiddags van 10 tot I uren
de bewoners van Wijk VII en VIII.
Vermanende Burgemeester en Wethouders voornoemd wet expresselyk
de belanghebbenden, zich, door getrouwelijk op te komen, vrij te waren
tegen de nadeellge gevolgen, welke uit nalatigheid in deze onvermijdelijk
zouden voortvloeijende boven opgegevene tijdsbepaling in het oog te
houden, en hij de inschrijving zich te voorzien van hunne Geboorte-Acte,
alsmede schriftelijk op te geven hunne woonplaats, en het wijk en nummer
hunner huizen; ten einde hierdoor voor te komen de onaangenaamheden,
welke voor de ingeschrevenen volgen moeten uit eene verkeerde spelling
van den naam, of een abuis in de opgave der woonplaats, waardoor dik
wijls de ingeschrevenen te vergeefs worden gezocht by oproepingen, wel
ke voor hun wezenlijk belang gedaan worden. Zullende er, van heden af,
ter Secretary gevaceerd worden ter afgifte der Geboorce-Actensvoor die
genen, welke binnen deze Stad zijn geboren, 'smorgens 10 tot I uren.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou»
ders der Stad Leyden, op den 2 Januari) 1833.
J. G. DE MEV.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pui.
NOTIFICATIE.
NATIONALE MILITIE.
Ligting van het jaar 1834.
Oproeping tot de Inschrijving.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende
art. 51, 52, 53, 56, 57, 60 tot 68 en 166 der Wet, van den 8 Januarij
1817, alsmede art. 5 der Wet, van den 27 April 1820; brengen bij deze
ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, alsmede aan hun, die onder de
Gemeenten Oegigeest, Leyderdorp en Soecerwoude woonachtig zijn, doch,
volgens de laatstelijk opgenomene grensscheidingtot het gebied dezer Stad
zijn overgegaan; dat de inschrijving voor de ligting der Nationale Militie,
van dit jaar, geschieden moet van de zoodanigenwelse geboren zijn in
het jaar 1815.
Dat alle Ingezetenen zonder onderscheid, welke redenen tot vrijstelling
van den dienst zij ook zouden mogen hebben, en of zij zich tegenwoordig
of afwezend of in Frijwillige Schutterlijken of Militairen dienst bevinden,
verpligt zijn zich te doen inschrijven; dat Ouders, Voogden of Bloedver,
wanten, in dezen voor hunne naastbestaandeo of pupillen, musgaders Re
genten van publieke Gestichten, voor de onder hun beheer staanden de
belangen moeten behartigen, door de by de wet gevoederde opgave ie doen
en daarvoor verantwoordelijk zijn.
NEDERLANDEN.
Leyden den 12 January,
De hoopdat de eqnipagie der laatstleden Zatnrdag nacht bij Noordwijk
aan Zee gestrande Pruissische brik Fannykapitein D. J. Fi/mowgered
zou zijn {zie ons vorig nommerjheeft zich verwezenlijkt- Genoemde
brik was door eene Pernisser sloep op sleeptouw geöomen doch na 5 nren
slepens niet langer kunnende houden heeft zij het touw moeten kappen
doch de equipagie allen behouden aan boord gekregenen te Ferms aan-
gebragt.
De laatste berigten van de stand des wa'ers zijn de volgende:
Volgens de heden ingekomen rivierberigtenis de Rhijn ce Keulen op
den 7den dezer wederom 7 duim gevallen, zoo dat dezelve toen 26 voet
duim aan de peilschaal teekende.
Eene dergelijke daling heeft op alle punten van den boven-Rhijn in
Doitschland, alsmede op ODze verschillende hoofdrivieren plaats gehad.
De boven-Maas was te Maastricht den 6oen dezer, in de 24 uren,
0.50 Ned. el gevallen; doch op de beneden.Maas had, volgens de laatste
berigten, nog eenigen was plaats gehad.
De dijken en waterkeeringen henben geene verdere schade bekomen,
en men maakt zich de thans bestaande gelegenheid, om de vroegere scha
de te herstellen, vlijtig ten nutte. 0"k de dijksverzakkingen onder Och-
ten en Echteld nemen niet meer sterk toe, en de meest doelmatige mid.
delen worden aangewendom die waterkeeringen te versterken.
De afschuiving in den Waaldijk onder Herwijnen hoezeer eenigzins toe
genomen, blnkt evenwel niec van eenen omrustenden aard te znn.
De geweldige opzetting van het water in net Haarlemmer Meer, bij den
storm van den 31 December, heeft, zoo als nit thans ontvangene, naauw-
keurige opgaven blijkt, niet slechts de Sloter.polaer, maar tevens de Schin
kel- en Noorder-polder, de Uithoornsche polder, de Thamensche batten,
polder, de Kalslager-polder en de buitendijksche Buitenveldersche polder
in meerdere of mindere mate onder water gezet.
Elk nieuw inkomend berigt uit Noord - Braband behelst ook nieuwe bij
zonderheden wegens de uitgestrektheid der rampen, welke de jongste stor
men en overstroomingen aan die provincie hebben veroorzaakt. De Maai
en Dies-dijkenvan Oijen af tot aan 's Hertogenbosch hebnen door afslag
en doorbraken ditmaal meer geleden dan de oudste lieden bij eenigen vroe-
geren watersnood heugt. Het verlies aan winter-voorraadhooistroo en
huisraad is in die geheele landstreek zeer aanzienlijk. By de vroeger reeds
medegedeelde berigten omtrent de schade aan woningen als anderzins, kun
nen wij thans uit echte bronnen nog her volgende voegeD 1
Te Llthoijen zijn 8 huizen ingestort en 23 onbewoonbaar gewordende
overige staan, met uitzondering van 6, alle osder water, zooaac .23 huis
gezinnen aldaar in ledige scbepen gehuisvest zijn. Er zijn in deze gemeente
18 stnks vee verdronken, waaronder 5 stuks, die aan denzeitden persoon
toebehoorden. Te L'th zijn 5 huizen ingestort en vele andere beschadigd.
De toestand der gemeenten Alein, Maren en Kessel wordt als bijzonder
betreurenswaardig afgeschetst. Te Teeffelen zyn genoegzaam alle de huizen
door het inslaan der muren en het invallen der daken zwaar beschadigd
5 derzelve zijn geheel vernield of ten eenemale onoewoonbaar. Twintig
oer ongelukkige inwoners van deze gemeente zijn door den Roumsch.Katho-
lijken Pastoor en eenige andere ingezetenen liefderijk opgenomen. Te Huijs-
seling zijn slechts weinige huizen van bet water bevrijd gebleven, noezeer
dezelve alle op heuvels zijn getimmerd; ook aldaar is de scnade aan gra.
nen, aardappelen, beestenvoeder en stroo zeer aanzienlijk.
Intusschen blijkt het, dat men ook in Noord-Braoand ijverig bezig is aan
het herstel der zwaai geteisterde dijken te arbeiden. Na twee vergeefscbe
pogingen is men er in geslaagd, om de dcotbiaak in den zand- of heidijk
onder Noland tedigten, en alle noodige maatregelen zijn genomenom den
arbeid tot het digten van de doorbraak in den Vervoorne-polder te oespoedigen.
Die doorbraak is bevonden 17 ellen lang en beneden net tegenwoordige
water aan de binnenzijde 2.25, 2.30 en 4.50 el, en aan de zyue van de
Ëakkeiskil 2,50, 2 80 en 3 enen diep te zyn.