A°- 183;! LEYDSCHE COURANT. v®\ MAANDAG t\ T£ r&s&y. DEN 26 AUGUSTUS. NEDERLANDEN. Leyden den 35 Augustus. Gisteren werd ook iu onze stad de 61steverjaardag van onzen be. minden Koning gevierd. Reeds vroegtijdig waren van den toren van het Stadhuis, van andere publieke gebouwen en verscheidene particuliere wo. ningen, de Vaderlandsche vlaggen uitgestoken, tot teeken van algemeene deelneming io dezen dag van vreugde voor het Koninklijk gezin en de gansche natie. Het klokkenspel liet zich onderscheidene malen gedurende den dag hoorendikwijle het Wilhelmus van Nassouwen &rt~Wien Neer lands Hoed enz., met welke woorden het Hollandsch hart zoo gaarne instemt, doende klinken. Bij alle godsdienstige gezindheden, werden er vergade* ringen gehouden, om in dezelve den God der vaderen te danken, die in deze, altijd nog kommervolle dagen, het leven van onzen wijzen en waar- digen Koning tot zegen van ons volk bewaardbem met moed en stand vastigheid toegerust, en bij voortduring de algemeene liefde en het onbe- paaldst vertrouwen onzer natie bad doen genieten. Vurige gebeden wer. den voor het heil en leven van dien Vorst ten hemel opgezonden, omdat elk waardeert, van hoe veel belang voor Nederland het leven van Willem den Isten is, en dewijl ieder Vaderlander zijnen Koning tot in grijsheid van jaren wenscht te bezitten. De Allerhoogste verhoore naar zijne wijs. hetd de gebeden van het volk van Nederland! Na de Godsdienst-oefening had er groote parade plaats van de Stedelijke schutterij de alhier gekantonneerde Landelijke Schutterij en Milicie alsmede van de afdeeling kurassiers. De dag werd verder in stille en gepaste vro lijkheid doorgebragtterwijl de toevloed van buitenliedenter gelegenheid van den markidag, in de stad eene groote volkrijkheid en beweging, die op zulke dagen uiet onaangenaam zijn, veroorzaakte. Wij vernemen heden de treurige tijding van het afsterven van een onzer waardige Hoogleeraren in de Godgeleerdheidden Hooggeleerden Heer Lucas Suringar. Reeds in vorige jaren had zijne gezondheid veel te wenschen overgelatendoch bijzonder in den laatsten tijd had dezelve zich in eenen ongunstigen staat bevonden en hem menigmaal belet zijne gewone bezigheden waar te nemen. Van deze onpasselijkheid echter eenigzins we derom hersteld en zich bij gelegenheid der vacantie naar Amsterdam be geven hebbendemogt het hem niet wederom te beurt vallen zijne hem aan deze Hoogeschool opgelegde taak te hervatten. Hij bezweek in laatst- gemelde stad den 24. dezer, in den ouderdom van 62 jaren. Gedorende verscheidene jaren was h(j het sieraad van onze Hoogeschool, en de beminde leeraar van zijne kweekelingen. Iedereen was bewast, hoe hij derzelver belang ter harte nam en hoe hij dikwijls boven zijne krachten hun echter zijne wijze lessen mededeelde terwijl zijne vriendelijke en voorkomende omgangzijne hem waarderende leerlingen grootelijks innam. Sedert eenige Jaren was hij niet meer in staat geweest, de gemeente van Ley. den door het houden van kerkelijke redevoeringen te stichtenhetgeen hij te voren meaden aan hem altijd eigen ijver en belangstelling had verrigt. Zijne nagelatene betrekkingen kunnen in hem achter nazien den bemiBdeu en liefderijken vader en zorgenden echtgenoot, den man die algemeen achting ondervond, den leeraar die nog lang inde gedachtenis van allen zal leven, die zijn onderwijs mogten genieten den in beteren gewesten overgebragten vriend van God en Christus. Lucas Suringar werd op den 22 De. cember van het jaar 1770 te Leeuwarden geboren. Na een aantal jaren te Lingen het Hoogleeraars-ambt bekleed te hebber., werd hij tegen het einde van 1814 aan deze Academie geplaatst, waarna bij den 13 Mei 1815 dezen post aanvaarde, en dus denzeiven 18 jaren bekleed heelt. Z. K. H. de Erfprins, met Hoogstdeszelfs zonen, is ook van Til. burg, en H. K. K. H., Hoogstdeszelfs Gemalin, van Soestdijk naar het Loo vertrokken, om bij den verjaardag des Konings tegenwoordig te zijn. Van de voor den Baron Chassi, door eenige Antwerpenaren geslagen medailje, zal een zilveren en bronzen exemplaar op het Koninklijk kabi. net van penningen in 's Gravenhage berusten, en voor het publiek wor den ten toon gesteld. De volgende octrooijen zijn door Zijne Maj. verleend geworden; Aan A. F. Bouricius, te Arnhem, op de uitvinding van verbeteringen, door hem aangebragt aan de nieuwe soort van postwagens, waarvoor bij op den 12 Januarij 1833 een octrooi voor den tijd van vijf jaren heeft verkregen, welke verbeteringen bijzonder betreffen de inrigting der onder, nellen en der kasten onder de rijtuigen, dienende tot berging van de te vervoeren goederen Aan John M. Curd], woonachtig in Noord-Amerika, domicillum geko- zen hebbende bjj den heer A. FerrierConsul van Z. M. den Koning van Groot-Britannie te Rotterdam, voor den tijd van tien jaren, op de in voering van een werktuig tot voortstuwing van stoomvaartnigen, en ter vervanging van de gewoonlijk daartoe in gebruik zijnde raderen. De Groninger Courant beeft het volgende: De gemeente van Noordbroek werd op Donderdag jl., den I5den de zer, door eene zware ramp getrcffen. Omstreeks 2 uren op den middag ontstond er, door onbekende oorzaken, brand in den korenmolen van N. J. Mulder alhier, welke door de droogte en den vrij sterken wind, spoe- dig aan alle kanten uitbrak, en zich hierop oogenblikkelijk aan de oBtnid- delijk belendende huizen mededeelde, terwijl het afvliegende riec en an dere brandende stukken ook weldra de meer afgelegene huizen aan de windzyde in volle vlam zetteden, zoodat binnen korten tijd zeven huizen benevens de molen in de asch waren gelegd. Deze brand verspreidde zich met zoo veel snelheid, dat de knecht van den molenaar, die zich op den molen bevond, en de bewoners der naast gelegene huizen naauw- lijks den tijd hadden, om, met achterlatiug van alles, de vlammen te ont. vlugten. Gelukkig dat de wind niet in de lengte, maar dwars over het dorp waaide; anders zou veelligt het halve dorp zijn afgebrand, daar er aan geen blU3tcben van de door het vuur aangetaste gebouwen te denken was, en men alleen de minder onder den wind staande buizen kon bewaren. De schade, door dezen brand veroorzaakt, wordt op ten minste 2i,coo begroot; zijnde echter de molen en vier huizen voor eene som van 11,900 verzekerd. Een getal van 12 huisgezinnen, uit 43 personen bestaande, welke alle tot den mingegoeden stand behoorec, zijn op deze wjjze van hunne wo ningen en van het grootste gedeelte, sommige geheel, van de nog daarin aanwezige goederen op het onverwachtst beroofden zien zich enkel aan de medelijdende hulp hunner medemenscben overgelaten, die wij dan ook bopeu uiet te vergeefs door hen te zullen worden ingeroepen." Uit het Leger te Velde wordt van den 19 Augustus geschreven; Onze troepen genieten bij voortduring den besten welstand, zoodat er zich slechts zeer weinige zieken bij hetzelve opdoen. Ook wordt er niets verzuimd), hetwelk de gezondheid kan bevordelijk zijn, waaronder men niet gering schatten moet de gedurige beweging, waarin zij, zonder zich veel te vermoeijen, gehouden worden; zoo doen, bj) voorbeeld, de in de vestingen gelegen troepen, dag voor dag, beurtelings, eene kleine militaire promenade, terwijl hetzelfde ook van tijd tot tijd bij de gekantonneerde korpsen plaats heeft. Het eenige waar men hier en daar wel eens over hoort klagen, is, dat de manschappen, ten gevolge vaD het vertrek veler verlofgangers, meer op wacht komen dan voorheen dan dit is meer het geval In de vestingen, dan in de kantonnementen." De Brusselsche afgevaardigden, hebben gisteren, bij definitieve stem. ming, de wet op de uitlevering met 54 tegen 9 stemmen aangenomen, zonder dat de voorafgaande discussie over sommige amendementendie trouwens reeds vroeger bij de behandeling der artikelen waren aangenomen tot nadere debatten of ernstige aanmerkingen aanleiding heeft gegeven. Den 23sten moet in openbare zitting, over het in overweging nemen der aanklagt van den heer Gendebien tegen den minister van justitie worden beraadslaagd. Uit Antwerpen wordt het volgende geschreven: Onze finantiën vervallen in eenen staat van verachtering, waartoe hec verkwistende van het militaire stelsel en de onnoodige mobilisatie der burgerwachten dezelve voeren moesten. Het budget over 1833 hondt aan uitgaven 98 millioen franken en aan ontvangsten 86 millioen, derhalve een te kort van 12 millioen. Het gezamelijk te kort, sedert onze onafhanke lijkheid tot op den 31 December van het thans loopend jaar, zal 31 mil lioen franken bedragen. Zoo de Conferentie er bij mogt blijven om ons de bij de 24 artikelen bedongen millioenen te doen betalen, zou men bij dit te kort van 31 millioen nog 55 millioen voor het achterstallige der bij het traktaat van den 15 November vastgestelde schuld, moeten voegen. In dat geval zouden w(j eene schuld hebben van 86 millioen franken," De Emancipation zegt omtrent de Conferentie het volgende: Wij ontvangen sedert eenige dagen nieuwe bijzonderheden ter beves tiging van het gerucht, nopens de weinige kans, welke er thans te; Lon. den bestaat, voor de spoedige schikking onzer zaken. Wij hadden dezen uitslag voorzien en meenen denzeiven naar waarde te schatten, wanneer wij zeggendat dezelve veeleer genoegen dan leedwezen bij ons verwek ken zal. Het zij dat de gebeurtenissen, of wel de bekwaamheid onzer diplomatie dit statu quo verschaft hebben, hieraan ligt ons weinig gelegen. Hetzelve is voordeelig, en om het te verbeterenhebben wij hoop in de toekomst. De kapitalisten, welke op dit oogenblik onze fondsen h 97 tot 99 pCt. koopen, deelen eeoigermate in dit denkbeeld, dat namelijk elke voorbijgaande dag ons meer en meer van de verpligting ontslaat, om ooit aan Holland eemgen achterstand te betalen." De volgende schandelijke gebeurtenis leest men in een Belgisch dagblad: Zoodra de tijding der vrijspraak van de drie aangeklaagden ter zake van den moord des oversten Gaillard te Leuven was aangekomen, (eene vrijspraak, die alle regtschapenen diep heeft beeroefd), begon men bij de kaailoopers en andere klassen van werkliedentot weike de beschuldigden behoorden, toebereidselen te maken, om hen te gemoet te gaan en op eene schitterende wjjze te ontvangen. De leiders der jacobijnsche partij hadden hen daartoe opgezet, Eenige lieden, onze stad voor deze nieuwe schande willende behoeden, vervoegden zicb bij onze Overhedenen brag, ten hen al het afschuwelijke van zulk eene handeling onder het oog. Onze Overheden evenwel, daarin welligt een middel ziende, om het half uitgedoofde vuur der vaderlandsche geesidrift, waaraan zij hunne verhef, fiag te danken hebben, weder aan te blazen, toonden zich geenszins be vreesd. Een dier regenten antwoordde zeer koelbloedig, dat hij dat vreug debetoon zeer natuurlijk vond, en vermits de openbare rust daardoor geens zins bedreigd werd, zich tegen hetzelve niet verzetten zou. Zonder eeni- gen tegenstand heeft dan ook, in den namiddag van den 8 Augustus, den dag, dat de zoon van Leopold gedoopt is, deze walgelijke oprogt plaats gehad. Een hoop lieden, in blaauwe kielen gekleed, en wier dreigende blikken menige smartelijke herinnering opwekte, trokken, door trommel slagers voorafgegaan, met vliegende vaandels en onder het geleide van eenen tamboermajoor, die de nniform der mobiele burgerwacht droeg, de stad door. Zij omringden eenen zegewagen, waarmede de helden van bet feest moesten worden afgehaalden waarop de met hunne ontvangst belaste commissie" gezeten waren. Een van dezen droeg een zeergroot nationaal vaandel Zóó ging de bende, voor iedereo herberg op den Brusselschen Steenweg stilhoudende, hare vrienden te gemoet. Tegen den avond kwam de afzigtelijke stoetonder luid vreugde geschreeuw in de stad terugen voerde de achtbare burgers, die aan het Hof van Assises ontsnapt waren langs onze siraten en pleinen als in zegepraal rond. Het doordringend ge schreeuw van het gepeupel drukte eene woeste vreugde uit, en na nog meermalen te hebben stil gehoudeneindigde de zegevierende togt voor dezelfde kroeg, alwaar de voornaamste der beschuldigden Stroobants, die overtuigd is geworden van den eersten slag aan den ongeiultkigen oversten Gaillard te hebben toegebragt, de fakkel weder heeft aangestoken, die op het slagtoffer was uitgedoofd. Daar werd het geschreeuw allerhevigsten hoorde men duidelijk de kreeten van Vivat de doodslagers van Gaillard Vivat onze vrienden 1 Vivat onzeu Stroobants 1 Wat neus voor de Oian- gisten 1 Dat ze hun maer gaede slaene Tot laat in den nacht heeft deze razernij geduurddie gelukkig zonder eenen nieuwen moord is geëindigd. Evenwel toen een officier; oer lansiers openlijk zijn afschuw van dit kannibalen - feest aan den dag legde, had een commissaris van de politie de welwillendheid van hem aan te manen ooi te zwijgen en zich ie verwijderen, daar hij anders zich bloot stelde, om hetzelfde lot, als de ODgelukkige Gaillard, te ondergaan." Uit Hasselt schryft men: „Laatstleden Vrijdag zjjn te Zonhoven, ge. legen op ij uur afstands van Hasselt, op den straatweg naar 's Hertogen bosch vier boofd-officieren aangekomen, te wetens de kolonel der genie ff'ilmarde lBitenant-kolonel Trumperchef van den staf der eerse divisie, voor Belgie; een Daitsch majoor, aide-de-camp van den Hollandschen generaal haxen-pf eimarwelke als sekretaris eenen luitenant der schutterij bij zich had, en een majoor, geboren te Venio, van de 131e afdeelmg infanterie, behoorende tot het garnisoen van Maastricht, voor Holland. Men zegt dat zjj belast waren om de voorwaarden van den ove-iogt van bet garnisoen van Maastricht over ons grondgebied te regelen, welk gar-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1