A°* 1834* LEYDSCHE N°. 5 :C O U R A N Ti Vfè' ~f& ij£i£ -<r V R JJ D A G NEDERLANDEN. Levdeh den 9 Jannarij. Er zijn bij on3 Javascke couranten ontvangen van den 7. September tot den 5 October 1833. In de eemtgetnelde lezen wij, dat'de viering van 'tKonings geboortedag te Salatiga een dubbeld feest geweest is, omdat op denzelveo de kommanderende Generaal de Stuers de uit Nederland ont vangen vaandels aan de Infanterie van het Indisch leger overhandigd heeft, met de volgende toespraak: Officieren, Onder.Officier en en Soldaten! Het heeft den Koning Behaagd, de bestaande vaandels der voormalige 18de, 19de en 2osie afdeeltngen Infanterie, vaandels, welke gij zoo moe dig en standvastig hebt verdeedigdte vervangen door nieuwe, voor de tegenwoordige bataillons infanterie van het leger. Mij is de eervolle last opgedragen, om dezelve aan u uit te reiken. n In naam des Konings, voor en van wege den Komtnissaris-Generaal 'sKonings vertegenwoordiger in Nederlandsch Indië, stel ik u deze vaan dels ter hand, en vertrouw dezelve toe aan Dweo moed, aan owe trouw. Wjj zweren op ntenw getrouwheid aan den Koning, getrouwheid en gehoorzaamheid aan den Kommissaris-Generaal. Wü zweren deze nieuwe vereenigingsteekens te zullen verdedigen, en liever te sterven, dan dezelve te verlaten. Leve de Koning! leve de Kommtssaris.Generaal Met geestdrift we'd deze uitroep door al de troepen herhaald. In de courant van den 11 September vinden wij* het volgende: Batavia den 9 September. Sedert de laatste aan onze lezers medege deelde nerigten omtrent de militaire operatlen ter Westkust van Sumatra, is, r.a de aankomst aldaar der versterking onder bevet van den generaal- majoor titulair Riesz, benoemd kommissaris te dier kust, al spoedig tot hervatting der operatien ove gegaan en wel aanvankelijk tegen de itme van Kaman, alwaar de meeste op-tandeluigen zien verzameld hadden. De aanval en inname dezer linie heboen den 9 en loden July plaats gehad; zijnde onze magc daarbij verdeeld geweest in drie kojonneu; waar van eene werd aangevoerd door den majoor de Quay; eene door den majpor du Bus, adjudant van Z. Exc. den kommisSaris-geoeraa!terwijl de generaal Riesz zich met den overste Eloutbij de derde kolonne bevond, Na vele hindernissen en tegenstand te hebben oncmoetdie voornamelijk de oprukking der kolonne van den majoor du Bus belettedeu, is de inname der linie van Kaman met succes bekroond. Een ieder, zege de generaal, heeft zijn pligc gedaandoch het welgelukken van den aanval wordt, door hem-, in het btizonder toegeschreven, aan den moed en hec beleid hetwelk de majoor de Quay, ook wederom ditmaal, in de gelegenheid is geweest aan den dag te leggen* Behalve dezen boofd-officier worden, als zich bij de gedane aanvallen bijzonder te hebben onderscheidenopgegeven de eerste luitenant adjudant Steinmetz de .eer6te luitenant Rietveldde tweede luitenant Wagner, de sergeant Olivier, de flankeur Behrde korporaal hoornblazer Baey'tn de kacec onder-adjudant van de huzaren Bredartwelke laatste op zijn drin gend verzoek deze expeditie heeft bijgewoond. Ons gezamenlijk verlies bedraagt 14 dooden en 36 gekwetsten; doch met bijzonder leedwezen telt mem onder de eerstenden braven en ver dienstelijken majoor du Bus, die, terwijl hij aan het hoofd zijner kolonne, een derden aanval op den vijand deed door een kogel In het hoofd werd getroffen waaraan hij, kott daarna, in het fort Koerierie overleed, Be onvermoeide zorg, door den chirurgijn majoor van den Kcrckhove aan de geblesseerden bewezenwordt bijzonder door den generaal vermeld. Wij hopen spoedig in de gelegenheid te zullen zijn nadere berigten no pens de operatien aldaar mede ie deeleö en speciaal daarbij de aankomst van ZExc. den liommissaris-geoeraal te dier kustte kunnen berigten. Den 10 September. Berigten van Palemoang, loopende totdenaosten Juiïf, behelzen dat dé maatregelen van den resident ter bestrijding van de oorlogzuchtige voornemens van den t vorst van Jambi, waarvan wij ge wag hebben gemaakt, reeds gedeeltelijk met een gunstigeu uitslag zijn bekroond. In het begin der gemelde maand was de assistent resident Andriesse naar de bovenlandèn vertrokken om zich van den staat van zaken te ver zekeren, gevolgd van een detachement troepen, onder bevel van den eer sten luitenant der artillerie frijdag, hetwelk bereids op den 14 Julij, de sterkte, van den vijand te Sreka stormenderhand had ingenomen; bij welke gelegenheid gemelde kotnmandant en de tweede luitenant Ehrencron zich onderscheiden hebben zoo als ook de sergeant De la Bareen de korpo raal Kreefievargerdie het eerst de vijandelijke benting zijn binnen gedrongen, De dóessoen Kebanwas vervolgens door de onzen bezet; en den i6den was men genaderd tot dè doessoen Moeara Rawaswaar, aan de beide kanten, van de monding der rivier, de vijand zich bijzonder versterkt had. De assistent resident die gedurende deze kommissie, bijzondere activiteit aan den dag gelegd heeft, liet aldaar eene verschansing opwerpen in af wachting der versterking welke hij verwachtte. De inlaudsehe ambtenaren hfebbenr in deze gebeurtenissen goede diensten bewezen. In die van den 18 September meJdt men: Batavia dén 17 September. Nadere berigten van Palembangloopende tot den 10 Augustus, zijn even gunstig als die, waarvan wij den 9 Septem ber mrelding hebben gemaakt. Den 20 Julijhad de vijand een aanval op de door ons versterkte doesson fVJoeara.Rawas ondernomendoch was met veilies van verscheidene dooden en gekwetsten teruggeslagen. Daarna zijn de dwangmiddelen van onze zijde voortgezet, en de stellingen van den vijand aan de monding der rivier ver. meesterd waarbij hem een aanmerkelijk verlies is toegebragt. Ook bij deze gelegenheid hebben de Palembangscbe hoofden zich bijzonder verdienstelijk gedragen, waarvoor hunzoo wij vernemen belooningen van wege de Regeling, zijn toegekend. Volgens berigt van den assistent resident Andriesse, van 7 Augustus, had de vorst van Jambi zijnen terugtogt toen reeds tol de doesson Soeara- Langoen (eene g.roote dagreis van de jambische grenzen) voortgezet, en was dus nagenoeg van het Paiembaugsch gebied verdreven» Daarentoven zijn de van hier gezoi dene troepen onder bevel van den overste Ihichielsmiddelerwijl te Palembang aangekomen. Den 24 September is door de Hollardsche brik Johannakapitein E, Eergn.an9 ce tijding van het cpheffen van het emuargo aangebragt waarop den S53ten een buitengewone [courant "is§ uitgegeven, het volgende inhondende: PUBLICATIE. van wege en in naam dp8 konings. De Gouvet rem .Genet aal ad interim van Nederlandsch Indië in Rade Aap allen oie dezen zullen zullen zien^of hcoren lezen, salut! doen te weren iSiademaal tusschen de Gevolmagtigde van Zijne Majesteit, onzen geëer» digden Koning, ter eene, en de Plenipotentiarissen der regeringen van Frankrijk en Engeland, ter andere zijde, op den een en twintigste Mei dezes jaars, te Londen, is gesloten eene Preliminaire Conventie, bij wel- ke, onder anderen, is overeengekomen de dadelijke opheffing der maatre gelen van belemmering, door de contracterende partijen wederkeerig om trent derzelver handel en scheepvaart genomen 5 En nademaal na aanleiding van die maatregelen in der tijd, door de Hooge Regering dezer landen, bij Pnblikatie van den 8 Mei dezes jaars, het verleenen van uitklaringen is verboden geworden aan alle NederJand- scbe schepen, niet bestemd naar de havens van Asia, Afrika en Amerika Zoo is hetdat het voormelde verbod bij deze wordt ingetrokken en buiten werking gesteld, van en met den dag, waarop de tegenwoordige pnblikatie m de onderscheidene havens van Nederlandsch Indië zal bekend worden. En opdat niemand hieromtrent onwetendheid voorwende, zal deze op de gebruikelijke wijze gepubliceerd en geaffigeerd en voorts geinsereerd wor den in Javasche Couranten in het Staatsblad van Nederlandsch Indië, Gegeven te Pandeglangden 24 September 1833. J. C, Baud, Ter ordonnantie van den Gouverneur-Generaal ad-interim in Rade, De Algemeene Secretaris J, van Schoor. Eindelijk vinden wij in de courant van den 28 September het volgende: Batavia den 27 September. Bij ontstentenis der berigten welke den kelijk met het, »n Augustus 11-, van Benkoelen naar Batavia vertrokken, doch nog niec alhier aangekomen schip Charlotte zijn medegegeven, heefc het zich uit de voorloopigeover Padang ontvangene tijdingenen uit par ticuliere berigten, bevestigd, bat de assistent resident van Benkoelen, Knoerleden-28 Julij 11., in de nabijheid dier plaats, door de bevolking der öessa Tanjong van het district Oeloe Benkoeloe van het leven is be loofd geworden, en dat die bevolking b^gestaan door twee naburige dessa's, zelfs tot de hoofdplaats Benkoelen 19 vooregerukten aldaar in dat gedeelte, hetwelk niec onder het bereik van het geschut van het fort is, begonnen heefc amfioen en geld te eiscben en bezictingen te vernielen. De muiters zijn evenwel spoedig van daar verdreven geworden door de bezetting, waarbij zich de Europische ingezetenen en de equipagie van hec ter reede liggenae partikuliere schip Charlotte gevoegd héböeü, De hij «onderbeden van deze voorvallen zijn naar aanleiding van de hier- voren vermelde omstandighedentot dus ver, slechts zeef ós volledig bekend. Evenwel blijkt het dat, eenige dagen na het gebeurde, Z. Exc. de Kom- missarif-Generaal te Benkoelen aangekomen is, en dadelijk de vereiscbte maatregelen genomen heefcbij welke gelegenheid de adjuncc-kommisjarir inspecteur der buiten-etablissementen hrancisprovisioneel met het bestuur aldaar belast is geworden. Zijne fcxe. de Kommissaris-Generaa! heefc vervolgens de reis naar Padaag doorgezet, alwaar, volgens de laatste berigtea, Z. Exc. zich, den 30 Au gustus, bevond. Omtrent den stand des waters wordt hec volgende geméld: Volgens het laatste rivierberigt van Keulen is de Rbijn op den 5de'n dezer wederom 6 duim gewassen, zoedac die rivier 27 voet 6 duim aao de peilschaal aldaar teekenöe. Onze riviert-n zijn volgens de heden ingekomen berigten" langzaam was sende met eenige duimen. De dijken en waterkeeringen langs den R hijn en Lek hebben geene ver dere schaden geleden en worden aanhoudend voorzien. Algemeen blijken d'e Rhijndijken, die uit fgöedë specie bestaan en meestal oök op eenen beteren grondslag leggen, minder geëxponeerd te zijn dan de Waaldijken; hetgeen men als eere bijzonder gunstige omstandigheid beschouwd, daar de Rhijr.dijkenin betrekking tot den waterstand, lager zijn dan die langs de Waal. Ten aanzien van Jaarstgemelde dijken wordt nog gemeld, dat de dijks- v rzakiungen [onder Ocbten "iDletitmerkbaar zijn veianderddat daartegen de scheur in gezegden dijk onder Echteid, 14 ei is verlengd, eri thans ongeveer 36 ellen lang is. Ook de kruin aan de binnenzijde des. dijks is etnigermate verzakt; terwijl tevens eenige oprijzing van den grond aotter den dijk is bespeurd. Dit gebrek schijnt derhalve vaneenen bedenkelijken aard te gaan worden, en niet minder zorgelijk te zijn, dan de gezegde hooger op bestaande dijksverzabkingen onder Ochten, Ook in de kiu:n van den Waaldijk on der Opijnen zijn scheuren ontdekt, waarvan de oorzaak nog niet stellig bekend is. Onder Herwijnen heefc eene afschuiving van de binnenglooi- jing des dijks plaats gehad, ter lengte van 24 ellen. De afschuiving blijkt echter zich ce hebben bepaald totj.de in de vorige jaien aangebragte ver zwaringen en-niet tot bet oude dijksligchaam te zijn doorgegaan. Te 's Hertogenbcsch heeft zich met goedkeuring van den Gouverneur der provincie, eene commissie gevormd, om hec loc der noodlijdenden in Noord-Brabandten gevolge (der overscroomingen aldaar, te verzachten. Dezelve heeft^eene oproeping in het licht gegeven, U't Nijmegen meldt men den 7 January. De berigten welke wij in onze vorige van de overstrooming in deze streken gaven worden nader bevestigd door latere ingekomen tijdingen de aanhoudende stormen waren oorzaak, dat wij geene meerdere gedetailleerde bijzonderheden hebben kunnen inwinnen. Thans meldt ons eene achtenswaardige hand, dac in bet dorp Beek 17 huizen in het water staan, die alle in den voornaamsten stoim door het inslaan der muren., beschadigd zijn. Te Ooy eo Pen- singen zijn twee en vijftig huizen zwaar beschadigd, waarvan negen zoo danig dat dezelve geheel onbewoonbaar en door de bewoners veriaten ziin deze be weners hebben genoegzaam alles verloren. De menigvuldige noodseinen, welke bij het aanbreken van den dag van den 1 Januarij ge zien weiden, het hulpgeroep van alle kanten, noopten velen tot redding uitmaar niemaudj vermogt die aan te orengendaar bij den sterken wind DEN 10 J/INUARIJ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1