A° l«34' L E Y D S C II E ,C O U R A N T« N°. 3, A ANDAC •%yjy .-^-v y r-Jj DEN 6 JANUARIJ. NOTIFICATIE tot Oproeping van Vrijwilligers voor den Dienst der nationale militie. Burgemeester f.n Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende artikel no der wet, van den 8 Jannartj 1817, N°. 1, waarbij aan elke stad of plaats de vrijheid verleend wordt, om rierttelver contingent in de Na. tionale Militie, geheel of gedeeltelijk, in Vrijwilligers te leveren, geven bii dezen aan de belanghebbende kennis, dat het daartoe bestemde Regis ter gedurende de maand Januarij 1834, (except Zon- en Feestdagen), ter Secretary dezer Stad, van 's morgens ten tien tot 's namiddags ten een uren, zal openleggen, en noodigen mitsdien alle ongehuwde manspersonen uit, welke op den isten Januarij 1834, hun 19de jaar zijn ingetreden, en hun voste nog niet hebben volbragt; ten ware zij reeds in dienst der Neder- fandsche Armee of Nationale Militie hadden gestaan, in welk geval zij ook tot den ouderdom van 35 jaren zuilen worden toegelaten, de lengte heb. bende van een el, vijf palmen, zeven duimen, voorzien van derzelver Doop-cedul en bewijs van goed gedrag en inwoning van ten minste vijf. tien maanden binnen deze Siad, geteekend door een' Heer der Gebuurte, waarin zij woonachtig zijn, om zich, tot den dienst der voornoemde Na tionale Militie, vrijwillig te verbinden, en daartoe in gemeld Register te doen inschrijven. Zullende aan hun worden uitgereikt een handgeld van dertig Guldens, zoodra zi] tot den dienst door den Militie-Raad zijn goedgekeurd. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou- ders der Stad Leyden, op den 30 December 1833. J. G. de M e v. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. NOTIFICATIE. NATIONALE MILITIE. Ligting van het jaar 1834. Oproeping tot de Inschrijving. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende art. 51, 5a» 53» 5^» 57» tot ^8 en 166 der Wet, van den 8 Januarij 1817, alsmede art. 5 der Wet, van den 27 April 1820; brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, alsmede aan hun, die onder de Gemeenten Oegtgeest, Leyderdorp en Soeterwoude woonachtig zijn, doch, volgens de laatstelijk opgenomene grensscheidingtot het gebied dezer Stad zyn overgegaan; dat de inschrijving voor de ligting der Nationale Militie, van dit jaar, geschieden moet van de zoodanigen, welke geboren zijn in het jaar 1815» Dat alle Ingezetenen zonder onderscheid, welke redenen tot vrijstelling van den dienst aü ook zouden mogen hebben, en of zij zich tegenwoordig of afwezend of in Vrijwillige Schutterlijken of Militairen dienst bevinden, verpligt zijn zich te doen inschrijven; dat Ouders, Voogden of Bloedver, wanten, m dezen voor hunne naastbestaanden of pupillen, mitsgaders Re genten van publieke Gestichten, voor de onder hun beheer staanden. de belangen moeten behartigen, door de bij de wet gevorderde opgave te doen, en daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat onder de Ingezetenen ten dezen ook worden gerekend de Vreemde lingen, die den zetel vaD hun vermogen of hun verblijf, in het Koningrijk komen vestigen; alzoo zij, even als de Inboorlingen, verpligt zijn, mede te werken tot de gemeenschappelijke verdediging van den Staat, welke hun veiligheid en bescherming verleent. En roepen dien ten gevolge op, alle de in de termen vallende Ingezete. pen, om te compareren in één der vertrekken van het Raadhuis: Op Maandag, den 13 Januarij 1834, des voormiddags van 10 tot I uren, de bewoners van Wjjk I en II; en die van het bniten-territoir der Stad. den 14 Januarij 1834, des voormiddags van 10 tot I uren, de bewoners van Wijk lil en IV. den 15 Januarij 1834, des voormiddags van 10 tot 1 uren, de bewoners van Wijlt V en VI. En op Donderdag, den lüjanuarij 1834des voormiddags tan 10 tot I uren, de bewoners van Wijk VII en VIII. Vermanende Burgemeester en Wethouders voornoemd wel expreeseliik de belanghebbenden, zich, door getrouwelijk op te komen, vrii te waren regen de uadeHIge gevolgen, welke uit nalatigheid in deze onvermijdelijk zouden voortvloejjen, de boven opgegevene tijdsbepaling in bet oog te houden, en hij de inschrijving zich te voorzien van hunne Geboorte-Acte, alsmede schriftelijk op te geven hunne woonplaats, en het wjjk en nummer hunner buizen; ten einde hierdoor voor te komen de onaangenaamheden, welke vcor de Ingeschrevenen volgen moeten uit eene verkeerde spelling van den naam, of een abuis in de opgave der woonplaats, waardoor dik wijls de irgeschreveDen te vergeefs worden gezocht bij oproepingen, wel ke vcor hun wezenlijk belang gedaan worden. Zullende er, van heden af, ter Secretarij gevaceerd worden ter afgifte der Geboorte-Actens, voor die. genen, welke binnen deze Stad zijn geboren, 's morgens 10 tot I uren. Aldus gedaan en gepobliceerdbij H. H. Burgemeester en Wethou ders der Stad Leyden, op den 2 Januarij 1833. j. G. de Mejj. Ter ordonnantie van dezelve, P. A, du Pui. Op Dingsdag, Op U oensdag. NEDERLANDEN. Leyden den 5 Januarij, De laatste berigten van den stand des waters luiden als volgt: Volgens heden ingekomen berigten was de Rhijn te Keulen voortdurend vallende, staande dezelve den 31 Dec. op 25 vt. 11 dm. Ook op andere punten aan de boven-rtvieren in Duitschiand was het water vallei de. De dijken hadden veel afslag bekomen. uie tusschen Bienen en Praastwas zoo ver weggeslagen, dat op sommige plaatsen maar 1 el kru mreedte is overgebleven, en, daar de nooditeetingen mede weggespoeld waren, vrees de men aldaar voor eene doorbraak. De dijken lilden bii voortduring veel door den "golfslag. De IJssel ree- kende te Deventer 25 duim onder het noodpeil boven de Snlppelings-over. laat. Het wmer vallende, doch on andere punten eenigzins wassende. De dijken en waterkecringen in Overijssel zijn, door de laatste stormen, zeer geteisterd. Onder Oist en Wiihe Is de bniten dosséring weggeslagen tot aan de kruin der dijken. In den Vechtdijk, van bovenhel nieuwe verlaat tot aan Haarst zijn vijf doorbraken gevallen, waardoor die geheele landstreek geïnundeerd ie, stroomende het water over den straatweg van Zwolle naar MeppeJ, terwiil daattn zoodanige gaten zijn geloopen, dat de passage gestremd is. Ook is, door de zware beschadiging van den dijk tusschen Hasselt en Zwartsluis de doortogt met rijtuigen tusschen beide plaatsen belemmerd zijnde cp eene plaats de kruin over eene lengte van 175 el weggespoeld, op een tweede punt niets, en op anderen slechts een voetpad overgebleven. De Blankenhammer zeedijk iscp de meeste plaatsen tot aan het spoor weggeslagen, en op enkele punten is zulks mede het geval met den zee dijk dü Blokzijl. Voor de stad Vollenhoven was bijna eene doorbraak in den zeeoijk gevallenzijnde de kruin der kade tot op twee palmen weg geslagen, De Bentdfjk heeft mede op onderscheidene punten veelgeleden, en is tar lengte van 56 ellen tot in de kroin weggeslagen. Tusschen bet einde van den Bemdijk en het begin van den Barsbeterdijk is eene doorbraak gevallen, waardoor het lage gedeelte van het Ambt Vol lenhoven is ondergeloopenen de gewone passage gestremd. Tnsschea het Katterveer en Kampen heeft het water over den djjk geloopen en de zelfde hoogte bereikt als in 1825. Langs den Lek en Nederrijn was het water beurtelings wassende en vallende. De beschadigde waterkecringen worden gedurig voorzien. Met de dig. ting van den Grebschen dijk was men door aaohoudend werken en de gun stige wending van den windstreek, zoo ver gevorderd, dat men gisteren tegen den avond rekende de erge gaten op het Geldersche gedeelte voor zien te hebben hetgeen reeds sedert den vorigen dag van ae Utrecütscha zijde kon gezegd worden. Op de Maas Bestond langs de onderscheidene ponten aanmerkelijke da. lieg. De dijken en waterkeeringen hebben aldaar ook veel geleden, In den Empelscben dijk, beneden en boven, waren 16 gaten gevalled. Op den Vnchtschen weg, buiten *s Bosch, is de brug tusschen het fort St Antonie en Isabel ontgrond en weggespoeld; en dit was mede het ge val met de buitenste Brug in de vestingwerken buiten de Hiuthammerpoort, De gemeenschap tusschen 's Bo-ch en de omlingende plaatsen geschiedde met vaartuigen. De toestand van den noordelijken dijk, onder Baardwijk, was eenigzins bedenkelijk. De dijk te Poederojjeo is doorgebroken. Aan de Blaauwe s uis was omtrent den Bol ook een doorbraak ontstaan. In den kade van den Vervoorne-polder aan de Bakkerskii is eeD gat ge vallen van omtrent 15 ellen wijdte; het buitenwater stroomde met een verval van I.60 Ned. el naar binneD, en de polder was reeds met t cl water geïnundeerd. Door der hoogen waterstand op den beneden-lek te Krimpen, welke dien van 1825 ever.aaide, was de Strompolder, een buttenpoider aan den mond van den IJssel, ingebroken, De zoogenaamde Brakelsche Nieowe of Dwarsdijk, is in den avond van den ?i«ten bezweken, waardoor de gemeenten Brakel en Poedercysn zijn overstroomd. Uit Alkmaar maldt men het volgende: De hevige storm van den avond en nacht van den 31 Decemoer, heeft aan de zoo belangrijke zee wering van den Hot ös.bcssche, zeer aanzienlijke schade toegebragt. De dijk, weke reed door den storm van den lyden, in eenen bedenkelijken staat was gebragc en daarna zoo veel nnogeiijk hersteld is op sommige plaa'sen, tot cp eene breedte van even vijf ellen afgenomen, zoodat men eenige uien achtereen, in vreeze ts geweest voor eene doorbraak. De hoefden hebben zeer veei geleden en zijn hier en daar vau de zee wering atgescheiden geraakt. Het water, hetgeen ten half elf ure had moeten vallen, stond 's nachts tea een uur nog met een en een halven el boven volzee tegen den dyk; de wind west en noordwest. Men heeft z ch dadelijk aan het werk gesteld, om de gevaarlijkste plaatsen oer reewering, zoo veel mogelijk, tegen volgende aanvallen te verzekeren. Uit Nijmegen meldt men den 3 Jannarij. De a'hier in den avonden den nacht tnsschea den 31 December en 1 Januarij gewoed hebbende siorm heeft alle vroegere stormen overtroffen, en kan een orkaan genoemd wor den. Van alle kanten vernemen wij, dat dezelve veel scüade heeft aargs- bragt, hoewel men overal veel meer ongelukken vreesde. Aibier heeft men van geenc bijzondere ongelukken verromen anders dan van het instorten van een pakhuis op de oude Stads Gracht (zoogenaamd Achter den Ezel). De huizen langs de rivier de Waal, waar de golfslag vooral woedde, hen- ben veel geleden. De Kraanpoort werd door den wind opengeslagen eh de sluitboom doorgebroken. Aan de overzijde, te Lent, is een huisje, buitendijks, ingestort, dat te voren reeds dorr de bewoners verlaten war. Te Hatert, aan Stad.dijk, is een buisje, toebehootende aan den arbeider Peters, ingestort, eD daaronder de man vetpletterd; zime vrouw zwaar ge wond zijnde, zal well'gt nog behouden worden. Een gepensionneerd mm. tair, aldaar inwonende, had het gevaar voorzien, doordien men sedert lang de schoorsteen had zien winkelen, was me: een kind het huis ontvlugt eu alzoo werden beiden doordoor gered. In den morgen van 1 Januarij, tusschen 3 en 4 ureD moet de storm het hevigste geweest zijn, waarbij vooral zware donder en Dlikaem werd waargenomen. De hoogte des waters is bier sedert onze laatste weinig ver schillend den 1 Jauharij stond hetzelve 6 el 71 duim; g steren 6 el 74duim en heden del 70 duim. De beneden-stad iijdr overal veel van bet water vele hntzen en nog veel meer kelders ziin geïnundeerd-, langs de haven wordt met alle magt gewerktom aldaar het water door dammen te keeren hetwelk tot nu toe blijft gelukken, De bergten die wij van Ubbergen Beek, Ooy Eriekom en andere do'pen in d.e omstreken ontvangen, zijn abenrenrigsc. De dorpen Ooy, I.euth en Keketdom zijn geheel overstroomd. Beek en Ubbergen gedeel telijk, alsmede een grooc aantal dorpen en het stadje Kranenburg, in Prui sen. Het water is aldaar veel hcoger dan op de rivier en heden loopt hec- ztlve daarom over den Ooytchen overloop en door de Dij onze stad lig- guiüe sluizen uit. De aanhoudende normen hebben aan de huizen, welke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1