in ven e'at fii bereid zult wezen, om zoodanige maatregelen van heilzame voor* zorg goed te keuren, en aan mij zoodanige vermeerdering van magt toe te vertrouwen, als noodzakeliilt zollen bevonden worden, om de verstoorders van den openbaren vrede in toom te bonden en te bestraffen, en om de wetgevende vereeniging tunehen de beide landen te versterken, welke ik, met uwe ondersteuning en onder den zegen der Goddelijke Voorzienigheid besloten heb te handhaven met al de middelen, die in mijne magt zijn, als zijnde onafscheidbsar verbonden aan den vrede, de veiligheid en den voorspoed mijner Staten i~ zijne Majs. is bij het rijden naar en terugkeeren van het Parlement door de volksmenigte met geestdriftigen eerbied gehnldigd, en hoezeer, onder iDderen, Hare Maj. de Koningin, 's Vorsten terugkomst op het paleis met eene in het oog loopende belangstelling verbeidde, hebben er geene onge regeldheden plaats gehad, maar heeft men bulten het Parlement niets ver nomen, dan hartelijke hulde en eerbiedige tevredenheid. 's Konmgs aanspraak heeft echter over het algemeen geenszins aan de verwachting voldaan. Bij de eerste zitting van het hervormde parlement en bij de hoogftgevigcige omstandigheden des tjjdszoowel wat het binnen- als wat het.boitenianri aangaat, bad men gedacht, dat Z. M. zich meer In het breede en vollediger zoude hebben uitgelaten. Zoo had men, onder andere, eenige zinsneden verwacht: over de belastingenwelke niet alleen in Ierland, maar ook in Engeland aanleiding geven tpt groote ontevreden- beid; over de belangen des koophandels, welke kwijnt; over den staat tier West-Indische koloniën over de vrijlating der slaven enz. enz'. Het j stilzwijgen over die belangrijke aangelegenheden maakt indruk. Ten aan zien van de buiienlandsche aangelegenbeden verwondert men zich hoogeljjit, dat iD de aanspraak met geen enkel woord1 van de zaken van het Oosten gewaagd is. Nadat de Koning de vergaderzaal had verlaten, zijn in de beide huizen adressgn van antwoord op hoogstdeszelfs aanspraak voorgesteld, welke, als naar gewoonte, een weerklank op d e rede waren. in het huis der gemeenten beeft, dat adres aanleiding gegeven tor vrij hevige beraadslagin gen welke hoofdzakelijk de zaken van Ierland betroffen en waarbij voor namelijk de beruchte O'Connelf het woord heeft gevoerd. In het huis der lords is het adres aangenomennadatvoornamelijk ove: de buiten- landsche zaken eene belangrijke woordenwisseling russchen den gewezen minister Aberdeen den hertog van Wellington en den minister Grey had plaats gehad, waarbij de staatkunde van het ministerie door de beide eerst, genoemde sprekers in het breede en met nadruk bestreden Is. De graat v«n si berdeen Beklaagde zich daarbij in.de eerste plaats heaig over de. geweldenarijenwelke door Engeland en Frankrijk tegen Neder land gepleegd zijn en uog wordenen verlangde te weten met weik regt de ministers waren overgegaan toe den geheel onregevaardigen maatregel van het embargo, waarbij de koophandel van Groot.Bnctanme was opge offero. Hij merkte aan, dat de anglo-gillische conventie van 22 October ten eene male strijdig was met het tractaat van 15 November, tor welks volvoeringgelijk mön voorgaf, dezelve moest dienen; vermits juist in het genoemde tractaat bepaald werddat het wederzrdsche grondgebied eerst 14. dagen na oe onadrt-eekening van een bepaald verdrag zonde ontruimd wnTden. Volgens zijt-.e meening waren de dwangmiddelen tot het gedeel lelijk bewerken dier ontruiming, terwijl Belgte ongestoord In h t bezit bleet van deaanNederland ioegewezene landstreken eene schreeuwende onregtvaar. digheid Hij deed daarbij opmerken dat oe tegen Nederland gebezigde a wang- middelen wel verre van de beslechting der zaak te bevorderen, alles nog meer verward en bovendien de sluiting der Schelde voor den Engelscben, Franschen en Belgischen handel ten gevolge gehad hadden. Hij voor zich 00 rdeelde dat de ongehoorde aanranding van het kasteel van Antwerpen in deu grond slechts nad moeien dienen, om het Fransche bestuur te be lieven. De grootmoedigheid der Franschen waarvan door den minister zoo hoog werd opgegeven bleek naar zim inziennog geenszinshet Fran- acbe leger tcch bleef aan de Belgische grenzen staan, en was ten allen thde in staat, om binnen drie dagen Beleie weder g»b»cl te bezetten. Wat "et naiiscne oestuur verwachten kon, mogt men, naar zijn oor deel leeren uit het bezet houden van Algiers en uit het overrompelen van Aiicona. Wilden de Mogendheden de Belgische kwestie aan een einde brengen, daD hadden zij, gelijk de spreker verklaarde, alleen het regt, om de uitvoering van het 12de protokol te bewerken hetwelk zoo wel door Nederland als door de gezamenlijke vijf Mogendheden gaaf wa» aan. genomen geworden. De minister Grey heeft zijn gedrag trachten te verdedigen met de gewone aanmerkingen, dat aan geene hereeniging van Belgte en Nederland te den ken was. en dat derhalve, wilde men niet, dat Belgie zien in de armen van Frankrijk wierp, voor dien Staat zoodanige gunstige bepalingeD moesten gemaakt worden als deszelfs onafhankelijk bescaan en bloei konden verze keren. In antwoord op de'aantijgingdat de behaodeling die men Neder land, Engelande ouden en voordeeiigen bondgenoot, aandeed, allersnoodst wa»ontzag de minister zich niet van aan te merken, dat dit Rijk Enge- lauda vjiand geweest was in den Amerikaamschen en den Franschen oorlog t en dat men derhalve over Engelands wraak niet behoorde te klagen. Ter regtvaaidigmg van de anglo-gallische gewelddadige tuischenkomstzeide de mmiiter, dat, na dat Belgie eenmaal het traktaat van 15 November had aangenomen de regtvaardigheid en goeds trouw vorderdendat Engeland en Frankrijk de uitvoering van hetzelve aan Belgie verzekerden over de regtvaardighe'd en goede trouw der uitvoering van hei onherroepelijke en onveranderlijke tnde protokol, hetwelk aan den eenen kant door Nederland en aan de sedere zijde niet slechts door Engeland en Frankrijk maar door a/de vijf Mogendheden gaaf was aangenomen, is de minister weder heen gestapt ja hij heeft dikmaals zelfs de onbeschaamdheid gehad van te ver. klaren, dat juist hij, als minister van Groot.Brittanniede uitvoering van de door al de Mogendheden vastgestelde overeenkomst belet heeftomdat aan dezelve sommige bepalingen die in het beiang van den Belgischen koophandel noodzakelijk geacht werdenontbraken. Voor het overige erkende de minister, dat het uitsluiten der Britsche en Fransche schepen van de vaart op de Schelde, 7.00 lang het embargo op de Nederlandsche schepen bleef, door het regt der volken gewettigd, maar dat de uitsluiting der Bel gische schepen onregtvaardlg was. Hij voegde daarbijdat met dit al door I de aangewende dwangmiddelen, eene schrede tot bevrediging gedaan was, 1 ofschoon de forten Lillo en Llefkenshoek nog in de magt der Nederlanders warenen dat ten gevolge hiervan het embargo zoude voortduren. De hertog van Wellingtonwelke daarna het woord voerde, heeft in t| gelijken zin als de graaf van Aberdeen het gedrag van het ministerie Jegens ei Nederland bestreden. Den loop der onderhandelingen volgende, heeft hij opgemerkt, dat het ministerienadat de schikkingen van het 12de protokol geheel waren aangenomen en het geschil op 't punt was van beslecht te kunnen worden eensklaps Engelands onden bondgenoot heeft verlaten en vervolgens tegen der.zelveu de eene onregtvaardigheld op de andere heeft gehoopt; deze plotselinge verandesing der Britscht 6taatknnde schreef hij alleen toe aan het onverwacht» opgevatte painom prini Leopold tot son- verein vbb Belgie te maken. Sprekende over de aangenomene stelling ;rt dat Belgie niet meer met Nederland konde vereenigd worden bragc de di hertog den minister te binnen dat juist btj (lord Greyj zelf degene geweest 01 iswelke den Prins van Oranje heeft aangespoordsul zich aan de Beigen al» hunnen souvetein aan te bieden. Over de zaken van letland sprekende, heeft de minister rey verklaard, dat bet gouvernement ernstig voornemens wasom aan de tooneeien vsn gewed, wsike dagelijks daar te lands vooivallen, onverwijld ten einde te maken; dar de pogingen, nm lift volk aan te spore»: tpt bet eirc'ien afscheiding van Engeland, al gelokte» dezelve oiltw'aariog echter Vet-e kanf bestond, slechts den ondergang van Ierland ten gevclgg^QiideB hebben en dat het gouvernement besloten had om dc'misbrqikèn 'w.je tvgze ..ik i" Ierland bestonden en zoo veel aanieidtng tot ontevredenheid hadden gege- 1af te schaffen. Men spreekt weder van pogingen der ministers oio den rneh'an mrI. J-S*__. 1- betuchten O'Cennell in Ierland de eene of aodere openbare be mening op te dra gen, ten einde hem alzoo den mond te «toppen en aan het bestuur te vertvn- den de ministeriele bladen spreken dit echter tegen, en in de reijevoeriL-. gen welke de beer O'Connell oog gisteren avond io het parlement gehond n heeft, blijkt geenszins eenige toenadering van dien persoon tot het minis terie.Dezer dagen heeft meD gesproken van het vervangen,- vaii den markies van Anglesey als onder-Koning van Ierland, doch het schijnt tl.ans, dat die bewindsman, welke zich sedert eenigen tijd alhier ophoudt, naar Dublin zal terngkeerenen met de uitvoering van gestrenge maarregelen zal belast worden. N N. E DERLANDE Leyden, den 10 Februarij. Den gaten dezer heeft de Hooggel. Heer C. G. C. Rf.tnv.-ah»t d; waardigheid als Rector Magnificus der Leydsche Hbogescho'ol ht-dét 'l niet het houden eener plegtige redevoering: de Grohgiete brta etprog(uit dat is: over de:: oorsprong en 'den voortgang van de wetenschap'derCceï'gte. Daarna' is, vu geus gewoonte, het Anademiesch. verslag gegeven, e i n b'kroond geworden, in de Faculteit der Natuurkundige en Mafbe'wt 'tcne Wetenschappen, de Heeren: C. J- MAfTHEsKandidaat in de Mathesis en Natuurlijke Wijsbegeerte aan de Hoogeschool te LeydrnI'. L Rvg Kan. tiidaat a tiaar 11. derende vakken, e>. F. A. G fviinUEL. Kandidaat in de GeneeskundeMathesis en Natuurlijke Wijsbegeerte aan de Hoogechool te Groningen, ieder met een' gouven eereprhs; in de Fagmteu oer G nes. ku oe, de-Heer A. van der Boon Kandidaat in de Geneeskunde aan de Hoogeschool te Leyden, met een' gouden eetepiijs; in deFacul eit oer Reg- ten, de Heer F. w. a. Beelaerts van Blokland, Kandidaat in de.Peg ten aan de Hoogeschool te Leyden, met een loffelijk getnigsenriiteindelijk in de Faculteit der Godgeleerdheid, de Heeren: J. van Gilsen Student aan de doorluchtige School en aan die der Doopsgezinden te Amsterdam S. P Heyns, Kandidaat in de Godgeleerdheid aan de Hoogeschool te Leyden, en F. J A. Junius, Kandidaat in de Letteren en de Godgeleerdheid al daar, aan wier Verhandelingen door de Faculteit eene gelijne waattie was toegekend, de eerste met den gouden eereprijs, hem bij loting te beurt gevallen, de twee andere met een getuigschrift, hun evenzeer tot veree* ring, strekkende. 1 Wederzijdsche gebeurtenissen en maatregelen. Lilio, Woensdag den fiden Februarij. Gisteren hebben de alhier gest». tionneerde gsffel-kantmneerboatenalsmede die voor bet fort Bath, stil, doch plegtig het tijdstip herdacht, waarop de voor Nooro-Nederlana dier bare en onvergetelijke van Speykzijne diep indrukmakende en moedwek- kende heldendaad- ten uitvoer bragt; met een edel en trotsch gevoel her denken wij alzoo een dag, welker vereeuwiging in onze roemvolle ge schiedenis bepaald wordt. De gaffel-kanonneerboot N°. 33 onder bevel van den luitenant ter zee, ade klasse, li ashingtonis gisteren alhier van Ba;h in commissie aangeko men by het zeilen voorbij het fort Fredcrik en den .Ouden Deelvertoon den zich eeoe menigte gewapende troepen op den dijkwelke echter geene verdere ticwegingen maakten. Heden zijn alhier geene schepen gepasseerd. 7 Februarij: Heden namiddag ten twee ore kwam alhier een parlemen tair uit Antwerpen, zijnde de Belgische majoor 1ie Leo, (voorheen gediend heboende als kapitein bij de 4de afdeeling Nationale Infanterie}, voorstel, lende aan den openbevelhebber dezer forten om de nog in Antwerpen achterblijvende zware geblesseerden, door een Hollandich vaartuig van daar te doen afhalen, dewijl het hun zeer onaangenaam zoude zijn om eenigen alleen aldaar te moeten vetblijreninmiddels hunne overige lotgenooten het hospitaal verlieten het aantal dezer dappere bestond nit vier k vjjf waarschijnlijk worden zij door eene der ter beschikking zijnde «toombooten afgehaald. Deze boofd.officier kwam en behoorde tot den >taf van den heer Buxetikommsndanc van Antwerpen. Cl I BELGISCHE AANGELEGENHEDEN. Uit Prnissen meldt men den 28 Jannarij. De laatste mededeelipg'en uit Lorden zijn van eenen bijzonderen aard, MeD zon daaruit moeten beslui ten dat lord Pa/merston bedoelt om het Haagsche kabinet tot het uiterste en eenen overijlden stap te drijven hij verwerpt het tegen ontwerp des Konings der Nederlanden, verlangt dat de onderhandelingen hervpc worden, en zet door de voortduring van het embargo op de Hollandsche schepen de dwangmaaregelen voort, die volgens deszelfs vroegere ver klaring oogen- bliklyk ophouden zouden, zoodra de citadel van Antwerpen gap de. Bel. giers overgeleverd waa. Indien de geschiedenis der laatste diplomatie niec zoo vele zich wedersprekende voorbeeldenom niec" te zeggen van wispeltuiigheidopleverde, zou men, bij een dergelijk gedragde opregr- heid der menigte verzekeringen, die dagelijks van de wensch om dea vrede te behouden, gegeven worden, met regt moeten in twijfel trekken. Het is meer dan willekeurwanneer men van den onbillijk beledigde te- genpartij eerst onvoorwaardelijke onderwerping verlangc, en daar na te onderhandelen wenschi. Dit begeert lord Palmerstonhet tegenontwerp des Konings der Nederlanden wordt verworpen en san hoogstdeszelfs voorstel len alle gehoor geweigerd. Z. M. moet zich toe lijdelijke gehoorzaamheid schikken, zonder tegenspraak aan de voorschriften van Frankrijk en Enge. land onderwerpen en tot navolgmgs 10e onder de tuchtroede van een stel sel buigen, hetwelk zijne natie verderflyk oordeelt voor haren handel; ten einde later de gunst te genieten, van, na herhaalde langdurige conferen- tien, ten besluite van het laatste protokol, het doodvonnis van Hóllano te zien onder te teekenen. De inneming der citadel van Antwerpen heefc voorwaar het bewijs opgeleverd, dat de sterkste ten lange laatste gelqk heeftinaar wij gelooven datniet tegenstaande deze tastbare sluitreden de Hollandsche natte z ch te zeer acht, om niec liever het uitersc te wa gen, dan aan vreemde versmadende aanmatiging te gehoorzamen. Het heldhaftige gedrag van den „eneraal Chassé heeft ook zjjne vruchten ge dragen; het heeft zijnen openlijken vjjand en geheel Europa achting afge dwongen en den nationalen geest verhevenweiken ook de magtigste niec behoorde te verachten. Het moge kwade mlm, of gebrez aan doorzlgc zijn, die te LoDden in de Belgische vraag de overhand heefc: altijd moest de toestand van Ierland het Engelsche ministerie in lichten en de g:varen leeten kennen, welke de minachting van wel gegronde regcen eener na.ie, gelijk de Hollandsche, kan na zich slepen. De entknooping der vraag eener algemeene ontwapening, het llevelings-chema der Londetsche en l'arijssche kabinetten, zal op deze wijze van nieuw worden verschoven; ja de ktBgsroerustingen zoude wed.r kunnen vermeerderenindiende Mo- genaheden van Eet Vasteland zich te vergeefs beijveren raojten, eer. ge schil langs den vreedzamen weg te vereffenen, hetwelk, door het voorbarig gedtag van Frankrijk en E-ngeiand, taan» ingewikkelder f» geworden, dar, Tiór den val van Antwerpen.'*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 3