A°" »83Si LEYDSCHE N°. 130. COURANT; li ver, l-KFMï r V R IJ D A G DEN tt NOVEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den 21 November. Gisteren middag, omstreeks 4 uren, zijn H. H. K. K. H. H. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, benevens Hoogstderzelver oudste Doch. ter. en verder gevolg, deze stad gepasseerd, zich van's Hage naar Berlijn L. Uit de provincie Zeelano wordt d. d. \j November geschreven; De ra-schepen, op de Schelde in positie, znllen bij bet opkomen van de vorst, zich naar Vlissingen begeven. De fraai gebonwde koop vaardijschepen Bellona en de Schelde, toebehoorende aan de Belgische han delhuizen Serruys en de Baal, en welke sedert de onlusten in het Dok te Vlissingen zijn ligger.de, znllen eerstdaags hetzelve verlaten, en onder Hol- landsche vlag gaan varen. Men verneemt, dat er aanmerkelijke veranderingen in het leger op bande zijn, het verminderen der Schutterijen, het indeelen en reorganise- zen van sommige korpsen en het vergrooten van anderen, waarbij een, welker gewigtige diensten men in de laagste omstandigheden algemeen heeft erkenden welker perscneel voor eene aanzienlijke uitbreiding vatbaar is." jn het antwoord van Leopold op het adres van de kamer der verte. genwoordigers. komt, onder anderen, het volgende voor: Ik kan niet anders, dan in uwen wensch deelen, om Belgie bevrijd te "zien van de betaling der achterstallen van het gedeelte der schuld, het welk te zijnen laste i» gebragt. Deze zaak is bij de onderhandelingen waaraan mijne regering deel heeft genomen, niet nit het oog verloren. Onze aanspraak op deze kwijtschelding zai te gegronder worden, naar mate Holland aan het tot stand brengen eener finale schikking langere ver tragingen in den weg zal leggen. De commissie, welke in Belgie is aangesteld tot regeling van het onderwijs, bestaat uit zulke leden, die bijna allen tot de partij der zooge. naamde politieke - katholijkenS behooren. De Courtier beklaagt zich dan ook hevig over de benoeming van die commissie; hij doet opmerken, dat het bewind reeds seaert twee jaren in het bezit is van een ontwerp van wet op het openbaar onderwijs, welk ontwerp waa opgesteld door eene commissie, welke bet vertronwen van alle partijen genoot; dat het minis terie de beraadslaging over dit ontwerp, telkens onder het een of ander onbeduidend voorwendsel, heeft uitgesteld; dat men thans, nn de boven drijvende partij het oogeublik geschikt acht, om ten dezen openlijk naar haren wil te handelen, niet alleen het reeds bestaande ontwerp van wet ge heel laat vervallen, maar zelfs eeoe geheel nieuwe commissie benoemt, wel ke volkomen in den zin dier partij is. Daar nu de Courrier erkent, dat zijne tegenpartij In de kamers eene beslissende meerderheid heeft, en hij derhalve voorziet, dat het ontwerp, hetwelk de nieuwe commissie zal in. leveren, door de kamers zal worden aangenomen, verlangt hij, dat de zoo. geraamde liberalen, wanneer het ontwerp ter tafel zal worden gebragt, jtich nit de vergadering znllen verwijderen, ten einde op deze wijze ten minste alle beraadslaging over hetzelve te verhinderen, tot dat eenmaal de kamers anders, en (gelijk de schrijvers van het dagblad zich nog schijnen ie v'.eijen) beter zuilen zijn zamengesteld. Niet minder verbolgen is de Courrier over de benoemingen bij de hoogste regterljjke magt, welke meer en meer uit erkende hoofden en voorstanders van de partij der politieke, katholpen wordt zamengesteld. Door den Belgischen minister van oorlog i8 ten behoeve van de be langhebbende gemeente der provincie Antwerpen beschikbaar gecteld eene torn van ruim 231,000 fr. voor geleverde levensmiddelen aan het Fransche leger, bij gelegenheid van de expeditie tegen het kasteel van Aniwerpen. Of die som doot Eelgie of door Frankrijk betaald is, blijkt niet, maar de dagbladen voegen e? bij, dat het Fransche gouvernement alle schadeloos- ételling voor de inkwartiering der troepen weigert. pe beer Meeus te Brussel, voor eenige dagen van die stad eene gcbavergoeding geeiscbc hebbende voor meer dan twee millioen franken ■wegens de plundering, die bij hem in 1830 heeft plaats gehad; zoo blijkt bet thans, dat die stad van haren kant voor de burgerlijke regtbank aldaar, bet Belgische hoofdbestuur vervolgttot het verleenen van vergoeding voor jchade, die aan de stads-gebouwen sedert 1830, ten gevolge.der volks- oploopen is toegebragt, en tot het optreden als borg voor de schadeloos stelling, die uit de stedelijke kas aan de geplunderde ingezetenen moet wor- ésn uitbetaald. De regering van Brussel steunt dezen elsch op de voor de Belgische gezagvoerders niet zeer vereerende redenering: dat de volks- cploopen, die sedert Augustus 1830 te Brussel zijn voorgevallen, als de beginselen van de Belgische omwenteling moeten worden beschouwd, en de plunderingen en ongeregeldheden, waarvoor thans schadevergoeding betaald moet werden, dus eene staatkundige oorzaak hebben; dat het Bel. gische volk, na de resultaten der omwenteling te hebben erkend en be krachtigd, de tot het bewerken daarvan gebrnikte middelen niet wraken en miskennen kan, hoe treurig die middelen ook voor de slagtolfers daarvan geweest zijn; en dat bet dus onregtvaardig zou zijn aan de stad Brussel alleen eenen last op te leggen, die als eene nationale schuld moet worden beschouwd; hebbende nog daarenboven het voorloopige bewind van Bel gie, tijdens de plunderingen, waarvan het te voren kennis droeg, wel verre van deze ongeregeldheden door de te zijner beschikking staande middelen te stuiten, zelfs de werking der burgerwacht verlamd," enz. Eerlang zal ook in deze zaak eene uitspraak gedaan worden. De Messager de Cand van den i8den dezer behelst een artikel, in ietwelk hij zeer bijtende aanmerkingen maakt over de teleurstelling, welke de Oostenrijksche en Pruissische afgevaardigden het Belgische gouvernement hebben doen ondervinden. Men had Ambassadeurs verwachc, en na lang wachten, verschijnen er een paar koele zaakgelastigden, die zich niet een. maal met hunne geloofsbrieven aan den KoBing, maar aan den minister wen den. De Messager beweert, dat zoo men inderdaad bet tegenwoordig gou vernement als een blijvend en niet als een voorbijgaand tnsscheo-bestuur beschouwd had, men de erkenning van Leopold door Holland afgewacht en bespoedigd zou hebben. De geheele zending, meent de Messager, betreft het punt van Luxemburg, en ware bet anders, had men niet eene bitcere teleurstelling ondervonden, zoon zo men i.iet nagelaten hebben de komsc der beide gelactigden in de troonrede zoo boog te doen klmkeo als men ïlechts immer had kunnen doen. De Kortrijksche fabrikenrs hebben op het voorbeeld van die van Gent, een brief in den Messager de Gand doen plaatsen, door 21 hUBner ondeiteekeadhebbende slechts één fabtikeur zich onthoudenwaarin zij dezelfde klagten ovér den staat der fabrljken doen hooren en verklarendat zoo men de rampen wilde afweer ndie nit den stilstand der fabrijken mo.-t voortspruitenhet daartoe hoog tijd is, zijnde hnnne vrees nog ver meerderd door het gerucht, dat de pogingen van vreemde zendelingen, om eene vermindering van inkomende regtente Brussel met een gunstig ge- voig schenen bekroond te worden, De Luiksche geweerfabrijkanten hebben van wege den Onderkoning van Aegypte eere bestelling van 15,000 geweren ontvangen. 's Gravekhage den 20 November, H. H. K. K. H. H. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, zijn hedenmiddag, verzeld van Hoogitderzelver oudste Dochter, nit deze Residentie naar Berlijn vertrokken. Heden avond vertrekt Z. K. H. de Prins van Oranje naar het leger. Er heeft heden wederom eene conferentie der centrale afdeeling van do Tweede Kamer der Staten-Generaalmet Zijne Exc. den minister van financien, over de begrootings-wettenplaats gehad. Tegen Vrijdag aanstaande, des namiddags ten twee ure, is er eene openbare zitting der Kamer aangezegd. Op den 18 dezer Is te Zonhoven, tusschen wederzgdscha Hoofd-ofE- eieren eene militaire overeenkomst geslotentot regeling der uitvoering van het laatste gedeelte van art. 4 der conventie van den ai Mei jl.be trekkelijk de vrije gemeenschap tusschen de vesting Maastricht en de gren zen van Noord-Brabanden tusschen de gezegde vesting en Duitschland. Er zijn acht dagen bepaald voor de uitwisseling der ratificatien van deze overeenkomst. Bij gelegenheid der plegtige nitroeping van de jeugdige Vorstin, doch- ter van Koning Ferdinand VII, tot Koningin van Spanje, onder den naam van Isabella de Tweedeop den 24 October II.zgn er te Madrid onder het volk vierderlei soorten van gonden en zilveren penningen gestrooid, welke een en denzelfden stempel dragen doch van verschillende grootte zijn. Op de voorzijde ziet men het koninglijk wapen met den naam en de titels der jeugdige Kouingin op de keerzijde leest men Acclamatie augusta 24 October 1833; dat is: Koningljjke uitroeping, 24 October 1833. 'Naar men verneemt, bezit het koninglijk kabinet van penDingen reedi een exemplaar van ieder dier strooipeoningen. Poeldijk beboorende tot de gemeente Monster en Ter Heide den 8 No vember. Heden had hier voor de Ingezetenen en derzeiver kinderen eena belangrijke plegtigheid plaats. De Burgemeester van der Meer van Kufeler had ijverige en onvermoeide pogingen in overeenstemming met het gemeente bestuur, aangewend, om een nieuw en doelmatig schoolgebouw te mogen oprigten. Daarin ondersteund doot den schoolopziener Jhr. van Vredenburch mogt hec hem gebenren eene aanmerkelijke bijdrage van het gouvernement te ontvangen, terwijl het te kort komende uit de gemeentekas zal gevonden worden. Onder bet cpzigt van zijn Edel Achtb. kwam een fraai, luchtig en naar de tegenwoordige voorschriften ingerigt gebouw tot stand. Pleg- tiglyk werd hetzelve door hem en het gemeentebestuur geopend en ten dienote der jeugd overgedragen. De heer de Fries Robbé. voorzitter der commissie van toeverzigt over de drie scholen in deze gezegde gemeente deed, bg deze gelegeaheid ter inwijding, eene zeer gepaste aanspraak daar in op eene treffende wfls herinnerende aan de belangstelling, welke het tegenwoordig lager school-onderwijs in ons vaderland verdient, vooral ook door de begunstiging en bevordering, welke onze geëerbiedigde Koning en de lagere regeti.igsbesturen daaromtrent aan den dag leggen sluitende met dankzegging aan den Burgemeester, met aanmoediging van den onderwijzer en zegenbede over de leerende jeugd en geheel het onderrigt. Deze pleg tigheid werd veraangenaamd door toepasselijke en afwisselende gezangen der kinderenzijnde tevens niet weinig opgeluisterd door de tegenwoordigheid van den heer Roomsch-Kattaolijk pastoor dezer gemeente en den predikant van Monster, waartoe de leden der Hervormde kerk van Poeldgic behoo ren, Voorts bevonden zich nog onder de toehoorders de predikanten van Naaldwijk en Loosduinen, de K oomsch-Kathoiijk pastoor van Monsterde Burgemeester van Naaldwijk en verscheidene school-oiderwijzers en onder meesters uu den omtrek. Zijnde de school-opziener van het eerste district waartoe deze school onlangs, bij koninklijk besluit gebrr.gr isdoor onder- steldheid verhinderd geworden tegenwoordig te zijn. Alle; liep totaigemeen genoegen af, allen waren voldaan over hetgeen zij gehoord en gezien hadden, erkennende bet blijvend geluk ven ons vaderland, waarin de Regering, ook te midden van meer zwaardere en buitengewone staatszorgen niet ophoudt uitbreiding en bloei te geven aan het onderwijsals den grondslag en steun van goeden zeden en godsdienstige beginselen, die aliéén leiden kunnen tot hetgeen iederin zijnen standtot een nuttig ingezeten en bruikbaar lid dei maatschappij maken kan. ITALIË, De Aug'.b. Allg. Zettung behelst uit (Italië van den 8 November, het volgende: Het wordt nog altijd waarschijnlijker, dat de Hertog van Lucctt werkelijk tot de Protestantsche Godsdienst is overgegaan. (Deze overgaan is na te voren gemeld te zijn daarna opelijk weersproken geworden.) De Pauselijke Stoel werd door bet toenmalig gerucht opmerkzaam en heeft onlangs eene formele verklaring van den (Hertog verlangdwaarin hij zich bij den Paus over dat algemeen verbreid gerachc zou regtvaardlgen. De Hertog zou geweigerd hebben eene dergelijke verklaring te geven het geen zeker bet vermoeden bevestigen moet, dat hij de godsdienst zijner vaderen verlaten heeft. Aan de andere zijde schijnt men ook van deze zaak iu Madrid ernstig kennis te nemen. De Spaansche regering zou het bewüs van hem verlangd hebben, dat hij niet Protestantsch geworden is, en bevel fcebben gegeven, zoo lang met de uitDetaiing der toelage, die de Hertog van Spanje ontvangt op te honden, (welke toelage die zeer aanmerkelijKis hem door het Parijzer tractaat van 1814 tot schadeloosstelling van Parma is toegewezen,) en we! zoo lang tot dat hec verlangd bewijs geleverd is. Het zou den Hertog zeker zeer zwaar vallen een dergelijk negatief be wijs aan te voeren: maar men denkt tevens, dat het Spaanscbe bof door zijne gezantschappen in Duiischlaud stellig onderrigt is, dat hg Protestant is geworden. Daar nu het Spsansch regentschap niet af keerig isom der startskaa geld te besparen door het aan eenen Koninglijken Prins te ont houden, zon dit hiervan wel het gevolg zijn kunnen. Ook is de Hertog van Lucca onder diegenen die tegen de troonsopvolging van de vrouwelijke linie in Spanje geprotesteerd bebben. Bij het leven nog van Ferdinand VII beeft hjj zien aan de overigej medeleden van den ouderen tak van Bour-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1