financiën moést wanhopen, en dat het niet onmogelijk was, na de beko. mlng van eenen eerlijken vrede, eene heffing te doen uitschrijven, welke voornamelijk ep de aanzienlijken zou moeten drukken ten einde daarmede een gedeelre der nieuw gecreëerde schulden in te trekkenen alzoo door vermindering der rente de lasten, die op de natie drukken, te verligten. Zijne Exc. de minister van financien heeft de wet verdedigd en ten •lotte gezegd dat hare aanneming onvermijdelijk is voor het crediec van den Staat als mede tot handhaving van onze aangenomene houding, welke in allen gevalle tot na het sluiten van een eindverdrag met Belgie onver, roijdelijk is. betreffende het verlangen, door eea groot aantal leden genie, om eenige opening te ontvangen omtrent de staatkundige aangelegenheden beeft Z. Exc. gezegd, dat, even als de Regering steeds verlangt die te geven zoo dikwijls dit mogelijk is, daartoe echter in dit oogenblik geene aanleiding is doch dat het verblijf van onzen bu tengewonen gezant te Londen en de zending van onzen minister van bultenlandsciie zaken naar Weenenten bewijze strek ken hoezeer de Regering alle pogingen aanwendt om tot een billijken vrede te geraken. De discussien gesloten en de wet in omvraag gebragt zijndeis deze met eene meerdethe d van 42 tegen 9 «temmen aangenomen. De minderheid bestond olt de heeren van Dam, Lubben, LuzacFoekemavan Sjtiama CuypersOp Jen H§e(f, Cerver Heeft en IVarin. Namens de eentrale Afdeellng is rapport uitgebragt over de ligting der Nationale Militie in 1834, Drukken en ronddeelen zullende de discussien daaromtrent nader worden bepaald. Daarna is de vergadering gescheiden en geadjonrneerd tot morgen ten half elf ure, waDneer de beraadslagingen over de brandstoffen ees aanvang zullen nemen. Den 21 December. Heden zijn bfl de Tweede Kamer der Staten. Generaal ingekomen en voor notificatie aangenomen, twee missiven van de Eerste Kamer, houdende kennisgeving, dat zij zich vereeoigd heeft vnec de ontwerpen van wet, ter oetengeling van woelingen, enz., en met dat tot hec nader beschikbaarsteilen van sommen, toegestaan by de wet van den 22 November 1832, Namens de commissie tot de petltien zijn eenige rapporten nitgebragt, betrekkelijk de wetten op de brandstoffen, waarvan de verzoekschriften ter griffie zullen worden gedeponeerd en de rapporten gedrukt, Is gelezen eene Koninglijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, ter vervanging van dat, hetwelk laatstelijk door de Kamer is afgestemd, strekkende tot gedeeltelijke te gemoetkoming van het te kort, sedert November 1830, tot en met 31 December 1833 ontstaan, Bï dat ontwerp wordt, ter gaandehoudlng der bjj de wet toegestane uitgaven van de schatkist zal in het tweede grootboek der nationale werkelijke schuld, reniende vfif ten honderd, worden ingeschreven eu kunnen wor den te gelde gemaakt een kapitaal van zes millioeuen drie honderd duizend gudens. 6,340,370 Verzonden naar de afdeelingeD. Hier na z(jn de beraadslagingen over het ontwerp van wetbetrekkelijk een accijns op den Turf, geopend. Een aantal leden, en wel de heeren de Bordes, Hin lopen van der Gronden, RepelaerFrets, BeddaertBee- laerts, van Asch van fFjct en van Alphen hebben voor de aanneming van het omwerp geadviseerd, en de heeren Quintus, van Damvan Swinderen, Byltveld en van Sytzama tegen de wet gesprokenterwijl de heeren Hooft, KnipherstGockinga en Op den Hoof nadere inlichtingen van Z. Exc, den minister van financien zouden afwachten, ten einde hunne stemmen te bepalen. Ofschoon vele leden erkend hebbendat de wetten gevolge der ver- anderingenwelke zij heeft ondergaanaanmerkelijk verbeterd iszoo is dezelveevenwel genoegzaam op dezelfde grondenals vroegerbestre den; en wel voornamelijk, dac hec ondoelmatig is, eene belasting op de brandstoffen, eene eerste behoefce ook van de mindere klasse, in te voe. ren dac de steden door de opneming van de brandscoffenonder 's Rijks accijnsen, een aanmerkelijk verlies in hunne inkomsten zullen ondervinden dat de accijns tot vele slniketijen sanleiding zsl gevendac de accijnsen op de brandscoffen te minder aannemelijk zijnomdat b|j de belasting op DCC pCIBUnvs.1 1 SSOv Uvs UaaiüuivUvM —ij" 1/ts.sviwrJ s»n rlil> gmtldllag jdisc was aangenomen om de belasting op de brandstoffen te vervangen. Om- trent de verbonding tnsscben de belsating op den Tnrfals inlandsch en Steenkolen, als buitenland produkt, waren de gevoelens verdeeld; terwijl eenige leden vermeenden, dat aan den Turf, sis eenen belangrijken tak van nationale nijverheid, geene genoegzame bescherming is verleend, be grepen wederom anderendat de Sceenkolen veel zwaarder dan den Tnrf worde belast. Sommige leden, en waaronder voornamelijk de heeren van der Gronden en Repelaer, hebben gewlgtige bedenkingen tegen de wetten gemaakt; doch verklaarden echter, bij de bestaande behoefte der schatkist, en tot voorkoming van verdere noodlottige deficits, voor de wet te zullen stemmen, Z, Exc. de minister van fiananclen heefc de wet verdedigden daar bij onder anderen gezegd, dat zijna twee maal door de Kamer verwotpen te zijnen de daar uic ontscane vrijwing van denkbeeldentot de meest mogelijke volkomenheid was gebragtdat de regeringten opzigce van de verhouding tusscben den accijns op den Tnrf en Steenkolen, den midden, ■weg heeft Ingeslagenten einde een tak van nationale nijverheid te bescher men. Voorts heefc Z. Exc. eenige bedenkingendie tegen de bijzondere artikels der wet zijn gemaaktwederlegden ten slotte den wensch geuit, dat de accijnsen op de brandstoffen mogcen worden aangenomenbescbou. wende bij minister daar door het stelsel van 's Rijks belastingen voltoeid te zijn. De wee in omvraag gebragt zijnde, ia dezelve mee eene meerderheid van 37 tegen 15 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd, de hee ren: Luyben, Quintus, Sandberg, van Dam, Byleveld, van Swinderen, Ren getsCockingavan SijtzamaLemkerCatsde la Court en Fockema. De wet op de steenkolen is, na eene zeer korce discussie, waaraan de heeren de Bordes, Luyben en Zijne Exc. de minister van financien deel na- meu, roet eene meerderheid van 41 tegen 9 steromen, aangenomen. De minderheid bestond uic de heeren: Luyben, Sandberg, de Bordes, vanDam, Byleveldvan Meeuwenvan SijtzamaLemker ea Fokkema. Waarna de vergadering is gescheiden en geadjourueerd tot Maandag ten elf ure; zullende alsdan de beraadslagingen over de ligting van de Natio nale Militie in 1834 een aanvang nemen. Men verneemt, dac er weder veel drukte aan bet ministerie van bnitenlandsche zaken heerschc; en dac die ce weeg gebragc worde door nieuwe inscrucciendie met een der eerste brievenmalen aau den heer Dedel naar Londen verzonden zijn. Groningen den 17 December, Het volgende worde in de Provinciale Contant gevonden De Gouverneur van de Provincie Groningen maakt bij deze bekend dat h(j van Z. Exc, den Heer Luitenant.Generaai, Opperbevelhebber der vesting Maastricht, eene missive en dagorder beeft ontvangen, van de navolgenden inbond Maastricht den 9 December 1833, De vier veld.bataillons der 8ste atdeeling infanterie, het grootste ge- deelte der bezetting dezer vestingsedert den aanvang der ODlustenheb bende oitgemaakten door miliciens van de provinciën Vriesland, Gronin. gen en Drenthe te zamengesteidalsnu dezer dagen tot het leger te velde overgaande, heb ik by eene dagorder van heden de groote diensten, door de verschillende wapenkorpsen dezer bezettingsedert de Belgische onlus ten aan den dag gelegdopenlijk erkend. Deze eervolle onderscheiding tevr voorzeker, wat de provincie betrefr., ssn het bestuur van Uwe Exc, lueveruouwdniet anders dan welgeval! g wezen; en het is dan ook uit dien hoofde, dat ik de vrijheid neem Uwe Exc. die mede te deeleu, als een bewijs, dat de miliciens in deze voor Koning en Vaderland hagcheiijke tijder ai» brave soldaten hnnnen pligt ge- kweten, den roem hunner Vaderen gehandhaafd hebben, en eenmaal als zoo. danig in hnnne haardsteden eervol bli hunne betrekkingen zullen terug keeres. Maastricht den 9 December 1833. De Luitenant-GeneraalOpperbevelhebber der Vesting, Dibbets. DAGORDER Krucskameraden Koning en Vaderland zijn erkentelijk voor de groote diensten, die gjj nu drie jaren ln deze vesting hebt bewezen door uw trouw en dapper gedrag heeft dit aloud Neérlands bolwerk niet voor oproer of verraad be. hoeven te zwichtenin de onderscheidene gevechten hebt gij met het zegevierend legeronder hec opperbevel van Z. K. H, den Prins Veld. maarschalk, aan Neérlands roem nieuwen luister bygezec, en eene geregta plaats in de geschiedenis van dezen tijd bekomen. Het metalen kruis, dat op uwe borst prijkt, zal tot op den rand des grafs het gedenkieeken ziin dat gij voor de regten van Koning en Vader, land als brave soldaten hebt gestreden. m De Luitenant-GeneraalOpperbevelhebber der Vesting, Geteekendj Dibbets. Voor eeaaluidend afscbnfc, De Kapitein-Adjudant, Greenleaf. De Gouverneur heeft gemeend den inhoud dezer stukken ter kennis van de ingezetenen der provincie Groningen te moeten brengen, in het voile vertrouweo dat zij, moed, trouw en vaderlandsliefde in hec algemeen naar waarde wetende te schatten, den hoogen lof, welke daarbij ock aan de miliciens van dit gewest wordt toegezwaaid op den regten prijs znllen stellen, en dat mannen, die zich, in voor Koning en Vaderland hagche iijke tijden, ais brave soldaten van hunnen pligt gekweten eo den roem hunner vaderen gehandhaafd hebben, wanneer zij eenmaal tot honne haard- steden en bij hnnne betrekkingen eervol temgkeerenin de dankbare ach ting van hunne medeburgersde belooning hunner piigtbetrachting zui len vinden. Groningen, x De Gouverneur voorueemd, 16December 1833. B(j afwezigheid van denzelven, Het Lid der Gedeputeerde Staten, J. A. Fruitier." 's Hebtogenbosch den 19 December. Door de aanhondende stormen welke sedert verscheidene dagen hebben gewoed, Is het water aanmerke lijk gerezen, en zijn daardoor de rivieren buiten hunne oevers getreden, hetwelk ten gevolge heeft gehad, dat de Empelsche en Lithsche polders zijn ingeloopen, en de Ortbensche dijk bezweken, waardoor de lande rijen rondom deze stad gelegen, geheel onder water zijn gezet. Breda den 19 December. Den I7den dezer is nabij Tilburg een zware brand uitgebarstenwelke de woning van den herbergier en winkelier Cornelis Geers te Velpbovengeheel in den asch gelegd beeft. Reeds sloegen de vlammen boven hec dak uit, toen er nog geen brandspuicen op de plaats tegenwoordig waren. Aan de vereenigde pogingen van burgers en militairen had men het nogtans ce danken, oat de woede van hec ver nielende vunr hetwelk door een feilen wind werd aangeblazen, zich niet verder dan tot de reeds brandende woning ni'screkte en de omliggende woningen van het dreigende gevaar gered zijn geworden. Eene koe een paar geiten en eenige andere huisdieren zijn In de vlammen omgekomenter. wijl de timmerman Mutzaars, bij het instorten van den voormuur, het ongeluk had zjjn been te breken. Van het hui» is mets dan een puinhoop overgebleven het was voor f 2000 geassureerddoch de schade aan huis en meubelen wordt veel hooger geschat. Uit Liilo schrijft men van den igden dezerHedeD zijn van hier 17 stukken geschutzoo 36 al» 24 pondera, die alhier gediend hebben voor eene zeebatrerymet derzeiver aifuiteneo, al wat daarbij verder behoort, zelfs de kogels, in drie schepen, die van Dordrecht proviand hadden aangebr»gtnaar Vlisslngen afgezonden. Men spteesc voorts ook van hec op gelijke wijze ontwapenen der zeebacterij vaa Lief keuihoek maar men ziet tot heden daaraan neg niet werken." AMERIKA. Mexico den 13 September. De choiera.morbns heeft hier misschien meer menschen in het graf gesleeptdan ergens elders. Het eerst heeft dezelve zich den 7 Augustus geopenbaard en in weinige dagen is zij op eene verschrikkelijke wijze in de voorsteden en onder de geringe inwoners toegenomen. Gedurende tien dagen van den igden tot den 24sten zijn er meer dan 1800 menschen per dag gestorven. Seaerr dien tijd, de ziekte bijna geen voedsel meer vindende In die kwartieren der stad waar zij het eerst was uitgebarsten is tot het middenpunt der stad overgesla gen en heeft hare slagtoffers ook in aanzienlijke standen aangetast. Hun getal is dagelijks omtrent 100 geweest. Thans gelooft men dat deze ellen dige ziekte zal eindigen. Haar verblijf ODder ons is vreeselijk geweest zij heeft meer dan het tiende gedeelie der bevolking verslonden wam van 150,000 inwoners, zijn meer dan 25,000 ooder hare slagen gevallen, dac is van du zes éen. Tegenwoordig woedt de cholera met dezelfde hevigheid te Vera.Cruz, eo op eenige andere pnnten van de kust. ZWITSERLAND. Uit Geneve wordt het volgende geschreven In een Savooysch dorp. eenige mijlen van Geneve gelegen, leeft een zeker landbouwer IV.,.,.. genaamd, vader van 12 kinderen, welke daarom van den staat een jaar. lijksch pensioen van 250 fr. ontvangt. Deze man weet, niettegenstaande de uitgaaf, welke hem zijn talrijk hnisgezm kost, door zijnen arbeid en spaarzaamheid, aan zijne behoeden te voldoeohjj leeft zelfs in eenen ze. keren overvloed. Zijne nsbnren jaloersch over eenen voorspoedwelken zij niet bezitten, hebben elkander wijs gemaakt, dat dezelve eene verbor gene oorzaak had dat zijn voorspoed ontstond nit een verbond met den duivelen dat ten gevolge daarvaneene zekere zwarte hen welke op de werf van N.Nep, hem eiken dag eene kroon legde. Het ge rucht van deze overeenkomst met den satan heeft zich verspreidgeloof gevonden In de nabuurschapen is geëindigd met hemdie er hec voor werp van was', te verontrusten. Hij heeft zich aan de owerheid der plaats gewend om over de middelen te raadplegenom die moedwilligheden te doen ophouden. De overheids-persoon een bekwaam manheefc geen beter middel wecen te vindendan om deze wonderhen publiek te doen ver'koopen. De aankondigingen geschied, de dag bepaald zijnde, heeft de menigte zich ter plaatse van de verkooping begevende gewone gebruiken hebben plaats gehaden de hen is toegestaan geworden aan zekeren T. moetende opbrengen eene levenslange rente van 10 sous per dag, ten voordeele van den verkooper. De koop gesloten zijndeheeft ,de nieuwe bezitter zich vaa de hen meeseer gemaakt, en haar in triomf naar zyn bnis gebragt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 2