A°- 1833a LEYDSCIIif COURANT, MAANDAG DEN 5 AUGUSTUS. BEKENDMAKING. Het HOOG GEREGTSHOF te 's GRAVENHAGE Gezien het requisitoir van den Heer PROKUREUR- GENERAAL betrekkelijk het daaratellen der kamer van vakantie van den 29 Julij tot en met den 30 September dezes jaars 1833; Gezien de artikelen 40. 41 42 43 en 44 van het Dekreet vsd den 50 Maart 1808, en de artikelen 29, 30 en 32 van het Dekreet van den 6 Julij 1810 Heeft na voorgaande deliberatie goedgevonden te bepalen, zoo als be. paald wordt bij deze, dat de kamer van vakantie in dit jaar beurtelings zal ■worden gepresideerd door de Heeren Mn, HENDRIK van der BURG en CORNELIS CARBASIUS Presidenten in dit Hof, en voorts bestaan „i( de Heeren Mrs. DAVID WESTENBERG, SIMEON PIERRE van SWINDEN, JACOBUS DOUW LOKE, THEODORUS Ba.on van HER/.EëLE, Jonkheer FRANS BEELAERTS van BLOKLAND, EVERT CHRISTIAAN VERHEUL, en EVER f REIN van NES van MEERKERK raden. Dat deze Kamer hare teregtzirtingen zal houden tweemaal ter week, en wel Maandag den 2 September, Dn'gsdag den 3 dito Vrijdag den 13 dito, Sarurdag den 14 dito, Maa- dag den 16 dito Dingsdagaeu 17 dito. Vrijdag den 27 dito, en Saturdag den 28 derzelfde maand. Vrijdag den a Augustus Sarurdag den 3 diro Maandag oen 5 diio, Dingsdag den 6 dito, Vrijdag den 16 dito, Saturdag den 17 dito, Maandag den 19 dito, Dingsdag den 20 diro, Vrijdag den 30 dito Saturdag den 31 dito Zudende de eenre Civiele Kamer hare zitting weder beginnen op Dings- Jag den eersten October en de derde Civiele Kamer op Donderdag den ierden tferzelve maand. En zal een afschrift dezer aan den Heer PROKUREUR.GENERAAL worden ter hand gesteld, ten einde hieraan de noodige publiciteit te geven. Gedaan in aigemeene vergadering van het Hoog Geregts - Hof voornoemd, den 27 July 1833. By absentie van den Heer Eersten President: De President Van Hugenpoth In kennisse van mij fungerenden Eersten Griffier J. H. S p e 1 r m a n. Gezien door mij Prokureur- Generaal hij bovengemel- dsn Hove: A. W. Philip 5e. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gelet hebbende op het 20e en 3 ie Hoofdstuk van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad, gearresteerd bij Zijner Majesieits besluit, van den 4 Jar.uarij 1824, N°. 108, brengen bij dezen ter kennis van derzelve ingezetenen, dat, ten einde het Kies.Kolegie voor het, ingevolge art. 22 van genoemd Re glement op den 30 September aanstaande altredende een derde gedeelte der Kiezers, en tevens ingevolge ar., qo voor nog twee daarin, door overig den en vertrek nit de Stad, veroorzaakte buitengewone {vacatures weder aao te vullen, op den 31 Augustus aanstaande, aan de stemgeregtlgden biljetten ter invulling zullen worden rondgezonden, benevens eene nsamlijst der personen die de vereischten bezitten om tot kiezers te kunnen worden benoemd; welke stem-biljetten na behoorlijk te zijn ingevuldeigenhandig geieekend en gesloten, op den vierden dag na de rondzending, van wege dit Collegie door de Stads bodens, aan de huizen zullen worden opgehaald in eene geslotene kist; terwijl degeene welke zijn biljet niet gereed ter afgitie zal hebben gehouden wordt ditmaal te hebben afgezien van de uit. oefening van zijn stemregt. Dat gemelde naamlijst zoo wei ais die der stemgeregtigdsnvoor dege nen welke aan de «proeping, bij publicatie van den 10 Jnnij jl. gedaan nog niet hebben voldaan nogmaals van den 5. tot den 19. dezer maand de Zondagen uitgezonderd, 's morgeus van 10 tot 1 uur, ter visie zal liggen ter Secretarie dszer Stadten einde aan een ieder, welke vermeenen mugt ten onregte daarvan te zijn afgeliten gelegenheid tot doleaDtie te geven en alzoo zijnen naam op dezelveof op eene van beide zoude kunnen worden geplaatstdoch welke lijsten op den gemeldan 19 Augustus finaal zullen worden gesloten. En opdat niemand onwetend zoude zijn, zoo van hetgeen vereischt worde om stemgeregtigd te zijn, ais om tot kiezer te kunnen worden benoemd, wordt bij dezen herinnerd aan de navolgende artikelen van het meergenoemd Reglement Art. 2. Voor stemgeregtigden worden gehouden zijdie ten minste gedurende het laatst verloopene jaar ingezetenen der stad of van derzelver grondgebied geweest, en nog werkelijk op her oogenblik zelve ingezetenen daarvan zijnde, den ouderdom van 23 jaren hebben vervuld, jaarlijks inde verponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, buiten het patentregt, betalen niet beneden de zeven en twintig guldensaan de wettelijke verplig. tingen aangaande de nationale militie, naar aanleiding der grondwet, op hun gelegd, tot op het oogenblik toe, hebben voldaan, en niet vallen in de termen van nitslniting bij het volgend artikel bepaald. Art. 3. Van de uitoefening van het stemregt zijn uitgesloten, zij, die in dienst zijn, of pensioen genieten van eenige vreemde Mogendheid, bniten autorisatie des Konings; die zich in staat van geregtelijke interdictie bevinden, alsmede die, aan welke geregcelijk een raadsman is toegevoegd; die in siaat van faillissement zijn die cessie van hunne goederen gedaan hebben; die eeo crimineel vonnis hebben ondergaan, door geene naaere uitspraak of beslissing kiachteloos gemaakt; die ten tjjde van de stemopne ming nog in staat van criminele be chuldiging zijn. Are. 4. in de beoordeeling der al of niet bevoegdheid tot uitoefening van het stemregt, naar gelang der betaald wordende jaarlijkscne som in de bovengemelde belastingenzal alleen in aanmerking women genomen het montant, waaop men in die belastingen Is aangeslagen, onverschillig, of de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk gelegen zijn en of tie daarvoor te betalene belasting alof niet, In eene andere gemeente wordt voldaan; znllende echter die genen, welke derzelver belastmgs. betaiing in eene andere gemeente ten deze zullen willeo doen geldenver- piigt zijn, om daarvan voorat aan het Stedelgk Bestuur kennis te geven, en des gevorderd, aan dat Bestuur de bewijzen van die betaling te vef. toonen. Art. 5. De belasting wegens pandenin compagnieschap bezeten opgebragt wordende, zal aan ieder eigenaar voor zijn aandeel worden toe. gereke d, mits de personen, welke daarnit hunne sremgeregtigdheid of bevoegdheid tot bet kiezerschap zouden willen ontleenenwerkelijk als mede-eigenaars van zoodanige panden op de registers der Ontvangers van de directe belastingen bekend staan. Art. 6. Wat aangaat het bedrag van belastingen wegens verhuurd won dende huizen, of andere eigendommen, waarvoor de eigenaars zijn aange. slagen, dcch door de hunrders aan hun restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder den opbrengst der eigenaren blijven, als alleen daarvoor bij de One. vangers bekend staande. Art. 7. Zijwelke gehuwd zijn het zij in gemeenschap van goede, ren, of daar buiten, met vrouwen, die de bepaalde somme in de boven, gemelde belastingen opbrengen zullen ofschoon ter zake van hunne eigen aanslag niet bevoegd, niet te min ter uitoefening van het stemtegt worden toegelaten wanneer zij de overige vereischten in zich vereenigenzoo als ook de vsder van een minderjarig kindhetwelk de bepaalde somme in de beladingen opbrengt, wanneer hg uit eigen aanslag niet reeds tot het stemregt mogt bevoegd zijn, tot de uitoefening van hetzelve zal toe. gelaten worden, indien hij de overige vereischten bezit, hetgeen evenzeer het geval zal zijn ten opzigte van een meerderjarigen zoon of eenen der meerderjarige zoons van eene moeder.wednwe, welke zich in gelijk geval bevinden mogt. Art. 8. Zoodanige moeders-weduwen welke verlangen zouden dat die uiteefening geschiede, zullen verpiigt zijn dengenen van derzelver zoons door wien zijbij voorkomende gelegenhedende uitoefening tot weder opzeggings toe zouden begeren verrijgt te hebben, aan het Sredelijk Be- stour kenbaar te maken, om daarvan de noodige aanteekening te konneu honden tot narigtterwijl het voorschreven Bestnnr demoeders.weduwen, voor zoo verre die aan hetzelve mogten bekend zijnof door hetzelve ondersteld worden in de termen te dezer teverkeeren, met de vorenstaande bepaling zal beber.d maken. Art. 9 Het zal onverschillig zijn, of de opgegevene zoon gehuwd of ongehuwd isen alot nietbij de moeder-weduwe inwone mits hij den ouderdom van 23 jaren vervnld hebbeen alle verdere vereischten (dat omtrent de belastings-betaliog alleen uitgezonderd} in de stemgereg tigden gevorderd wordeode bezitte, voor zoo verre hg namelijk niet reeds uit eigen hoofde het stemregt (uitoefent, daar er door eenen persoon niet meer dan eene stem kan worden uitgebragt. Art. 10. De zes voorgsande artikelen z(jn ook tot de bevoegdheid om tot het kiezerschap te worden benoemd, toepasselijk, behoudens de, verdere vereischten der kiezers volgens de bepaling van art. 23. van dit Regiement. Art. 20. Indien er, ter gelegenheid der stemming voor kiezers, ter vervanging van het gewone aftredende een derde, ook tevens voor de ver. vulling van buitengewone vacatures in het klezers.collegie wordt gestemd, en er dus wordt gestemd voor een getal kiezers-plaatsen dat der gewone aftreding te bovengaande, zullen de personen, ten getalle als de gewoné vacatures bedragen, welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen, beschouwd worden als ter vervulling der gewone vacstures té zijn be noemd, en diegenen welke op dezelve personen in betrekkelijke meerder heid van stemmen zullen volgen, ten getal'e als de buitengewone vacatures bedragenworden beschouwd ter vervulling dier buitengewone vacatures te zijn benoemd, met dien verstande, dat wanneer de nog overgeblevene termijn van zitting van de gewezene kiezers, door wier gemis de buiten gewone vacatures zijn ontstaan, verschillend mogt zijn, als dan diegeett der benoemden voor deze buitengewone vacatures, welke het eerst invoegè voren gemeld de betrekkelijke meerderheid zal hebben bekomengeacht zal worden verkozen ie zijn ter vervnlling van de buitengewone vacature, waaraan neg de langste termijn is verknocht, eD zoo vervolgens bij afdaling. Art. 20. Een derde deel der kiezers zal om de drie jaren naarj toer beurten aftreden; de aftredende zijn echter weder verkiesbaar enz. Art. 23. Niemand kan binnen de Siad kiezer zijn, ten zij hij den ouderdom van 25 jaren heeft vervuld, binnen het Rijk of deszelfs koloniën geboren is, of brieven van naturalisatie bekomen heeft, of wel bij wet- duiding voor Nederlander gehouden wordtbinnen de Stad stemgeregtigd is, en voor een inboorling der Stad, of met eece burger dochter gehuwd zijnde, gedurende de laatste drie jaren, en voor een inboorling van het Ruk of gecaturaliseerdengedurende de laatste zes jaren, Stads ingezeten is geweest(zonder dat echter afwezendheid ten gevolge van bedienin. gen, door of van wege den Koning opgedragen, in deze hinderlijk zal kunnen zijn} en voorts jaarlijks in de verponding en verdere beschievene Rijksmiddelen, buiten het patentregt, op den voet der stemgeregtingen betaalt eene som van ten minste honderd en vijftig guldens. Tot kiezers zullen daarenboven niet kunnen worden benoemd zij, die van eeüig ambt, post of bediening, door den KoDing mogten zijn ontzet, of wel ontslagen, anders, dan met vermelding, dat zoodanig ontslag op hun verzoek, of honorabel is gegeven, zoo lang zij door den Koning van de onbevoegdheid om benoemd te worden niet zullen zijn ontheven, Ook zal tot kiezer niet kunnen benoemd worden hg, die aan een reeds benoemden kiezer in den eersten of tweeden graa j van bloedverwant schap, of zwagerschap bestaat. Twee personen, zich zoodanig be-taande, te gelijker tijd wordende benoemd, zal het iot russchen hun beslissen; ter wijl voorts de bepalingen van art. 48, 49 en 50 ook m deze zullen toe passelijk zijn. Art. 48. Voor aan elkander verzwagerden zullen te dezen opzigte Diet gehuudeD worden zijwier huisvrouwen elkander in een der gemelde graden bestaan, ei z. Art. 49. Opkomende verzwagering gedurende het zitting hebbenza! van het gevolg zijn, dat hij, die de verzwagering veroorzaakt, zal moeten ophouden vetdere zitting te hebben. Art. 50. It dien de vrouw, door welke de verzwagering is ontstaan, ovetleden iszal de zwagerschap gerekend worden op te houden." Aldns gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou- ders der bead Leydea, op den 1. Augustus 1833. J. G. DE M EY. Ter ordonnancie van dezelve, P. A. DU PU{,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1