LEYDSCHE COURANT. A*. 1833. N\ 66. MAANDAG **-<k -<•>v-. DEN 3 JUNI/. N, i/Hé ie ui roef, 8*4 ben odei uw sngrt mm rdepl e tel Winti 1S30 ;i»cn t dei 'e K» jen Oom ir M -M jont •en b| es, r.è VIS rreli# L1WÏ dag tot it M de •on Ti en. óp sterift pem' ilf» code a ren, ei ld 1*11 En' ot Ti •srJ ikli« er in tio 1 ii| to U KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende de diipositie vsd de Edel Gr. Achtb. H. H Gedeputeerde Staten van Znid. Holland, van den ai Mei N°. 8, (Prov. Blad N°. 56), brengen bij dezen ter kenaisie van de Ingezetenen dezer Stad het navolgend Konink lijk besluit: Wij WILLEM, bij de gratie CodsKoning der NederlandenPrins van Oranje-NassauGroot-Hertog van Luxemburgenz.enz.enz. Willende, naar aanleiding van art. 19 »an Ons besluit van den »2 Maart 1829. CStaatsblad N°. 5), de noodige verordeningen vaststellen, ten aan zien der Invoering van net Nederi. vaatwerk bij den handel in het groot; Gezien de wet van den 21 Augustus 18ld Staatsblad N". 34), bepa. lende het eenvormige stelsel van maten en gewigteo; Op de veordragt van Onzen Minister van Binnenlandiche Zaken, van deD 13 Miart jl.N". 141, 20e afdeeling. Den Raad van State gehoord, heoben besloten en beslatten: Art. I. Te rekenen ran den isten Jannarfi 1834, zal het nieuw vervaar digde vaatwerk, voor zoo verre hetzelve niet uitslnitend tot vervoer of tot bewaring, maar teven» tot inhoudsmaat strektbij desflevering van bier, azijnolie, jenever, brandewijn, melk, en. in hec algemeen, van alle In tends gefabriceerde vochten, als zoodanig gejjkt worden, doch op geen anderen inhoud dan op dien van 10, 20, 30, 40, 50, 100, 150 eu 200 Nederi. kanoen Litres Alle vaten van grooteren inhond dan van 200 kannen of van het dubbele Nederi. vat Hectolitrezullen alleen als middelen van vervoer of van be waring beichouwd, en dienvolgens aan geen jjk onderworpen worden. 2. Al bet tot dusverre aanwezige oude vaatwerk, tevens tot maat bij de aflevering strekkende, zal vóór het einde van het jaar 1834 den waterijk ondergaan, ter juiite bepaling van den inhoud vin elk vat. De aldus bevonden inhond in Nederi. kannen zal op elk der beid* bo dem», met duidelijite cijfers, worden ingebrsnd of ingesneden, of op eeni. gerhande wijze uitwendig aangeteekend zullende de echtheid dezer aanwij zing door het bijzondere merk des ijkers en de jairletter worden gewaarborgd. 3. Ter geregelde uitvoering der vorenstaande bepaling, zullen de bron wen, branders, handelaars en allen, die eenigen voorraad van vaatwerk bezitten, verpligt zijn, binnen zes weken na de dagteekening dezes, aan het hoofd van het Bestuur hunner woonplsatseene door hen ondertee- kende verklaring in te zenden van het juiste aantal bij hen in gebruik zijnde vaten van onderscheidene grootte, welke, luidens art, 2, aan den waterijk zijn onderworpen; zullende hierbij afzonderlijke melding moeten gemaakt worden van bet aantal vateu, welke zich op dat oogenblik in handen der gebruikers bevindende, niet in den aanwezigen voorraad kunnen begrepen worden. De voormelde verklaring zal vervolgens door voornoemden amb tenaar *Bn Ccdep.t.o'J. j-. wutden toegezonden, ,cu einde daarvan het vereisebte gebruik te maken. 4. De io het vorig art. bepaalde waterijk zal door de daartoe bevoegde beambten geschieden in de fabrjjken of werkplaatsen der eigenaars van vaat werk, en ïulk» gedeeltelijk vóór het einde van het jaar 1834, en v00r het overige gedeelte in den loop des jaars 1835, en op zoodanige tijdstippen, als door de Gedep. Staten daartoe meest geschikt zullen worden bevonden. 5. Het zal vrijstaan het aanwezig vaatwerk binnen den tijd van vijf ja- ren, door verkniping, zoodanig te vergrooten of te verkleinen, dat des- zelfk Inhoud overeenkome met dien, welke bjj art. 1 voor het nienw te vervaardigen vaatwerk is vastgesteld. 6. Na het voormelde tijdatip, en dn» te rekenen van den 1 Jannarij 1839, zsl al het oude vaatwerk, hetwelk bniten de hiervoren omschreven inhouas- versndering gebleven is, geen ijk meer ondergaan, en als eene onwettige msat bi) de aflevering beschouwd worden. 7. In de vervaardiging der nieuwe vaten znllen de kuipers zich regelen nsar de navolgende afmetingen, uitgedrukt in Nederlanuiche strepen (Aft/. limltres)en gerekend binnen 's werks Inhoud der Duiksmiddeliijn Middellijn Lengte vaten in of van eiken of Ned, kannen. spons diepte. bodem. hoogte. 10 227 202 265. t 30 3?7 355 334- 3° 3»8 293 383- 40 361 321 421. 5° 389 345 454- 100 490 435 5T3- 150 5«' 499 «54- 100 618 548 720. 8. De eerste ijk der nienw vervaardigde vaten zal, zoo we! door veri. Scatie der afmetingen als naar den inhoud, door water-meting geschieden. 9. Bij de verificatie der afmetingen zullen de ijkers ais remedie op de gemiddelde middellijnen van buik en bodemzoo in meer als in minder voor elk derzelve mogen toegevendrie strepen voor de vaten beneden die van 100 kannen inhoud, en vier strepen voor de grootere vaten tot die van 200 kannen ingesloten. Behalve dienzal er bij de water-meting als remedie of meerderen in houd toegelaten worden 2 percent vooi alle vaten zonder onderscheid geen vat, welks inhoud minder dsn de wettige inhoud wordt bevon. den a zal den ijk mogen ondergaan. 10. Op elk der nieuw vervaardigde vaten zal deszelfs wettige inhoud op belde bodems met duidelijke cijfers, onder bijvoeging der letters N K, moeten ingesneden of ingebrand zijnten einde met het jjkmerk en de jaarletter te knnnen worden voorzien. 11. Zoo wel bet nieuwe als het oude vaatwerk zal telken twee jaren door water-meting herijkt worden, in diervoege cogtans, dat de eerste herijk zal plaats hebben in 1836 voor de in 1834 geUkte nieuwe en oude vaten, en in 1837 voor het in 1835 geijkte vaatwerk, en zoo vervolgens. Hiervan zullen echter uitgezonderd z(jnzoodanige vatenwelke voor het tijdstip van derzelver herijk eenlge herstelling of herkuiping behoevenen uit dien hoofde niet zonder dadelijken herijk op nienw in gebruik mogen komen. 12. Voor zoo verre de werkzaamheden van den voorschreven ijk en hetflkop die plaatsen alwaar egnige aanzienlijke voorraad van vaatwerk aanwezig isnet aan de Arrondissements- 01 adjunct-ijkers der maten en gewtgteu kucnen worden opgedragenzullen door Ons bijzondere Ambte naren aldaar worden aangesteld welke onder de benamirg van ijkers van het vaatwerk uitsluitend met de voormelde werkt aamheden zullen wordbu belast. De thans nog in sommige Provinciën in functie zijnde Plaatselijke nkert van bet vaatwerk znilen, mits daartoe de vereisebte kundigheden bezitten, de, bij deze benoeming, bij voorkeur in aanmerking komen. 13. Het tarief der (jkloonen van het vaatwerk zal tweeledig zjjn en bes dragen als volgt: Bij den eersten ijk van het nieuwe vaatwerk. Voor elk vat beneden de 50 ItaD, 20 centen. 1 een vac van 50 30 m n ss ss 4° is SS SS SS SS '5°"I -O M SS 200J 5 Bij den eersten ijk van het oude vaatwerken ook bij den vol. genden herijk van het vaatwerk in het algemeen. I. Melkvaten. Voor elk vat beneden de 50 kan, 5 centen. II. Biev en Azijnvaten, Voor elk vat van 10 tot 30 kan, 5 centen. ss ss ss ss 30 ss 5° ss 10 SS SS 15 ss 5° ss 100 IS ÏRs SS SS SS SS SS IOO *50 SS 15 SS J» SS ss S» '50 SS 300 SS 30 IS III. Olie- en Sterke Drankyaten. Voor een vat van 10 tot 30 kan10 centen, ss ss ss ss 3° ss 5° as 30 ss SS IS ss SI 5° ss IOO 25 >1 SS IS SS >5° SI 3° SS s» ss ss n '5° as ss 35 n 14. Wij behonden Ons vooromtrent de vorenstsande verordeningen nopens de invoering van het Nederiandsch vaatwerkzoodanige wijzigingen en veranderingen vast te stellen, sla nader, door de ondervinding, in het belang der zaak, en ten gerljve van den handel, nuttig en noodzakelijk: znllen bevonden worden. 15. Alle overtredingen op de bepalingen van het tegenwoordig besluie zu'leo worden gestraft overeenkomstig de wetten en verordeningenhier omtrent bestaande of nader vast te stellen. Onze Minister van Btnnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering dezes, waarvan afschriften zullen worden gezonden aan Onzen Minister van Finantien, aan de Algemeene Rekenkamer en aan den Raad van State,toe informatie, en hetwelk wijders in het Staatsblad zal worden geplaatst. Gegeven te *s Gravenhageden i3den April des jaars 1833, en van Onze Regering het twintigste. WILLEM. - Vin sis» n-o ~-x - - - j. G. de Mey van Streefkerk. Uitgegeven den twee en twintigsten April 1833. De Secretaris van Staat, J. G. de Mey van Streefkerk. En worden mitsdien, natr aanleiding van Art. 3 van hetzelve besluit, bjj deze opgeroepen alle brouwers, branders, handelaars en allen die eeni gen voorraad van vaatwerk bezitten, om vtir of op den 8. Juuij aanstaande ter Secretarie dezer Stad in te leveren eene door hen onderteekende ver klaring van het juiste aantil der bij hen in gebrnik zijnde vaten, van onderscheidene groottezoo ais dezelve bij het gemelde 3. Art. gevor derd wordt; ten einde vervolgens deze verklaringen tijdig aan H.H.Ge deputeerde Staten voornoemd zoude kunnen opgezonden worden. Leyden, den 31 Mei 1833. j. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, P. A.du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 2 Junij. Gisteren morgen omstreeks 8 uren is deze stad gepasseerd, gevolgd vaa eenigs hofdames, H. K. K. H. de Kroooprinces van Oranje, zich naac Duitschlsnd begevende, om deszelfs bsden te gebruiken. De Raad dezer Stad heeft op heden tot Lid van de Staten van Hol. land herkozenMr. Paul Francois HubrechT, Lid van de vergadering van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Een brief van de heeren Ceelhand de ia Faile is bekend gemaakt, waaruit, volgent bijgevoegde bewiizeu vsn geneesheerenblijkt, dat dón dier heeren 23 meer of min zware wonden ontvangen heelt. Ook een brief van den policie.commissaris de Duve, san den procs. renr van Leopold, 1» in het licht verschenenuit welken kenbaar wordt, dat hij te vergeefs aan de kazerne en bij de officieren der gendarmerie bijstand had verzochten dat hij door eenige ate bnrgera gekleede offi cieren, en vooral door den beruchten maioor de l'Eau, is mishandeld geworden, daar deze zelfa bet graanw aanhitsten, om hunne woede aio hem te koelen. Genoemde commissaris heeft van de stedelijke regering eene betooning van 500 fr. ontvangen, omdat hy zijne pligt heeft weten te vervullen, bjj de mishandelingen van de heeren Ceelhand, doch daarbij tsijna het leven is ingeschoten. De heer Deirue, wiens huis Is geplunderd geworden, vraagt eene scha. delooastelling van f 10,000. De vervolgingen tegen lieden, die witte hoeden dragen, gaat te Antwerpen nog voorr. Zoo werd iemand, die zulk een hoed op had, met den sabel in de vuist vervolgd, tot dat er eeD detachement soldaten aankwamdie hem redde. De mishandelde persoon was oodertusscheo één van de hevigste patriotten. De Lynx deelt nog eene verklaring mede van den Antwerpichen com. missaris van policie Haghe, in welke hij de mishandelingen, die aan zijnen ambtgenoot ae Duve gepleegd zijn, bevestigd, Hü had van den directeur van policie, den heer Ubriehsten half vjjf ure, berigt ontvangen, dac de mariniers van hunne officieren de magtigiog handen bekomen, om zich, maar ongewapend, voor het gebonw van de sociëteit ia Loyauté te be-e- ven, om de leden te beletten bijeen te komen; dit berigt nau hjj dade-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1