Yoorts msidt men van daardat volgens de hërigten van de nit zee tomende schepen de aanhoudende jongste stormen uit het Westen weder «uitzettende verwoestingen hebben aangerigt. Overal had men schepen In nood gezien, vooral ter hoogte van de Duiakerltsche banken, alwaar on derscheidene schepen, van welke men, door de verschrikkelijke branding niets dan de toppen van de masten kon zien tegen het strand waren geslagen De laatste storihen hebben de dijken en zeeweringen dezer provincie aanmerkelijk geteisterd; door verdubbeling van ijver, waakzaamheid en in» spanning van alle mënscbelijke krachten, is de groote zeedijk van West- kapel voor vernieling bevrijd geblevendoch op verschillende punten heeft deze provincie, waar men onophoudelijk tegen de baren moet worstelen, en de scboone en vruchtbare iandsdonwen aan het woeden der Noordzee moet betwistenwederom de verderfelijke kracht der langdurige stormen uit het Westen ondervonden. In het 4de discrikt, aan de Nieuwe Sluis, moet volgens berigten, een aanmerkelijk gat in den dijk geslagen zijn, «ogenblikkelijk werden eenige schepen mee rijs, welke te Rammekens lagen en door tegenwind niet voorwaarts konden komenper stoomboot derwaarts gesleept, en werd er dadelijk aan den vernielenden voortgang des urooms paal en perk gesteld. Moge die plek gronds, overigens zoo rijk gezegendzoo vruchtbaar en zoo schoonaanhoudend door de mag- lige Noordzee, aan wiens gebied hetzelve door onze voorvaderen is ont rukt, worden bedreigd; de Voorzienigheid schonk ons de kennis der mid delen ter onzer beveiliging; Hij schonk ons mannen, in wier onvermoe.- den ijver en uitgebreide kennis, wij den besten waarborg vinden, en de drijvende leeuw, op het Zeeuwsche wapen, wenkt ons nog altijd zjjn Luctor et Emerge toe. Nog meldt men uit Zeeland van den 25sten, Gisteren in den namiddag kwam Zr. Ms, korvet de Comeetkapitein-lnlteoant ten Berge, voor de Marine-Haven te Vüssingen ten einde Id het Dok dier stad te halen; ge meld vaartuig had het ongeluk niet geheel midden in de guil dier haven te komen, waardoor hetzelve de glooijing raakte, het water bij deszelfi daling onder hetzelve wegviel, alzoo de korvet op zijde sloeg, en met den vloed vol water liep, Dadeljjk werd de ekwipage eo de goederen aan wal gebragt, en het tuig zoo veel doenlijk geborgen; thans ligt dit vaar- taig bezijden de guil geheel op de regierzjjdeomringd van ligters en kleine vaartuigeo, om hetzelve te helpen, doch velen achten het onher stelbaar verloren, Van Lillo wordt van den 23Sten geschreven: Den 2isten dezer kwam des avonds, even boven de forten Lillo en Liefkensboekhet Ameri- kaansch driemast koopvaardijschip genaamd Bayard, vao New-York ten anker, en sloeg eenigen tijd daarna door den geweldigen storm nit bet W. N. W. van zijne twee ketting-ankers tegen den linker oever der Schelde aan op een afstand van ongeveer 1000 ellen boven het fort L'efkenshoek; bij bet aanbreken van den dag haastte zich de gaffel-kanonneerboot N", 74 om het schip ter hnlp te komen eene boot der Belgische Zeemagt was mede aldsar en bij de eerstkomende vloed waren de hulpkrachten der belde boten vereenigddoch vruchteloosdaarna zeilde de Belgische boot de rivier weder op, terwijl het de boot N', 74, bij het volgende hoog water, door alle inspanning van krachten, gelnkte, schip en lading behou. den vlot te brengen, zoodat hetzelve des anderen daags de reis naar Anc- werpen vervolgde. Weder een bewijs der onvermoeide pogingen onzer zeelieden om ongelnkkigen in den nood hnlp te bieden. De Belgische Indifendant bevat: Met leedwezen, maar op zooda nige wijzedat deswegens niet de geringste twijfel moet bestaanberigten wij, dat de heer Geiletwanhopende, zekere hem dezer dagen inzonder heid aangevallen hebbende lieden tot zich terug te voeren, zijn ontslag als minister van buitenlandsche zaken aan des Koning heeft ingediend, en dat Z. M. hetzelve heeft aangenomen. 's Gravenhage den 25 December. Bij de gemaakte aanmerkingen der afdeellngen van de Tweede Kamer der Staten-Generaalop de nadere re. dactie van het ontwerp van wet, tot aanvulling der middelen van de schat kist en welke bedenkingen vrij algemeen den vorm der wet betreffen heeft de heer van Reetten eene nota overgelegd, waarin hij hoofdzakelijk beweert, dat men om de betalingen gaande te houden, geene creatie van 6 milliocn behoefde, daar dit nadeellg voor het crediet zou z(d, te zeer vernederend en te zeer onwaar om dit in eene wet te gedoogendewijl nit de rekeningen en andere overgelegde stukken blijkt, dat de wezenlijke ont vangsten v«n November 1830 tot 1 September 1833 voldoende zijn om de praesnmtive uitgaven tot December 1833 te dekken; dat de te nemen {maat regelen tot dekking der deficits moeten gepaard gaan met de verdere finan ciële maatregelen, die vsn het gouvernement verwacht worden, en dac voorts bij de wee diende bepasld te worden, dac de fondsen niet dan tegen fari znllen mogen worden verkocht. Ii di ïccwoordeo vsn het gouvernement wordt gezegd dat aan het te kennen gegeven verlangen, tot wijziging der redaccie van de wet, geheel il voldaan door de veranderingen zoo in den aanhef als in het dispositief, cn welke overeenkomen met het voorgestelde bij de (processen-verbaal der Tweede en Vijfde Afdeellngen, Het rapport der Centrale AfdeeliDg des. wege is dienvolgens zeer korc, en daarbij heefc de Tweede Afdeeling voor namelijk aangemerkt, dit niet voldaan ia aan de belofte, bjj de wet gedaan, om de amortintle der 5 pCti. effecten van het tweede jGrootboek reeds dit jaar in overweging te nemen. Het ontwerp van wetzoo als bet thans gewijzigd is en waarschijnlijk op morgen zsl worden aangenomenlnidt ali volgt B Wij WILLEM, en. Allendie deze zullen zien of hooren lezensalntdoen te weten Alzoo w|j in overweging hebben genomen, dat tot gaande houding der betalingen van de achatkiscbij gedeeltelijke aanvnliing van bet ce kort ontstaan nit de onevenredigheid tastenen de middelen en de toegestane uit gaven, sedert November 1830 tot en met ultimo December 1833, eenige voorziening zal behooren plaats te vinden Zoo ia hecdat w|jden Raad van State geboord en met gemeen overleg van de Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan gelijk w|j goed vinden en verstaan b|j deze Ter gedeeltelijke aanvnliing van hec te kort, ontstaan uit de onevenre. dlgheid tusschen de middelen en de toegestane uitgaven sedert November 1830 tot ei met December 1833, zal in het tweene Grootboek der nationale werkelijke ichuid, rentende v|jf ten honderd werden ingeschreven en kun. oen worden te gelde gemaakt eeo kapitaal van zes millioenen drie honoerd duizend guldens f f6,300,000 Lasten en bevelenenz." De27 December, Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaalwelke heden omstreeks elf ure, in tegenwoordigheid van Zijne Exc. den minister vsn financiën een aanvang nam zijn gelezen en voor notificatie aangeno mentwee missives van de Eerste Kamer, houdende kennisgeving, dat zij zich vereenigd beeft met de ontwerpen van wet tot heffing van een accijns ep oen turf en de steenkolen, Eenige ingekomen verzoekschriften zijn naar de daartoe benoemde com missie verzonden waarna de beraadslagingen over hec oncwerp van wee, toe gedeeltelijke aanvulling van hit te kort, op de middelen over 1833 eu vroegere jaren ontetaan zijn geopend. De heer van Reeneu hield hec er nog altijd Voor, dat de inkomsten en ontvangsten genoeg raam wsren om '«Rijk' uitgaven tot 1 Januari) 1334 te dekkeo, eu dat men ter aanvulling der deficits op de gewone begroeting da verdere financiële maatregelen, welke men van het gonvsrnetnent verwachtbehoorde at te wachten. Z. Exc". de minister van fiiiantien heeft hierop hoofdzakelijk geantwoorddat de tegenwoordige voordrage alle die wijzigingen had ondergaan welke tot de verwerping van het eerste ontwerp hadden aanleiding gegeven, en dat er ook no geene gewigtige bedenkirgen legeD gemaakt ziin; dat hij stellig ver klagen kon, dat het onmogelijk was om met de verleende middelen de deficits, die er wel niet dadelijk, maar in de eersie maanden vsn 1834 zuilen bescaan ie dekken; dat de Koning, het hoofd van den Staac, zelf daarvan overtuigd was; dat Zijne Maj. dit kon wezen, omdat maandelijks aan Hoogstdenzelven wordeD onderworpen de staten der kassen, zoo wel der ontvangsten als der uicgaveD, en dar het later uit de verantwoording van de geiden der nu verleende credieten zal blijken, welk gebruik de Regering daarvan gemaakt beeft. Nadat de beer Corver Hooft zich kor- telijk voor de wet had verklaard, zeide de heer van Reenenook daar aan tot voorkoming van stremming in 's lands dienstenzijne goedkeuring te zullen hechten. Het ontwerp, in omvraag (gebragt zijnde, is met eenparige stemmen aangenomen. De discussien over het nader omwerp van wet, betreffende Ae grond, belasting in 1834, zijn vervolgens geopend. De heeren Fockemavan Asch van Wijck, DruyvesteyrsCats, van Sytzama en Hsnlopen. die voor de wet spraken, hebben de billiikheld van den maatstaf des kadasters betoogd, uic hoofde hieruic gelijkheid van lasten voor alle de gewescen van het Rqk zou voorivloeijen. Sommigen dier leden hebben hnn leedwezen betuigd, dat de grondbelaiting niet reeds dit jaar geheel naar de; uitkomsten van het kadaster zal worden geheven. De leden, die zich tegen de wet verklaarden, en wei de heeren ga/a. lus, Kniphorst, Lubben, Geciirga, van SwinderenDijckmeester en van Rap- pard, waren van gevoelen, dat het ondoelmatig was reeds nu het kadaster in eene zoo ruime mate toe te passen; dat de kadastrale werkzaamheden voor herziening vatbar zijndat men nu een onvolmaakc werk tracht vasc te stellen vdór en aleer de werkzaamheden der Staats-Commissie, benoemd voor het onderzoek van reclames, het kadaster zal gezuiverd hebben van die abuizen, welke in een zoo uitgebreid werk onvermijdelijk zijn. De heer Luybcn heeft bij deze gelegenheid over den kwjjDenden toestand van den landbouw gesproken en als een middel toe opbenring verlangd, dac een matig inkomend regt op de vreemde granen moge worden gelegd. De heeren van Dam en van Alphen zouden nadere inlichtingen van Zijne Exc. den minister van financiën afwachcen. Nadat Zijne Exc. de mimster van financiën hec oncwerp verdedigd en onder anderen gezegd had, dac het op regtvaardigheid rnstte, zijn de be raadslagingen gesloten en is men tot de stemming overgegaan. Van de 51 tegenwoordig zijnde leden hebben zich 30 voor en 21 tegen hec oniwurp veiklaard, zoo dac hec is aangenomen en naar de Eerste Ka. mer zal worden gezonden. Tegen hebben gestemd, de heeren: Knipherst, Quintus, Ingenhousz, van Tuyll van Heezevan Nagelt, Sandberg, By leve ld, Luyben, van der Gr en. den, Ceckir.ga, van SwinderenCuypersH'eerts, de la Court, Schimwei. penninekBeddaert, van Rappard, Lemker, Dijckmeestervan Meeuwen en Sypkens Daarna is de vergadering opgeheven en op reces gescheiden tot den 1 April 1834, des middags ten één ure. De Gouverneur van Zuid-Holland heeft, bij notificatie, ter kennis der daarbij belanghebbenden gebragtdac de groote jagtzoo wel de pu blieke als die op gereserveerde en afgepaalde gronden, met den 31 Decem ber aanstaande, en de jagt op Ganzen, Eenden en Watersnippen, met den laatsten Febiuarij 1834 zal gesloten zijn. Volgens eene, door Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken gearresteerde l|jsc der stations voor de beambten van den Wacerstaacbij de buitengewone dienst en correspondentie langs de dijken, gtdurende den ijsgang en het hoog opperwacer der rivieren in den winter van 1833 en 1834, zullen, onder anderen, worden gestationeerd. Te Schoonhoven: M. G. BeijerinckHoofd-I genieur; J. van Zakcrveld Blanken, Ingenieur, en A. J. SoetemanOpzigter. Te Krimpen: L. de Groot Jr., Opzigter. TeVlanen: A. BlaauwL genieuren D. J. Sau- tyn Schovel, Eève-Asperant. Te GonnchemD. Mentx, Ispeceur- J. IV, de ThomezeHoofd-IngenienrP. Keek, Aspirant-Ingeo euren P. van RegenmorterOpzigter. Te HardinxveldC. C. de Keyzer'jr. Opzigter. De ongelukkige moord, altiier Vrijdag II. aan eenen smldt jongen ge pleegd schijnt eeoe andere aanleidende oorzaak gehad te hebben dan eersc is verspreid geworden; althans men draagt de zaak nu aldus voor: De jongen na reeds den ganschen dag den kneent gekweld te nebben mét de woorden muiter, enz., (zijnde de knecht een Bossenasr.) wilde eindeltik des avonds een half 10 ure van dien dag, niet meer trekken aan den blaas' balg waarbij de knecht arbeidde; door den knecht op eenen sierken toon gewaarichuwd om beter te werken onder bedreiging dat hij anders bij den baas er over klagen zou, beantwoordde dit de jongen met eenen vloed van scheldwoorden, waarop de knecht zoodanig in drift ontscak, dat hij eene ijzeren staaf greep welke juist in hec vuur lag, en hem dezelve van ach teren in hec lijf stak, zoodat b{j er van voren boven den navel wederom uitkwam." T U R K Y E. Konstantinoïel den 26 November. De tijdingen nit die stad brengen niets van belang aanbehalve dat Mehemed-nU zich heeft bereid verklaard om de schatting aan de Porce te betaleoen reeds werkelijk begonnea heeft het achterstallige te voldoen. Ook zpudp hij voor de bpzondere schatkist des Sultans een overschoc van drie millioen piasters hebben over gemaakt. Onder de tegenwoordige omstandigheden komt zulks der Porie wel te stade minder nog m hec financiëz! dan wel in het politiek opzigt. De laatste tijdingen uit Candia dragen da dagreekening van den 12 No vember. De rust was op dat oogenblik in het eiland herstelden de Grie. ken, daartoe door de krachtsontwikkeling vao Mchcmed-ettt gedwongen hielden zich stii. Er heerschie nogtaDs eene groote spanoing ouder dac gedeelte der bevolking, en men'vreesde, dat het vuur des opstands, dac nn onder de assche smaalde, weldra op nieuw zon uitslaan. Ter reede van Soda, lagen twee Aepypcische linieschepen van 84 en 100, eo een fregat van 5o stukken, Eenige dagen ce vorèn waren eene Aegyptisché oodogskorvec en twee transportschepen door eenen hevigen uitschot vso wind op strand gesmeten en bad een fregat daarPij deszelfs masten ver loren. De Aeeyptische krijgsmagt op dac eiland wbrdc op 15 of 18 000 man geschatwelke meer dtu voldoende gerekend worde tot het in jDedwang houden der Grieken. PORTUGAL. Lissabon den 12 December. De legers vin Don Pedro en van Don Miguel lagen toen steeds werkeloos over elkanderblijvende derzelver hoofdkwartieren te Cacacixo en te Sanuren gevestigd. Men meende even. wel,dat Don Pedro weldra ten zuiden van don Taag, alwaar hij in den laatsten tijd veel gronds verloren heeft, weder aanvallender wijze zon ce werk gaan. Er was reeds eene groote hoeveelheid buskruid en andere oorlogsbe. noeften Daar dien kant van de rivier gezonden. De stoompooc James IVatt was den nden uit Falmouth te Lissabon aangekomen, en had «00,000 p. it. aau geld en 6oco wapenrustingen aangebragt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 2