A0- 1833;
LEYDSCHE
COURANT,
K'. 105.
MAANDAG
DEN 2 SEPTEMBER
NEDERLANDEN.
Leyden den 1 September.
Het Handelsblad deelt eenen brief uit 's Gravenbage ontvangen mede,
zonder de daarin bevatte bijzonderheden te waarborgen. Hij is de volgende:
Ten gevolge van ontvangen depeches uit Londen, zijn gisteren morgen
de alhier nog aanwezige Ministers, die zich niet reeds naar hec Loo bege
ven hadden, derwaarts vertrokken, waaronder zich ook Zijne Exc. de
Baron van Zuylen bevond, die tijdelijk, gedurende de afwezigheid van den
Baron Terstolk. met het portefeuille van buitenlandsche zaken belast is.
Naar het schijnt hebben de depeches betrekking gehad tot de op jongst
leden Maandag gehouden Conferentie te Lorden; welke bijeenkomst, zoo
men verzekert, velerlei bezwaren heeft opgeleverd. Het Luxemburgsche
geschilpunt en het op de Scheide te heffen tolregt schijnen de voornaam,
fte punten van beraadslaging te hebben uitgemaakt; doch deswege moet
geen besluit genomen zijn. Integendeel moet de Londensche Conferentie
zijn uiteengegaan, zonder iets te hebben besloten, en zonder zelfs den
tijd te bepalen, waarop zij hare zittingen zal hervatten, zoodat sommigen
meenen, dat zij hare werkzaamheden heeft geschorst. Naar Hellevoetsluis
zijn bevelen gezonden om eene stoomboot in gereedheid te houden, ten
eiDde onmiddelnk depeches naar Londen te kunnen overbrengen. Op het
Loo zal waarschijnlijk een kabinetsraad worden gehouden, waarin over de
ontvangene gewignge depeches zal worden geraadpleegd.
w Volgens sommigen zoude de heer Vent0Ikten gevolge der mislukking
van zijne reis, in het Vaderland terugkeeren. Sommigen gewagen ook
veel van een, dezer dagen door den Duitschen Bondsdag, betrekkelijk de
Luxemburgsche kwestie, genomen besluit, en anderen verzekeren ook,
dat in den kabinetsraad op het Loo, voornamelijk zoude worden overwo
gen of men dezer zijde al dan niet eenig voorstel aan de Duitsche Bonds
vergadering, betrekkelijk Luxemburg, zal onderwerpen.**
Tevens berjgt dit blad, dat de benoeming van den heer Repelaar
van Dtieltot Burgerlijke ambtenaar in de Oost-Indien, onjuist is.
Het bewijs van aandenken, aan de krijgslieden van de citadel van
Ancweipen uitgereikt, stelt aan de eene zijde het burgtslot van Antwerpen
voor, in de gedaante van eenen vijfhoek, waarin de woorden Citadel van
Antwerpen voorkomen; aan de keerzijde vindt men in eenen laauwerkrans
vaB boven gesloten en gedekt door Zijner Majs. gekroond naamcijfer, de
woorden December 1832. Aan alle manschappen is tevens een Certificaat
uitgereikt, waarbij zij tot het dragen van het bewijs vaB aandenken, in
gesteld bij Koninklijk besluit van 31 Mei 1833, N°. 122, geregtigd wor
den verklaard, en welk certificaat zich door deszelfs keurigen druk bij
zonder onderscheidt.
In de Bredasche Courant van den 30 Augustus, lezen wij:
Bij eene vorige gelegenheid hebben wij aangetoond, hoe de Engelsche
ministeriele bladen de Hollandsche natie in den waan zoeken te brengen,
dat het verschuiven eener eindelijke beslissing onzer aangelegenheden met
Belgie, tegenwoordig hoofdzakelijk in het Luxemburgsch vraagstuk gele
gen is, en dat onze Koning, door gedurige moeijelijkheden in het midden
te brengen, de oplossing daarvan tegenhield. Naar aanleiding van eenige
bij ons ontvangen particuliere berigten, is het ons thans duidelijk gewor
den, dat ook deze beschuldiging geheel valsch is, en onze geliefde Ko
ning getoond heeft, ook betrekkelijk dit pont, Hoogscdeszelfs bijzondere
belangen voor die zijner getrouwe Nederlandsche onderdanen te willen
opofferen. De bedoelde vertragingen zullen veel meer aan de Duitsche
bondsvergadering moeten geweten worden, die, naar het schijnt, niet het
minst van eene verdeeling van dien voormuur tegen Frankrijk weten wil,
en reeds ondershands moet gedreigd hebben van bet geheele Groot-Her
togdom door bondstroepen te laten bezetten. Frankrijk, daarentegen,
zoekt de Belgische kwestie door het opwerpen van moeijelijkheden te
rekken, ten einde alzoo hei schrikbeeld van eenen algemeenen oorlog,
waarmede het reeds zoo veel gewonnen heeft, het uiet plotseling ODtvalle,
terwijl hetzelve tevens daarmede gansch Luxemburg voor Belgie, of, wat
hetzelfde is, voor zich zoekt te winnen. De bezetting door Bondstroe
pen wil Frankrijk niet toestaan; en daarom ook hondt het steeds een Ie.
ger in de Noorder-departementen in gereedheid. Deze zaak heeft intus»
schen de Belgische kwestie op een allermoeijelijkst terrein gebragc, met
door toedoen onzer Regering, maar door de gedragingen zijner zooge
naamde getrouwe Bondgenooten. De nota van ons hof, waaraan de Fran-
sche papieren voor eenige dagen gewag maakten, en die aan de hoven van
Prui6senOostenrijk en Rosland zou gezonden zijn, moet daarover hoofd
zakelijk bandelen, en de belangen van Oud-Nederland daarin met krachtige
bewoordingen op den voorgrond zij-n gezet. Zijne Maj. moet aan genoem.
de boven een categorisch antwoord hebben gevraagd, en daarvan zal hec
moeten afhangen, of de Mogendheden al of nier hare regten tegen over
Frankrijk zullen durven staande houden. Onze correspondent meldt,
dat het Fransche ministerie niet zonder eenige ongerustheid het antwoord
afwacht op deze nota, die overigens reeds eea perk had gesteld aan alle
kuiperijen, welke ten opzigte de beschouwing van het Luxemburger vraag,
stuk werden gesmeed."
In de stad Luxemburg is de verjaardag van onzen Koning plegtig
gevierd geworden. Ten negen ure des morgens werd op hec glacis der
vesting eene groote parade van de Pruissische bezetting gehouden, waarnij
de burgerlijke overheden en ambtenaren tegenwoordig waren. Ten elf
ure begaven zich die ambtenaren, door de officieren der bezetting verge
zeld, naar de Sr. Pieterskerk, alwaar, na het vieren der mis, een Te Deunt
en het gebed voor deB Koning gezongen werd. Des middags werd een
groot gastmaal gegeven, waarvan de kosten bestreden werden uit eene in
schrijving, die uit eigene beweging door de ambtenaren en aanzienlijkste
ingezetenen der stad was geopend, en tot welks bQwoning omstreeks 50
officieren en militaire ambtenaren waren uitgenoodigd. Ruim 150 personen
Damen aan dit gastmaal deel, hetwelk in eene met smaak versierde zaal
gegeven werd, en waarbij de hartelijkste vreugde voorzat. Onder een
luid vreugdegejuich en het gebulder van het geschut werd daarbij de ge
zondheid van den Koning-Groot-Henog gedronken, en deze toast beant
woord doör eenen anderen ter eere van den Koning van Pruissen, den
- v, Souverein van een groot deel der genoodigden.
Terwijl de feestviering van *s Konings ver/aardag op het fort Lillo
gevierd werd, en men aldaar aan een diDer deel nam, werd de bezetting
wordeilijk verrast door een uit Antwerpen van eenea onbekenden toege
zonden deceit, met het opschrift: Leve H HUm de Regtv aardige.
Door de te Vlisslngen geplaatste of woonachtige ambtenaren en offi
cieren der marine, alsmede door de kommandanien van de aldaar en op de
Schelde geposteerd liggende schepen en vaartuigen van oorlog eo derzelver
onderhebbende ecjuipagien ten behoeve der gekwetsten of der weduwen
en weezen van de gesneuvelden bij de verdediging der citadel van Ant
werpen en de gevechten op de Schelde bijeen gebragc zijndeeene somma
van f 2063. 20f» '8 dit montanc ter hand gesteld aan den vice-admiraal
Genius, directeur en kommandant der marine in hec hoofd-deparcement van
de Schelde; en zal daarvan, in overeenstemming met hec doel der edel
moedige gevershet meest gepaste gebruik worden gemaakt#
In de zitting van Donderdag, in de kamer der vertegenwoordigers
te Brussel, verklaarde de minister van financien, de heer Duvtvierdat
het deficit, aangetoond door de centrale afdeeling in de gesteldheid der
schatkist en door haar begroot op 85,000,000 fr.niet meer dan 54,000.000
beloopen zal, bestaande uit den aan Holland verschuldigden achterstand,
maar welke vergoed zal worden door het verhaal, tegen dat land, wegens
de kosten van wapening.
Volgens het dagblad der provincie Luik zijn de onderhandelingen
over den doortogt van Hollandsche troepen van en naar Maastricht ren
einde geloopen en is eene overeenkomst geslotenvolgens welke er telkens
twee hoöderd man van het Maastrichtsch garnizoen, gedurende veertien
dagen, met wapenen en bagage, door Maseijk zullen trekken en te Thorn
verblqf houden. Te Weert was tusscben Belgische en Hollandsche offi»
eieren ook eene bijeenkomst over de grensscheiding geweest.
Omtrent den uitslag der onderhandelingen, welke wij daarmede deel
denomtrent de aflossing van de bezetting van Maastricht, geeft
een schrijven uit Brussel, door het Handelsblad aangevoerd, hec volgend
geheel tegensirijdig verslag:
De Luiksche Dagbladen hebben eenige bijzonderheden medegedeeld
omtrent de onderhandelingen welke te Zonhoven tnsschen Hollandsche e«
Belgische kommissarissen plaats hebben gehad; zij hebben berigt, dat ef
eene schikking aangegaan is, ten gevolge waarvan de Hollandsche troepen
met de vesting Maastricht langs eene militaire route gemeenschap zouden
hebben. Ik heb alle reden te gelooven dat dit berigt onnaanwkeurig is;
wel is waar, hebben de Hollandsche kommissarissensteunende op de over
eenkomst van 21 Mei, eene militaire route gevraagd; maar de Belgische
kommissarissen hebben diezelfde overeenkomst ingeroepen en geëischc,dac
de vaart op de Maas mee onderling goedvinden zoude geregeld worden.
De Hollandsche kommissarissen waren van geene instructien deswegens
voorziende Belgische kommissarissen hebben daarop geweigerd om
trent de militaire gemeenschap te handelen, en de onderhandelingen wer
den afgebroken."
Het Journal de Francfort heeft onder den titel Zelfmoorden een stuk,
hetgeen wij der moeite waardig keuren om over te nemen:
Nadat de schrijver had aangemerkt, dat hec getal zelfmoorden eiken dag
toeneemt, en onlaogs te Verviers weder drie voorbeelden waren opgemerkt,
melde hij, dat een zeker Student te Leuven, in den ouderdom van 21 ja
ren, zich zeiven van het leven beroofd heeft. Hij was in een fauteuil
gezeten, aan zijne linkerhand stond eeD speeltafelwaarop een pistool lag,
hetwelk hij, na zich het hart te hebben doorschoten, nog de kracht had
neder te leggen; op dezelve lagen brieven, die pas geschreven waren,
eene geloofsbelijdenis, welke zuiver Deistisch was, en vier coupletten van
den volgenden iohoud:
M Hec 6choooe dat op de aarde is, heeft niet dan eene denkbeeldige
bekoorlijkheddit in aanmerking genomen, is zelfs niet hec gei oegen
dat hij eenmaal in de liefde vond, in staat om hem in hec leven terug te
houden. Verzadigd van de wereld, beFgeefc hij zijn leven aan God Hij
wil slapen, en laat zijn ligchaam aan de wormen zijne ziel aan de winden
over. Hij wil zijn een- en - twintig - jarig leven uitblusschen, en zegt aan
zijne ouders, vrienden, en her geluk, Vaartwel!
Zie daar dan,'* zoo gaat de schrijver voort, een jongeling van
20 jaren reeds verzedigd van de wereldzoo als alle dergelijken voorgeven.
Waar heeft hij de wereld gezien? Waar heefc hij dezelve grondig Ieeren
kennen? Met welke almagtige reJe, met welk zeker en bedaard oor
deel heefc hij die maatschappij kunnen, peilenvoor welke hij en ztj voor
hem niets meer kon doen? Lafhartige en zelfzoekende jongelieden, die
zich van het leven berooven, vóór dat zij hetzelve hebben beproefd, en
die de ongelukkigen ouders tot een altijddurend verdriet die op hun de
hoop van hunne oude dagen stelden, verdoemen.
Het moet gezegd worden: de oplossing var. dit verschrikkelijk raadsel
bestaat geheel en al in de tegenwoordige opvoeding. Het zijn niet de
jongelingen zelve, het zijn de ouders, aan wien de schuld moec worden
toegerekend. Waar zijn d e strengere beoefeningen, die het oordeel vorm
den, en de rede versterkten? Wnar zijn die va?te geloofsgronden, die de
ziel met vertrouwen op God vervulden, bjjstand boden oro de wezenlijke
rampen des levens te trotseren, in plaats van denkbeeldigen zich voor
te stellen? Kennis, rede, vroomheid, al wat cie ziel vormt, en haar voor
bereidt tegen den grooten levensstrijddat alles gaat heden ten dage door
onder den naam van vooroordeelenen men staat verstomd over het ge
volg! Mijmerende, romanschrijvende, melancholische en vadzige dichters,
welke uwe ziel met het ijdele, uwe rede met dwalingen, en uwen
geest met gedrogcen der verbeelden voedt, verlaat hec leven zonder het
zelve te kennen, omdac gij hetzelve niet voor menschen wilt geschikt
maken; en gij schrijvers, en gij onderwijzers der jeugd, vervolgt uwen
taak, met uwe voorgegevene vrijheid vao kenr.en, met uwe voorgegevene
onafhankelijkheid van verbeelding, en met uwe voorgegevene eeuw van
verlichting; ziet viij met medelijden op hun neer, d*ie niet dan op hec
veertigste jaar wijzen willen vormen; en vermenigvuldigt gij op het twin
tigste jaar de lijken! De maatschappij zal misschien manhaftig worden,
wanneer al uwe jonge lafaards er zijn uitgegaan."
Elk heeft eene hem eigene liefhebberij terwijl men veelal groote
en achtingswaardige mannen behagen ziet scheppen met na te gaan en op
te sommen op hoe vele uitstekende mannen de onderscheiden landen of
steden zich mogen beroemen, ziec men de Brusselsche bladen zich ver
maken in hec optellen van het slechte volk hetwelk de ho^fsteden van
Beigiens bondgenooten Engeland en Frankrijk ontsiert.
De Emancipation geefc hiervan de vo gende zoodedin^e statistiek:
De bevolking van Londen, de buitenwijken uiet medegereiend bedraagt
l,35°,°co zielen.
Die van Parijsmede zonder de buitenwijken 774,03?.