De SfétiSétirvèrgadering van het 'koninkrijk WuRTeMBSRC 'zon thans 'te.
gïn 15 Januarij aanstaande bepaald zijn.
Uit Keulen schrijft men den 1 November, dat niets ter wereld de zui
verheid der staatkundige beginselen beter bewees, dan het jongste gedane
onderzoek, ter gelegenheid der gevangennemingen aldaar hebbende plaats
gehad. Van de vier jonge lieden werden reeds drie den derden dag on
der eenen borgtaal van 150 thalerspp vrije voeten gesteld en allen zagen
af van eene verdediging door eenen zaakgeiasten. Bijzondere omstandig
heden, den persoon alleen betreffende, deden slechts dezelfde gunstige
•wending, ten aanzien van den vierden, verschuiven; maar men meende te
kunnen hopen, dat, ter eere der betrokkene personen, die elkander ge
deeltelijk vreemd waren, de uitspraak hunner onschuld weldra zoude wor
den bekend gemaakr,
ZWEDEN.
Den 19 October wireo te Stockholm twee nieuwe protokoilen, wegens
het verhoor der vrijheeren van P'egesack en van Düben, openbaargemaakt.
Uit dezelve blijkt, dat men onder de papieren des vrjjheers van Düben
het in de Fransche taal slecht geschreven ontwerp gevonaeu heeft van
eenen brief geschreven aan den graaf Esterhazy te WeeDen voorts 3 otn-
«lageo, waarvan twee met het opschrifc: Son A. Royale le Prince detVasa,
en de derde met het half Duitsch haif Zweedsche opschriftHan Kongl
Höghei Prinsen of PV-asa. Wijders vond men nog een opstel gedeeltelijk
Duitsch, gedeeltelijk Zweedsch van den volgenden inhoud: 200 dukaten
voor mijne reiskosten te verzoeken, om quarantaine te honden. De
hooge koers maakt alles nog duurder." 200 Dukaten om de reis
kosten voor de heen- en terugreizeom de kosten te dekken welke ik
voor Z. H. in Zweden maakte, die tot derzelver voordeel niet onbedui
dend zijn het begrijpt zich van zelf, dat ik uit deze middelen de schold
betaal, weike ik voor Z. K. H. op mij laadde." Z. K. H. ontvangt
het portret van Gustaaf III en de boeken. Indien ik geen geld bekom
kaa ik niet van hier en Z. K. H. zal toch op het einde mijne schuld
betalen moetenvoor zoo verre hij in het oog der wereld als een zelf
standig eerwaardig vorst wil aangezien worden, die mi] tot ondernemingen
noopte anders schrijf ik aan verscheidene hoven, welker ministers ik
persoonlijk ken en zal den prins telkens compromitteren en hem gehaat
maken." De vrijheer van Düben, heeft nogtans onverzettelijk ontkent
schriftelijke gemeenschap met den Prins te hebben onderhoudenmaar
tevens verklaard dat hij den Prins en zijne familie een edel gevoel toe
draagt, dewijl ieder weldenkende voor eenen ongelukkigen medelijden ont.
waren moest. De begeerte der gevangenen om, onder burgtaai, op
vrije voeten te worden gesteld, is door het bof-gerlgt van de hand gewezen.
Het nadere den 23 October openbaar gemaakte procokol in de zaak der
vrijheeren van Pegesack en van Düben, bevat wijders niets van aanbelang
dan eenen door den kanselier der justitie aan het hofgeregt voorgelegden
brief, d, d. 16 November, die op de straat zou gevonden zijn, van dezen
Inhoud: Groet uwe vrouw, uwe kinderen en broeder, enz. Ik vergun
mij geene rust in de staatkunde, bevorens ik zekere narigten door het ge
dreun der kanonnen van den Rijnstroom ontvang; het zal toch wel eindelijk
eega losbreken, en God geve, dat het bij ons gebeure; wij hebben niets
anders voor ons en onze kinderen te hopen, dan eene sterke verpletterende
(ronder bey taubeomwenteling; dit is de loop der wereld en ieder zoekt
zijn heenkomen. Vaar wel, groet de mijnen. Ik ben ontzaggelijk neerge
slagen, en wanneer ik eene sterke ziel had, om het par force met een
barsch noodlot op te nemen, zoo ware een kogel mijne eenigste gewenschte
troost. Vaar weltot wij elkander weder zien." De vrijheer van Düben
erkende dezen brief te hebben geschrevendiezoo veel hij zich kon
herinneren aan den vrijheer van Pegesackwas gerigten verklaarde met
de daarin gemelde omwenteling niets anders te hebben bedoeld dan eenen
elgemeenen oorlog, waardoor hij als militair zijnen toestand te verbeteren
hoopte. De gevangenen hebben nog geene aanwijzing tot regtsgeleerden
bijstand bekomen, en het verhoor wordt nog altoos, als steedsniet tegen
het gebruik, met gesiotene deuren gebonden. Vrijdag avond, den 19 Ocio.
ber werd er op de post een brief besteld met het opschriftAan den
Prins Gustaaf van PVasa te Weenen." Hec postgeld is niet toereikend
antwoordde de ambtenaar, die het zeer druk had, en gaf den brief terug.
De briefdrager, een soldaat bij de stedelijke wacht, nam deo briefen
het geld terug, en ging in eene kroeg, om voor het postgeld te drinken.
Hier toonde hij den brief, welken hy, benevens 8 schellingen banco, van
eenen onbekenden op de straat had ontvangen, om denzelven op de post
te brengen. De brief werd 'dadelijk aan de policie overgeleverd. Hij
hield in,g dat de Prins van PVasa den moed nog niet moest verliezen,
ofschoon de vrijheeren van fegesack en van Düben gevangen zaten hij
kon nog altoos op een groot gedeelte van den adel, en bi)zonder op een
deel der garden van de hoofdstad rekenen." Hi) was met den naam van
eenen te Stockholm wonende voormaligen zee-kapitein geschreven. De
kapitein ontkende bij de policie den brief te hebben geschreven, orschoon
de handteekening buitengemeen naar de zijne geleek, en de soldaat die inec
hem werd verboord, wilde bezweren, dat hij degene was, die hem den
brief bad overgegeven. Het onderzoek hier over wordt sedert twee dagen
door de politie voortgezet.
Volgens twee nadere bekend gemaakt verbooren, de vrijheer van Fege-
sack en van Düben betreffende heeft de heer van Pegesack thans bekend
gehoor te hebben gehad bjj den gewezen Kroonprins Gustaafmaar er
bijgevoegd, dat hij in het 1829, de" Koiring daarvan verantwoording had
gedaan. De vrijheer van Düben heeft verklaarddat. indien net Z. M.
den Koning behagen mogce voor zijne familie te zorgén het hem omver-
schiilig zijn zoude indien hij zijn geheele leven in de gevangenis door.
brengen moest. Wie de eigenlijke schrijver is van den op de post be-tefden
brief aan den Prina Gustaaf PVasa isongeacht alle navorschmgeunog
niet ontdekt geworden.
PORTUGAL.
Den 2 November had men in Engeland geene regtstreeksche berlgten nit
Portugal, maar dooreen schrijven van Portsmouth vernomendat het schip
Wellington, thans Don Pedro, zijne kaDonnen in nam: 30 twee en dertig
ponders en 30 achtien ponders. Deszeifs manschap was thans voltallig
400 matrozen 50 zee.soldaten en 25 officieren. Den i November stond
het ouder zeil te gaan om .zich met Sartorius te verecnigenden 3isten
had het de vlag van Dona Maria opgeheschen. Met dit schip ingesloten
hadden de agenten van Don Pedro, sedert den 20 Augustus, niet inind<-r
can 26 grootere en kleinere vaal tuigen, met manschap, munitie en voor
raad hem uit verscheidene havens van Engeland ter hulp toegezonden.
Volgens berigten uit Fogalhebben zich de eilander van het groene
voorgebergte voor Dona Maria verklaard. Na aftrek van alle onkosten
geven zij een inkomen van jo 000 pond sterl.
Een regement van 500 man kavallerie met hDnne paarden bestaande uit
leren Schotten en Engelscben [is op verscheidene vaartuigen te Wool
wich ter bestemming voor Don Pedroingescheept.
F R A M K R IJ K.
De Moniteur deelt den 9 November de navolgende .officiële berigten
mede: „Gisteren te één uur ontving het gouvernement de tijdingdat
Mme de hertoginne de Berry den 7den te tien uren des morgens aangehou
den was. Men heeft haar in een huls verborgen gevonden met de beeren
deMesnars, Guibourg en Mcitffer de Kersabiec. Zij 11 naar het kasteel van
Nantes gevoerd. De raad is aanstonds vergaderd en daarna deze konick.
ljjke ordonnantie verschenen
j. Lodewyk PhilipKoning der Franschenenz.
Art. 1. Er zal aan de Kamers een ontwerp van wet worden voorjq.
legd ten einde te bepalen, betrekkelijk Mme de hertogin de Bérryenz.
In het paleis der Tulierien, den 8 November 1832.
Lodevyk Philip
Bijzonderheden omtrent de gevangenneming der Hertogin.
De Hertoginin de ommestreken van Nantes ronddwalendeontging de
navorschingen tegen haar gerigt, alleenlijk door eiken dag van verblijf en
kleeding te veranderen, dan eens verkleed als eene koeboerin, als herder,
als molenaar, als kamenier van eenig aanzienlijk huis, stelde zij degenen
die haar vervolgden te leor, of onttrok zich aan huD geztgtdoor zich 10
een hutsel van strooi op den schouder te doen dragen van eenig wakkeren
koeboer. Zij besloot eindelijk zich te komen verbergen te Nanteswaarin
zij dikwijls aelnkkig was geslaagd. Het huis van Mejuffer Duguigny, straa?
Rome-du-Chaleauwerd ter hare ontvangst ingerigten men verzuimde
niets om er een zeker verblijf-oord van te maken; behendiglijk aange
legde schuilplaatsen moesten aan de nieuwe gasten geeoen den minsten vreeJ
overlaten. De policie ontving zekere narigteD van der Hertoginne voorne
mens. De omstreken van het huis, hetwelk zij betrekken moest, weiden
door agenten der policie bezet met last om alles gade te slaan wat er omginsi
Deu 6 November kreeg men berigtdat de Hertogin dien dag bjj mejuffsc
Duguigny moest komen etenen waarschijnljjk vervolgens blijven. Al dj
maatregelen werden dienvolgens geDomen, de uitgangen bewaakt en de troe
pen verzameld. Men staat voor de deur en schelt aan. In den beginne
zonder gevolg, eindelijk komt een dienstbode opendoen, en men dringt.in
de vertrekken, natuurlijk het eetste in de eetzaal. Een zeer wel ingetigc
diner wach.ce de gasten. De zaal was versierd met lellen - bloemen en "1-
scriptien de namen voerende van Navarint Trocadero Algiersenz. üi
geheele nacht ging om met navorscbiDgen. Men doorzocht de wanden
en ontdekte eene schuilplaats voor ODgeveer tien personen. In verscheidene
schoorsteenen was vuur aan geweest, onder andere in eenen vrij hevig,
waoc het was scherp koud. Deze schoorsteen bedekte de schuilnoeg
waarin zich bevonden de hertogin, mejuffer Stylie ie Kersabiec, benevens
de heeren de Menars eg GuibourgGedrongen, zsodat zu naiuwlyks adeai
halen kónden, achter dien schoorsteen, waarvan de hitte ze verstiktemaak
ten zij onwillekeurig eenige beweging, welke men opmerkte en die het
navorscnen deed verdubbelen. Eindelijk geschiedde de ontdekking na ao
uren zoekens en toen zjj zelve aan twee gendarmes, die zich in de ka.
nier bevonden, verklaarden, dat zij zich overgaven. De plaat van den
schoorsteen, slooc den ingang dier schuilhoek. Lijdende haalde men de- 1
zelve daar uit. De heer Guibourg was op het punt van flaauw te vallen,
en verklaarde, zoodanig tegen den schoorsteen te zjjn gedrongen geweest,
dat hem elke hamerslag, ter navorsching gedaan, had toegeschenen als zjjti
hart te treffen. Mejuffer Stylie de Kersabiec kwam het eerste te voorschijn
als meid verkleed, daarna de hertogin van Berry: de beeren de Menars
en Guibourg het laatste. De hertogin zeide dadelijk tot de gendarmen, die
zich in de kamer bevonden: Het is onnoodig, dat gij uwe navorschin
gen voortzet; zie mg hier. Ik ben de hertogin de Berry. Waar is de ge
neraal? Ik wil my aan zijne oude krijgsmans regtschapenbeid toevertrou
wen. Indien iemand hier schuldig is, zoo ben ik het alleen-, deze heereu en
juffer hebben slechts mjjne beveien gevolgd." De graaf de Menars verzocht
dat menden luitenant-generaal van Erlon mogt laten roepen. De nertogin was
op dat oogenolik onkenbaar door de vuilte van het hol, waarin zij gedurende
twintig uren gedrongen was geweest. Mejuffer Kersabiec behield al hare
tegenwoordigheid van geest, maar de heer de Menars, die zeer oud voor
komt, en vooral de heer Guiburg schenen als vernietigd. De graat van
Erlon de heer Maurice Duvul, de maire van Nantea de kolonsl der nationale
garden, de substituten van *s Konings prokuteur kwamen officieel de her
togin de Berry herkennen. Het proces-verbaal weid dien aangaande opge.
maakt, de regter ter instructie deed de vereischte verhooren kortat, al
de regterlijke formaliteiten werden vervuld. Men behandelde de gevangenen
met al de achting aan hunnen toestand verschuldigd en mevrouw de her
togin de Berry was hec voorwerp der giootste oplettendheden. In het huis
Duguigny bevonden zich verscheidene schuilplaatsen onder aodere eenj,
waarin tien menschen zich konden ophouden en dievolmaakt verholet
zijnde, slechts ontdekt werd door de nieow aangepleisterde muren. In
andere vond men een drukpers en eene groote menigte afkondigingen, be-
paaldelijk eene aan die van Nantes, aan welke de hertogin van Berry be
loofde, dat, indien zij zich voor Hendrik K verklaardende zetel van het
gouvernementgedurende al den tijd van het Regentschapte Naates zijn
zoude.
Hec kasteel van Nantec, waarin de hertogin van Beriy de appaftementen
van den kolonel der artillerie bewoont, wordt met de grootste zorg d.iot
de artillerie en infanterie der nationale garde en van linie bewaakt. Mm
ziet in de gevangene het einde van den burger-oorlog in het westendat
vooral veroorzaakt over deze gebeurtenis een levendig vergenoegen in da
harten dergenen die Frankrijk om Frankrijk zelve beminnen en het vader-
land vóór de persoonlijke vraagstukken in het oog houden.
Men zeide, dat het omwerp van wet, de kamers ter dezer zake aan te
bieden, aldus zoude zijn geschueid: i°. De prinses zal worden gedepor
teerd en ten eeuwigen dage gebaDnen; 20. hare bezittingen in Ftao rg
zullen worden verbeurd verklaard; 30. indien zij of eenig ander lid det
vervallen familie m Frankrjjk terugkeert, zal door deze daad alleen de
doodstiaf beloopeo zijn."
NEDERLANDEN.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Zaturdag den 17 November.
Id deze zitting, welke omstreeks te elf uren een aanvang ram, zijn d«
beraadslagingen omtrent de beide wets-omwerpenbetreffende de bulten,
gewone behoeften en middelen over 1833 geopend, na dat alvoren* dril
ingeknmene verzoekschriften raar de commissie tot de petitiën zijn ver
zonden. Niet minder dan zeventien leden, en wel de heerenyutntus,
Dyckmcester, Op den Hoef, Schtmmelper.ninckDe Bordes, van Pfsekevoort,
Rcpelaer FcckcmaFretsDonker Curtius, Cats, Rengers, vanHemen,
van der Gronden, van Nes, Luyben en van Asch vanPPyck, heboen ove
deze wettenhet woord gevoerd waarvan zich de heeren [Juintus, up
den Hoef, de Bordesvan PVitkevoorsRepelaerFrets, Donkervan Ht
snertvoor dezelve verklaarden terwijl de heeren Dyektneessertockema
CutsRengers, van der Gronden en Luyben, Z, M. eerbiedig zou en ver
zoeker de omwerpen in nadere overweging te nemen. De heer van
kon zich met de wet omtrent de uitgaven «ereenigendoch zon leges
die der middelen stemmen. De heer van Asch van PFyek wenachte nadetai
inlichtingen van Z. Exc. den minister van financien, met betrekking tot
laatstgenoemde wette bekomeo.
De leden, die zich voor de wet verklaarden, waren van gevoelen, 0
de onzer zijds betoonde toegeeflijkheid hate uiterste grenzen bereikt han,
welke voor de eer en onafhankelijkheid der natie afgebakend zgnt
wij onze vijanden'moesten overtuigen bunDe dwangmiddelen niet te vree
zen, en geen duiat vertier terug zouden wijken; dat wij nu nog meer 1»
vioeger tot zelfverdediging werden geroepen, en niet Oen nek moetsea
k ommen o..der het juk van vreemd» ovetheersching dat de inspsnowc