A°. 18 LEYDSCHE COURANT. MAAND AG V "LJ ^-v IV". 14 2* ö£iV NOVEMbEk. Ide coc een tld- op den T. ene int; ien- Na- ioor 4°. lea. Wjq WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-NassauGroot.Hertog van Luxemburgenz.cue..ejiz. Toen in bec afgeloopen jaar de belangen van bei dierbaar vaderland in den hoogen drang der omstandigheden. Ons in de noodzakelijkheid gebragc hadden, om de plaatshebbende onderhandelingen over de voorwaarden van scheiding tusschen Nederland en Belgie met de wapenen te ondersteunen, ziio Wjj tevens doordrongen geweesc van Onze verpllgting, om dit te doen onder nederig opzien tot den Almagtigeen om op eenen plegtigen da* daartoe door Ons bestemd, Ons in vereeniging met Ons ge rouw volk, voor Hem neder te buigenten einde over onze wapenen zijnen Goode- ïnken zegen af te smeeken, welke ons later zoo mime stoffe coc ootmoe- dige dankzeggingen heeft opgeleverd Nadat onze overwinnende krijgsbenden op den vaderlandschen grond wa ren teruggeroepen om den algemeenen vrede te behouden, hebben Wij Ons eeds me[ de hoop gevleid, dat eindelijk een billijk verdrag de viuchc zond" zijn der steeds voortgezette onderhandelingen; Wij hebben mee ge aarzeld tot dat eindeOnze persoonlijke regten en de bijzondere belangen van Ons Huis ten offer aan te bieden, en zijn zelisbij de toenemende vorderingen der Belgische gezagvoerders en hunner begunstigersgekomen tot de uiterste grenzen eer.er niet de waardigheid en onmiskenbare belan den van het vaderland bestaanbare toegevendheid. Het gewensebte doel is echter ook daardoor niet bereikc, Onze laarsce voorstellen zijn door twee der Mogendheden die als bemiddelaars waren opgetreden, beantwoord door de vordering van de overgave der vestingen welke, door moed en volharding, rot nu toe, voor Nederland bewaard "lijn gebleven, ais waarborgen eener billijke schikking; terwijl onze ver mógen over de wederregielijkheid van zoodanigen eisch zijn gevolgd door aanlanding van de Nederlandsche scheepvaart, en het inrnkken eener Fran- sche heirmagc in Belgie, bestemd om die onregtmaiige vorderingen daad werkelijk te ondersieunen. In oeze omstandigheden blijft Ona geene andere keuze over, dan de veiligheid, de regten en de onafhatikelijliheiu van Nederland te handhaven, g0cr al de middelen, welke de Voorzienigheid in Onze handen heefc'ge. 6teld, en dié geschraagd worden door de vaderlandsliefde, eendragt en standvastigheid van een volk, sedert eeuwen obk door de magtigste Sta ten geëerbiedigd. Wel verre intosschen van te steunen op eigene krachten, gevoelen wq nederig Onze af bankelijkbeid van flen Opperheer der wereld en vestigen Wq ons vast vertrouwen alleen op dien alwnzen en regtvaardlgeo Albe-s siuurderwiens sterke arm Ons en Onze vaderen Zoo dikwerf redding beschikte uit den grootsten nood. Verlangende derhalve, in vereeniging met Ons getrouw Volk, plegtlg té naderen tot den troon van den Heer der Heirscharen, dien God van Ons en Onze vaderen om Zijne hulp en zegen ootmoedig af te smeeken en willende daartoe bepalen Zondag den 3 December aanstaandeden dag, waarop Wij voor negentien jaren in Onze hoofdstad met de heiligste bandenOns lot en dat van Ons Huis op nieuw verbonden aan dat van Nederland. Hebben Wij goedgevonden en verstaan, gelijk Wq goedvinden fin ver staan bij dezen Onzen Minister van Staat, belast met de generale directie voor de zaken der Hervormde en andere Eeredienatenbehalve die der Roomsch-Kathö- lijken, en den Direcceur-Genë'aal voor de zaken van de Roomsch-Katho- lijken Eeredienst, aan te schrijven, om onverwijld, ieder voor zoo veel hem aangaatde Bedienaars van de Godsdienst Onzentwege ulc te Doodi- gen om op voormelden Zondagden tweeden der maand December aan staande, op de wijze, die met de gebrniken en instellingen van ieder Kerk genootschap overeenkomtde openbare Godsdienstoefeningen bepaaldelijk jn te ngten tot opwekking dier Godsdienstige en vaderlandsche gevoelens, welke overeenstemmen met de tegenwoordige tijdsomstandigheden en om voorts, door ootmoedige gebeden, de belangen van het dierbaar Vaderland aan den Almagtige nederig op te dragen en den Goddelqken zegen af te smeeken m den strijdtot welken Wij door de regtvaardigste zelfverdedi ging mogten geroepen worden. En zijn Onze Minister van Staat en de Directeur-Generaal voornoemd belast met de uitvoering dezes. 'i Cravenhateden aisten November 1833. (geleekcnd) WILLEM. Van wege den Koning, geteekendJ. G. de Mev van Streefkerk. Dit Koninklijk besluit van den anten dezer is door Zijne Ezc. den JWinister van Staat, belast met de Generale Directe voor de zaken der Hervormde Kerk, begeleid geworden, met de volgende circulaire aan de Leeraars der Proiestansche Christelijke Kerk in Nederland. 's Gravenhage den 23 November 1832 In de bedenkelijke omstandigheden, waarin zich ons Vaderlandsedert meer dan twee jaren, bevindt, liehben de Leeraars der Nederlandscne l'ro- restanrsche Kerk niet <nagelaten, bij de gewone Godsdient-oefeningendoor vurige gebeden, onze dierbaarste belangen den Allerhoogsten op te dragen, terwijl zij tevens hunne leerredenen meermaals hebben ingerigt toe opwek king en versterking van Christelijke Vaderlandsliefde en van 01e maatschap- pelijke deugden, welke de eenige hechte grondslagen zijn van het geluk der volkeren. Eene plegtige oproeping tot het houden van een algemeenen Bededag, op Zondag den 2 December aanstaande, ten einde alle de openbare Gods dienst-oefeningen op dien dag aan dat heilig doei te wijden, is vervat in het ttevensgevoegd Koninklijk beslmt van den 2isten dezer, N°. 16. De dagen onzer vaderen niet alleen, maar ook de onze, herinneren Ons tqden van nood, waarin de Nederlanders met moedig strijden ernstig bidden paarden, en door groote weldaden bevestigd werden in het ver trouwen op den Almagtigen. Ook de maand, die wij thans beleven, roept t:e dagen van benaauwdheld en ven redding voor onzen geest, toen voor hegentien jaren een verloren Vaderland aan ons werd wedergegeventer- wei de in het afgeloopen jaar zoo kennelijk ondervonden Goddelitkcn ze gen, in een korten maar roemrijken serqd, elk godsdieuscig Nederlander nog met levendige dankbaarheid vervnlt. Zoo rijke ervaring schenkt, bij al den ootmoed, welke gevoel van Ji schuld en zonden iuboezemc, een geloovig veittouweu, dat ook nu onze God en Vader genadig de stheeklngtn zal verhooren, welke uit onze bede huizen tot Hem zullen woiden opgezonden, voor ons dierbaar Vaderlanu onzen geëerbiedigdfcn en geliefden Koning en zqn Huis, onze Pr nsen aan het hoofd van de Nederlandsche kiijgsmsgt, en vour al de edele strqders, die, zoo te land als te water, hun bloed en leven aan de verdédiging van de eer en de regten van Neerland roewijden. De Minister van Staat, belast met de Generate Directe voor de zaken der Hervormde Kerk, enz. Van Pallandt van Keppeu" BESLUIT van den 23 November 1832, betrekkelijk de oproeping van den Landstorm Wq WILLEM bij de Gratie Gods Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Grooi-hlertog van Luxemburg, enz., enz., enz. In aanmerking nemende, dat Engelsche en Fransche oorlogschepen op onze kusten zijn verscheneo en een Fransch leger in Belgie rukt, met hec aangekondigd oogmerk om met geweld de uitvoering aan te vangeD van eene overeenkomst, tot welke de eer en het belang der Natie, Ons ver boden hebben toe te treden dat deze omstandigheden bet ten pligt maken, om al die middelen in gereedheid te brengen welke door onze instellingen zijn voorgeschreven, tot verdediging van den vaderlandschen grond; Gezien art. 203 der grondwet en de artikelen 78, 81 en 82 der wet van den 11 April 1827 Staatsblad N°. 17); Gelet op Onze besluiten van den 17 dezer Staatsbladen N°. 49 en 50); Op het gemeenschappelijk rapport van Onzen Minister van Blnnenlandiche Zaken en van den Directeur - Generaal van Oorlog Den Raad van State gehoord Hebben besloten en besluiten Art. 1. De Gouverneurs der provinciën zullen eene oproeping doen van alle weerbare mannendie niet reeds in persoon in dienst zijnhetzij bij de zee. of landmagcbij de Nationale Militie of Schutterijenof bjj eenig ander onze toestemming opgerigt vrijwillig korps, ten einde zich gereed te houdentot het doen van zoodanige dienstenals waartoe de Landstorm verpligt is. Deze oproeping zal zich echter voorloopig bepalen tot de zoo danigen die den ouderdom van negentien jafen zqn ingetreden en hun vijf tigste jaap nog niet hebben volbragt. 2. Mannen boven de 50 jaren en jongelingen beneden de 19 jaren, die verlangen zich aan de Landstorm vrijwillig aan te sluiten zullen niettemin wot den toegelaten. 3. De diensten van den Landscorn; zqn de volgende: a. Omwanneer de annadertng van den vijand door het lniden van de alarmklok wordt kenbaar gemaakt zich dadelijk te begeven naar de vooraf door de plaatselijke Besturen bepaalde verzamelplaatsen en van daar verder naar de bedreigde punten. b. Om de naastbij gelegene vestingen of posten te bezettenzoodra zulki noodzakelijk of raadzaam geoordeeld zqnde door Ons zal zijn bevolen C. Om militaire transporten te doen indien de noodzakelijkheid zulks vereischt i. Om de oefeningen in den wapenhandel in elke gemeente, op daartoe te bepalen tijden bq te wonen. 4. Met uitzondering van de gevallen, In de s$b en c van art. 3 om schreven blijft ieder bij zqn bedrijf en zijne huisseljjke betrekkingen en de verpligtingenbij dit besluit opgelegd, bepalen zich blooteljjk tot het bijwonen der in J i van het zoo even aangehaalde artikel vermelde exercitien. 5. Zoodra de Landstorm, in de gevallen bjj art. 2 uitgedruktde ge meente verlaat, zal dezelve op gelijke verzorging, bezoldiging en verdere voorregten aanspraak kunnen maken, ais aan de Schotterijen in dezelfde omstandigheden is toegekenddoch daarentegen ook aan dezellde verplig tingen onderworpen zijn. 6- De exercitien van den Landstorm kollen worden bestuurd dóór offi cieren, onder-officieren en soldaten der staande armee, nationale militie of schutterijen die eervol ontslagen op pensioen retraite of gagemenc ge steld zijn en daartoe door de plaatselijke bescuren zullen worden uitgeboodigd,* 7. Bij gebreke van een genoegzaam getal geschikte personen om de e*er. cttten te bestoren, zal het plaatselijk bestuur bevoegd zijn, m dat gemis, door de keus van anderen welke de ten deze gevoidetde verejsctiteii be zitten te voorzien, of voorziening in dat genus vragen, 1 jj den Gou verneur dèr provincie die zich hieromtrent zai verstaan met den provin cialen Kommandant en die deswege zoo noodtgwederom de bevelen vau het departemenc van oorlog zal vragen, 8. Ieder man van den Landstorm, bezitter van een geweer of jagt- of ganzenroerzal zich daarmede kunnen wapenen en alzoo op alle exercitien en togten verschijnen. 9. Het zal bovendien vrijstaan zich van sabels en pistolen te voorzien. 10. Aan hen die geen geweer of jagt. of ganzenroer bezitten, zullen voor zoo ver zij door hei departement van oorlog niet van geweren worden voorzien, pieken worden ter hand gesteld, die, volgens een door dat de- parteiïtent te geven model en voor den daartoe bepaald wordenden prqs in elke gemeente door de zorg der plaarselijke besturen zollen worden ver. vaardigden waarvan de Kósten van 's Rijks wége aan de gemeenten zullen worden vergoed; desgelijks zal door het departement van oorlog voor hec verstrekken der noodige animuniten worden gezorgd, 11. Niemand der genen, die toe de werkelijke dienst bij den Landstorm verpligt zijn vermag zich aan zijne verpligtingen dienaangaande te onttrek ken ot daarvan tC verschoODen zonder wettige, door het hoofd van het plaaiseljjk Bestuur, met overleg van den hoogsien 0! oudsten m rang van den Landstorm in de gemeente, goedgekeurde redenen. 12. Ten einde te kunnen nagaan dat een ieder aan die verpligtingen be hoorlijk voldoe, zullen van den Landstorm in elke gemeente, registers worden aangelegd op welke van de in hec voorgaande [artikel vermelde redenen van verschooning aanteekening zal worden gehouden. Deze registers zullen tevens aanduiden, ieders oudetdom, oeroep of bCtrèkktng alsmede wie ongehuwd ot wié gehuwd of weuuwenaar is, en in de twee laatste gevallen, hoeveel kinderen ieder heeft. 13. De Gouverneurs der provincieu z(jn belast met de zorg voor alles wat de organisatie van den LaBdstorm becrefczij verdéeien óenzelven in iedere gemeente in kompagnien en bataillona of onderdeelen derzelve, stellen daarbij voorloopig de noodige officieren in dienst cn dragen deze ver volgens door lusschcnkomsc vau het Depauemeiic van Biunenlandscite zaten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 1