$afMLws> <m)^M A'" l«33i LEYDSCHE 4 a M®i fe/ViWÜ te 1 r; COURANT, WOENSDAG 5 \S ,7 £j^ ^,il j§,,g@£ rlim.^ AT V - \*'c'i i" a d.' W&fk ;;.5ra **•- i x-J$ *--« sr 1 D£JV iS DECEMBER. NEDERLANDEN. Leyd!e;n den 17 December. Dagbladen van Batavia ontvangen tot den 21 Augustas, bevatten r.iets Van eenig belang. Men was op dien tijd van het opheffen van het embargo nog onbekend. In dato 16 Augustus wordt van Batavia bet volgende gemeld: Den 17 Jont) II. zijn teMenado, met Zr. Ms. koloniale schoener Circt gekomtnandeerd door den luitenant ter zee der eerste klasse, G. E. Pool, 32 opvarenden en passagiers aangebragt van bat Fransch koopvaardijschip Le Grand Duqucsne van Havre h-tweik den isten dier maand komende van Manilla, in Straat Makasser, een prooi der vlammen geworden isdoor de onvoorzigtigheid van een der matrozen. Na het aanwenden van vrnchtelooze pogingen tot blussching van den hand over hand toenemenden brand, gedurende welke ook het kruid werd over boord geworpen, zag men zich eindelijk genoodzaakt het gevaar, in de booten te ontvlugten terwijl eerst den vijfden dag daarnade schoe ner Circê ontmoet werdaan boord waarvan de schipbreukelingen opgeno men en allezins liefderijk verpleegd werden, gelijk blijkt nit eene verkla ring van den gezagvoerder van het voormeld Fransch schip P. Costeyin welke hij in het bpzonder zijne erkentelijkheid betuigt aan gemelden kom- mandant Pool, aan den luitenant Pieweg en den chirurgijn Polmig', alsmede aan den beer Pietermaatdie zich als passagier aan boord van de Circi bevond." Men schrijft uit Middelburg d, d. 13 December het volgende: Gisteren is de Oude of St. Pieters Kerk, gelegen binnen deze Stad, in het openbasr tot afbraak verkocht, voor eene som van f 19,300, aan den heer Dirk Dronken, aannemer van publieke werken. Dit gebouw, eene groote kruiskerk, is gebouwd van 1306 tot 1310 of 1313, en was de eerste kerk dieterstond na het oitergaaD dezer stad aan Pnos Willem I, 1574' tot eerediensc der Hervormden werd ingerigt, en tot bet jaar 1809 daartoe is gebruikt, zijnde dezelve alstoen, door de inlegering vati het Engeiscbe.krijgsvolk, van binnen zeer verwoest en sedert in dien Staat gebleven." Uit VliisingeD wordt geschreven: 9 De campagne-vivres, sedert de onlustcD, aan het garnizoen dezer vesting verstrekt, zullen met 1°. Janua ri] 1834 opbonden te worden uitgedeeld, uitgezonderd het brood. Van •en en ander is van hoogerhand deft aannemers reeds aanzegging gedaan." Volgens berigten uit Limburg, heeft de verwisseling der bezetting van Maastricht,S ingevolge de overeenkomst van Zonhoven, een' aanvang genomen j en zijn reeds eenige detachementen van en naar die stad ver trokken. Zijne Exc. de Luitenant-Generaal Meijer heeft het volgende doen Bit vaardigen: Leger te Velde, Hoofdkwartier te Boxtel, 6 December 1833. Dag-Order. Ik vind mij in de smartelijke verpiigting gebragt, om de troepen der 3de divisie Infanterie te informeren, dat de twee veldbataillons der 13de •fdeeling infanterie,- ingevolge de bevelen van Z. K. H. den Opperbevel hebber de divisie zullen verlaten om zich naar Maastricht te begeven zeilende deze vervangen worden door het vandaar komende derde en vierde bataljon der 8ste afdeeling infanterie. Met genoegen herinner ik mij, bet driejarig tijdvakdat ik die dappe- rén onder mijne bevelen heb mogen gerangschikt ziende goede orde en krijgstucht welke steeds bjj deze korpsen hebben geheerschtde welwil lendheid en goede gezindheid welke zij ten alle tijde voor 's Konings dienst hebben aan den dag gelegdde naanwgezetheidwaarmede de aan hen ge- - gevene bevelen zijn ten uitvoer gebragthebben mij bet moeijelijke van <Je gewigtige taak, die mij als Opperbevelhebber der divisie, was opge dragen, aanmerkel(k veraangenaamd en verligt, terwijl hunne onwankelbare moed en koele bedaardheid gedurende den Tiendaagschen veldtogtzelfs in de hagchelijkste oogenblikken ten toon gespeid, hun immer eene regt- matige aanspraak op miine bijzondere Hoogachting zullen geven. Ik kwljre mij dan ook bjj deze volgaarne van de voor mij zoo aangename taak, de HH. Hoofd, en verdere Officieren en manschappen mijnen wel- meenendsten dank te betuigen ik wensche bun een hartelijk welvaren en bevele sjj bij voortduring in hun iieder aandenken. Op last van Zijne Excellentie den Luitenant-Generaal Meyer, bevelvoerende over de 3de divie Infanterie. De Majoor, fungerende Chef van den Staf, Cet.j Roloff. Uit Antwerpen wordt geschrevenWij ontvangen het treurige be- rigt, dat de jongstleden stormen vele rampen hebben bewerkt} alle de ver- liezen welke de schepen tot onze haven beboorende of naar onze haven bestemd geleden hebben zijn nog niet bekend. Wij hebben reeds van de twee volgende schepen gewag te mtken. De Duncan van New-York naar Antwerpen is bij Boulogne den 11 dezer maand gestrand; de ekwipagie is gered, met uitzondering van den kapitein ■welke verdronken is. De London Packet, van Liverpool naar Antwerpen, is op de kust bij Ulverstone vast geraakt. Het schip zal verloren zijn. ge heer van de Wejer is van Londen te Brussel aangekomen. De Brnsselsche Emancipation verzekert, dat de Brnsselsche bank aan de katoen - fabrijkanten een aanbod gedaan heeft om hun gelden op hunne fabrikaten voor te schieten. Het is voornamelijk aan de bemoeijingen van den heer Coghenzegt mendat dit besluit toegeschreven moet woiden. Dit aanbod stelt hen ten minste in staat den tijd der knsis te verdragen zoo deze krisis slechts toevallig is. 's Gravenhage den 15 December. Z. K, H. de Prins van Oranje benevers de Erfprins zullen heden nacht de reis naar St. Petersburg aannemen. j Laatstleden Vrijdag heeft de Eerste Kamer der Siaieu-Generaal we. derom hare raadplegingen hervat, Den 16 December, In de zitting van de Tweede Kamer der Staren- Generaal, welke beden omstreeks ten half elt ore, in tegenwoordighe d van HH. Excell. de Ministers van Financiën, Binten, en Boitenlandsche Zaken, Justitie, benevens Nijverheid en Kolomen, een aanvang nam. zijn twee ingekcmene verzoekschriften naar de commissie ad hoe serzoi.deu. Vervolgers zijn de beraadslagingen geopend over de op heden aan t?3 orde van den dag zijrde ontwerpen van wet, bepalende de Stsats-uirgSven over 1834, en de middelen, om daarin te voorzien. »n hebben daarover, achtereenvolgens, de heeren Rengers, ByleveldDyckmeesterLuzacvan AlphenBacker, Pepelaer, van Dam van Ine ItFcckema, Schimmelper,ninck ven der Gronden, Hooft en Kniphorst, zoo voor als tegen de wetten, het woord gevoerd. De leden, die voor de ontwerpen hebben geconcludeerd, beschouwden het cijfer der begrooting van uitgaven te hoog opgevoerd, eD hebben in het algemeen op vereenvoudiging en bezuiniging in het Staatsbestuur aan gedrongen; na de laatste veranderingen echter, welke de ontwerpen had den ondergaan, kwam hen dezelve aannemelijk voor, nit hoofde men nu de stellige verzekering bekomen had, dat op de twee millioenen guldens, welke aanvankelijk buiten beschikking bleven, niet zonde worden terugge komen, en dat men met genoegen had gezien, dat het uitzigt van bezui nigingen, over de dienst in 1834. geopend is, en dat. voor het vervolg, ter vermijding van toekomende deficits, de uitgaven en middelen gelijk ge steld zouden worden; dat zij met die plegtige toezegging der Regeering genoegen namen, te meer, daar, bij eene verwerping der begrootings- vretten, altijd moeijelijkheden ontstonden. Veelvuldig waren de aanmerkingen der leden, die zich tegen de begroo. tingswetten verklaarden algemeen vond mendat zij geooegzaara aan de zelfde gebreken, als die van vorige jaren, onderhevig waren; dat er we derom geene evenredigheid tnsschen de nitgaven en middelen bestond, en dat, in weerwil vaD de buitengewone hoogte, tot welke de belastingen waren opgevoerder nog een deficit van 23 tonDen goud overbleefdat het ondoelmatig en strijdig met de grondwet wasglobaal 2 millioen van alle de hoofdstukken der begrooting bniten beschikking te stellen, daar dit alle de posten der begrooting op losse schroeven stelde; dat de wet der noodzakelijkheid voraerde, alle mogelijke bezuinigingen met eenen vasten hand, in aile takken van het bestuur in te voeren; dat men vooral bij den benarrien staat van 's Rijks scbaiKist en terwijl duizende landgenoo- ten onder den druk der tijden zuchten, geene duizenden Debootde aan te vragen voor kabinetten, museums, instituten, mozijk-scholen, enz., eu dat ook de som van 500,000, ter ondersteuning vaD sommige takken van nijverheid uitgetrokken, grootendeels, in de tegenwoordige omstandighe den, behoorden te vervallen, dat het cijfer der begrooting, hoe hoog hetzelve ook is opgevoerdnog niet eeDs dat alles bevacwat er onder had moeten begrepen worden, en de 6 percents obligatien, tot welker aflossing de regering gehouden is, niet in de begroóting der uitgaven, waaronaer zij hadden behooren gebragt te zijnis aan te treffen dat or/k de koloniën niet van de staatsbegroóting behoorden te verdwijnen, daar. - hierdoor het voorkomen zou verkrijgenvan geen deel meer van het njK nit te maken, en dat ofschoon den Koning, overeenkomstig de grondwet, bij uitsluiting het opperbestour over de volkplantingen in andere wereld- deelen is opgedragen de excidenten dier koloniën aan het moederland ■hetwelk hetzelve in den nood heeft bijgestaan toekomen dat derhalve de geiden, welke daaruit voortvloeijen, niet aan het gemeen overleg der Star ten-generaal mogen worden ontrokken dat ook de som van f 130,000 als strekkende tot rentebetaling aan het Amortisatie Syndicaat, voor genomena sommen door het departement der Nationale Nijverheid, atet op de be grooting behoorde voor te komenuit hoofde dit departement daartoe geenszins, op eene wettige wijze, gemagtigd was. Met betrekking der wet op de middelen, tot voorziening In de Sraats. behoeften, heeft men zich voornamelijk tegen de heffing van 12 opcenten op den hoofdsom der grondbelasting verklaard, en het ouregt'aardig genoemd; alleen de vaste goederen te treffen, daar van grootere rijkdommen, in an dere goederen bestaande, niets gevergd wordt; te meer, daar, sedert den afval van Beigie, de wet van 20 Januarij 1825 heeft opgehouden te bestaan, en bet besluit van den 6 October 1830, waarbij ae vrije invoer van gr. nn wordt toegestaan, veel nadeel aan den landbouw heeft toegebragt. O R vond men bet onbillijk eene belasting op de brandstoffen, met zoo veie vrijdommen, in te voeren, terwijl bë haardstèdên belast waren; dat o k die belasting ongelijk zou dragen nit hoofde in sommige oorcien van ons Vaderland, grootendeels bet hout tot brandstof diende, hetgeen strijd g was met art. 198 der grondwet, hetwelk voorschreef, dat geene privile- gien in het stuk van ticlasiingen kunnen worden verleend. Behalve deze a'getneene aanmerkingen, zijn ook door de heeren Luzac en van Dam, die zich beiden tegen de wetten verklaard hebben, eenige bijzondere aanmerkingen gemaakt, die met dezelven in geen omnlddelijk ver band stonden; zoo heeft, onder aodeteode heer Luzac gezegd, de wensch te moeteD herbalen, van ieder hoofdstuk der begrootiug, m een afzonder lijk ontwerp van wet gesplist te zien; daar men nu bij de aaneenkoppe- ling van alle hoofdstukken, in de onaangename noodzakelijkheid verkeerde om het goede met het kwade te moeten verwei pen; hij betreurde deswege den ongelukkigen uitslag, van het voorstel van den heer van Nee, in den maand Juni] II. Na met klem van redenen op bezuinigingen in alle takken tan het Staatsbestuur te hebben aangedrongen, heeft de redenaar iu het breede de noodzakelijkheid eener spoedige herziening van de grondwet en bet inwerkingbrengen detzelve betoogd. Verkeerd was het, volgens den spreker, dat men eerst na het tot siandbrengen van een eindverdrag mee Beigie hieraan behoorde te denken, daar toch reeds in bet begin vani83l, en kort nadat Beigie een wapenstilstand gesloten had, dócr den Koning eene commissie tot herziening dier grondwet was benoemd. Na dat de heer van Dam van Inelt over de bijzondere hoofdstukken der begrooting gesproken haa gaf hij zijne vrees te kennen, dat, wanneer men op den slechten weg bleef voortgaan, niettegtnstaanae het sedert 18:6 gebleken was, dat men telkens meer en meer achteruit gmg, zulks met den ondergang van ons financieel stelsel zou eindigen. Hij verklaarae vooris te moeten pf°!esteren tegen de onk-eschen en ougronuwettige han. ueiwijze van het ministerie, om van den geëerbiedigden naam des Konings bij de discussien gebruik te maken hij gevoelde te veel eerbied voor het hoofd van den Staat, om dasrover uit ie wijden, Boveudteu drong hij aan op de verbetering en herziening dt r grondweten op het daarsteilen van den vrede daar het meer oan tijd was een einde aan den onzekeren stasc van zaken te maken. Tot bekoming van dien vrede vordeuie Dij het ogen naar maken doer de regering, voor het oog der natie en der mogend heden, van de vooi waarden waarop wij d e.i vrede wenscheen aan te gaan, opdat, muien men ütnueu zekeren tijd, daartoe niet mogt toetreden, wy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1